Ingczoudc
B I a d v it i 1 i ii g.
De aanslaande Verkiezingen.
deze onrustige tijden dp veiligheid en de rnst in den stun! met klem
te handhaven.
Ik ontdek in de rede gehouden op 6 October jl., dat Z. E. ja ge
stemd was tegen de directe eerhiezingen en vóór de verkiezing met
één trap, maar niet zoo zeer om het Kiesregt der burgers in te
krimpen maar wel om bet uittebreiden. Onze tijd wil meer staat-
küiidig leven, werkzamer deelneming aan het Kiesregt; welnu, de
zoogenaamde census kan uit den aard der zaak veel lager gesteld
worden wanneer de Kiezers door stewscregtigden benoemd, dan wan-
non
neer zij gelijk thans, daartoe alleen ten gevolge der Wet geroepen
worden; terwijl het niet te onkennen is, dat de burgers met meer
overtuiging en kennis van zaken en personen handelen, wanneer
zij hun vertrouwen schenken aan de inwoners hunner eigene ge
meentedan aan iemand dien zij nimmer gezien of gesproken heb
ben maar dien zij blindeling van anderen moeten aannemen.
Aangaande bet regt van vereeniging vind ik in de rede van 18
Augustus jk, dat de Heer Van Leeuwen bij de behandeling van het
laatst voorgedragen II<le boek van het strafwetboek de grondwettige
vrijheid der burgers tot vereeniging, zonder voorafgaande erkenning
of toestemming verdedigd heeft, maar de uitoefening daarvan niet
gehpcl bandeloos wilde gelalen hebben. Z. E. heeft daar gewezen
op artikel 1090 Burgerlijk Welhoek en in navolging daarvan en van
hetgeen wij in Frankrijk en Duilschland onlangs hebben gezien,
beeft Z E. verlangd, dat de Grondwet zelve zoude bepalen, dat die
■vereeiiigingen niet strijdig mogten zijn met de lVetten en de goede Ze
den. Wie zou daartegen iets kunnen inbrengen en zich te vreden
stellen met de woorden Openbare Orde"die zoo onbepaald en rek
baar zijn in hunne beteekenis en zoo ligt aanleiding kunnen geven
tot ontduiking van de Wetten?
En nu eindelijk de vrijheid van Godsdienst!
Ik lees in de redevoering van den Oden October jl.dat Z. E.
dit hoofdstuk niet afgestemd heeft uit onverdraagzaamheidof omdat
Z. E. aan andere eene vrijheid misgunde, die hij voor zijn eigen
kerk-genootschap verlangde; maar om dat het strijdt met zijne denk
beelden aangaande de uitvoerende magt in den Staat. Dezo zegt Z.
E. moet onder alle vormen van regering den noodigen klem hebben
cu wel vooral, bij aidien gelijk in onze Grondwet, aan de regering
de pligl opgedragen wordt om te waken, dat de kerkgenootschap
pen zich houden binnen de palen van gehoorzaamheid aan de Wet
ten van den Staat. Bit kan zegt Z. E. onmogelijk gebeuren, indien
de regering vooraf geene inzage mag nemen van algemeene verorder
ningen, die van eenige SijnodeKervergaderiug of van eenig geeste
lijk «ppeihoofd uitgevaardigd worden want zijn deze verordeningen
eenmaal afgelezen, aangeplakt of op eene andere wijze afgekondigd,
dan komt de regering altijd te laat. Z E. bedoelt dus hiermede geens
zins de briefwisseling van de leeraars met hunne hoofden in- of
buiten 's landsnoch die aanschrijvingen of bcrigten aan of voor en-
hele burgers ofïeeken; maar alleen stukken van algemeene strekking
eu toepassing, en bcslemd om in den staat naar builen te werken.
Men ziel hieruit duidelijk dat men den Heer Van Leeuwen woor
den en zaken laat zeggen, welke nimmer gebruikt of bedoeld beeft;
en ik heb joist daaruit aanleiding genomen om zijne goede trouw eu
eigenlijke meerling kenbaar te maken. Mijne mede-kiezers, zijn nu
in do gelegenheid om die vorige in het Heldersclie Weekblad ge
plaatste artikelen aan zijne woorden te toetsen eu zich zeiven af te
vragen, wal hier waarheid, wat hier dwaling is.
1122 November 1848. Z,
Het Weekblad van den Beider n°. 49, gratis uitgegeven op Vrij
dag 24 November 1848, behelst do volgende voor verscheidene
Kiezers niet onbelangiijk.
Daar vele kiezers nog in den waan verkeren, dat er met onder-
teekende briefjes, op de te doene vei kiezingen zal moeten worden ge-
stemden overtuigd, dat die dwaling van verderfelijken invloed
zou kunnen zijn, zoo herinneren wij dat men niet alleen de stem-
briefjes niet behoeft te teekenen, maar zelfs zij, die vreezeu dat
hun handschrift Ie goed zou bekend zijn door een ander de invul-
ling kunnen laten verrigten. Ieder teekend zijn naam op de lijst
en werpt zijn biljet in de bus. Er wordt dus wel bekend, wie
gestemd heeft, maar hoe iemand afzonderlijk heeft gestemd, blijft
een diep geheim." Z.
H25 November 1848.
De nieuwe Grondwet laat veel, zeer veel, ter regeling aan
den gewonen wetgever over.
De nog te behandelen ontwerpen zijn de volgende
Toelating en uitzetting van vreemdelingenen voorwaarden van
hunne uitlevering; de uitoefeging der burgerlijke reglen de
benoembaarheid van vreemdelingen tot landsbediening; de ver-
eischlen om als Nederlander erkend le worden; naturalisatie;
drukpers-vrijheid regt van vereeniging en vergadering; de
ontslagen en pensioenen der officieren; het koloniaal beheer;
(muntstelsel en verantwoording der geldmiddelen; bezoldiging
der regterlijke magt; pensioenen der ambtenaren; zaruenstel-
ling ea bevoegdheid van den Raad van State; ministeriële ver
antwoordelijkheid regelement op het kiesregt en de benoeming
van de leden der beide Kamers; (reis- en verblijfkosten en regt van
onderzoek Provinciale Staten (hunne vergaderingenprovinci
aal beheer, uitvoering der Koninklijke bevelen, schorsingen ver
nietiging hunner besluiten door den Koning, de uitoefening van hnn
magt en gezag;) Gedeputeerde Stalen; (hunne wettelijke roeping
en bevoegdheid;) Gemeente-besturen; (zanienstelling, inrigling
en bevoegdheid; plaatselijke belastingen, begrnoling eu rekening;)
- regtspraak in belasling-kwesliën onteigening en bouw- eu
herstelwerken ten algeineenen nutte; gezondheidsmaatregelen;
algemeene veiligheid; Regterlijke magt; (beslissing harer ge
schillen met de administrative magt; ontslag of afzetting;) poli
tic; brief-geheim afkondiging van kerkelijke voorschriften;
zanienstelling en werkzaamheden der algemeene rekenkamer;
militie, schutterijen en krijgsvolk; (sterkteen inrigting; inkwartie-
ringwaterstaat; openbaar onderwijs; armbestuur;
schadeloosstelling voor levenslange betrekkingen, die komen te ver
vallen, en voor eigenaren van heerlijke reglen.
Wanneer wij een oog slaan op de bovenstaande reeks van de hoogst
belangrijke wets-ontwerpen die van Regeringswege in de eerstvol
gende zittingen der nieuw zaamgestelde Kamers der Stalen-Gcne-
raal ter beoordeeling en beslissing zullen worden voorgelegd dan
zal elk Kiezer, nadrukkelijker dan door het krachtigst betoog, wor
den overtuigd van het veel omvattend gewigt, dat er voor het toe
komstig wel of wee des Vaderlands afhangt van de behandeling dier
organieke wettenen daarnaarals man van eer en gewetenzich
ter goeder trouw en met zedelijke, ja Godsdienstige naauwgezetheid
kwijten van den pligt, dien het Vaderland, als staatsburger van
hem eiseht.
Hij zal het beseffen, dat er meer vereischt wordt, om aanspraak
te maken op de vooral nu verveelvoudigd gewigtige betrekking van
Volksvertegenwoordiger, dan dat men zij: lieer \an eene heerlijk
heid, vermogend grondbezitter, schoonvader eens kantonregters,
en dergelijkein een of ander kiesdistricten hjj zal er gereede-
lijk mede instemmen, dat de namen van hen, die zóó eer en pligt
vergeten, hunne roeping verzaken, bun Vaderland zouden kunnen
verraden, door te zwoegen en te kuipen, om ter dier oorzake par
tij voor dezen of genen te winnen, verdienden openlijk aangeduid
en aan de verachting van de eerlijken en wtldenkendcn in den
lande prijs gegeven te worden.
Wij zijn even verre van volstrekt democratischeals van vol
strekte aristocratische beginselen voor te staan- Wij willen en heb
ben altijd gewild: welbegrepen vrijheid, geleid en beschermd door
orde en wet; gelijkheid vau allen voor die weten gelijkheid vau allen
in liet genot dier vrijheid wij hebben geijverd voor burgerregtenzoo
voorden geringstenonderdaan, als voordien, die 't naast aan den Troon
reikt; alzoo is er geene aanneming des persoons bij ons geweest. Wij heb-
bengeijverd tegen overheersching der rijksgrooien zooals wij volksop-
permagt vreezen en verachtenen die bestreden.
Openhartig voor ons gevoelen uitkomende, schroomen wij dan
ook nietdat men ons van reactie-geest zal verdenken.
Wij achten liet wensehelijk, dat de nieuwe volksvertegenwoordi-
ging worde zaamgesleld uit mannen van erkende bekwanmheidvan
bekende braafheid en eerlijkheid, van warme vaderlandsliefde, en
dat de keuzen zich zooveel mogelijk rigten mogen naar de aanzien-
lijkslen in den lande, mits die keuze eerlijk en ter goeder trouw
zij en niet enkel om dat aanzien.
I)e eigenlijk gezegde burger, de man uit den achtbaren middel
stand heeft gewoonlijk eene opvoeding ontvangen, in verband tot zij
ne bestemming in dien sland welks bedrijvigheid gemeenlijk geene ge
legenheid veroorloofd zich op hoogere wetenschappen toe te leggen.
De meerdere beschaving der aanzienlijke standen, doet redelijker wijs
eene meer bepaalde opleiding, behalve inde staat- en staathuishoud
kundige wefenschap ook in die onderstellen, welke noodzakelijke
vereisehie zijn, om een gegrond en bevoegd oordeel uit te brengen
over de wetsontwerpen, die de hoogste sfantsaangeke'egenhedenzul
len hebben te regelen. De maatschappelijke pu«ilie van den ber
ger, stelt hem boven alles ten pligt, zijne eerste zorgen te wijden
aan zijn beroep of bedrijf, hij kan zich door verzuim daarin geene
schade getroosten Ier oorzake van daar builen liggende roeping.
De meer gegoede kan zich ongedeerd onttrekken aan z-jne gewone
bezigheden, aan de zorgen en beslommeringen des levens, en, niet
tijdelijke ter zijde stelling van alle belemmeringen, zieh uitsluilend
afzonderen en toewijden aan het onderzoek en de behartiging der
gewigtige belangendie hem als volksvertegenwoordiger zijn toever
trouwd. De burger, meer of min afhankelijk van de hoogere stan
den der maatschappij, kan ligter in verdenking komen, door ande
re beginselen dan de eenige ware en pligtmatige gedreven te wor
den de door stand en vermogen onafhankelijke beeft naar geen
gunstbejag, naar geene zelfverheffing, naar geen goed- of afkeuring
te streventerwijl hij geene vrees behoeft te koesterendat eene
onpartijdige en onafhankelijke wilsverklaring, hem maatschappelijk
nadeel zou kunnen berokkenen.
De welopgevoede Nederlander heeft een eigenaardigen en bctamelijken
eerbied voor de hoogere sfanden der maatschappijal Iaat zijn ge
zonde zin en zedelijk beginsel zich door geen glans van grootheid
verblinden. Die gezonde zin, die billijke achting, zal naar onze
verwachting, ook de kenze der kiezers leiden. Tot heden waren
onze raadsvergaderzalen, eerbiedwaardig door orde, kalmte en ernst
door besef van de hooge roeping, die men te vervullen had, en
dat voorbeeld heeft gewis naar builen gewerkt en de orde en rust
onder de bevolking niet weinig bevorderd. Elders hebben vaak de
leden der vertegenwoordiging in hunne vergaderingen tooneclen
aangerigtdie op de straat door elk ordelievend man zouden be
rispt zijn geworden.
Zoo eerbiedwaardig blijve die Vergadering bij ons, door hoofdza
kelijke vorming uit de aanzienlijken in den lande. Dan zullen, als
in Duitschland, geene menschen zitting erlangenom de toekomst
des lands te helpen beslissen, die lezen noch schrijven kunnen!!
Onder die aanzienlijken kieze men de bekwaatnsten en deugdzaam-
slen, mannen van Zedelijk en Godsdienstig beginsel. En gevolge-
Iijk zullen ook geene zedelijke monsters in de rijen onzer achtbare
vertegenwoordigers indringen, zoo als Frankrjk den afschuw dei-
wereld aanbood. de ware Burger.
Te Alkmaar, bij de Erven van A. S T E R C K, in de Ach ter damwijk C, n°. 5S9.