A0 1840. CO li r si A NT- IfMËc M a «a n <1 a 30 Jul ij. PP V NEDERLANDEN. Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, toot de Prijs van 6 Centen uitgegeven. AdvertenticN gelieve men des Zaturdag mid dags vóór 1 ure te bezorgende Prijs ran 1 tot 5 regels is één Gulden, en voor eiken regel meer '20 Centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. Delft, den 2/2,slen Julij. ie tentoonstelling te Delft lokt dagelijks, en in aanmerking voor al van liet rounder gunstige weder, voortdurend talrijke bezoekers uit. De ruime zalen kunnen 'op heden te naauwernood de menigte bevatten. De commissiemet liet werk van den aankoop voor de verloting belastschijnt zich met zorg en naauwgezetheid van hare in verschillende opzigten moéijelijke taak te kwijten. Werden reeds vroeger de voorwerpen voor de verloting bestemdmet genoegen onbemerktdezelve zijn sedert nog vermeerderd met kostbare meu- heistukken, drukkers- en binderswerke»verlakte goederen, manu- facturen en de zoo keurig bewerkte artikelen in schilpad. Vermits de industrie der aanzienlijkste steden, ook uit andere provinciën van ons land bij het ruim aanknopen van voorwerpen mag geacht worden belang te hebben, is het te hopen, dat aan bet vertier van aandeelen groote bijval zal mogen te beurt vallen. Zoo wij vernemen, is van wege 11 M. onze geëerbiedigde Koningin aan- vraag gedaan voor een aanzienlijk getal loten, en mag het getal, inzonderheid van de Ie Leijden en te Delft geplaatste, belangrijk ge- noemd worden. De loten zijn niet langer verkrijgbaar dan tot de sluiting der tentoonstelling, welke, zoo wij uit goede bronnen ver zekeren kunnen, onherroepelijk op den 31 sten Julij bepaald blijft. Wij zijn onderrigtdat de commissieop eene voor de verlo ting niet bezwarende wijs, beeft kunnen bepalen, om voor de aan deelen waaraan geene prijzen zullen te beurt valleneen afdruk te bestemmen van een geïlustreerd plan der lokalen, waarin de ten toonstelling wordt gehouden; de schets is onder medewerking van een der meest geachte kunstenaren in ons vaderland ontworpen, en zal op de steendrukkerij van den heer Mieling te 'sGravenhage worden uitgevoerd zoodat de verloting werkelijk zunder nieten zal zijn." [Haarl. Cour.] Op Banjoewangie ontving de opperbevelhebber brieven van Badong houdendedat Gianjar openlijk met Klonkong gebroken heefteu dat Dewa Agoong van zijne zijde verdreven beeft den Goestie Djie- lantiekdie zich derwaarts bad begeven: waarschijnlijk was zulks geschied uit vrees dat deszelfs tegenwoordigheid onze wapenen zouden lokken naar Klonkong maar het werd desniettemin geacht gelijk te staan aan eene vredebreuk tusschen Klonkong en Karang- Assam. Onder de vijand was de ontsteltenis groot. Op den 9den waren alle troepen wederom ingescheept, met uit zondering van het halve 5de baltaillonhetwelk met de hulptroe pen van'flladura gekampeerd lag nabij Beliling. StaaU-Cour De Directeur van Politie te Amsterdam, brengt ter kennis van het publiek dat door een Magazijnhouder te dezer Stede worden uitgegeven Billetten, welke naar hunne inhoud, de strekking heb ben van een Adreskaart, met aanwijzing dat in het Magazijn de goe deren 25 pereent goedkooper dan elders worden verkochtdoch wel* ke billetten in groote, inrigting, rand, sorteering en kleur geheel den vorm van gewone Bankbilletten van 25 gulden nabootsen, het geen bij de circulatie dier billetten bij het publiek, tot bedriegelijke handelingen, misvattingen en schaden aanleiding zal kunnen gevent En wordt mitsdien een ieder gewaarschuwd om bij den ontvangst van Bankbilletten, in zijn eigen belang tegen mogelijke misleiding te waken. Amsterdam De Directeur voornoemdj den 27 Julij 1849. D. PROVó KLUIT. In de Groninger-Courant van den 2isten dezer, lezen wij het ^'iot geruststelling van ouders, welke kinderen hebben op bet In stituut voor Doofstommen alhier, knnnen wij mededeelen dat nog „Pen der kweekelingeu door de Cholera-ziekte is aangetast, en dat bet Instituut, zoowel als de weeshuizen hier ter stede tot dusver re even als vroeger bij het heerschen der Cholera alhier, van die vréeselijke ziekte 'bevrijd is gebleven De kweekelingendie in de ze week met het invallen der vacanlie van hier naar Amsterdam zullen vertrekken, om zich van daar verder naar huis te begeven, zullen derwaarts vergezeld worden van eenen medicina; doctor, voorzien van de nnndige geneesmiddelen, om dadelijk hulp te kun nen aanbieden, indien zulks onverhoopt noodig mogt zijn. De berigten van bet eiland Java tot bet laatst van Meiheden nano-ebragt', melden, dat, op de tijding van bet overlijden van Z. M. Koning Willem II, en de troonsbestijging van Z. M Koning Willem lil het leger, de vloot en schutterijen den eed van trouw aan laatstgenoemden Vorst hadden afgelegd. De jongste berigten van Bali waren van den lOden als wanneer de troepen der expeditie zoude worden ingescheept om zich, met achterlating van eene geringe magt in Beliling, naar het zuid-oosten des eilands te begeven, ten einde ook Karang-Assameven als Dja- pa-Raga, te tngtigen. De bevolking en de overlieden van Lombonk schaarden zich "aan de zijde der Nederlanders. Het aanbod van de Vorsten van Lombok, om de onzen met een corps hulptroepen van 6 a 8000 man te ondersteunen, was aangenomen; dat van den Vorst van Gianjar, op Bali, was vooreerst afgewezenin afwachting van meer overtuigende bewijzen van onderwerping van zijne zijde. Inmiddels heerschte, volgens de berigten van den opper-bevelheb- ber, bij den vijand eene algemeene ontsteltenis. Haarl. Cour.] Berigten van den generaal-majoor titulair, opperbevelhebber der derde"Bnliesche expeditie, loopende tot 10 Mei, houden in, datde bevolking van Beliling zich geheel geschaard heeft aan de zijde van bet gouvernement; hebbende zij, even als die van Djembrana, ver zocht magtigingom zich in massa gewapend Ie mogen begeven naar de grenzen, ten einde eenen inval te doen in Karang-Assam: die bevolking, en in het bijzonder de hoofden zijn vervuld met wrok tegen bunnen vorigen Vorst, die, op de tijding dat zij bij den opperbevelhebber in onderwerping gekomen waren, onmenschelijk beeft laten ombrengen hunne naastbestaanden die hem waren gevolgd. De Vorst van Gianjar heeft dien van Banglie laten vragen zich bii hem te mogen voegen, om te zamen eenen inval te doen in liet land van Karang-Assamhem is geantwoord dat meer officiële be wijzen van zijne onderwerping werden verlangd, alvorens zijne me dewerking kon worden aangenomen. Een plegtig gezantschap van de vorsten van Selaparang, op het eiland Lombod was aan den opperbevelhebber komen aanbieden ïe, «f acht duizend mante bestemmen tegen Karang-Assam. Bet- zelve zoude de vloot volgen en ter plaatse antwoord bekomen. Prins Hendrik-Porder. Door bet Departement Alkmaar der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, is betreffende de Prins Hendrik-Pol der op Texelberigt Nadat door overdragt van aandeelen, de eigendom Tan dezen pol' der grootendeels in andere handen was gekomen, en daardoor de nieuwe Directie (Innij 1848) met de uitvoering belast, met meer eenheid koude handelenzijn de werken aan dezen polder onafge broken, niet den meesten spoed en geregeld voortgezet. De in September 1847 aan de heeren Visser en Comp. voor 82,000 aanbesteedde digting en voltooijing van den zeedijk, werd op den 25 Julij 1848 afgeschouwd. De lengte dés dijks bedraagt 3522 ellenhij beeft eene hoogte van 3.00 boven hét peil van gewoon volzee met 2.00 kruiusbreedte. De biiitengloiiijiog des dijks beeft vooreerst van den kruin eene val van vijfmaal de hoogte tot op 1.50 boven volzee, en van daar tot de buileiizeeop liet natuurlijk terrein aflonpendeeene valling van achtmaal de hoogte. Dit buitenland is geregeld tol de hoogte van 2.00 boven volzee, voorzien met blokzooden dik 0.15. Nader werden aanbesteed 1°. Het bouwen van eenen vijzel-watermolen, op gemetselde funda menten waterloopmuren en vijzelkuip, van 20 ellen vlngt, met een vijzel van 1.70 middellijn, voor de som van f 10 488. 2°. Bet gedeeltelijk voorzien van het bezooden buitenland des nieu wen zeedijks met een Rijsbeslngwerk breed 5 el, benevens liet leve ren van noodmaterialen voor f 5.265. 3°. Het bezetten met graszondendik 0.10, en met Bijsspreidin gen, voorzien der boezemkade, langs het üijkskanaal voor de som van f 3.345. 4°. Het maken van slooten, wegen en greppels in den polder, ge- zamelijk voor 15.850. 5°. liet omkadou van eene oude slerktot dnarslelling van eene molenkolk of voorboezein voor 1450. Alle deze werken zijn thans (Januarij 1849) bijna voltooidzoodat de indijking is tot stand gebragt van eenen polder grootmet dij ken bermen, waterleidingen, enz. ruim 467 bunders, verdeeld in 22 kavels ter grootte elk van 20 bunders afgescheiden door kavel- sliiolen, wijd op het maaiveld 3.50, diep 1.00, onder breed 1 00, welke kavels in de lengte weder in drie circa gelijke deelen zijn verdeeld, door sloten, boven breed 3.00, mede diep 1.00. Verder is de geheele polder door greppels, breed 0.75, diep 0 50 el in akkers verdeeld, die, op de lage landen eene breedte hebben van 10 el, en bij de hoogere landen eene breedte van nagenoeg 15 el, bij eene lengte van 250300 ellen. Door eenen hoofdweg breed 9 ellen evenwijdig aan den zeedijk loopende, wordt de polder in twee bijna gelijke deelen gescheiden, waaraan de kavels uitkomen en eenen geschikten uitweg verkrijgen, lie hoofdsloot. langs den hoofdweg gelegen, breed 7 el, ontvangt bet water van alle kavelslooten en is door eene molentogt, van af meting gelijk aan de hoofdsloot tot aan den molen verlengd. Be molen welke bet water des noods tot 0.20 boven volzeo op voeren kan, maalt uit in den rooi boezem, die ruim 2| bunder groot is Vervolg hierna.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1849 | | pagina 1