UP
Si
n
T I
AAN HET VERKOOPHUIS.
V
I N NAAM DES KONIN G S.
Te Alkmaar, bij de Erve van A. S T E R C K, in de Achlerdam, wijk C, n°. 589.
t i
3-inrvan vóór of op den 15 Januarij 1853 schriftelijke opf ave, beta
ling of afgifte Ie doen len kantore van den notaris A. 1'. de LA3GE,
Ie Alkmaar aan de breeslraat, of ten kantore van den Advokaat Mr.
M. A. KLUPPEL, staande aldaar, aan de Otidegraclit.
De GOLDBERGSCIIE KETTINGEN hebben hier weder wonderen
verrigt. Van verschilende zijden zijn mij genezingen bekend gewor
den, maar aaii slechts een geval is mij vergund door de Courant
publiciteit te geven. HENDRIK van der PAAL, inwoner dezer Stad,
leed 36 achtereenvolgende Weken lievig aan Rheumatische Pijnen
en negen daarvan Was hij aan zijne legersteden als geketend daar
zijne ledematen geheel verstijfd en verlamd waren. Voor eenigen
tijd heeft hij eene GOLDBERGSCIIEN KETTING bij mij gekocht en
reeds den volgenden dag bespeurde hij aanmerkelijke vermindering
van pijn; zijn lijden verminderde van dag tot dag en hij is nu ge
bee! genezen. De andere gevallen zijn even voorspoedig en er wordt
veel over gesproken. Zend mij weder nieuwen Voorraad KETTIN
GEN en REVALENTA UEd. Dienaar,
lloom 20 December 1852. L. II. R U T T E N li E R G.
De ECHTE KETTINGEN zijn voor ƒ1.80. 2.70. 3.60. 5.40. in
de onderstaande Dépots te verkrijgen.
Amsterdam, verkoophuis.
Alkmaar, J. Brongers Gz.
Edam, J. F. Akerboom Jr.
t> P. de Boer Pz.
Enkhuizen G. Riederhoff.
Hoorn L. II. Rutlenburg.
Purmerende, S. J. Veen.
Schagen G. C. Koning.
Zaandam, G. Tram, Apoth.
De Arrondissemenls-Regtbank te Alkmaar heeft geslagen het na
volgende Vonnis:
De Arrondisseinents-Regtbank Ie Alkmaar.
In zake van den Heer GERSON S1EFANUS d'ANCONA, wonende
aan het Nieuw Diep gemeente Helder, Eischer bij exploict van dag
vaarding van den deurwaarder CASPER BROOKSMIT van den llen j
September 1852, behoorlijk geregistreerd, hebbende tot procureur
den lieer JACOB CORNELIS VONK.
tegen
ANNA MARTHA TETTEROEÜE, echtgenoote van den Eischer GERSON
STEFANUS d' ANCONA hare wettige woonplaats verlaten en geene be
kende verblijfplaats in dit Koningrijk hebbende, geen procureur gesteld.
Gehoord de voorlezing der Conclusie voor den Eiseher genomen
door zijnen procureur JACOB CORNELIS VONK, aldus luidende:
Het de fiegtbank moge behagen tegen de gedaagde te verleenen
verstek en ten prnfijte van dien, des noods na gehouden getuigen
verhoor, des Eischers Eisch toe te wijzen en alzoo het tusschen par
tijen bestaande, den 12en October 1837 aan den Helder volliukkene
huwelijkup grond der kwaadwillige Aerlaling van de gedaagde te
verklaren ontbondenmet al de gevolgen van dien en het den 25>;u
Augustus 1838 uil dat huwelijk geboren en zich bij den Eiseher be
vindende Kind THEODORA JOHANNA d'ANCONA, aan diens voort
durende zorg op te dragen met condemnatie van de gedaagde in
de kosten.
Gehoord de conclusie van het Openbaar Ministerie, daartoe strek
kende dat de Regtbank voor en aleer do Eisch toe te wijzen den
Eischer zal gelasten ora door getuigen te bewijzen dat de gedaagdesse
de gemeene woning heeft verlaten vijf,jarenvoor dat deze Eisch
tot -echtscheiding wegens kwaadwillige verlating is aangevangen met
reserve der kosten -
Gezien de proces-stukken alle voor zoo veel noodig, behoorlijk
geregistreerd.
Wat de daadzaken aangaat.
Overwegende dat de Eisch strektle tot het verleenen van ver
stek tegen deze gedaagdesse en 2e om ten profijte van dien des noo
dig na gehouden getuigen verhoor des Eischers Eisch toe te wijzen,
en alzoo het tusschen partijen beslaande den 12e" October 1837 aan den
Helder voltrokken huwelijk op grond van kwaadwillige verlating van
de gedaagde te verklaren ontbonden met alle de gevolgen van dieu
en hel den 250n Augustus 1838 uit dat huwelijk geboren en zich
bij den Eischer bevindende Kind THEODORA JOHANNA d' ANCONA
aan diens voortdurende zorg op te dragen met condemnatie van de
gedaagde in de kosten.
Overwegende dal de Eischer den 12en October 1837 met de ge
daagde in de gemeente Helder is gehuwd en zij te zamen aldaar
gewoond hebbenterwijl de gedaagde den dertienden Maart 1800
zeven en veertig de gemeenschappelijke woning zonder wettige oor
zaak heeft verlaten, twee kinderen, bij den Eischer in huwelijk ver
wekt met zich voerende, en, alleen achterlatende haar kind THE
ODORA JOHANNA, den 25en Augustus 1838 geboren, en de gedaag
de in de gemeenschappelijke woning na haar vertrek niet is terug
gekeeld "niettegenstaande daartoe laatstelijk geregtelijk te zijn ge
sommeerd bij behoorlijk geregistreerd exploict van den deurwaarder
CASPER BROOKSMIT van den 22en Mei 1852 geëxploiteerd op de
wijze bij de wet voorgeschrevenuit hoofde zij geene bekende woon
plaats in dit Koningrijk heeft, met aanzegging van bij gebreke aan
de daarbij gedane sommatie te voldoen eu alzoo bij volharding om
tot den Éiseher terug te keeren hij zou overgaan tot het instellen
eener regtsvordering tot echtscheiding; dat de gedaagde op het be
hoorlek geregistreerd bevelschrift van den Voorzitter dezer Regtbank
ten gevolge van het ingediend rekwest door den Eischer, ten be
paalden tijde niet is verschenenen door denzelven Voorzitter mits
dienverlof is verlrend tot het instellen zijner vordering bij gewone
dagvaarding doch ook weder up de in hoofde dezes vermelde dag
vaarding niet is verschenen.
En wat de regtspunten betreft:
Overwegende dat, Artikel 76 van het Wetboek van Burgerlijke
regtsvordering gebiedt datbij niet verschijning van de gedaagde
tegen dezelve zal worden verleend verstek eu de conclusiën van den
Eischer zullen worden toegewezen.
Overwegende dit gemeld Artikel ziet op zaken van privaat reg-
lei-lijken aard en in geenen deele het gevolg kan hebben dat de
Regter gemeld Artikel zou toepassen zonder dat eenig bewijs door
den Eischer geleverd is, daar er speciaal bi] is gevoegd dat de Eisch
niet onregtmatig of ongegrond aan den Ilegter zou moeten voor
komen, teiwijl ofschoon bepalingen der Wet zouden kunnen
illusoir gemaakt waarbij de publieke orde belang heeft, die wel be
lmoren tot de attributen des Wetgevers, maar in geenen deele eeu
regel tot uitlegging der Wet, voor den Regter daarslellen.
Overwegende dat bij Artikel 816 van het Welhoek van Burger-
ljke regtsvordering en volgende Artikelen wel is voorgeschreven,
hoedanig de procedure lot echtscheiding moet worden irigerigt maar
dat ook bij Artikel 822 van dat Wetboek is bepaald dat de zaak
zal worden behandeld in denzelfden vorm, welke voor andere vor
deringen is vastgesteld, van welk bepaald voorschrift niet mag wor
den afgeweken indien de Wetgever daarop zelf geene uitzondering
heeft toegestaan.
Overwegende dat, ofschoon de bepalingen van Artikel 263 en 266
van het Burgerlijk Wetboek gebiedend zijn, deze evenwel in ver
hand met Artikel 76 van het Wetboek van Burgerlijke regtsvorde
ring moeten worden beschouwd indien de gedaagde niet verschijnt,
en ook de regten der tegenpartij door de adjudieatie der conclusie
niet worden benadeeld, daar het middel van verzet aan haar blijft
vrij gelaten.
Overwegende dat de gedaagde in regten niet verscheenen zijnde
ofschoon behoorlijk gedagvaard, alle termijnen en formaiiteiteu over
eenkomstig de Wet zijn in achtgenomen en het vijfjarig tijds ver
loop der kwaadwillige verlating zonder wettige oorzaak van zijde
der gedaagde heeft plaats gehad, waaruit volgt dat vermits de Ei'seh
gegrond is op de Wet die bij kwaadwillige verlating en volharding
gedurende meer dan vijf jaren het regt tot echtscheiding te vorde
ren toestaat, dit een eu ander in casu voor bewezen moet worden
gehouden en eeu getuigen verhoor tot geeue verdere uit komsten in
deze zou leiden, als nu reeds aan den Regter bekend zijn, waarom
dan ook de conclusie van den Eiseher aan den Regter niet ongegrond
of oriregtinatig voorkomt en dezelve mitsdien aan hem moet worden
toegewezen.
Gezien Artikel 264, 266, 276 en 284 van het Burgerlijk Wetboek,
alsmede Artikel 76, 816, 822 en 56 van het Wetboek van Burger
lijke regtsvordering.
Regtdoende in naam en van wege den Koning.
Verleent tegen den gedaagde het gevraagde verstek. Verklaart
het huwelijk op den 120n October 1837 door partijen te Helder aan
gegaan te zijn ontbonden uit hoofde van kwaadwillige verlating zon
der wettige oorzaak met alle de gevolgen van dien. Gelast dat het
kind THEODORA JOHANNA den 25en Augustus 1838 uit hun hu
welijk geboren en zich bij den Eischer bevindende, aan diens voort
durende zorg blijft toevertrouwd met veroordeeling van de gedaagde
en de faillante in de kosten van dit geding.
Gedaan en uitgesproken ter openbare teregtzitting van den drie-
eii-twintigsten December des jaars 1800 twee-en-vijflig bij de Heeren
Mr. J. A. KLUPPEL President, Mr. C. J. FRANCOIS en Mr. A. J. C.
MAAS GEESl'ERANUS van ZUIDSCHARWOÜDE Regters, in tegen
woordigheid van Jonkheer Mr. W. A. van I10GEND0RP Subslituut-
Ollieier van Justitie en Mr. P. BINKHORST Griffier.
j J. A. KLUPPEL.
(was get.) j B^KhORST Griffier.
V0or Expeditie conform
Afgegeven aan den Heer J. C. VONK, prokureur le Alkmaar.
De Griffier bij voorn. Regtbank
(get.) RINKHORST, Griffier.
Geregislreerd le Alkmaar den acht-en-twiiitigston December 1800
twee-en-vijftig, deel 39 folio 74 vak 5, vijf bladen zonder renvooi.
Ontvangen voor registratie-regt twee gulden veertig cents en voor
Griffie-regt drie gulden vijf'-en-zeventig cents, makende met de 38
opcenten acht gulden negen-en-veertig cents. ZAUN.
Voor kopy
J. C. VONK, prokureur.
In den jare 1800 twee-en-vijftig den één-eu-dertigsten December,
ten verzoeke van den Heer GERSON STEFAN US d'ANCONA, wonende
aan het Nieuwe diep, gemeente Helder, woonplaats kiezende te Alk
maar, ten kantore van den prokureur JACOB CORNELIS VONK,
heb ik CASPER BROOKSMIT, 1« deurwaarder bij de Arrondissemenls-
Re°-lbank te Alkmaar en aldaar wonende.
Met overgifte van kopy Beteekend aan Mejufvrouw ANNA MAR
THA TETTEROEDE, gehuwd met den requirant GERSON STEFANUS
n' ANCONA hare wettige woonplaats verlaten en geene bekende ver-
blijfplaats iiulit Koningrijk hebbende diens volgens mijn exploict doen
de door aanplakking van kopy van natenoernen vonnis, en dezer acte,
aan de gehoorzaal der Arrondissements-regtbank te Alkmaar op het
Stadshuis aldaar, door overgifte van een afschrift dier beide stuk
ken aan den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij evengenoem*
de Regtbank, die het origineel dezer voor gezien heeft geteekend ein
delijk nog door plaatsing dier stukken in de Alkiuaarsche Couraut.
Voorenstaande grósse van het Vonnis door de Arrondissements-Regl-
bank te Alkraaar"den drie-en-twintigslen December 1800 twee-en-
vijftig en zake tusschen den rekwirant als Eischer en de geïnsinu-
eerde als gedaagde bij verstek gewezenbehoorlijk geregistreerd
en waarbij het, tusschen den requirant en de geïnsinueerde be.
staaude huwelijk is verklaard te zijn ontbonden, en verder zoo als
daarbij is vermeld.
De kosten zijn f 4.50s.
salaris 3.30.
verschot 1.20'.
f 4.5U'.T
Gezien
de Officier van Justitie
(get.) G. van LEEUWEN.
C. BROOKMSMIT, l0deurw.
Voor Afschrift
C. BROOKSMIT, 1« deorw.
I'Tti «t r'f V i t»- i