A0-1853.
ALKMAARSCHE
R-- 'I.
COURANT.
Af a a. n d a g
um.:
mi r&m
3 Januarij*/
r y\
4BiaS
PUBLICATIE.
Deze Courant wordt eens in de week en wel
eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Centen
uitgegeven.
AANKONDIGING.
Dn ST\ ATSHAAR, COMMISSARIS des KONINGS in de PROVINCIE
NOORD-HOLLAND.
Gezien liet besluit van Reeren Gedeputeerde Staten van den I6<!™
December 1852 n°. 31.
Gelet op de bepaling gemaakt bij art. 11 der wet van 6 Maart
1852, (Staatsblad n°. 47);
Brengt ter kennisse van belanghebbenden dat de sluiting der
Groote Jagtin deze Provincievoor dit jaar, is bepaald op Vrijdag
den 31steD December aanstaande.
En zal deze kennisgeving worden gedrukt, afgekondigd en aan
geplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is; terwijl zij bovendien
ïal worden geplaatst in de Nederlandsche Staats- Haarlemmer en
Alkmaarsche Courant.
Haarlem, den IS1*6" December 1852.
De Staatsraad, Commissaris voornoemd,
Van E iv ij c s.
De GEDEPUTEERDEjSTATEN der PROVINCIE NOORD-IIOLLANÜ,
Gelet op het besluit des Konings van den 30sten Maart 1827,
(Staatsblad n°. 13), houdende nadere bepalingen op den jaai lijkschen
herijk der maten en gewigten
Gezien de artikelen 102 en 150 der wet van den Oden Juli] 1850,
(Staatsblad n°. 39).
Doen te weten dat in hunne vergadering van heden is vastge
steld hetgeen volgt
1<>. Dat de herijk der lengtt-maten en gewigtenvoor het jaar
1853, zal beginnen in de gemeente Amsterdam, met den 3den
Januarij en eindigen den 30steI> April 1853; dat die voor de
inhoiids-maten van druoge waren en van het goudgewigtte
Amsterdam zal plaats hebben in de maand Meien die der
vocht-maten voor den handel in het groot en in het klein al
daar, in de maand Junij 1853.
2°. Dat de herijk van al de maten en gewigten in het arrondis
sement Amsterdam en in de overige arrondissementen Haarlem
Alkmaar en Hoornzal beginnen met den lstr" April eu ein
digen den 30ste" J "lij 1853.
3°. Dat tot den ijk en herijk, gedurende het jaar 1853, is bestemd
de letter 1 van het golhische alphabet.
De belanghebbenden worden aangenaamd om zich de gemelde tijd
stippen ten nutte te maken en zich daardoor te vrijwaren voor on
aangenaamheden en orinoodige kosten.
Haarlemden 23sttB December 1852.
De Gedeputeerde Staten voornoemd
Van E W IJ C K.
De Griflier der Staten
H. H. R E L L.
De voormelde publicatie te doen plaatsen in de Haarlemsche-
Amsterdam sche- en Alkmaarsche - Couranten.
De publicatie door raiddel van het provinciaalblad ter kennis te
brengen van de gemeente-besturen in dit gewest, en die besturen,
daarbij tevens iiitlenoodigen en daar, warir het noodig mogl zijn,
aan te manen om hunne ingezetenen met die bepalingen voor zoo
verre deze hunne gemeenten betreffen, bekend te maken, en om
voorts te zorgen dat de ingezetenen bij het daar zijn van den tijd
der herijk vóóraf tijdig aan hunne verpligting tot het doen herij
ken der maten en gewigten worden herinnerd.
Haarlem den 23s,en December 1852.
De Gedeputeerde Staten der
Provincie Noord-Holland
Van E W IJ C K.
De Griffier der Staten,
H. II. R E L L.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dek Gemeente ALKMAAR
gezien de dispositie van den Heer Staatsraad, Commissaris des Ko'
nings in de Provincie Noord-Hollandde dato 2 December 1852'
li". M/S.(Provineiaalblad n°. 111), waarbij is bepaald, dat de
werkzaamheden der Nationale Militie, voor den jare 1853, binnen
de Steden en Gemeenten dezer Provincie, eenen aanvang zullen
nemen met den eersten Jauuarjj aanstaande.
Roepen ter voldoening aan art. 60 der wet van 8 Januarij 1817,
n°. 1omtrent de inrigting der Nationale Militie bij deze op, alle
Manspersonenhunne wettige woonplaats of domicilie binnen deze
ADVERTENTièNgelievemen'des Zaturdag mid.-'
dags Vóór 1 ure te bezorgen; de Prjj-Óvan 1 tot
5 regels is één Gulden, en voor eiken regel
meer 20 Centen, behalve 35 centen zegelregt
voor elke plaatsing.
I
Gemeente of Jurisdictie hebbende, welke op den 1 sten Jannarij 185.3,
hun negentiende Jaar zijn ingetreden eu mitsdien alle mannelijke
geborenen van het Jaar 1834, ten einde zich ingevolge art/59'der
voorz. wetin het daartoe gereed gemaakte register tot de ligting
voor de Nationale Militie te doen inschrijven.
En ingevolge art. 6 van de wet van 27 April 1820, alle Mans
personen die hun verblijf binnen dit Rijk zijn komen vestigen en
als ingezetenen moeten worden beschouwd ten einde zichvoor
zoo verre zij nog in de jaren der Militie vallen, insgelijks ter in
schrijving aanlegevenin dat register, waartoe zij volgens hunnen
ouderdom behooren
De inschrijving zal beginnen roet Zaturdag den lst("n Januarij 185.?*
en zal geheel en al moeten zijn afgeloopen den 20sten daaraanvol
gende.
fot dezelve zal worden gevaceerd in een der vertrekken op het
Raadhuis alhier, den 3de», 5de", 7<len; lQdei^ ]2tlen, 14den 17<len en
19Je» Januarij aanstaande, des namiddags van 5 tot 7 ure.
En ten einde voortekomen, dat iemand in de termen der in
schrijving vallende, zich door onwetenheid aan pligtverzuim schul-
j dig make, hebben Burgemeester en Wethouders noodig geoordeeld,
de Ingezetenen te moeten herinneren aan de navolgende bij voor
melde wet gemaakte bepalingen;
Dat, welke aanspraak op Vrijstelling iemand zoude vermeenen te
hebben wegens gebreken of andeizinshij des niettegenstaande
gehouden is, zich te doen inschrijven, gelijk mede tot de inschrij
ving verpligt ziju de gehuwden en afwezeuden.
Dat de Ouders, Voogden en Regenten, verpligt zijn, hunne Kin
deren ol Pupillen in persoonof door iemand daartoe door hun
schriftelijk gemagtigdte doen inschrijvendaarin nalatig blijvende
zullen zij vervallen in de boete daarop gesteld, en in geval van
volstrekt onvermogen met gevangenis worden gestraft, onvermin-
j derddat zoodanige Kinderen of Pupillen, even als alle andere
Jongelingen, welke zich aan de inschrijving hebben onttrokken,
indien zij geene redenen van Vrijstelling kunnen bijbrengen, in
eene boete, en bij onvermogen, tot gevangenis worden verwezen.
Dat als wettige woonplaats voor de inschrijving, wordt gehouden,
voor hen die ongehuwd zijn, de woonplaats der Ouders, en bij
overlijden van beidendie van den eerstbenoemden VoogdTooi
de gehuwden, de plaats, alwaar zij hun bestaan hebben, terwijl
die genen, welke geene Ouders, Voogd of eigen bestaan hebben,
moeten worden ingeschreven ter plaatse alwaar zij zich bevinden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen alle de In
gezetenen van deze Gemeente en Jurisdictie, welke dit aangaat,
om zooveel mogelijk in eigen persoon voorzien van een Extract uit het
geboorte register en, eene nota van de wijk en het nummer der woon
plaats doch bij volstrekt noodige afwezigheid door eenen hunner na
bestaanden of Voogden, aan deze hunne verpligting getrouwelijk en
naauwkeurig te voldoen en daardoor voortekomen dat zij niét als
onwilliger! worden aangezien en gestraft, hetgeen zeker van hunne
eigene nalatigheid het gevolg zoude zijn.
Alkmaar, den 16d™ December 1852.
Burgemeester en fVethouders voornoemd
F. C. W. DRUIJ VESTE IJ N.
De Secretaris
De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR.
PUBLICATIE.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente ALKMAAR,
gezien art. 21 der Wet op de Nationale Militie van den 8stPn Janu
arij 1817, n°. 1, waarbij is bepaald: dat zich jaarlijks vóór den 5den
Januarij aan het Plaatselijk Bestuur in geschrifte moeten adresseri n,
de bij de Nationale Militie voor zich zelve dienende Manschappen,
die in den loop van het laatst verloopen jaar, hetzij door overlijden
van eenen Vader of wel eener Moeder, (weduwe zijnde) of door
plaats gehad hebbende reglerlijke separatie of echtscheiding der Ou
ders, of eindelijk jdoor overlijden van eenen Broeder of Broeders, regt
op vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen hij art. 91 en 94 ge
maakt, hebben verkregen, eu hun ontslag dienvolgens zullen ver
langen.
En gezien de Dispositie van den Heer Staatsraad, Commissaris dca
Konings in de Provincie Noord-Holland, de dato 2 December 1352g.
n°. M/S., (Provinciaalblad n°. 111) waarbij aan voormeld 2I«
art. speciaal wordt herinnerd.
Brengen ter kennis van de thans voor zich zelve bij de Nationale
Militie dienende Manschappen, welke na hunne inlijving, ten ge
volge van art. 21 der voormelde Wet, redenen van vrijstelling heb
ben verkregen, en verlangen uit den dienst ontslagen te worden,
dat zij zich tot dat einde vóór den 5den Januarij aanstaandeschrif
telijk aan Burgemeester en Wethouders moeten adresseren, endaar-
bij overleggen de noodige bewijzen, ingerigt overeenkomstig de voor-