A0' 1852.
ALKIAARSCHE
N* 8.
COURANT.
23 Februarij.
HULPBANK.
M a a ii d a g
PUBLICATIE.
PUBLICATIE.
NEDERLANDEN.
Deze Courant wordt eens in de week en wel
eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Centen
uitgegeven.
De STAATSRAAD, COMMISSARIS des KONINGS in de PROVINCIE
NOORD-HOLLAND,
Gelezen hebbende eene missive van Z. Exo. den Minister van Bin-
nenlandsctie Zaken Opper-Houtvester, van den 2<len Februarij II.n°.
236, 8e afdeeling, betreffende de sluiting der Jagt op Ganzen. Een
den en Watersnippenen de opening en sluiting van het weispel
van Kwartelen.
Gelet op de deliboratien van Ileeren Gedeputeerde Staten, van
den 4tlen Februarij 11., n°. 21;
Gelet op de bepalingen van den Heer Minister van Binnenland-
scbe Zaken, Opper-Houtvester, voornoemd, vastgesteld met overleg
van Ileeren Gedeputeerde Staten.
Brengt bij deze ter kennisse van de belanghebbenden
a. Dat de Jagt op Ganzen en Eenden met den twee en twintig
sten Maart aanstaande zal zijn gesloten; en dat, van dien tijd
af, ook liet kooijen door de Kooilieden, niet zal mogen
worden uitgeoefend, maar evenzeer, als de bedoelde Jagt ge
sloten zal blijven.
b. Dat wijders de Jagt op Watersnippen tot en met den veertien
tienden April eerstkomende zal mogen worden uitgeoefend
doch voor zoo veel het publiek Jagtveld betreft, alleen in
de hierna genoemde loealiteiten als:
Eerste Jagt-Distriet.
De Zuider-, de Rotte-, de Fuik-, de Waard- en de Veerpolder
onder Haarlemmerlieden. de inlaag aan het IJ. Langs den Ring
dijk van Halfweg tot aan de scheiding van Noord- en Zuid-Holland.
De Spnarnwouderpolder. De Spaarndammer en Mospolder. De Yel-
serbroek. Het Buitendijksland aan de Wijkermeer. Het Lageland aan
de noordzijde van UiIgeestnaar de zijde van de Langemeer en be
oosten den rijweg. De drie Meertjes met de daaraan grenzende Riet
landen tussclien HeemskerkUitgeest en Castricum. De Wouden
onder Akersloot. Het gebroken Land en de Binnenmeertjes onder
Akersloot Het Rietland aan de noordzijde van de Laan weg en de
Heer Hngowaard. De olerlekerbraak. Het oude en gebroken Land
het Schermer-eiland genaamd. Het gebroken Land of zoo genaamde
Mijzen, gelegen tussehen Sehermerhorn en Ursern. De Zeestranden.
Het Alkmaarder- en Graflermeer. Het Zwanenwater in de Duinen
te Calnndsong. Het Rietland langs den Zeedijk, van Colhorn tot
Winkel. Het Lageland gelegen in de Moerbeek onder Haring
buizen. Het Rietland onder Haringcarspel. Het Diepsmeer en het
Kleimeer, en voorts het lage gebroken Land aan de oost- en west
zijde van de Langedjjken en benoorden den Twnijverweg te St. Pan-
eras alsmede bet gebroken Land aan de oostzijde van Koedijk, liet
liietl and en de zoogenaamde Wielen aan de oostzijde van den Zijp-
schen dijk. De Swinnen op bet Koegras, bet gatje achter de Graaf
lijk heidsduinen en ter zijde van het Kerkhof bij Huisduinen. Langs
de oevers van Meeren Stranden en Zeedijken in het Oostwouder
Veld. In en om de Kolken van Medemblik en die van Aartswoud.
Voorts op de lage Landerijen en de Polders Waalenburg in het
Booruder Nieuwland te Texel.
Tweede Jagt-üistrict.
De Legtneer, de Landscheiding, de Zwarte Polder, de Akkers bij
Landsmeer en Purmeriand en de Landen buiten de Zeedijken gelegen
Derde Jagt-District.
De Ililverstimsche Meent, de Kortenhoefsche Polder, de Uorsler-
meer, de Blijk-, de Spiegel-, de Ankeveensche en de Hollandsche
Polder en het Strand langs de Zuiderzee.
c. Dat de tijd ter uitoefening van bet Weispel van Kwartalen is
bepaald van den eersten Mei tot en met den vijftienden Julij
dezes ja ars.
Dat echter bij voorschreven Jagtbedrijf wordt verboden het
gebruik van alle andere netten dan steekgarens, sprei- en
vliegnetten zullende de twee laatstgemelde soorten nimmer
tot het slepen (tirasseren) der Kwartels mogen gebruikt worden.
En op dat niemand eenige onwetendheid van het hierboven be
paalde zoude kunnen voorwenden, zal deze alomtne worden gepu
bliceerd en geadigeerdalwaar zulks in deze Provincie te doen ge
bruikelijk is.
Haarlem, den 1 ll,en Februarij 1852.
De StaatsraadCommissaris des Konings voorn1.
Van E W IJ C K.
Advertentión gelieve men des Zaturdag mid
dags vóór 1 ure te bezorgende Prijs van 1 tot
5 regels is één Gulden, en voor eiken regel
meer 20 Centen, behalve 35 centen zegelregt
voor elke plaatsing.
tervolgens de bepalingendoor den Minister van Binnenlandsche
Zaken, Opper-Iloutvestermet overleg van Ileeren Gedeputeerde
Stalen, vastgesteld, ter conservatie van de Visscherijdezelve zal
geslote! zijn, van en met den eersten April eerstkomende tot en met
den vijftiende Mei aanstaandemet uitzondering van bet visschen
op Aal en Paling met aalkorven en zoogenaamde mallefuiken on
der bepaling nogthans dat de Visch tot den 15len April aanstaande
zal mogen vervoerd en verkocht worden.
Wordende de belanghebbenden wijders herinnerd aan de bepa
lingen van het Koninklijk besluit van den 23 Mei 1824 (Staatsblad
j n°. 34), waarbij het visschen met den bengelin den gesloten visch-
tijdin alle wateren hoe ook genaamd, wordt verboden; alsmede
j aan de bepalingen van Art. 11, 12 en 14 van de Wet van 11 Ju-
I lij 1814, n°. 29 (Staatsblad n°. 79) op het stuk der Jacht en Vis*
I scherijzijnde die artikelen van den navolgenden inhoud
j Art. 11. a De tijd der opening van de Jagt- en Vischtjjd, zal
voor iedere Provincie afzonderlijk jaarlijks door den Opper-Houtves
ter met overleg van de Provinciale Staten worden geregeld."
Art. 12. In den aldus bepaalden besloten tijd der Jagt en Vis
scherij zal geen Wild noch Visch waarvan bet jagen of vangen
alsdan verboden is; langer dan gedurende acht dagen, na het slui
ten van den Jagt- of Vischtijd mogen vervoerdnoch langer dan
j veertien dagen na die sluiting mogen verkocht worden, buiten bij
zondere voorkennis van Onzen Opper-Iloutvester."
Art. 14. Alle overtredingen, waarop geene bijzondere boete is
gesfeld, zullen gestraft worden met eene boete van twintig Gulden j
onverminderd de verbeuring van het jagt- of vischtuig, de honden,
-mitsgaders het gevangen Wild of den gevangen Visch, zoo als zulks
bij Art. 7 wordt gestatueerd gevonden."
En ten einde niemand eenige onwetendheid biervan, zoude kun
nen voorwenden zal deze alomme worden gepubliceerd en geaffi-
geerd, alwaar zulks in deze Provincie te doen gebruikelijk is.
Haarlem, den 19lea Februarij 1852.
De Staatsraad, Commissaris des Konings voornoemd,
Van E W IJ C K.
NATIONALE MILITIE.
BURGMEESTER m WETHOUDERS vau ALKMAAR;
verwittigen mits deze de belanghebbende Ingezetenen derzelve Stad en
Jurisdictie, ingeschreven voor de Nationale Militie van dezen jare
dat de Alphabelische Naamlijst van alle de Personen die aan de lig-
ting van dit jaar moeten deel nemen, ter visie van elk en een ie
gelijk zal liggen op het Raadhuis dezer Gemeente, van Maandag den
tjden jot eri met Zautrdag den 28sten Februarij 1852, des morgens
van tien lot des namiddags twee ure, (de Zondag uitgezonderdten
einde een ieder in staat zoude zijn, om, ingeval hem op die Lijst eeni
ge Personen of omstandigheden mogten voorkomen, die op dezelve
nog zouden belmoren te worden aangeteekend of daarvan moeten
worden weggelaten daarvan aan den Heer Militie-Kommissaris ken
nis te gevenmet last aan de Lotelingen voor de ligting des loopen
den jaars, om zich op Maandag den Eersten Maart aanstaande, des
morgens ten half twaalf ure Ie bevinden op het Raadhuis voornoemd,
ten einde aldaar voor den dienst der Nationale Militie te loten en
redenen van vrijstelling hebbende, die alsdan op te geven, alsmede
om de bewijzen tot'staving derzelve, bij de Wet gevorderd, uiter
lijk binnen vijf degen na de loting, te bezorgen ter Secretarie de
zer Gemeente
Alkmaar, den 6len Februarij 1852.
Eurgemeester en Wethouders voornoemd
F. C. W DRUIJ VE STEIJN,
De Secretaris
De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR.
De STA ATSRAAD, COMMISSARIS des KONINGS in de PROVINCIE
NOORD-HOLLAND,
Gelezen hebbende eene missive van Z. Exc. den Minister van Bin-
neolandsche Zaken, Opper-Hontvesler, van den 2den Februarij 1852,
n°. 239, (8e afdeeling), betrekkelijk de sluiting der Visscherij.
Gelet op de deliberalien van Ileeren Gedeputeerde Slalenvan
den 4tl°n Februarij II., n°. 21; alsmede op de nadere missive van
Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, Opper-Houtvester,
van den llden Februarij li., n°. 148 (8e afdeeling).
Brengt bij deze Ier kennisse van alle belanghebbenden, dat ach'
De Koning, willende een openlijk blijk van goedkeuring en ver
trouwen geven aan Zijne Koninklijke Hoogheid Willem Fredrik Hen
drik Prins der Nederlandenen vice-admiraalheeft bij besluit van
den 18den Februarij 1852 n°. 1Zijne Koninklijke Hoogheid be
noemd en aangesteld tot luitenant-admiraal en opperbevelhebber der
vloot, buiten bezwaar van de schatkist.
Alkmaar den 20sten Februarij 1852.
De ondergeteedenden leden van de commissie voor de te dezer
stede opterigten Hulpbank, hebben de eer, door deze, bekend te
maken: dat de gemelde commissie, uit haar middenheeft benoemd
tot President den Heer Mr. ,J. A. Kluppel, tot Penningmeester den
eerst ondergeteekende en tot Secretaris den tweeden ondergeteeken-
de en dat zij wijders aan beide ondergetekenden heeft opgedragen
om, tegen quitantie, in ontvang te nemen de gelden, die, ten°be-
hoeve van de hulpbank zijn toegezegd geworden.
De ondergeteekenden zullen mitsdien de vrijheid nemen, om in