ALRIA ARSCHE
w m
COURANT-
-U
%Mj,
M a a a d a g
w%sm
21 December.
H ia 5
O.
Deze Courant wordt ecus in do week en wel
e'.ken Maandag, voor de Prijs van 6 Centen
uitgegeven.
tr.-rv
De Prijs der Advertenticn van 1 tot 5 re
gels is één Gulden, en voor eiken regel meer
20 Centen, behalve 35 centen zegelregt voor
elke plaatsing.
PUBLtCATIË.
'e STAATSRAAD, GOUVERNEUR van de PnoviNciE NOORD-HOL
LAND, Gelezen de missive van den Heer Opper-IIonlrester, dd. 4
December II., n°. 12, betrekkelijk de sluiting der groote Jagt.
Gelet op de deliberatie» van Heeren Gedeputeerde Staten, van
den 1 C'en December II., n°. 33.
Brengt bij deze Ier kennisse van de daarbij belanghebbenden, dat
achtervolgens de bepalingen van den Heer Opper-Houtvester voor
noemd, met overleg van Heeren Gedeputeerde Staten vastgesteld, de
groote Jogt met Jon eon en dertigsten December aanstaande, met sons-
ondergangzal zijn gesloten.
VVordende de belanghebbenden tevens door deze geinformeerd
dat bij vervoer van Wild naar Provinciën, waarin de Jagt bereids
mogt zijn gesloten, de Houtvesters gemagtigd zijn, om consent-bil
jetten tot vervoer aftegeven, geldig voor den tijd, welke dour hen
tot dien vervoer noodig zal worden geoordeeld.
En op dat niemand eenige onwetendheid hiervan zonde kunnen
voorwenden, zal deze alomme worden gepubliceerd, alwaar zulks
in deze Provincie te doen gebruikelijk is.
Haarlemden 12Jen December 1840.
De StaatsraadGouverneur voornoemd
Van E W IJ C K.
BURGEMEESTER en WET110UDEREN der Stad ALKMAAR, ont"
vangen hebbende eene Dispositie van den lieer Staatsraad, Gouver
neur der Provincie Noord-Holland, van den 15dcn December 1840»
n°. (Prov. blad u°. 80) betrekkelijk de voorgeschreven inwisseling
van de oude stuken tan een Gulden en van een halve Gulden, brengen
ter kennisse hunner Ingezetenen
1°. Dat van Maandag den 21slcn tot en met Donderdag den 24sten
December aanstaandealsmede op Maandag en Dingsdag den
28sten en 29sten derzelve maand, bij de Nederlandsche Bank en
bij de Agenten van 's Rijks Schatkist, op de gewone kantoor
uren, ter inwisseling kunnen worden aangebeden:
De oude stukken van een Gulden en een van halve Gulden.
2°. Dat de intrekking van de voorzeide muntstukken zal plaats heb
ben tegen voorloopig in omloop blijvende oude munten, uf wel
tegen nieuwe zilveren munten, of ook tegen muntbiljetten, vol
gens de wet van den 18^" December 1845 (Staatsblad n°. 90),
daargesleld.
3°. Dat bij tijdelijke ongenoegzaamheid der kassen, door de Agenten
zullen worden afgegeven bewijzen op de Nederlandsche Barik te
Amsterdam, bij vertoon aldaar betaalbaar als bij 2 vermeld
of bewijzen bij het Agentschap zelve mede in dier voege betaal
baar, vijf dagen na dato; en zulks naar keuze door de belang
hebbenden bij de afgiften der specie te doen.
4°. Dat de Ontvangers der belastingen de inwisseling zullen bevor
deren, door overneming tot op den 28sU'« December aanstaan
de, met uitzondering van de Zon- en Feestdagen, van de bui
ten koers gestelde specie, tegen andere, zoo veel hunne kas
sen dit toelaten.
5°. Dat de bovengemelde muntstukken met den 25»'"» December
aanstaande, buiten omloop worden gesteld en dien ten gevol
ge niet meer in betalingen voor de Schatkist zullen aangeno
men wordennoch door de Ingezetenen zullen behoeven te
worden aangenomen.
Waarschuwende Burgemeester en Wethouderen mits deze elk en
een iegelijk, om, tot voorkoming van nadeelen, zich deze gelegen
heid, tot welker bevordering de respective Plaatselijke Ontvangers en
Armen-Adminislratiën dringend worden uitgenoodigd, ten nutte te
maken, daar de bepalingen van Art. 5 der bovenstaande Kennisgeving
evenzeer als bij's Rijks Schatkist, ook bij alle Stedelijke Kantoren van
toepassing zullen zijn en er na den 25sln December aanstaande aan
geene derzelvenvan die muntspeciën, meer in betaling zullen wor
den aangenomen.
Alkmaarden 19<'etl December 1840.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. W DRUIJ VESTE IJ N,
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSGHUIR.
hunne Ouders, VoogdenCurators en Geui.gtigden bevoegd zijn.
Alkmaar, den 8stt'" December 1840,
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. W. DRUIJ VESTE IJ N,
Ter Ordonnantie van deS'lron
De DIEU FONTEIN VERSC1IU1R.
RATIONALE MILITIE.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAARgezien
art. 21 der Wet op de Nationale Militie van den 8sten Januarij 1817,
n°. 1 waarbij is bepaald dat zich jaarlijks vóór den 5den Januarij
aan bet Plaatselijk Bestuur in geschriften moeten adresseren de bij de
Nationale Militie voor zich zei ven dienende manschappen, die in
den loop van bet laatst verloopen jaar, hetzij door overlijden van
eenen Vader of wel eener Moeder, weduwe zijnde, of door plaats
gehad hebbende regterlijke separatie of echtscheiding der Ouders, of
eindelijk door overlijden van eenen Broeder of Broeders, regt op
vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij art. 91 en 94 gemaakt,
hebben verkregen, en hun ontslag diensvolgens zullen verlangen.
En gezien de Dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur van
Noord-lbJIand de dato 3 December 1840, Provinciaal blad n°. 83,
waarbij aan. voormeld 21 art. speciaal wordt herinnerd.
Brengen ter kennis van de thans voor zieh zeiven bij de Nati
onale Militie dienende Manschappen, welke na hunne inlijving, ten
gevolge van art. 21 der voormelde Wet, redenen van Vrijstelling
hebben veikregen, en verlangen uit den dienst ontslagen te worden,
dat zij zieh tot dat einde, vóór den vijfden Januarij aanslaande,
schriftelijk aan Burgemeester en Wethouderen moeten adresseren
rn daarbij overleggen de noodige bewijzen ingerigi overeenkomstig
de voorschriften bij art. 91 en 94 der bovengemelde Wet gestatneerd,
tol welke aanvrage om ontslag evenzeer de Manschappen zelven, als
NATIONALE MILITIE.
PUBLICATIE.
BTIRGEMEESTF.il en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR, gezien
de dfispositie van den Heer StaatsraadGouverneur van Noord-Flolland,
de dato 3 December 1840, n°. 3tj7, M./S. Provinoiaaiblad n°. 83),
waarbij is bepaald, dat de werkzaamheden der Nationale Militie,
voor den jare 1847, binnen de Steden en Gemeenten dezer Provincie,
eenen aanvang zullen nemen met den eersten Januarij aanstaande.
Roepen ter voldoening ann Art. 00 der wet van 8 januarij 1817,
n°. 1, omtrent de inrigting der Nationale Militie bij deze op; alle
Manspersonen, hun wettige woonplaats, of domicilie binnen deze
Stad en Jurisdictie hebbende, welke op den Ist"1 Januarij 1S47, bun
negentiende Jaar zijn ingetreden eu mitsdien alle mannelijk, gebore
nen van den Jare 1828, ten einde zich ingevolge art. 59 der voorsz.
wet, in het daartoe gereed gemaakte register tot de ligtiug voor de
Nationale Militie te doen inschrijven.
En ingevolge art. 0 van de wet van 27 April 1820, alle Mans
personen, die hun verblijf binnen dit Rijk komen te vestigen en als
Ingezetenen moeten worden beschouwd, ten einde zich, voor zoo
I verre zij nog in de jaren der Militie vallen, insgelijks ter In-
I schrijving aantegeven, in dat register, waartoe zij volgens hunnen
ouderdom belmoren.
De inschrijving zal beginnen met Zaturdag den 2<l<>n Januarij 1847,
en zal geheel en al moeten zijn afgeloopen den 20sten daaraanvolgende.
Tot dezelve zal worden gevaceerd in een der vertrekken op bet
Raadhuis alhier, den 4, 0, 8, 11, 13, 15. 18 en 20 Januarij aan
staande, des middags van 12 tot 2 ure.
En ten einde te voorkomen, dat iemand in de termen der inehrij-
ving vallende, zich door onvvetenheid aan pligtvemiim schuldig make,
hebben Burgemeester eu Wethouderen noodig geóórdeeldde Inge
zetenen te moeten herinneren aan de navolgende bij voormelde wet
gemaakte bepalingen.
Dat, welke aanspraak op Vrijstelling iemand zoude verineenen te
hebben, wegens gebreken of anderzins, dezelve des niettegenstaande
gebonden, is, zich te doen inschrijven, gelijk mede daaronder be
grepen zijn de gehuwden en afwezenden.
Dat de Ouders, Voogden en Regenten, verpligt zijn, hunne Kin
deren of Pupillen in persoon, of door iemand daartoe door hun
schriftelijk gemagtigd, te doen inschrijven, en daarin nalatig blij
vende, zullen vervallen in de boete daarop gesteld, ea ingeval
van volstrekt onvermogen met gevangenis worden gestraft, onver
minderd, dat zoodanige Kinderen of Pupillen, even als alle andere
Jongelingen, welke zich aan de inschrijving hebben onttrekken, in
dien zij geene redenen van Vrijstelling kunnen bijbrengen, in eene
boete, en bij onvermogen, tot gevangenis worden verwezen.
Dat de wettige woonplaats voor de inschrijving, wordt gehouden,
voor hun die ongehuwd zijn, de woonplaats der Ouders, en bij nier
lijden van beiden, die van den eerstbenoemden Voogd; voor de ge
huwden, de plaats, alwaar zij hun bestaan hebben, terwijl diegenen,
welke geene Ouders, Voogd of eigen bestaan hebben, moeten wor
den ingeschreven ter plaatse alwaar zij zich bevinden.
Burgemeester rn Wethouderen voornoemd, vermanen alle de In
gezetenen van deze Stad en Jurisdictie van dier., welke dit aangaat,
om zooveel mogelijk in eigen persoon, voorzien van een Extract uit
het geboorte-Register, en eene nota van de wijk en nummer der
woonplaats, doch bij volstrekt noodige afwezigheid door een hunner
naastbestaauden of Voogden aan deze hunne verpligling getrouwe
lijk en naaiiwkeurig te voldoenen daardoor te voorkomen dat zij
niet als onwillige» worden aangezien en gestraft, hetgeen zeker van
hunne eigene nalatigheid het gevolg zoude zijn.
Aldus gearresteerd ter Kamer van Burgemeester en Wethouderen
der Stad Alkmaar, den 15,len December 1840.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. W. DR U IJ VE.STEIJN,
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSGHUIR.
HINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Alkmaar, den 21 sten December.
In den loop dezer week zal naar men ons heeft medegedeeld
eene lijst van Inteekening voor Abonnement op DB IE TOONBEL-
V00RSTELL1NGEN, door liet Amsterdnmsche Stads Tooueelgezelschap,
onder directie van de Heeren WESTERMAN en de VRIES, aan de
ingezetenen worden aangeboden
Wij zijn verzocht daarbij te vermelden; dat,
De voornoemde directie in de ziekte toestand waarin de ingezete
nen der stad Alkmaar, zoo lang hebben verkeerd, gemeend heeft
een beletzei te vinden dat baar boe gaarne zij zulks ook zoude heb
ben gew ildverbood zich met die uitnoodiging eerder aantemelden
doch zich vleit dat zulks als nu op hare onderneming geene on
gunstige» invloed verder zal uitoefenen zij heeft zieh voorgesteld
hare voorstellingen niet eenen geregelden tusschensland in de maan
den Januarij, Februarij en Maart 1847, ieder eene te geven, en
daarbij door keur van stukken als anderzins, alles anntewenden wat
toe kan brengen, om de voorstellingen belangrijk en aangenaam te
maken, en daardoor voldoening te geien aan een publiek als dat
van de stad Alkmaar, dat van deszeifs zuiverheid in oordeel eu Jjjn
heid van smaak zoo dikwerf de oudubbelzinuigsle blijken beeft ge-
geien, en waaraan zij zich langs dezen weg ten gunste aanbeveelt.