r is. COURANT. ji a n <1 a g 5 M e i. «iiEii sin PUBLICATIE. Deze Courant wordt eens in de weelf en wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven. lilRIIIIuiiMll!!!!! ■U.1.V 'Vi Advertenticngelieve men desZaturdag mid dags vóór 1 ure te bezorgen; de Prijs van 1 tot 5 regels is één Gulden, en voor eiken regel meer 20 Centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. I! URGE MEESTER ex WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, ontvangen hebbende eene Dispositie van den Heer Staatsraad, Commissa ris des Knnings in de Provincie Noord-Holland, van den 22slen April 1851 N". 290J (Provinciaalblad N°. 41) houdende bepaling omtrent den tijd der uitgifte van de verklaringen van aangifte, voor de Personeele Belasting en het Regt van Patent, over den dienst 1851/52. Gezien art. 30 2 der wet van 29 Maart 1833, (Staatsblad N°. 4.) Maken aan de Ingezetenen dezer Stad en Jurisdictie bekend Dat de ontvanger der directe Belastingen binnen deze Stad aan hunne woningen te beginnen met Maandag den 5den Mei aanstaande en vervolgens, zal doen bezorgen een Beschrijvings-billethetwelk inhoudt eene korte schets van de grondslagen der voornoemde Be lasting', zijnde 1°. Be Huurwaarde 2°. Deuren en Vensters. 3°. Haardsteden. 4°. Het Mobilair. 5°. De Dienst- en IVerkboden 6°. Paarden. bij welk billet, waarin de verpligting jegens 's Rijks Schatkist, met betrekking tot de belasting, zal worden opgegeven, en aan ieder Ingezeten de noodige vragen dienaangaande, ter beantwoording, zullen zijn voorgesteld, ten einde het met de meeste naauwkeurig- heid in le vullen. Dat binnen acht dagen na de uitreiking van voormelde billetten dezelve ingevuld van de woningen der Ingezetenen, door of van wege den Ontvanger zullen worden afgehaald. Dat zij, welke bij bet bezorgen der billetten of ook bij het terug halen van dezelven, mogten zijn overgeslagen, zich in geen geval mogen beroepen op zoodanig verznim, maar integendeel gehouden zijn, om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaring vóór of uiterlijk op den 15den Mei eerstkomende intedienen, ten kantore des Ontvangers, alwaar de billetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. Dat een ieder gehouden is, de te doene aangifte met zijne-liand- teekening te bekrachtigen, of ingeval iemand betuigt nipt te kun nen schrijven, deze invulling in zijnen naam door den Ontvanger of diens gemagtigden te doen bewerkstelligenmet vermelding der redenen waarom hetwelk zal moeten geschieden in tegenwoordig, heid van een derde persoon, welke de aangifte na voorafgaande voorlezing met den Ontvanger of deszelfs gemagtigde zal teekenen. Burgemeester en Wethouders verwittigen voorts, naar aanleiding van het laatste gedeelte van 2. van art. 30 der voorz. wet de belanghebbenden, dat als tegenschatters ingevolge 2. van art. 29 zijn benoemd Cornell's Croll, J. Verheij, Cornelis Koeman en J. J. Hulskamp, en dat de bevolking dezer Stad, voor zooveel dezelve tot maatstaf van de belasting van sommige grondslagen dienen moet bedraagt een getal van 10148 zielen. Burgemeester en Wethouders vermanen ieder hunner Ingezetenen om met de meeste naauwkeurigheid en binnen den bepaalden ter mijn de invulling hunner beschrijvings-billetten te bewerkstelligen, teil einde de orde en geregelden afloop der beschrijving te bevorde' ren, en zich tevens le beveiligen, tegen het "nadeelhetwelk een gevolg zoude zijn van de toepassing der boeten en poenaliteilen welke tegen valschheid en onnaauwkeurigheid der invulling zijn vastgesteld. En opdat niemand hieromtrent onwetenheid voorwende, zal deze afgekondigd en in de Stads-Courant geplaatst worden; terwijl af schrift zal worden medegedeeld aan den Ontvanger der Directe Be lastingen tot deszelfs informatie. Alkmaarden 25slen April 1851. Burgemeester en Wethouders voornoemd F. C. W. DRÏÏ1J VESTE IJ N. Ter Ordonnantie van dezelven. De Dl EU FONTEIN VERSCHUIR. S C II U T T E R IJ. BURGEMEESTER en WETHOUDER S der Stap ALKMAAR, Gezien Z. M. besluit van den 21 «ten Maart 1828 (Staatsblad n° G,) houdende reglementaire bepalingen lot invoering der Wet op de Schutterijen van den 11 dm April 1327, (Staatsblad n°. 17,) in ver band gebragt roet art. G, 7. 8 en 9 van gezegde Wet Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur der I'ro- vincie Noord-Holland, dd. 11 April 1828 n». (Prüvineiaalbl. n°. 41,) omtrent de executie der wet op de Schutterijen Roepen bij deze op alle Manspersoneningezetenen dezer Stad en Jurisdictie, welke op den eerslen Januarjj 1851, hun 25»te jaar zijn ingetreden, en alzoo diegenen welke in den jarel82Gziin Ge boren, alsmede de zoodanigen, welke ofschoon in andere meenten ingeschreven sedert de laatste inschrijving binnen deze Stad zijn komen wonen, en op den l^ten Januarij 11. hun 34ste iaar nog met nebben voleindigd, en alzoo geboren zijn in de jaren 1825 lot en met 1817 ingesloten; de vreemdelingen van denzelfden ou derdom die sedert de laatste inschrijving in de termen gevallen zijn om volgens art. 2 der Wet van 11 April 1827, als ingezetenen te woulen beschouwd benevens de gepasporteerde militairen welke zich tot dus verre met ter inschrijving voor de Schutterij hebben gepresenteerd ten einde zich in de daartoe gereed gemaakte regis ters te doen inschrijven; tevens te kennen gevende: b Dat de inschrijving zal beginnen den 1.5'i™ Mei aanstaande, en gehee zal moeten zijn afgcloopen den eersten Junij daaraanvolgende, lerwijl in een der vertrekken op het Raadhuis alhier voor de in! schnjving zal worden gevaceerd vanaf den 15den 9Ici J85, dag en Vrijdag van iedere week, tot aan den eersten Junij aan- slaandetelken dage des 11 ami rid .ure v.m x. n fi i t ,m ut5" eers slaande, telken dage des namiddags van 5 tot 7 ure En ten einde voorlekomen, dat iemand, i„ de iermen der in «clmjvmg vallende, zich door onwetenheid aan pligtvertuim schul dig make, heeft het Gemeentebestuur noodig geoordeeld, een ieder bekend te maken met en te herinneren aan de navolgende, bij de Wet van 11 April 1827, (Staatsblad n». 17) gemaakte bepalingen. Dat een iegelijk zonder onderscheid, of hij ningt vermeenen al of niet onder de bij de Wet vrijgestelden of uitgestotenen te bshoo- ren verpligt is, zich voor de Schutterij te doen inschrijven. Dat zijdie in meer dan eene gemeente hun verblijf' houden, of den zei el van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verpligt zullen zijn Linnen die gemeente, waar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is, en bijaldien in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende, of alleen ruslende Schutterij bestaat, zich te doen inschrijven in die gemeente, alwaar zij voorde personeele ba- lasting zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die gemeente, alwaar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te houden. Dat degenen, die van hunnen juisten ouderdom geen voldoend bewijs gevennaar het oordeel van het Plaatseljjkbestuur zullen worden ingeschreven, onverminderd de bevoegdheid van de inge schrevenen, om van hunnen juisten ouderdom nader te doen blijken. En dat eindelijk zijdie bevonden worden zich niet vóór den Ist™ Junij te hebben doen inschrijven, door het Plaatseljjkbestuur zullen worden ingeschreven, en in eene geldboete verwezen- ter wij! zij daar en boven zonder loting bij de Schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat'er tijdens de verzuimde in- schrijring geene redenen tot uilsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden. Burgemeester en Wethouders vermanen tevens ieder ingezeten de zer Stad en Jurisdictie, dien het aangaat, om zich tijdig van een Geboorte-extract te voorzienwaardoor zich een iedér van zijnen juisten ouderdom kan verzekeren, en hetwelk bij de inschrijving zal moeten worden vertoond alsmede om zich ten 'behoorlijken tijde tot de inschrijving aan te melden, ten einde de straf, wegens nala» tigheid vastgesteld, voortekomen. Alkmaar, den 3deu Mei 1S51. Burgemeester en TVethouders voornoemd F. C. W. DRUIJVESTEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSCHUIR,' KENNISGEPIMQ, SCHUTTER IJ. BURGEMEESTER en W E TII OUDER S der Stad ALKMAAR; Gezien hebbende het 7« artikel van Z. M. besluit van den 7den September 1828, houdende reglementaire bepalingen, tot invoering der Wet op de Schutterijen, van den lld<"' April 1S27, luidende als volgt: v De gehuwden en weduwnaars, één of meer kinderen hebbende, (die bij de oprigting der Schutterij, in het jaar 1828, of in later «jaren, voor den Schutterlijken dienst ingeschreven, doch als zoo- i) danig niet tot den dienst geroepen zijn) door sterfgeval of ander. zins in de termen vallende, om in de eerste klasse (die der onge il huwden of weduwnaars zonder kinderen) te worden overgebrapt ii zullen vóór de eerstvolgende jaarlijksehe inschrijving bij publicatie worden opgeroejienom daarvan kennis te geven aan 'het Plaatse. lijk bes!uur. ii Wanneer deze kennisgeving mogt worden verzuimd en de na- ahge, len gevolge van dit verzuim niet bij de Schutterij is in-m- lijfd geworden, zal deswege door het Plaatselijkbestuur Proces- Verbaal opgemaakt, en aan de bevoegde Regt'bank toegezonden ten eiride. de strafbepaling van art. 1 der wet van 6 Slaaft i) 1818, op de nalatigen toetepassen Roepen bij deze op, alle zoodanige inwoners dezer Stad en Juris dictie, welke in de jaren 184G tot en met 1850, voor den Schut- terlijken dienst zijn ingeschreven, en die alstoen hebben bewezen gehuwd of weduwnaars met kind of kinderen te zijn; doch sedert dien lijd door het overlijden van vrouw of kinderenzijn gewor den weduwnaars, zonder kinderen, om te compareren in een der vertrekken van het Stadhuis, op Dingsdag of Woensdag, den 13d™ of l4<ien Mei aanstaande, tusschen 10 en 12 ure, des voormiddags ten einde aldaar van zoodanig overlijden kennis te geven, opdat daarvan behoorlijke aanteekening kunne geschieden. Burgemeester en Wethouders brengen voorts ter kennisse van de daarbij belanghebbenden dat zijdie naar aanleiding van art 26 en 85 der wet op de Schutterij, van 11 April 1827, en de nadere Koninklijke besluiten, op grond van 34jarigen ouderdom, oflOjari- gen dienst bij de Schutterij, mogten vermeenen regt op ontslag verkregen te hebbenen daarvan zouden verlangen gebruik te ma ken, zich schriftelijk kunnen aanmelden ter Secretarie dezer Stad vóór den 5<len Junij aanstaande, met overlegging van bewijsstukken! waardoor het regt op het gereclameerde ontslag voldoende bewezen Wordt. Alkmaar, den 3d"1 Mei 1851. Burgemeester en Wethouders voornoemd F. C. W. DRUIJVESTEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. LIJS! van SCHEPEN, sedert den 18 tot den 24 April 1851. de Koopvaardij—sluis aan het Nieuwe-diep gepasseerd; BINNENGEKOMEN. Jacob Roggeveen, kapt. H. Rolflf, China, kapt. P. L. de Koek en Johannes Hendrika kapt. K. Hoeck alle 3 v. Batavia, Suriname, kapt. J. van der Mejj, de Goede Vrede, kapt. J. H. WittenNicolaas fVitzenkapt. P. T. Lange, alle 3 v. Suriname, Snelheid, kapt. T. Meijer v. Havana, Harmonie, kapt. T. Landaad v. A lexandrie in Egyp te Bordaux, kapt. G. Wortelboer, Arsene Marie, kapt. R. Far del en Marie, kapt. J. YVestholI, alle 3 v. Bordeaux, Julc Eugene,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1851 | | pagina 1