i tr fi r - it Te Alkmaar, bij de Erven van A. S T E R C K, in do Achterdam, wijlt C, n». 589. «ran*» -<lpn- Hul, Vornnuli f *L* TOT T FIT -a—^J-J -i la;rrr i vn JépQVQrdus Rollen pr> Cornchn IJ<;anrant8 y wedawc vrm ITenrious Erlv- kfinip, beide te Alkmaar woonachtig. 7)/rX Steeman en Neeltje Roos weduwe van Arie Reg ter, beide te Alkmaar woonachtig. n Aangiften van GEBOORTEN te Alkmaar, van den 23 tot den 28 Febrnarij 184(7. Bosalie, dochtertje van Philip Levie Prenkel en Sara Salomo. Johannes, zoontje van Picier li lom en Margaretha van Leuven. Johanna Varia, dochtertje van Mr Joachim Elisa Nuhout van der Veen en Vrouwe Amelia Elisabeth Wilhelmina Uitenhnge de Mist. Morin dnchfotie van Cornells Lanpedijk en Sara Frnnkenuout. Gerarduszoontje van Jan van Da an berg en Maria Wilhelmina Mul ler. Abrahamzoontje van Heiman Levie Content en Maria Met- zelaar Aangiften van OVERLEDENEN te Alkmaar, van den 23 tot den 28 Febrnarij 1846. Pngellje Klok, Echtgenoote van Jacob Burger, eerder weduwe van Klaas Stam, ond 58 jaren. Pietcrtje, dochtertje van Hendrik van Eerden en Trijntje van Eerden, ond '8 weken. Anthonins Johan nes Morin, zoontje van Anthonins Alferink en Helena Catharina Alcida Lieven dag, oud 22 dagen Maria van der Horst, oud 68 jaren Johannes Lnbbeond 46 jaren.Johannes Gotfried, zoon tje van Christiaan Ellinger en Elisabeth Krook, oud 14 dagen. ®en presenteprd bij ortenbare Veiling, aan de meestbiedende Ie verknopen 80 EIKEN en HERKEN Parken extra zwaar HAKHOUT, liggende gehakt in - de- Sehulph/nkin Duin. Iemand gading daarin hebbendekome op Donderdag den 5den Maart 1846, des morgens precies ten 10 ure, te Bergen ter plaatse voornoemd. Men is voornemens, op Woensdag den 1 Uien Maart 1846, des voor den middags te 10 Ure, ten huize van Sijbrand Vader, kaste lein Ie Sint Pancras, in het openhaar Ie verknopen Zes stukken extra best WEILAND, gedeeltelijk onder Koedijk en gedeeltelijk onder Sint Pancras gelegen, te zamen groot 11 bun ders 44 roeden 20 ellen; zijnde de LANDERIJEN inmiddels uit de hand te koop. Alles breeder hij hilletten omschreven. Nadere information zijn te bekomen, bij den Notaris J. SCHOTHUI ZEN,. te Alkmaar. Ji Op Donderdag den 12. Maart 1846, des voormiddags te 10. bj Ure, zal men te Alkmaar in het Locaal van Openbare Ver- lïü kodpingen, aan de meestbiedende te koop aan te bieden; Eenige MEUBELEN en HUISRAAD, voorts BOEKEN en hetgeen ver der te koop zal worden aangeboden. Degenen, welke hier iels lrj te voegen hebben worden verzocht om zich te adresseren bij den Makelaar J. W. WESTERMAN, te Alkmaar Rij brieven van meerderjarig verklaring door den Rongen Raad der Nederlanden op den 16<len Januarij 1846. verleend, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 29s,er< Januarij 1846 n°. 60 en gere gistreerd te 's Gnnenhnge den !)<>cn Februarij daaraanvolgende zijn aan C0RNEL1S RERGHUIJS, wonende aan het Nieuwe Diep, Zoon van DIRK BERGHU1JS Assessor der Gemeente Helderen handelaar in Wijnen en deszelfs overledene Echtgenoote GRIETJE van DELDEN, gegeven alle de regten bij de Wet aan meerderjarigen toegekend', behoudens de bepaling van Art. 478. van het Burgerlijk Wetboek.' Geschiedende hiervan openbare aankondiging ter voldoening aan Art. 486. van hetzelve Wetboek. 's Gracenhage den 11 dm Februarij 1846. J. G. A. CLANT SCHATTER, Procureur bij den Iloogen Raad De ondergefeekende maakt door deze zijnen geëerde Stad- en Landgenooten bekend, dat ik de TINGIETERIJ van wijlen den lieer N. SCHEEPERS heb overgenomen, en dezelve in het vervolg zal uit oefenen in de Hontilstraatwijk B. N°. 39; daar ik circa 20 jaren in deze Tingieterij als Knecht heb gewerkt, zoo zal ik door eene nette en civiele bediening mij die gunst trachten waardig te maken, die mijn vorige meesters de Heeren H M. en N. SCHEEPERS, een reeks van jaren genoten hebben. Verzoeke UEd. gunst, met alle achting G. HENDRIK S. De Crediteuren in den faillieten boedel van JOHANNES HOES- MULLER, winkelier en koopman te Alkmaar, worden ingevolge be vel van den Edel Achtbaren Heer Regter-Coinmissaris in gezegd fail lissement van den 25sten Februarij 1846, bij deze opgeroepen, om op den lldrn Maart eerstkomende te verschijnen in het gewoon locaal der teregtapttingen van de Arrondissements-Iiegtbank te Alkmaar, ten einde over bet door den gefiilleerden aangeboden en ter Griffie der Regtbank voornoemd ter nedergelegd accoord te raadplegen en te beslissen. De Curator in voornoemd faillissement A. LEVER IN NAAM DES KONINGS. De Arrondissements-Regtbank te Alkmaar, heeft geslagen het na volgende vonnis. In zake Arnoldina Gecrtrnida Lommert, huisvrouw van Behrend Harms Dirks, zonder beroep wonende te Alkmaar, die bij dispositie dezer Regtbank van den zes-en-twintigsten Junij 1800 vijf-en-veer- tig, gratis op de Expeditie geregistreerd, is geadmitteerd om ten de ze kosteloos te mogen procedeeren, Eischeresse tot echtscheiding, bij behoorlijk geregistreerd Exploict van dagvaarding van den deurwaar der Casper Brouksmit te Alkmaarvan den vijftienden Januarij 1800 zes-en-veertig, compareerende bij hareu prokureur Jacob Cornelis Vonk. TEGEN Behrend Barms Dirks, Mr. Smid, laatstelijk te Alkmaar woonachtig, doch wiens tegenwoordige woon- en verblijfplaats is onbekend, ge daagde bij evengenoemd Exploict, hebbende geen prokureur gesteld. Gehoord de conclusie van de Eischeresse. Gehoord de lieer Officier van Justitie, zich vereenigende met de conclusie van de Eischeresse. Gezien de proces-stukken, alle voor zooveel noodig behoorljjk ge registreerd. Overwegende wat de daadzaken aangaat, dat de Eisch strekt dat tegen den gedaagde mag worden verleend verstek, en dat de Regt bank zal verklaren dat het tnsschen de Eischeresse en den gedaag de op den negenden Julij 1800 zeven-en-dertig te Alkmaar voltrok ken huwelijk door echtscheiding is ontbonden, met last dat de nog twee in leven zijnde kinderen met name Anna Maria Catharina en Bernardos Hendrikhs Johannes fiirksbeide, oud zeven jaren, bij de Eischeresse zullen verblijven en met condenrnnlie van den gedaag de in de kosten dezer procedure. Overwegende dat de Eischeresse op den negenden Julij 1800 ze- ven-en-derlig te Alkmaar met den gedaagde ten deze is gehuwd. Overwegende dat de heleedigingeri en mishandelingen, welke zij Eiscliaresse gedurende dit huwelijk heeft ondergaan, schier onnoe melijk zijn en voor zeker voldoende om haren Eiseh tot echtschei ding te wettigen. Overwegende dal de mishandelingen om van geene beleedigingen en hu,i)<"i sporighederi van denzelven haren echtgenoot Ie spreken, dikwerf van zoodanigen aard zijn geweest, dat haar leven daar door meer dan eens in gevaar is gebragt, zoo als voldoende, uit een paar alhier Ie vermelden daadzaken blijkt, welke de Eischeresse bij ont- keutenis evenzeer als de dagelijksche ondergane mishandelingen aan nam te bewijzen, ad primum, dat zij twee dagen na baar laatste be valling in October des jaars 1800 een-en-veertig, door den gedaag de bij nacht uit bed is gesleurd, in den gang is geworpen, en ver schrikkelijk mishandeld, waardoor zij zulk eene zware storting heeft gekregendat Doctor en accoucheur niet anders dachten dari dat zij er voor zoude bezweken zjn. 2°. dat de gedaaagde in Junij 180Ö twee-en-veertig baar verlaten hebbende en zij vernemende dat de gedaagde zijn intrek genomen had in een publiek buis in de nieuw- straat te Alkmaar, alwaar hij gedaagde met de hoerenwaardin als man en vrouw leefde, is gegaan naar dat publieke buis en wel op den zeven-en-twiiitigstcn dier maand, om haren echtgenoot te spre ken, en hem zoo mogelijk van daar tot haar gefragt heeft terug te brengen, doch nistoen in die woning door hem zoo verschrikkelijk is mishandeld, datzj haar bewustzijn aldaar heeft verloren, en niet weet, wat verder daar Ier plaatse met haar is voorgevallen, en door welke mishandeling haar leven almede in groot gevaar is ge weest, hebbende haar echtgenoot den gedaagde in deze zich hoege naamd niet verder om de Eischeresse bekreund, daar de gedaagde dien zelfdendag met die hoerenwaardin is vertrokkenzonder dat het tot op dit oogeiiblik bekend is waar de gedaagde zich ophoudt. Overwegende, dat de Eischeresse sedert dien tijd alleen in de be hoeften van de twee nog in leven zijnde kinderen uit het huwelijk met den gedaagde geboren, heeft moeten voorzien. Overwegende dat alle formaliteiten verder in dit regtsgeding zijn in achtgenomen. Overwegende wat het regtspunt betreft, dat de boven vermelde daadzaken door den gedaagde, welke behoorlijk opgeroepen doch niet verschenen is, niet zijn ontkend, en dus volgens het 76 Arti kel van het wetboek van Burgerlijke Regtsvordering de conclusie van de Eischeresse behoort te worden toegewezen, daar dezelve aan de Regtbank noch onrechtmatig, noch ongegrond zijn voorge komen, terwijl er ten deze geen het minste onderscheid lusschen een geding tot echtscheiding en andere regts-gedingen wordt gemaakt. Overwegende dat de gronden door de Eischeresse iu het midden gebragt, voldoende zijn overeenkomstig het 264e artikel van het Burgerlijk Wetboek, de echtscheiding of ontbinding des huwelijks te kunnen uitspreken. Gezien de reeds aangehaalde artikelen en nog het 56e van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering. Regtdoende in naam en van wege den Koning en in bet eerste Ressort. Verleent tegen den gedaagde het gevraagde verstekverklaart het huwelijk tnsschen de Eischeresse en haren voornoemden man op den negenden Julij 1S00 zeven-en-derlig te Alkmaar voltrokken, te zijn ontbonden, en gelast dat de twee nog in leven zijnde uit dat huwe lijk geboren kinderen, met name Anna Maria Catharina en Bef nardus Hendricns Johannes Dirksbeide oud zeven jaren bij de Eischeresse zullen verblijven condennieert eindelijk den gedaagde in de kosten dezer procedure. Gedaan en uitgesproken ter openbare teregtzitting van den ne- gen-en-twintigsten Januarij 1800 zes-en-veertig bij de heeren Mr. B. van Laar, Presiderend Regter, Mr. C. J. Francois en Mr. A J. C. Maas Gcesteranus van ZuidscharwoudeRegters, in tegenwoordig heid van Mr. G. van Leeuwen, Officier van Justitie en Mr. P. Bink horst, Substituut Griffier. get11. van LAAR, BINKHORST, Substit. Griffier. Voor Expeditie conform. De Griffier van voorn. Regtbank: (get.) BINKHORST, Substit. Griffier. Geregistreerd te Alkmaar, den elfden Februarij 1800 zes-en-veer tig, vier bladen met drie renvooijen, deel drie-en-dertigfolio twee- en-zestig, vak een, debet voor regl van registratie twaalf golden en voor regt van Expeditietwee gulden vijftig centen, makende te zamen met de 38 opcenten twintig gulden en een cent. De Ontvanger, (get.) V. STRY. Voor Kopij J. C. VONK, Prokureur. In den jare 1800 zes-en-veertig den negentienden Februarij, ten verzoeke van Arnoldina Geertruida Lommert, huisvrouw van Beh rend Harms Dirks, zonder beroep wonende te Alkmaar, die bij dis positie der Arrondissements-Regtbank te Alkmaar van den zes-en- twintigsten Junij 1800 vijf-en-veertiggratis op de Expeditie geregi streerd is geadmitteerd om ten deze kosteloos te mogen procederen1, ten deze woonplaats kiezende te Alkmaar, ten kantore van den pro kureur Jacob Cornells Vonk, wonende aldaar, aan de Oudegracht wijk A. N°. 60, heb ik Casper Brooksmiteerste deurwaarder bij da Arrondissements-Regtbank te Alkmaar, wonende aldaar, aan de Oudegracht, wijk A, N°, 48. Met overgifte van Kopij Beteekend 1 aan Behrend Harms Dirks, Mr. smit, laatstelijk te Alkmaar woon achtig, doch wiens tegenwoordige woon- of verblijfplaats is onbe kend Exploict doende door overgifte van een Kopij dezes aan den beer Ambtenaar van het openbaar Ministerie bij de Arrondissements- Regtbank te Alkmaar, die bet oorspronkelijke dezes met gezien heeft geteekend door aanplakking van een tweede afschrift dezes aan de hoofddeur der gehoorzaal van evengenoemde Regtbank en eindelijk door plaatsing van een derde afschrift in de Alkmaarsche Courant. Vorenstaand door de Arrondissements-Regtbank te Alkmaar op den negeu-ou-lvvintigsten Januarij 1800 zes-en-veertig, bij verstek gewe zen behoorlijk op de Expeditie geregistreerd vonnis,'waarbij is ver klaard dat bet door de requirante met den geïnsinueerde op den negenden Julij 1800 zeven-en-dertig te Alkmaar voltrokken huwe lijk door echtscheiding is ontbonden, de kosten zijn 3 60. (get.) C. BROOKSMIT, le deunv. Voor Afschrift C. BROOKSMIT, !<-• deurw

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1846 | | pagina 2