A°' 1817.
ALKIAARSCBE
M a a n (I a g
nationale militie.
PUBLICATIE.
Deze Courant wordt eens in de week en wel
eiken Maandag, voor de Prijs van 6' Centen
uitgegeven.
AnvERTF.tfTiè*gelieve men Zalutdagdes mid
dags vóór I ure Ie bezorgen; de Prijs van tot
5 regels is één Gulden, en voor eiken rege[
meei 20 Centen behalve 35 centen zegelregt
voor elke plaatsing.
NATION A I E M t L T 7 1 E.
PUBLICATIE
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR, gezien
art. 21 der Wet op de Nationale Militie van den 8slen Jannarij 1817
n°. 1 waarbij is bepaald dat zich jaarlijks vóór den 5dm Januarij
aan het Plaatselijk Bestuur in geschriften moeten adresseren de bij de
Nationale Militie voor zich /elven dienende manschappen, dié in
den loop van het laatst verloopen jaar, hetzij door overlijden van
eenen V;,der of wel een r Moeder, weduwe zijnde, of door plaats
gehad hebbende regterlipre separatie of echtscheiding der Ouders, of
eindelijk dooc overlijden van eenen Broeder of Broedersregt op
vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij art. 91 en 94'gemaakt
hebben verkregen, en hun ontslag diensvolgens zullen verlangen.
En gezien de Dispositie van den Heer Staatsraad. Gouverneur van
Noord-Hul landde dato.3 December 1846, Provinciaal blad n°. 83
waarbij aan voormeld 21 art. speciaal wordt herinnerd,
Brengen ter kennis van de thans voor zich zeiven hij de Nati
onale Militie dienende Manschappen, welke na hunne inlijving, ten
gevolge van art. 21 der voormelde Wet, redenen van Vrijsie'llin°-
hebben verkregen, en verlangen uit den dienst ontslagen te worden"
dal zij zich tot dat einde, vóór den vijfden Jannarij aanstaande'
schriftelijk aan Burgemeester en Wethouderen moeten adresseren
en daarbij overleggen de noodige bewijzen ingerigi overeenkomstig
du voorschriften hij art. 91 en 94 der bovengemelde Wet gestatueerd
tot welke aanvrage om ontslag evenzeer de Manschappen zeiven. als
hnnne Ouders, Voogden, Curators en Gemagligden bevoegd zijn',
Alkmaar, den 8»'«" December 1846,
Burgemeester en IVethouderen voornoemd
F. C. W. DRUIJ VESTE IJ N,
Ter Ordonnantie tan deiselven
De 0IEU FONTEIN VERSCIIUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR inge
volge art. 30 der Wet van den 8s«en Januarij 1817 n° 1 verlan
gende het Contingent dezer Gemeente in de Nationale Militie, voor
den .pare 18+7zooveel mogelijk aan te vullen met Vrijwilligers
die zich onder het genot der daartoe gestelde premie zullen aanbie
den, deze dienst voor hunne medeingezetenen op zich te nemen-
Brengen bij deze ter kennisse van alle de Ingezetenen dezer Stad
en derzelver jurisdictie, wien dit maar eenigzins zouden nm-en
aangaan
Dat, ingevolge art. 31 der voorn. Wet, als Vrijwilliger, kunnen
worden aangenomen alle Ingezetenen, die op den jWn Januarij 1847
ongehuwd hun 19de j;iar zjjn ingetreden, en hun 30"e no' nie,
hebben vnlbragt ten ware, zij reeds in dienst der Nederland-
scheArmee of Nationale Militie hadden gestaan, in welk geval zij
tot den ouderdom van 35 jaar zullen worden toegelaten.) en de
nood,ge geschiktheid hebben, die tot den diensj wordt vereischt-
en ook ten mmste gedurende de laatste vijftien maanden binnen
deze gemeente gewoond hebben, en dat de aanbieding van de
zoodanigen zal kunnen geschieden ter Secretarie dezer Stad da°-e-
gelijks uitgezonderd de Zon- en Feestdagen .-) van den 14'1,-n dezer
maand December, tot en met den 20*ien januarij aanstaand Ta„
des voormiddags tien tot des namiddags één ure.
Alkmaar, den Ssten December 1846."
Burgemeester en IVéthouderen voornoemd
F. C. W. D R IJ V E S T E IJ N.
Ter Ordonnantie van deze/ven
De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR.
deren of Pupillen in persoon, of door iemand daartoe door hun
schriftelijk «emagligd, Ie doen inschrijven, en daarin nalatig blij-*
veilde, zullen vervallen in de boete daarop gesteld, en ingevid
van volstrekt onvermogen met gevangenis worden gestraft, onver
minderd, dat zoodanige Kinderen of Pupillen, even als alle andere
Jongelingen, Welke zich aan de inschrijving hebben onttrokken, in
dien zij geene redenen Van Vrijstelling kunnen bijbrengen, in eend
boete, en bij onvermogen, tot gevangenis Worden'verwezen.
Pal de wettige woonplaats voor de inschrijving, wordt gehouden,
v. - hun die ongehuwd zijn, de woonplaats der Ouders, en hij over
lijden van heiden, die van den eerstbenoemden Voogd; voor de ge
huwden, de plaats, alwaar zij hun bestaan hebben, terwijl diegenen,
welke geene Ouders, Voogd of eigen bestaan hebben, moeten' wor
den ingeschreven ter plaatse alwaar zij zich bevinden.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd, vermallen alle de In
gezetenen van deze Stad en Jurisdictie van dien, welke dit aangaat,
om zooveel mogelijk in eigen persoon, voorzien van een Extract uit
het geboorte-Register, en eene nota van d© wijk en nummer der
woonplaats, doch bij volstrekt noodige afwezigheid door een hunner
naastbestaanden of Voogden aan deze hunne Verpligting getrouwe
lijk en naauwkeurig te voldoen, en daardoor te voorkomen dat zij
niet als onwilligen worden aangezien en gestraft, hetgeen zeker van
hunne eigene nalatigheid liet gevolg zoude zijn.
Aldus gearresteerd ter Kamer van Burgemeester en Wethouderen
der Stad Alkmaar, den 15den December 1846.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd.
F. C. W. DRUIJ VESTE IJ N,
Ter Ordonnantie van dezelren
De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR.
NATIONALE MILITIE
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR gezien
de dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Noord-Holland,
de dato 3 December 846, 5r^, M./S. (Provinciaalblad n°. 83)
waarbij ,s bepaald dat de werkzaamheden der Nationale Militie,
voor der, jare 1847, binnen de Sleden en Gemeenten lezer Provincie
eenen aanvang zo Hen nemen met den eersten Januarij aanstaande
Roepen ter voldoening aan Art. 60 der wet van 8 Januarij 1817
n.l. omtrent de mrigting der Nationale Militie bij deze op; allé
Manspersonen, hm, wettige woonplaats, of domicilie binnen deze
Stad en Jurisdictie hebbende, welke op den M-n Januarij 1847 hun
negentiende Jaar zip. ingetreden en mitsdien alle mannelijk, gebore
nen van den Jare 1828, ten einde zich ingevolge art. 59 dér voorsz.
we „i het daartoe gereed gemaakte register tot de ligting voorde
Nationale Militie te doen inschrijven.
En ingevolge art 6 van de wet van 27 April 1820, alle Mans-
personen, die hun verblijf binnen dit Rijk komen te vestigen en als
Ingezetenen moeten worden beschouwd, ten einde zich voor zoo
verre zi, nog de jaren der Militie vallen insgelijks ter In
schrijving aantegeven, in dat register, waartoe zij volgelis hunnen
ouderdom benooren. u
J)e inschrijving zal beginnen met Zaturdag den 2de» Januarij 1847
en zal geheel en al moeten zijn afgeh.ope,, den 20^» daaraanvolgende!
1o deze ve zal worden gevaceerd in een der vertrekken én het
Raadhuis alhier den 4, 6 8, II, 13, 15. 18 en 20 Januarij aan-
staandedes middags van 12 tot 2 ure.
En ten einde te voorkomen, dat iemand in de termen der inschrij
v,„g vallende, zich door onwelenheid aan pligtverzuim schuldig make,
hebben Burgemeester en Wethouderen noodig geoordeeld de Inge
zeienen te moeten herinneren aan de navolgende hij voormelde wet
gemaakte bepalingen.
Dat, welke aanspraak op Vrijstelling iemand zoude vermeenen te
hebben, wegens gebreken of anderzins, dezelve des niettegenstaande
gehouden, ,s z.oh te doen inschrijven, gelijk mede daaronder be
grejien zijn de gehouden en afwezenden.
Dal de Ouders, Voogden en Regenten, verpligt zjjn, hunne Kin-
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR verzoe
ken alle belanghebbenden, op de gewoue wijze hunne REKENIN
GEN, wegens Leverantiënin het jaar 1846' aan de stad gedaan,
ten spoedigste en uiterlijk vpór den 15<1™ Januarij 1847, in te le
veren, opdat de geregelde afdoening van Zaken geene vertraging
ondervinde.
Alkmaar, den 22sten December 1846.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. W. DRUIJ VESTEIJN.
Ter Ordonnantie van deselven
De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR, bren
gen mits deze ter kennisse van de Ingezetenen derzelver Stad en Ju-
risdictie
Dat op Maandag den 4den Januarij 1847, door de Commissie van
Spijsuitdeeliugdie zich daartoe weder even als zoo vele vorige
jaren, vrijwillig heeft aangeboden, een aanvang zal worden gemaakt
met de uitdeeling van warme en voedzame Spijzen aan de behoef
tige Ingezetenen dezer Stad en dat om in de'kosten, daartoe ver
eischt, Ie voorzien, de voormelde Commissie door Ilun. Ed. Achtb. is
gemagtigd, tot het doen eener Collecte of Inschrijving onder de meer-
gegoede burgerij, waarmede eerlang door dezelve zal worden voort
gegaan.
Burgemeester en Wethouderen zouden in gewone tijden vermee
nen tol aanbeveling dezer loffelijke instiling aan de'krachtdadige
medewerking der Burgerij niets te behoeven, dan dezelve te bepalen
hij de door zoo vele jaren bevestigde ondervinding, van derzelver welda-
digen en gelukkigen invloed up het ongelukkig lol der behoeftigen in
den wintertijdthans echter, nu de treurige toestand van ziekte
waaronder ook deze gedurende de laatste vier maanden hebben gebukt
gegaan, en waarbij in eenen lijd zonder verdiensten of inkomsten
ook nog het laatsten dat hun uit den vorigen duren Winter was'
overgebleven, is te loor gegaan; thans nu het getal der Armen is
vermeerderd, hunne behoeften door den matten en afgetobden toe
stand, waarin velen nog verkeeren, en die juist verwarmende voeding
vordert, zijn verdubbeld, nu de uitzigten op de ondersteuning der
algemeene armen-fondsen zeer beperkt zijn, en het jaargetij alle
kans op eigen verdiensten heeft gesloten, 'nu vermeenen H. E. A bij
de goede ingezetenen hunner Stad, met meer dan gewonen aandrang
te moeten en met vertrouwen te mogen aandringen op eene verhoo-
gingSder-gewnne bijdragen tot leeniging van het ongelukkig lot der
Armen daar hoevele offers ook ieder borger aan zijne bijzondere
huisselijke omstandigheden, bij den druk der laatste tijden, heeft
moeten brengen zij evenwel nog altijd zoo 'verre boTen' het 'lot van
den behoeftigen zijn begunstigd geblevenen nog zoo veel hebben over
gehouden waardoor zij zich nog in de mogelijkheid bevinden eene
milde bijdrage, als offer der dankbaarheid voor zoo vele boven hun
ne verarmde natuurgenooten, ontvangene voorreglen te kunnen doen.
Alkmaar, den 24,tl'n December 1846.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. W. D R U IJ V E S T E IJ N.
Ter Ordonnantie van dezehen
De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR bren-
gen mits deze ter kennisse van de ingezetenen derzelve Stad
Dat de Stedelijke Raad met den wensch om te gemoet te komen
aan het bezwaar der inkwartiering van Militairen bij de ingezetenen
hij deszeifs Resolutie van den Sen Junjj dezes jaars,"heeft bepaald:
Dat, te rekenen van den lm Januarij 1847, de gewone Inkwartie
ringvan doortrekkende of rustdag houdende Militairen, niet meer ten
huize der ingetenen zal plaats vinden, maar dat daarin, volgens
daartoe gemaakte schikkingen, van Stads wege en voor'rekening
der Stedelijke kas zal worden voorzien.
Dat zich de Inkwartiering bij de ingezetenen, alzoo alleen zal be
palen lot de buitengewone gevallen, dal het getal der op een en den
zelfden dag aukomende manschappen, dat van 100. zal Ie boven
gaan, in v lk geval die inkwartiering zal rondgaan, volgens eene