W 7 COURANT- M a a a <1 a g 15 Fcbruarij. NEDERLANDEN. Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van tj Centen ailgegeven. mQ AnvERTENTiëN gelieve tnen des Zaturdag mid dags vóór 1 ure te bezorgende Prijs van 1 tot 5 tegels is één Gulden, en voor eiken regel meet '20 Centenbehalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. NATIONALE M I L T T 1 E. lende: Een dorpge/.igt op den voorgrond, links eenig iee en ver dere sb.ffagie." is ingekomen ééne Teekening, met de spreuk: Si dfcsiot vires, tarnen laudanda voluntas." 2) Dat de uitspraak der ingevolge de wet zamengestelde Kommis sie van Beoordeeling koTtelijk hierop neder komt datuitgezon derd de Schilderijen N°. 4 én 6, waarvan weinig of geen goeds is gezegd, geen der ingekomene schilderijen geheel van verdiensten ontbloot is, en in ieder eene vrije goede ordonnantie is opgemerkt, terwijl N>. 2 zich bovendien door eene goede en aangename bewer king'van het buis en het waterfje op de rogterzijde, onder de an dere met minder zorg bewerkte stukken onderscheidt, zoodat deze schilderij dan ook, door een' der beoordeelaren, als het besle en der bekrooning waardig is gekeurd dat eehfer de overige Le den der Kommissie éénparig van oordeel waren, dat alle de ingeko mene stukken te veel den nog zwakken beoefenaar kenteekenen en geen derzelve gerekend kan worden genoegzame kunstwaarde te bezitten, om met den uitgeloofden prijs van twintig viifguldenstuk- ken bekroond te worden. Dat eindelijk de ingekomene teekening, de Dienst der Nationale Militie te loten, en redenen van Vrij- wegens het verschrikkelijk bonte der kleuren, en het onbehagelijke lsmede de bewijzen tot j der ondonnantie, als geheel zonder verdienste beschouwd wordt, BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR verwittigen mits deze de belanghebbende Ingezetenen derzelver Stad co Jurisdictie, ingeschreven voor de Nationale Militie van dezen jare, dat de Alphabethisnhe Naamlijst van alle personen, die aan de ligting der Nationale Militie van dit jaar moeten deelnemen, van af den |f5<U'n dezer maand, ter visie van elk en een iegeljjk ligt, op het Raadhuis dezer Stad, eri aldaar zal blijven liggen tot en met Jïhmsdap den 2<len Maart aanstaande, des morgens van tien lot des namiddags twee ure, (des Zondags uitgezonderd) ten einde een ieder in staat zoude zijn, om, ingeval hem op die lijst eenige personen of omstandigheden mngten voorkomen, die op dezelve nog zouden be lmoren te worden aangeteekend, of daarvan moeten worden wegge laten, daarvan aan den Heer Militie-Commissaris kennis te geven; met last aan de Lotelingen voor de ligting des loopenden jaars, om zich op Woensdag den 3<len Maart aanstaande, des voormiddags ten tien ure, opliet Raadhuis voornoemd te bevinden, ten einde aldaar A 1* do Dienst do~* la Inlon ail rorlanon von V ni_ stelling; hebbende die alsdan oplegeven staving derzelve bij de Wet gevorderd, uiterlijk hitmen Vijf dagen en dat alzoo, overeenkomstig het oordeel der Kommissie, bij de Aka- na de loting te bezorgen ter Secretarie dezer Stad. demie Minerva, voor dit jaar, noch in het vak der Schilderkunst, Alkmaar, den 8sle" Februari] 1Ü47. Burgemeester en Wethouderen der Stad Alkmaar, E. C. W. 1) 11 D IJ VESTE IJ N, Ter Ordonnantie van dnzelven De DIEÜ FONTEIN VËRSCHUIR. noch in bet Teekenvak eene bekrooning heeft pleats gehad. Pet Bestuur voornoemd herinnert de Inzenders der Stukken dat de terughaling daarvan, met inachtneming van bet deswege bepaal- j de-, zal behooren te geschieden van primo Januarij 1847 tot primo Febrnarij daaraanvolgende; en verwittigt eindelijk de Leden der j Akademie, dat al de ingekomene en beoordeelde Stukken van heden BURGEMEESTER en WETHOUDER EN oer Sta» ALKMAAR bron- met den 31 December dezes jaars ^"JfL'tcaalder |i i| ,ii Akarleniie voor do Loden en hunne Dcimes ter bezigtiginjj voor* Ti'd cue' 56 Va" S e"e" de"e!ver sfad en Ju' handen ««Hen zijn. Namens het Restuur.- Dat, door den Ed. Achtb. Stedelijken Raad in deszelfs laatst ge-j Groniroen, J. II. GEERTSEMA, C.z. boude Vergadering uit aanmerking van den langen duur des win- j den 21 December 1846. Secretaris, terg, de daardoor te weeg gebragten stilstand in alle beroepen en de daaruit voortgevloeide meer dan gewone behoeften der mindere klasse, heeft besloten tot het doen eener buitengewone COLLECTE ten gunste der armen BIJ INSCHRIJVING door eene speciale Com missie, welke zich daartoe eerlang met de lijst ter Inschrijving bij de Ingezetenen zal aanmelden. De Raad heeft bij de overweging van dit onderwerp in aanmer king genomen, dat, daar de verre vordering van het jaargetijde, tot het verschaffen van arbeidzaamheid mindere geschiktheid aanbood, het door dc omstandigheid meer dringend werd gebodenom in de be hoeften der armen door meer dadelijke weldadigheid aan dezelven te voorzien, en Burgemeester en Wethouderen uitgenoodigdde goe de Ingezetenen met den genomen maatregel bekend te maken en tot het geven van onbekrompens en milde bijdragen aantemoedigen. Burgemeester en Wethouderen hieraan ook voor het laatste gedeel te voldoende, zullen wel niet noodig hebben eene schilderij op te hangen van de werkelijke armoede, die er onder de mindere stan den bij velen geleden wordt, en die nn het ondergane ziekte lijden des vórigen jaars, waarvan de gevolgen nog niet hebban opgehou den, nu nog meer dan anders knellen moet; maar meenen de Burge rij oplettend te mogen maken dat hel de eerste bede iswaarmede zich het Stedelijke Bestuur lot dezelve wendt, en dat zij het op dien grond ondernemen, hare aanmoedigingen tut ruime deelneming meer dere klem bij te zetten omdat de nood hoog gerezen is, de armen kassen zijn uitgeput, dc langere duur van den winter alle gelegen heid tot eigene verdiensten heeft geslotenen de spaarpenning die door sommigen met het nitzigt op den winter was opgelegd, reeds voor deszelfs aanvang in ziekte en lijden is verbruikt. Alkmaar, den 14den Febrnarij 1847. Burgemeester en Wethouder nn voornoemd F. C. W DRUM VESTE UN, Ter Ordonnantie van dezelven De DIEÜ FONTEIN VERSClIbIR. De Persoon van WILLEM van SANTEN milicien nummer-verwis laar van de ligting 1842 N°.91, der stad Alkmaar, die herhaalde reize is opgeroepen, doch niet opgekomen, wordt ter voorkoming van onaangename gevolgen opgeroepen, om zich onverwijld ter Se cretarie derzelve Stad ie vervoegen. Alkmaarden \2den Febrnarij 1847. De ondergeteekende acht zich verpligtbij deze namens het Korps muzikanten der d.d. Schutterij te Alkmaar, de openlijke dank te betuigen voor de deelneming, die hetzelve heeft mogen ondervin den in het op den 8»tcn dezer maand plaats gehad hebbende Concert, ten behoeve der warme Spijsuildeeling aan de behoeftige MENGELINGEN. SCHAATSENRIJDERS. Het rijden op het ijs met schatasen is eene kunst, welke hier be paald te huis behoort en reeds in XIV eeuw beoefend werd. Hugo de Groot in zijne Vergelijking der Gemeenebestennaar het handschrift door den ku'ndigen Meerman vertaald, spreekt er in het 23ste hoofd deel over de Handwerken aldus van Wij moeten insgelijks met geen stilzwijgen de houten schaatsen i) voorbij gaan, welke van onderen van een dun ijzer, een vinger «breed, en zoo lang als de voetzool zelve, voorzien zijn. Op dezen gaan wij gemeenlijk over het gladde ijs met eene snelheid welke «door die der paarden niet overtroffen wordt. Wie verwondert zich zooveel hij moest over onze schranderheid? Op plaatsen, daar men bijna geen vaste tred kan zetten, op zoo smal eene streep, met een «zoo vveeselijken spoed, vliegen wij meer dan wij treden; maken «van den vórst onzen wellust en ons spel; en zei ven als het ware «zwevende, houden wij de aanschouweren als in een' gestadigen angst over ons lot. En men verstout zich daartoe niet slechts een «een enkele reis, gelijk het de vermetelheid niet is van weinige bijzondere lieden maar het is eene landszede, die ook door kin- deren en de vreesaebtigere kunne gevolgd wordt. Men bedient er «zich sterk van tot reizen, ja zelfs tot den oorlog; want er zijn eens Spaansche benden geslagen door de onverwachte aankomst onzer «krijgslieden, die op zulke Cothurnentredende, hier eene wai a Trngodie verstonden." In de Saanlandsche Arcadia van Soeteboom wordt ook vermeld dat in het jaar 1575, ten tijde Sonvij bevel voerde in Noord-Holland, bij gelegenheid dat het in 'het voorjaar zeer hard vroor, die van As- séndelft, toen onder de magt des vijandsop hunne schaatsen voor het land van Schenner, omtrent Graft gekomen, doch afgeslagen geworden zijn. Wat de snelheid betreft, meenden wij ons nog te herinneren, dat vier schaatsenrijders in den winter van 1844 op eenen dag de elf Friesche sleden' hebben bezocht. In Friesland zijn wel de meeste hardrijders, gelijk men nog onlangs daarvan verschillende proeven heeft gezien, maar in Noord-Holland zijn er, die niet voor hen be hoeven onder te doen, en vooral leverde Koog aan de Zaan ten alle tijde vermaarde rijders. Claas Aris Caeskoper die aan zijn afstammeling de Heer Cornelis Honig, aan de Zaan, belangrijke aanteekeningen naliet, schrijft daar in, dat hij op den löden December 1676, met Meindert Arent, Ja cob Blau en Jacob Buur, bij stil weder en oosten wind, van de Koog, 's morgens te vier ure, in heldere maneschijn, naar Haarlem wn» gereden, Van daar naar Amsterdam, W'eesp, Naaiden en Muiden; vervolgens over Pampus naar Monnickendam, Edam, Purmerend en den Ou wend ijk waar zij de eersfemaal pleisterden, de klokke één Toen réden zij naar Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Alkmaar, A. O 1' T O, Kapelmeester. Ingezetenen dezer Stad, aan welke Commissie de zuivere opbrengst J waflr - we(jer pleisterden en voorts van daar onder sneeuwjagt ter somma van 207,05 is ter hand gesteld geworden. (zich naar huis begaven, zijnde bet bij hunne aankomst omtrent half k negen ure des avonds; zoódat zij op eenen dag twaalf steden had den bezocht. Sedert dieo tijd tut 1822 had men van dergelijk een togl, waar over in eiken winter altoos nog met belangstelling gesproken werd, niet weder gehoord. En geen wonder, want niet alleen weiden daartoe vereischt sterke ligchaainskrachtenen buitengewone vlug heid op schaatsen, maar ook eene volle maan met de genoegzama sterkte van het ijs en eene gladde baan. Fervolg en slot hierna. Toe- Het Bestuur der Akademie van Beeldende KunstenBouw- trepnttc Werktuig- en Zeevaartkundeonder den naam Minerva, te Groningen, brengt bij deze ter kennisse van de belauhebbendeu 1) Dat op de gevraagde Schildeiij voorstellende: Een bergachtig laudsehap, ter regterzijde een molen door water gedreven, links een man te paard eene vrouw naar den weg vra gende," zijn ingekomen zes Schilderijen, geteekend met de spreu ken: N°. 1. Door oefening wordt de kunst verkregen." N° 2. Die waagt die wint." N°. 3. Zucht naar hooger." N°. 4 Audenduni est, fortes adjuvat ipse Deus." N° 5. Arli sacrum." N°. 6. Hob- bema omnia vincit." Terwijl op de verlangde Teekening voor»t«l- GROOT NOORD-110LLANDSCH KANAAL sedert den 29 Jan. tot den 4 Febr. 1847. binnengekomen. Nicolaas Wit zenkapt. F. J. de Lang v Suriname n. Amsterdam,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1847 | | pagina 1