A IMS. ALKMAARSCHE N° 40» f 0 X \i A i\ T. AI a a a (I a jr 17 November. NEDERLANDEN. Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Cente uitgegeven. R IA "V De Prijs der Advertentign \an 3 lot 5 to p.els is één Gulden, en voor eiken repel meer 20 Centenbehalve 35 centen zepelrept voor elke plaatsing. PROVINCIE NOORD-HOLLAND. OA A N B .E S T E D I N G. p Woensdag den 26sten November 1845 des namiddags ten 2 ure, zal, onder nadere approbatie, door, den Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Noord-Holland, of, bij deszelfs afwezen, door een der Leden van de Gedeputeerde Staten, in bij zijn van den Hoofd-Inge- nieur van den Waterstaat in dezelve Provincie in de Bureaux van liet Provinciaal Gouvernement te Haarlemworden aanbesteed Het daarstellen van de verdere HEI- FUNDERINGS- en GROND WERKEN voor een nieuw te bouwen VEREEN 1GD HUIS VAN ARREST EN JUSTITIE op het Bolwerk Schinkel bij de Leidsche- poort te Amsterdam. Deze aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. Exemplaren van het Bestek, waarop de bovengemelde aanbeste ding zal plaats hebben, zijn verkrijgbaar gesteld, op het evenver- meld terrein, tegen betaling van 50 Cents per stuk op welk terrein de Teekening van de Werken gedurende acht dagen vóór de beste ding ter visie van de gegadigden zal liggen, en gedurende welken tijd tevens de noodige aanwijzing zal worden gedaan. BURGEMEESTER en WETIIOUDEREN deb Stad ALKMAAR Gehoord de klagten over ongeregeldheden, welke zich van tijd tot tijd op de Zaadmarkt dezer Stad vóór en na markttijd, en terwijl de granen en zaden zich aldaar nog bevinden, voordoen, en die veroorzaakt worden door het gelijktijdig van wederskanten toerijden van handwagens, karren, en met paarden bespannen rijtuigenwaar door de veiligheid van personen en goederen grootelijks worden be dreigd. Overwegende dat artikel 7. der Algemeene Bepalingen op het hou den der week- en jaarmarkten binnen deze Stad van den 1. Mei 1843, omtrent het rijden met kruiwagens en ander voertuig door en langs de Marktplaatsen wel voorzieningen daarsteltdoch dat het terreiu van de Zaadmarkt, om deszelfs bekrompenheid en ligging langs het water, en het belang der daarlangs gelegene neringen der Ingezete nen, hetgeen niet wel toelaat, dat het genoemde artikel in deszelfs volle kracht wordt toegepast, op dit punt eene meer uitgebreide en voor die plaats in het bijzonder gevorderde politie-verordening vereischt. Willende in de gerezene klagten zooveel mogelijk voorzien. Hebben goedgevonden en verstaan, als maatregel van orde en po litie vast te stellen en te bepalen Dat, voor zooveel het vóór en nd het luiden der marklklok, tot des namiddags ten vier ure toegelaten zal dienen te worden om die marktplaats met wagens met paarden, handwagens, kar ren of ander voertuig te passerenzulks niet van de beide einden te gelijk en legen elkander in zal vermogen te geschieden; maar dot degenen, die van dien overgang zullen wenschen gebruik te maken, gehouden zullen wezen, de marktplaats op te komen van de zijde van de brug over den Kooltuin, en, zonder om te keeren, dezelve langs het andere einde bij de brug over de St. Annastraat, of verder weder zullen moeten «/gaan. Wordende de Beambten der Politie, mitsgaders van de markt, uit drukkelijk gelast, op hel navolgen van dien regel loetezienen niets daartegen strijdende toetelaten; en tevens, om de overtreders van dien maatregel, voor zooveel zij aan de hun gedane waarschuwin gen geen gehoor verkiezen te geven, aan Burgemeester en Wethou- deren kenbaar te maken. Alkmaar, den 4Jen November 1845. Burgemeester en TBeth oude ren voornoemd F. C. W. DRUIJVESTEIJN, Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN YERSC11UIR. BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR verwittigen mits deze alle belanghebbenden, dat de bij Art. 36 der Wet op het Regt der Patenten voorgeschrevene opneming derzelve aan de Huizen der ingezetenen zal plaats hebben, doorPrent van Daleniloofd-Commis bij de Stedelijke Middelenen den Deurwaarder der Directe belastingen Cornells van Tielals daartoe door Hun Ed. Achtb.met overleg van den lieer Conlröleur der Divisie Alkmaar, geauthoriseerd. Gelastende Burgemeester en Wcthouderen alle Palentpligtigen, de genoemde Personen in die kwaliteit te erkennen, en aan dezelven alle door de hen gevraagde inlichtingen te geven; met herinnering tevens aan alle de daartoe in het bijzonder verpligte Personen, ten aanzien van hunne gehoudenheid tot vertoouing der Registers van bij hen in pienst zijnde Werklieden, ter voorkoming der boeten en poenaltieiten, bij Art. 35. der bovengenoemde Wet in het breede omschreven. Alkmaar, den 15den November 1845. Burgemeester en TVethoudcren voornoemdj F. C. W. DRUIJVESTEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR. Alkmaar, den 14 November 1845. Weder was de Graanmarkt alhier heden ruim voorzien; de handel evenwel niet zoo levendig als vori ge wekenDe prijzen waren gemiddeldTarwe als de vorige week 9.50. Bogge f 8'. Garst ƒ5.—- Haver f 3.60 en alzoo 25 cents minder dan°bevorens. Ook Erwten en Boonenwaren beter te koopen, en ofschoon van alles enkele partijtjes hoog zijn verkocht, was de gemeene gang merkelijk minder. BURGEMEESTER en WETIIOUDEREN deb Stad ALKMAAR brengen bij deze, ten gevolge éener ontvangene Circulaire van den Beer Staatsraad Gouverneur der Provincie Noord-Holland van den 22sten October 1845 No.sj$f, ter kennisse van alle de daarbij belanghebbenden dat er voortdurend gelegenheid bestaat tot Vrijwillige dienstneming, zoo bij bet Leger hier te landeals bij dat in de Overzeesche bezittingen, terwijl het hand- en aanbreng-geld voor een rekruut voor de dienst hier te lande is bepaald, als: het handgeld op f 20.en het aanbreng- geld op 8 en voor de dienst in de Overzeesche bezittingen het handgeld op f 24. en het aanbreng-geld op 9. Alle ongehuwde Personen van 18 tot 40 jaren ond, die de lengte hebben van 1,622 Ned. El, voor de dienst ligehameljjk geschikt zijn, en de benoodigde bewijzen van goed-gedrag en voldoening nan'de Nationale Militie overleggen, kunnen zich ter Vrijwillige dienstneming aanmelden bij de Plaatselijke en Garnisoens-kommandan- ten die gemagtigd zijn, bendie zich voor de Koloniale dienst wen schen te engageren dadelijk ƒ8. op rekening uittebetalen. Alkmaar, den 13<leu November 1845. Burgemeester en TVethoudcren voornoemd F. C. W. DRUIJVESTEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven, De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR. Voor dat de spoorweg van Amsterdam naar 's Gravrnhnge voor bet publiek geopend was, werden vier jonge lieden vrolijke kna pen uit eerstgemekle stad te 's Dage op een bal masqué genoodigd. Dit nu was hun wel zeer aangenaam; maar het was slecht met hun ne beurs gesteld. Zij kwamen echter, na rijp beraad, overeen, het zoo zuinig mogelijk aan te leggen, liet kostuum werd door ieder ten zijn ent vervaardigd en daar zij meer tijd dan geld hadden, werd er besloten, zuinigheidshalve de reis met de volkschuit te doen. On- ze heeren die ieder hun pakje droegen, en allen zeer lustig waren, bevielen niet aan den Haarlemmer schipper, die oud was en familie in de roef had. Hij weigerde hun alzoo plaats in de roef, en onze vrolijke toeristen waren genoodzaakt zich in het ruim te behelpen, Zij besloten nu den schipper, voor zijne onbeleefdheid, eene» trek te spelen, en de stilzwijgendheid der mede-passagiers verzocht heb bende, wachteu zij den knecht af, die gewoonlijk het geld ophaalde. De knecht kwam op den gewonen tijd om het geld te ontvangen, en terwijl hij rond giug, zette een der gezegde heeren een pruik op en deed een baard om, en ging zoo, met eene muts, ter zijde zit ten, zich houdende alsof hij sliep. Na de vracht van al de overige passagiers ontvangen te hebben, kwam de knecht bij hem, schudde hem 'wakker, en vroeg om geld. Ik heb al betaaldwas het ant woord. Dat Hegje vent!" zeide de knecht. Nah ik heb betaald," hernam de andere: «ik bin een eerlijk man, ik bin de zoon van Samuel Polak, enen verdwijn, kerel! ik heb betaald." De knecht ging het rnim uit, en berigtte den schipper, dat er een jood was die "niet betalen wilde, waarop de schipper zeide: «houd het roer maar eens, ik zal zelf naar binnen gaan." Toen de schipper in het ruim kwam waren pruik en baard weg Jan, waar zit de Jood?" Schipper! in den hoek, naast het luik."Jan daar zit eene vrouwdaar zit geen joodik zie hem nergens." Schipper dan zit hii misschien onder de bank." Ben je gek Jan, daar zit niemand." Nadat de schipper alles onderzocht had, en over tuigd was dat er geen jood zijn kon ging hij weer naar het roer, boos dat bij, oude man, zoo voor niet had moeten loopen. «Jan! je hebt het miser is in de heele schuit geen jood." Schipper dan heb je niet goed gekeken." Wat, smeerlap, wil je nu nog strijden ?j* Klets, had de knecht een oorpeuter beet. «Weg, moet je mij oude mai) zoo voor de gek laten loopen." Begt balloorig ging de knecht eenigen tijd daarna, toen men in het ruim om vuur ge vraagd had naar beneden in de schuit «en daar zat de jood weêr terzijde van het luik. Nu Jan aan het schelden: «Smeerlap, waar om kruipje weg?" De gewaande jood schold weerom en zoo luid ruchtig, dat do schipper de slem van den jood hoorde. Nu Was de schipper overtuigd, dat Jan gelijk gehad had. «Kom er maar uit, Jan riep hij: ik hoor nu, dat je regt hebtwacht nu maar tot op Half- Ave°\ dan zal ik aan het luik en jij aan het vooronder gaan staan, en "dan moet hij er toch uitkomen Zoo gezegd zoo gedaan doch er kwam geen 'jood uit. 0," zei de schipper: hij is er zeker al vóór het aanleggen uitgesprongen maar hij zal er nu niet meer inal wou hij mij tiendubbeld betalen; kom maar mede, naar de her berg Jan, 'en neem een slokje." Jan liep vooruit; maar r.aauwelijhs kwam hij' in de herberg, of hij zag er de jood staan. Jan sloop stil I terug en haalde den schipper, die nu althans ten volle overtuigd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1845 | | pagina 1