A 1846. ALKÜIAARSCÏÏE B, AI a a n <i a Augitslus. r j Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Centen *i (gegeven. Cr WAARSCHÜWIKG. UJRGFJWEESTER f.n WETHOUDER EN der Stad ALKMAAR, bren ,gen bij deze ter kennisse van de Ingezetenen dezer Slad en Juris dictie, en voorts van alle degenen, welke zulks maar eenigzins zou de mogen aangaan. Dat, te rekenen van den 19<'en dezer maand tot en met den 1 UllfI1 Augustus dezes janrsgeene Honden langs de straten, wallen en we gen dezer Stad en Jurisdictie, zullen mogen lnslnopen in eeniger ma- niere, ten zij voorzien van zoodanige muilband als waarvan liet mo del van beden af, aan het Bureau van Politie te bezigtigen is. Dat evenmin gedurende dien tijd de Honden aan de stoepen of erven der buizen aan de straat, zullen mogen vastgelegd worden. Dat alle losloopende Honden, welke zullen kunnen worden gevan gen en die, welke aan de straat vastliggende worden gevonden da delijk op eene verzekerde plaats zullen worden gebragt en aldaar 24 uren bewaard, om aan de eigenaars, welke dezelven mogten recla meren, fe worden teruggegeven, tegen betaling van drie Gulden, terwijl zij na verloop van deze 24 uren zullen worden van kant ge maakt. Dat voor elke Hond, welke zonder voorschreven muilband losloo pende zal worden gevonden, en niet, of niet gevoegelijk kauworden gevangen, door den eigenaar zal worden verbeurd eene boete van eenen Gulden, terwijl bovendie alle losloopende Honden onmidde- lijk zullen worden gedood. Rurgemeester en Welhouderen vermanen eiken eigenaar of hou der van Honden, om deze bepalingen en maatregelen van Politie stiptelijk na te komen, en waarschuwen voorts een ieder, om de Dienaren van Politie, welke speciaal door Rurgemeester en Welhou deren zijn gemagligd, tot het opvangen of dooden der Honden, in geenen deele hinderlijk !e zijn, in de uitoefening van derzei ve pligt, daar zulks ten oogmerk heeft om de goede Ingezetenen dezer Stad en Jurisdictie Ie behoeden voor de schrikkelijke gevaren der Hondsdolheid; welke de ondervinding zoo duidelijk heeft doen zien, dat door onachtzaamheid of verzuim van pligt iu deze, te weeg ge bragt kunnen worden. Aldus gedaan hij Burgemeester en Wethoudcren voornoemd, den 14de" Julij 1840. F. C. W DRU1J VE STEIJN, Ter Ordonnantie van dezelven Dr DIEU FONTEIN A'ERSCHUIR. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. F R A N K R IJ K. Parijs, den 29sten July. Uit Foix in het departement de l'Ariege wordt het volgende zon derlinge verhaal medegedeeld Onderdaags heeft de diligence van Carcassone op Foix in onze stad twee geestelijke vrouwen zuster Reine en zuster Heloise aan gebragt. Zij namen haar intrek irf het Hotel des Voyageursen na cenige «ogenblikken van de vermoeijenis der reis uitgerust te heb ben, gingen zij uit en lieten zij zich den weg wijzen naar een, door geestelijke zusters van Nevers gehouden jufvrouwen-kostschool. Aldaar door de opzigster ontvangen, zeiden zij te behooren tot een klooster, aan den voet der Alphen gelegen, en dat het doel barer zending bestond in het gaan bijeenzamelen van liefdegiften ter voor ziening iu de kosten van herstellingen aan dat klooster, die een kor telings plaats gehad hebbende brand noodzakelijk had gemaakt. De opzigster beloofde ook de liefdadigheid harer kweekelingen te zullen igroepen en de opbrengst aan de heilige zusters ter'hand te zullen stellen. De volgende dagen gingen zij. altijd behoorlijk in het nonnengewaad gedosfht, hare ronde doen bij de ingezetenen der stad die den naam hadden van meest edelmoedig te wezen, en haar rondgang was ook wiet vruchteloos. Zij bleven vooral niet in gebreke haar bezoek af tc IttBR6" b>j fip" Pas'(,,,r> d'e van zijnen kant, in hulpvaardigheid niet voor anderen wilde onderdoen maar die zijne leeken van den kansel aanmoedigde, het hunne bij te dragen tot het heilige werk, Ion welks behoeve men zijne voorspraak had ingeroepen. Zij woon den de mis met naauwgezetheid dagelijks bij en nagenoeg al den tijd, dien zij niet tot haren rondgang besteedden, bragteu zij in de kerk door. Onder de bezoeken met welke zij de ingezetenen van Foix ver eerden. is vooral opmerkelijk geweest dat, hetwelk zij bragten aan Mevr. echtgerioote van een advokaat. Zij ondervroegen deze dame hoe veel kinderen zij had? Het antwoord was; vier, twee zoons en twee dochters; Nu mevrouw, het beste, wat gij doen kunt, is van ons uwe oudste dochter toe te betrouwen zij is, ze»l gij, zeventien jaar, zij zal tot hel doen van haren proeftijd in óns klooster opgenomen kunnen worden. Mijne waarde zusters, zeide de niet weinig vei wonderde dame, ik dien er tog wel met mijnen man over te spreken. En wat uwe zoons betreft, Mevrouw, laat ze zendelingen winden, welke edeler zending toch zou een man kunnen wenschen! Hiermede namen de heilige zusters haar TK JXW De Prijs der Advertent^n van 1 tot 5 re gels is één Gulden en voor eiken regel meer 20 Centen, behalve 35centen zegelregt voor elke plaatsing. afscheid. Mevrouw deelde het gehouden gesprek aan haren man mede; maar mijnheer de advokaat had geen trek 0:11 dit advijs te volgen. Twee dagen later verkondigden de heilige zusters, dat zij weder gin gen afreizen de pastoor wilde haar evenwel voor dien tijd eenige beleefdheid bewijzen en rigtle te harer eere eenen maaltijd aan, op welken hij ook al de geestelijken der stad noodigde. Daags daaraan voêrde de diligence de beide heilige zusters naar Toulonse. Den eigen dag van haar vertrek werd evenwel door een priester, wien men over dezen maaltijd sprak de opmerking gemaakt, dat alles daarbij zeer wel was geweest, maar dat eene zonderlinge be denking toch bij hem was opgekomen, te weten, of die geestelijke zusters wel in de daad vfouwen Waren; ik heb, zeide hij, naast eene van dezelve gezeteïien die at verschrikkelijk en dronk ook nog al tamelijk wel. Die eerwaarde priester had geen ongelijk. De heilige zuster9 zijn gearresteerd geworden te St. Gaudens, waar zij, na nog al aar dig geld te Painiers en Ie Saverdan bijeengezameld te hebben ook baren omgang deden. Zij waren niet anders dan uitgebroken galei boeven uit het bagno van Toulon. Eene meid te St. Gaudens had het eerst het geheim weten te ontdekken, dat de zoogenaamde zus- Iers geene zusters, maar broeders, en wel zeer ondeugende broeders waren. (Amst. Cour BINNENLAJN DSCI1E BEBIGTEN. Alkmaar den 6den Augustus. Men leest in de Groninger Courant van den 4deu dezer, het vol gende Middel tegen de Longziekte van het Hoornvee. In September 17(5(5 openbaarde zich in Frankrijk eene ziekte onder het horenvee, tegen welke men gebruik gemaakt heeft van het volgende middel, en wel met de uitkomst, dat er van al de beesten, welke men van hetzelve ingegeven heeft, niet één gestor ven is. Men deed twee schepels jeneverbeziën, drie ponden zout, drie pon den teriaak en een' grooten bol huislook in eenen ketel, die zes emmers vocht bevatte, en vulden denzelven met nieuwe rooden'wijn, en deed dit alles te zamen koken tot dat jeneverheziën openspleten, en gaf van dezen drank, eene enkele reis, aan de ossen anderhalve pint, aan de koeijen eene pint en aan de anderen zoo veel minder naar evenredigheid in." 1. (l'tr. Ct.) Tiel, den 29sten Julij. Als een merkwaardig bewijs der bijzondere groeikracht, welke dit jaar in de aardappelen aanwezig; is, moge dienen dat bij den tuin man J. P. Ligtelijn, op Zandwijk, eene bovenlandsche aardappel plant gewassen is, welke een' omvang heeft gekregen van ruim 40 Arnsterdamsche voeten. Aan dezelve bevinden zich thans 49 bloemen, 97 bloemknoppen en 278 zaadbollen. Met gespannen nieuwsgierigheid zien wij het aantal aardappelen te gemoet, hetwelk deze monsterplant zal opleveren, die door iederen belangstellenden liefhebber in oogenschoiiw kan genomen worden. GronCour.) Goes, den liden Augustus. Het behoort onder de zeldzaamheden, dat in de maand Julij de graanoogst hier te lande is ingezameld. Nagenoeg alle halmgewas sen zijn in ons eiland van de velden; zelfs de paardenboonendie anders tot in het najaar te velde staan worden reeds gesneden weldra zullen de akkers alleenlijk nog de wortelvruchten bevatten. Wegens het schoone weder werd het werk in den laatsten tijd on afgebroken doorgezet. Hierdoor ontstaat mede het zeldzame verschijn sel, dat er in de maand Augustus tot dat men aan het delven van mecde en aardappelen begint, het gebrek aan veldarbeid kan zijn, ten zij de landbouwers, hetgeen nuttig en noodig en waarvoor thans de gelegenheid uitmuntend is, veel laten sloten, greppen enz. Men heeft alhier in eenen tuin reeds gave en rijpe winter aardappelen gedolven, die van zeer goede smaak waren. Dezelve waren gepoot iu Februarij. Men had gave poolers van duingronden uit Noord-Holland gezet, waarin ten voorleden jare geen bederf was geweest. Dit kan alzoo ten bewijs strekkendat verandering van zetgoed ook hier is aan te bevelenen de zorg om het gaaf te heb ben niet te vergeefs is. Overigens hoort men thans niets dan guns tigs van de te veld staande aardappelen. {Amst. Cour.) Harderwijk 3den Augustus. Jongtleden Maandag, ten een ure, is alhier door een 2(5 tal man schappen en 4 regements-kinderen van ons garnizoen, iu de Zuider J zee om uitgeloofde prijzen gezwommen. i l)e zwemmers, die op eene tentboot bijeen waren, moesten van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1846 | | pagina 1