A° 18*11-
ALKMAARSO
W46
RANT.
M a a ii cl a s;
17 IN or ember*
PROGRAM MA
6
NEDERLANDEN.
,-^75«==5-$rS59$K- ixe&s rsS Mirw- JPLfr.lM' f***
Dexe Courant wordt eens in de week en wel jW§2
eiken Maandag, voor de Prijs van. 6 Centen JMjgy
uitgegeven. fggifA- 1/
w
ADVERTENTièn gelieve men des Zalurdag mid
dags vóór 1 ure te bezorgende Prijs van 1 to*
5 regels is één Gulden, en voor eiken rege'
meer 20 Centen, behalve 35 centen zegeheg1
voor elke plaatsing.
«URGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
bronnen mits dezenaar aanleiding van art. 3. der Keure op bet
houden van Varkens, binnen deze Stad, op den 22'ten September
1840 door den Raad dezer Stad gearresteerd, ter kenmsse van de
ljUJ)at''IUe>'i'i' 'den loop dezes jaars daartoe verleende vergunningen
met den 30s,en dezer maandophouden van kracht te zijn en dien
volgens voor zooveel men verlangen mogt die gunst te behouden
on nieuw behooren te worden aangevraagd.
Dat deze aanvrage zal kunnen geschieden ter Secretarie dezer ge
meente van heden af tot en met den dezer maanddagelijks
//on- en Feestdagen uitgezonderd) van .les voormiddags 10. tot des
namiddags 2 ureterwijl van lieudie daarvoor eene toelating
voor het jaar 1851. hebben gehad, niets dan de overlegging dier
acte tot nadere beoordeeling vereischt wordt.
Alkmaar, den 15'^» November 1851.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. C. W. DRUIJ VESTE IJ N.
De Secretaris,
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS deu Stao ALKMAAR,
voldoende aan de Circulaire van den Heer Staatsraad, Commissaris
des Konings in de Provincie Noord - Holland van den 15^n dezer
»i°- ïT55i herinneren mits deze, tot voorkoming van nadeel, de In
gezetenen hunner Stad en Jurisdictie
Dat bij de wet van 2 Mei 1851, (Staatsblad n°. 25) een nieuwe
Termijn 'tot inwisseling der verjaarde 31 unt bil letten van 1845 is open
gesteld en dat deze Termijn met den 31<"«« December 1851, zal zijn
gesloten.
Alkmaar, den lö^11 Mei 1851.
Burgemeester en Wethouders der Stad Alkmaar,
F. C. W DIIUIJ VESTEIJN,
Ter Ordonnantie van dezelven,
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
brengen mits deze ter kennisse van de belanghebbenden
Dat van Stadswege een der Comiesen van de Stedelijke Middelen
is gecommitteerd tot de opneming der Patenten, bij art. 36 der Wet
op 'dal middel bepaald, en dat door dezen met den Deurwaarder der
Directe belastingen, ingevolge de bepaling der Wet daartoe (aan
vang nemende met den 18<>en [dezer maand) zal worden overgegaan.
Weshalve een ieder wordt uitgenoodigd en voor zooveel noodig
„elastdezelve Ambtenaren in die kwaliteit ie erkennen, en dezel
ven alle verlangde inzage en ophelderingen te verleenen.
A'kmaar, den 15tlen November 1851.
Burgemeester en Wethouders voornoemy,
F. C. W. D R U IJ V E S T E IJ N.
De Secretaris
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
F R A N K R IJ K.
Parijs, den 8stec November.
Op de meeste punten van Frankrijk kondigt zich de winter aan
door vroege koude. In de bergachtige departementen is veel sneeuw
«■e vallendie de hooge streken geheel overdekt; in de westelijke
departementen zijn veelvuldige koude regens gevallen. Te Parijs is
het zeer koud en in de omstreken, als te Montmartre, Passy enz.,
is reeds ijs gezien. Men vreest zeer voor een' buitengewoon stren
gen winter.
Rij resolutie van Zxc. de Minister van Einantien van den 6 November
1850, is vastgesteld de 216de Loterij, zal bestaan nit 20.000 loten,
10 000 prijzen en 2 premiënde Collecte zal geopend worden op
Maandag den Ssten December 1851 en worden gesloten op Za-
turdao- den 20sten dier maand. De trekking der eerste klasse zal
aanvangen den 5den Jannarij 1852; terwijl de laatste 100 noramers
op Vrijdag den 26sten Maart 1852, zullen getrokken worden.
De werkzaamheden van de Duinwater-Maatschappijten behoeve
der stad Amsterdam, zijn gisteren, den lld™ November, in tegen-
woordigheid van Z. K. 11. den Prins van Oranje begonnen. De hoe
ren Burgemeesters van Amsterdam en Haarlem en vele uitgenoodig-
den zijn daarbij tegenwoordig geweest, en even als Z. K. II.door
den heer mr. J. van Lennep op eene allezins treffende wijze toege
sproken.
Te Groningen hebben dezer dagen in den loop van ééne week
vier echtparen hunne gouden bruiloft gevierd.
VAN DE NEDERLANDSCIIE MAATSCHAPPIJ TER BEVORDERING
VAN NIJVERHEID. 1851.
Door de Maatschappij zijn de navolgende NiEtwÉ
prijsvragen uitgeschreven.
[Vervolg
N°. 14. De opbrengst van den voornaamsten tak der Kn9tvisscherij
die van Platvisch langs de ilollandsche klist, in de laatst ver-
loopen 23 jarenin vergelijking tot die van een vroeger tijd
vak eene zeer opmerkelijke vermindering hebbende onder
gaan welke inzonderheid gedurende de laatst verloopen elf
jaren derwijze is toegenomen, dat, indien hierin niet weldra
eene gunstige verandering wordt verkregen, deze tak van Nij
verheid nietimmers geenzins tot diens tegenwoordigen om
vang, in stand blijven kan, is bet wenschelijk te achten, de
waarschijnlijke oorzaken daarvan op te sporenom die zoo
mogelijk weg te ruimen of althans minder schadelijk te doen
werken.
Door meest al de onmiddelijke daarbij belanghebbenden wordt
het er voor gehoudendat de zich ten deze voordoende wan
vangst hoofdzakelijk is toe te schrijven aan eene tijdelijke ver
plaatsing van den visehin welke echter, als af hankelijk van
de wisselende natuurwerkingen, over korteren of laugeren tijd
als van zelve eene gunstige verandering mogelijk is. Indien
men daarbij acht slaat op de weinige feiten, die omtrent de
geschiedenis van de visscherij eenigzins met zekerheid bekend
zijn, als daar zijn, dat er omstreeks het jaar 1775 almede
reden tot ernstige bezorgdheid in dit opzigt moet hebben be
staan blijkens de Prijsvraag die de Hollandscbe Maatschappij
der Wetenschappen in dat jaar 1775 over dit onderwerp uit
geschreven heeft, welke vraag onbeantwoord is gebleven, ter
wijl ook volgens de Abt Mann en eene bij de Brusselsche A-
kademie omstreeks denzelfden tijd voorgedragene Verhandeling
eene aanmerkelijke vermindering van de gewone vangst zich
destijds sints 23 jaren van langzamerhand was beginnen voor
te doen terwijl nogthanszonder dat er blijken zijn van bui
tengewone daaromtrent genomen maatregelen, de vangst later
aanmerkelijk moet zijn verbeterd alzoo die volgens de her
innering van het thans nog levende geslacht, in het laatste
der vorige en in het begin van de tegenwoordige eenwin
vergelijking tot thans, buitengewoon gunstig moet zijn geweest
zoo bestaat er voor de juistheid van deze meening naar het
schijnt eenigen grond. Door anderen wordt daarentegen be
weerd dat er wetenschappelijke gronden bestaan om het er
voor te houden dat de platvisschenals beboerende tot eene
visehsoort die geen eigenlijk gezegde trekvischis, hun gewoon
verblijf weinig of niet verplaatsen de vermindering van de
.vangst uitsluitend toegeschreven schijnt te moeten worden aan eene
vermindering van den viseh in het algemeen genomen door de te
groote uitroeijing ten gevolge der erkeerde inrigting van het viseh
tuig, hetwelk tot de vangst tegenwoordig algemeen wordt gebezigd,
de zoogenaamde Schrob- of Kordenetteu wier gebruik sints
het laatst der 16de eeuw tot in 16S9, bij verschillende placa-
ten onder verbeuring van zware boelen, gestrengelijk verbo
den was, ingevolge waarvan die, blijkens den inhoud der
placaten in de 17de eeuwbij overtreding derzelveslechts
door sommige visschers gebezigd werden, terwijl ook nog an
dere vischvernielende bedrijven, als daar zijn de vangst van
garnalen tussehen de banken op de kust met zoogenaamde
Saaijems, eene soort Van door paarden getrokken, zeernaauw
gebreide Sleepnetten, aan welk bedrijf in den jongt verloopen
tijd welligt eene meerdere uitbreiding gegeven is, daarop van
zeer nadeeligen invloed kunnen zijn geweest.
Alzoo nu de vraag, welke dezer beide meeningen moet ge
acht worden der waarheid het meest nabij te komen, alleen
beantwoord kan worden uit eene min of meer volledige ge
schiedenis van de visscherij zelve, zoo vraagt de Maatschappij
onder uitloving van bare eerste gouden medaille
Eene zooveel mogelijk volledige geschiedenis van de Neder-
landsche Kustvisscherij of eene opgave van feiten en omstan
digheden die bij de uitoefening van dit bedrijf, inzonderheid
in de laatst verloopen twee of drie eeuwen, eenige opmerkin
gen schijnen te verdienen. Indien het geschieden kan is bet
wenschelijk dat daarbij levens gelet worde op het vichwant
hetwelk op verschillende tijden waarschijnlijk meer of minder
algemeen in gebruik is geweest, en de Knstvisscherij van
Vlaanderen er zoo mogelijk ook bij worde opgenomen. De be
antwoording met opgave der bronnenin te zenden voor of
op den laatsten September 1853.
De prijsvragen van welke de termijn van beantwoording na
September 1851 zal zijn afgeloopen en tvaarop de Maat
schappij op zijnen tijdantwoorden te gemoct ziet,
zijn de volgende
1. Verslag omtrent het nut van het Ammoniakaal-Water der sleenko_