A°' 1845.
ALRMAARSCIIE
AT0
(1 0 lï M A N
T
rf-i
15 December.
^zkcelev
NEDERLANDEN.
TE v
Deze Courant wordt, eens in de week en wel
eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Cente
uitgegeven.
4 J
(V
rr
De Prijs der Advertentión van 1 tot 5 re
gels is één Golden, en voor eiken regel meer
20 Centen, behalve 35 centen zegelregt voor
elke plaatsing.
PUBLICATIE.
ÏIkSTAATSRAAD GOUVERNEUR der Provincie NOORD-HOLLAND,
Gelezen de missive van den Heer Ópper-Houtvester, dd. 3 Decem
ber 11.. n°. 14, betrekkelijk de sluiting der grnote Jogt.
Gelet op de deliberatien van lleeren Gedeputeerde Statenvan
den 4den December II., ri®. 5G.
Brengt bij deze ter kennisse van de daarbij belanghebbendendat
achtervolgens de bepalingen van den Beer Opper - Houtvester voor
noemd, met overleg van lleeren Gedeputeerde Stalen vastgesteld de
groote Jogt met den twintigsten December aanstaandemet zons-on-
dergangzal zijn gesloten.
Wordende de belanghebbenden levens door deze geïnformeerd
dat bij vervoer van Wild naar Provinciën waarin de Jagt bereids
mogt zijn geslotende Houtvesters gemagligd zijnom consent-bil
jetten tot vervoer aftegeven, geldig voor den tijd, welke deor hen
tot dien vervoer noodig zal worden geoordeeld.
En op dat niemand eenige onwetendheid hiervan zonde kunnen
voorwendenzal deze alomme worden gepubliceerdalwaar zulks
in deze Provincie Ie doen gebruikelijk is.
Haarlem, den 9den December 1S45.
Ue Staatsraad, Gouverneur voornoemd,
Van E AY IJ C K.
BURGEMEESTER en WETIIOUDEREN der Stad ALKMAAR brengen
mits dezen ter kennisse van de Ingezetenen derzelver Stad en Juris
dictie
Dat de Commissie van Spijs-uitdeeling, welke zich ook weder dit
jaar, even als zoovele vroegere jaren, tot hare zoo loffelijke als wel
dadige bemoeijingen vrijwillig heeft aangeboden, zich op de daartoe
door H. E A. gedane nilnuodiging als nu gereed heeft verklaard om
in den loop der aanstaande week met hare werkzaamheden eenen aan
vang te maken, en zich dus ook gaarne geauthoriseerd zoude wenschen
te zienom hare gewone jaarlijksche Inschrijvingen en Inzameling
van bijdragen bij de Ingezetenen dezer Stad te mogen doen.
Dat 11. E. A dan ook aan dat verlangen gevolg hebben gegeven;
de voornoemde Commissie die verlangde authorisatie verleend; en
dat dezelve daarvan dan ook gebruik zal maken door zich eerstdaags
bij de Ingezetenen aan te melden.
Burgemeester en Wethouderen durven met grond veronderstellen,
dat de overtuiging van de weldadige strekking dezer liefdadige in
stelling door eenc ondervinding van vele jaren onder de Burgerij
van Alkmaar te zeer gevestigd is, dan dat het noodig zoude zijn
drang van redenen Ie gebruiken, om derzelver ondersleuning door
geldelijke bijdragen, aan Ie bevelen.
Bij de treurige verschijnselenwelke dit jaar in den mislukten aard
appelteelt, en de boog,ere prijzen der levensmiddelen in H algemeen,
doch voor den min gegoeden en hehoeftigen in 'l bijzonder heeft op
geleverd, zoude er slechts één wenk noodig zijn, om den weldadi
gen geest der rijkeren tol verdubbelde bijdragen te stemmen; doch
ook dit is het doel dezer opwekking niet: want, gelijk nil eene
vorige bekendmaking van de zijde des Sledelijken Bestmirs gedaan
kenbaar is geworden, is deze Commissie voor de gronlero uitgebreid
heid welke zij dit jaar aan haren werkkring zal moeten geven, en le
gen de hooge prijzen der Levensmiddelen waarmede ook zij 'zal heb
ben te kampendoor buitengewone subsidie uit de Stads kasse ge
waarborgd.
Zulks neemt evenwel niet wegdat zij daarom de gewone bijdra
gen der Burgerij niet zonde behoeven, of die zonde kunnen ontberen;
integendeel, zij behoeft ze zooveel als ooit: want de aanvragen om
genot der Spijs-uitdeeling zullen, is het vreezen, vele zijn. En het
is dan ook daarom, dat Burgemeester en Wethouderen de belangen
der Commissie aan de goede gezindheid hunner Burgerij niet allen
aandrang aanbevelen; in de blijde verwachting, dal ook in deze
hunne hoop en die der Commissie niet beschaamd zullen worden,
maar dat de uitslag der Inschrijving blijken zal mogen dragen, dat,
hoeveel er ook, is het niet in 'I openhaar, dan in 't verborgen, 1c
helpen en Ie verzorgen nmge vallen, nochthans de weldadige geest
van AJkmaars meervermogende Burgerij tot deelneming in nuttige
openbare instellingen niet binnen enge perken wordt bepaaldmaar
zich uitbreidt, naar gelang dot de behoeften meerder zijn, als een
offer der dankbaarheid voor liet behoud van veel goeds, in tegenover
stelling van do armen, die met bet verlies van hun huufdvocdsel
men mag haast zeggen ali.es verloren hebben.
Alkmaar, den 2Jei' December 1845.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. W. DBUIJ VESTE IJ N.
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIED FONTEIN VERSC11UIR.
NATIONALE MILITIE.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETIIOUDEREN der Stad ALKMAAR
gezien art. 21 der AA'et op de Nationale Militie van den 8slt'" Jan na rij
1817, n°. 1, waarbij is bepaald, dat zich jaarlijks vóór den 5den Ja
nuarij aan liet Plaatselijk Bestuur in geschriften moeten adresseren
de bij de Nationale Militie voor zich zeiven dienende Manschappen,
die in den loop van hel laatst verloopen jaar, hetzij door overlijden
van eenen Arader of wel rener Moeder, weduwe zijnde, of door plaats
gehad hebbende regterlijke separatie of echtscheiding der Ouders,
of eindelijk door overlijden van eenen Brueder of Broeders, regt op
vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij art. 91 en 94 gemaakt,
hebben verkregen, en bun ontslag diensvolgens zullen verlangen.
En gezien de Dispositie van den Beer Staatsraad, Gouverneur van
de Provincie Noord-Holland, de dato 3 December 1845 n°. 5TI5, M.S.
(Provinciaalblad n°. 84), waarbij aan voormeld 21 art. speciaal wordt
herinnerd.
Brengen ter kennis van de thans voor zich zeiver. bij de Natio
nale Militie dienende Manschappen, welke na hunne inlijving, ten
gevolge van art. 21 der voormelde Wet, redenen van Vrijstelling
hebben verkregen, en verlangen uit den dienst ontslagen te worden,
dat zij zich tot dat einde, vóór den Arijfden Januarij aanstaande,
schriftelijk aan Burgemeester en AA'cthouderen moeten adresseren,
en daarbij overleggen de noudige bewijzen, ingerigt overeenkomstig
de voorschriften bij art. 91 en 94 der bovengemelde Wet gestatueerd,
tot welke aanvrage om ontslag evenzeer de Manschappen zei ven, als
derzelver Ouders, A'oogdenCurators en Gemagtigden bevoegd zijn.
Gedaan te Alkmaar den 13'len December 1845.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. AV. DRU1J VESTE IJ N.
Ter Ordonnantie van dezelven,
De DIEU FONTEIN VERSCUUIR.
NATIONALE MILITIE.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETIIOUDEREN der Stad ALKMAAR,
ingevolge art. 30 der Wet van den 8stcn Januarij 1817 n°. Jver
langende het Contingent dezer Gemeente in de Nationale Militie
voor den jare 184G, zooveel mogelijk aan te vullen met njwilii-
gers, welke zich onder het genot der daartoe gestelde premie van
Dertig Gulden, zullen aanbieden, deze dienst voor hunne mede—
ingezetenen op zich te nemen
Brengen bij deze ter kennisse van alle de Ingezetenen dezer St. d
en derzelver Jurisdictie, welke dit maar eenigzins zouden mogen
aangaan:
Dat, ingevolge art. 31 der voorsz. Wet, als Vrijwilligers kunnen
worden aangenomen alle Ingezeten, welke op den i'ten Januarij 1846
ongehuwd, hun 19de Jaar zijn ingetreden, en hun 30st<" nog niet
hebben vnlbrngt ten ware, dat zij reeds in dienst der Nederland-
sche Armee of Nationale Militie hadden gestaan in welk geval zij
tot den ouderdom van 35 jaar zullen worden toegelatenen de
nodige geschiktheid hebben, welke tot den dienst wordt vereisoht;
als ook ten minste gedurende de laatste vijftien maanden binnen
deze gemeente gewoond hebbende, en dat de aanbieding van de
zocdaitijen zal kunnen geschieden ter Secretarie dezer Stad, dage
lijks (.- uitgezonderd de Zon- en Feestdagen:) van den 15dtn dezer
maand December, tot en met den 20st<u> Januarij aanstaande, van
des voormiddags tien tot des namiddags één ure.
Gedaan te Alkmaar, den 13<len December 1845.,
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. AV. DR U IJ VE StEIJN,
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIL
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR, bren
gen bij, deze ter kennisse van de Ingezetenen dezer Stad, dat de Ko
hieren der Personeele belastingdienstjaar 18451S4G, Suppletoiren
Litter A, 11°. 3 en 4, op den 14'lerl November 1845, door den Heer
Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Noord-Holland is executoir
verklaard, en op heden door H. E. A. aan den Heer Ontvanger der
Directe Belastingen binnen deze Stad ter invordering is overgegeven.
Ieder Ingezeten, welke daarbij belang heelt, wordt alzoo ver,
maand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
len einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zou
den voortvloeijen, te ontgaan.
Alkmaar, den 10,len December 1845.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. AV. DRUIJVESTEIJN,
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
Alkmaar den 8sten December.
Ieder die niet ongevoelig is voor de onderscheiding, die zijne
verdienstelijke landgennoten buitenslands Ie beurt valt, zal met ge
noegen vernemen, dat Z. M. de Koning van Zweden en Noorwegen,
door tusschenkorost van zijnen zaakgelastigde te 'sHage, aan ome
begaafde roman-schrijfster, Mej. A. L. G. Toussaint, dezer dagen eene
zware gouden medaille heeft gezonden als een blijk van de hooge