ALKMAARSCHE COURANT flfeë I N°. IS. Zestigste Jaargang. 1858. 3 Mei. Maandag HIPS BH S ÏAJVJ- (DlBciccï (öcbceïtc. giëHcfecüifegch ©tsgrsigt. BUITENLAND. de Uitgevers 1 yc- a v VÏ* Deze Courant wordt wekelijks uit gegeven en is verkrijgbaar op Zou dag morgen, tussclien 8 en 9 ure. Prijs per jaar ƒ3,franco per post ƒ3,50, enkele Nos. 6 Cents. Brieven franco aan HERM COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, belialve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden ui terlijk aangenomen tot Zaturdag na middag 1 ure; ingezonden berigten oen dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, Ontvangen hebbende eene missive van den Heer Arrondissements ijker alhier, houdende //Kennisgeving, van de dagen tot den «Herijk der Maten en Gewigten binnen deze gemeente, voor de //dienst van 1858 vastgesteld, en tevens verzoek om daarvan wel //de vereisehte kennisgeving aan de belanghebbenden te willen doen." Gezien art. 13 van het reglement op den Herijkvervat in de dispositie van Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van den 31 Januarij 1822, No. 12. (Prov. blad No. 8.) Gelet op de wettelijke bepalingen, ten aanzien van den Herijk bestaande. Brengen mits deze ter kennisse van de belanghebbenden, zoo in als onder de jurisdictie dezer gemeente wonende: Dat tot den Herijk zal worden gevaceerd in het gewone IJk- Kantooronder het Stadhuis, en wel: Voor de gewone Maten en Gewigten, te beginnen met Maandag den 3 Mei en zoo voortgaande gedu rende drie achtereenvolgende wekentot en met den 22 Mei e.k. ingesloten, alle vier eerste werkdagen van elke week, van's mor gens 9 tot 's namiddags 3 ureen voor het Medicinaal en het Goud- en Zilver-Gewigt gedurende diezelfde 3 weken, aile Vrijdagen, des namiddags van 3 tot 6 ure. Burgemeester en Wethouders herinneren bij deze gelegenheid ieder belanghebbende, dat, ten gevolge der bestaande wettelijke verordeningen 1°. De Herijk jaarlijks moet geschieden. 2°. Dat de Herijk verpligt is voor alle in de winkels, magazijnen, verkoop- of werkplaatsen in gebruik of voorhanden zijnde Neder- landsche maten en gewigten, zoo voor natte als drooge waren. 3°. Dat dezelve, voor zooveel de lengtematen betreft, zich niet enkel bepaalt tot de elle, geschikt tot het meten van stoffen, maar ook tot alle duimstokkenkettingen en maatstaven bij de handwerkslieden en administratiën in gebruik. 4°. Dat van de drooge waren, welke met den strijker worden af gestreken ook de strijkers aan den ijk zijn onderworpen. 5°. Dat de ijk van het goud- en zilvergewigt zich uitstrekt tot de korrel en van het medicinaal gewigt tot de grein ingesloten. G°. Dat geene maten en gewigten anders dan behoorlijk schoonge maakt en van alle vuil ontdaan ten herijk kunnen worden aangeboden. Burgemeester en Wethouders zijn tevens door den Heer Arron- dissemeuts-IJker verzocht, de belanghebbenden te verwittigen, dat na den afloop van den door H. H. Gedeputeerde Staten voor den herijk gestelden termijngeene latere zittingen zullen plaats hebben, maar dadelijk daarna tot het bij de wet voorgeschreven onderzoek zal worden overgegaanhen tevens uitnoodigende om niet tot de laatste dagen der zitting te wachtenmaar zich van den beginne af, tot het doen herijken hunner maten en gewigten aan te melden, terwijl ter bevordering van hun gemak, eiken morgen ten half negen ure zal worden gevaceerd tot de afgifte van volgnummers voor dien of zoo de aanvrage te groot mogt zijnvoor eenen volgenden dag; in het vertrouwen dat op deze wijze een ieder gaarne zal willen medewerken tot eenen geregelden en voor zich zeiven gemakke- lijken afloop van zaken. Alkmaar, den 27 April 1858. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. Be Secretaris, SPANJAAllDT. I E. PUBLICAT SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, gezien Z. M. besluit van den 21 Maart 1828 (Staatsblad n°. C) houdende reglementaire bepalingen tot invoering der wet op de Schutterijen van den 11 April 1827 (Staatsblad n°. 17)in ver band met art. 67 8 en 9 van gezegde wet. Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur in de Provincie Noord-Holland, dd. 11 April 1828, n°. (Provinciaal blad n". 41), omtrent de executie der wet op de Schutterijen: Roepen bij deze op alle Manspersoneningezetenen dezer ge meente, welke op den eersten Januarij 1858 hun 25e jaar zijn in getreden, en alzoo diegenen, welke in den jare 1833 zijn geboren, alsmede de zoodanigen, welke ofschoon in andere gemeenten inge schreven sedert de laatste inschrijving binnen deze gemeente zijn komen wonen, en op den 1 Januarij 11. hun 34e jaar nog niet hebben voleindigden alzoo geboren zijn in de jaren 1832 tot en met 1834 ingesloten; de vreemdelingen van denzelfden ouderdomdie sedert de laatste inschrijving in de termen gevallen zijn, om, vol gens art. 2 der wet van 11 April 1827, als ingezetenen te worden beschouwd, benevens de gepasporteerde militairen, welke zich tot dus verre niet ter inschrijving voor de Schutterij hebben gepresen teerd, ten einde zich in de daartoe gereed gemaakte registers te doen inschrijven. Zij maken tevens de ingezetenen bekend: Dat de inschrijving zal beginnen den 15 Mei aanstaande, en geheel zal moeten zijn afgeloopen den eersten Junij daaraanvolgende, terwijl in een der vertrekken op het Raadhuis alhier voor de in schrijving zal worden gevaceerd van af den 15 Mei 1858, opDings- dag en Vrijdag van iedere week, tot aan den eersten Junij aanstaande, telken dage des namiddags van 5 tot 7 ure. En ten einde te voorkomen, dat iemand, in de termen der in schrijving vallende, zich door onwetenheid aan pligtverzuim schuldig makeheeft het gemeentebestuur 'noodig geoordeeldeen ieder bekend te maken met en te herinneren aan de navolgendebij de wet van 11 April 1827 (Staatsblad n". 17), gemaakte bepalingen. Dat een iegelijk, zonder onderscheidof hij mogt vermeeneu al of niet onder de bij de wet vrijgestelden of uitgestotenen te behoo- renverpligt iszich voor de Schutterij te doen inschrijven. Dat zijdie in meer dan eene gemeente hun verblijf houden, of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verpligt zullen zijn binnen die gemeente, waar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is, en bijaldien in die verschillende gemeenten, alleen dienstdoende, of alleen rustende Schutterij bestaatzich te doen inschrijven in die gemeente, alwaar zij voor de personeele belasting zijn aangeslagenen de ambtenaren in die gemeente alwaar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te houden. Dat degenen, die van hunnen juisten ouderdom geen voldoend bewijs gevennaar het oordeel van liet plaatselijk bestuur zullen worden ingeschreven, onverminderd de bevoegdheid van de inge schrevenen, om van hunnen juisten ouderdom nader te doen blijken. En dat eindelijk zijdie bevonden worden zich niet vóór den 1 Junij te hebben doen inschrijvendoor het plaatselijk bestuur zullen worden ingeschrevenen in eene geldboete verwezenter wijl zij daarenboven zonder loting bij de Schutterij zullen worden ingelijfdindien het zal blijkendat er tijdens de verzuimde in schrijving geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden. Burgemeester en Wethouders vermanen tevens ieder ingezeten dezer gemeentedien het aangaat, om zich tijdig van een geboorte extract te voorzien, waardoor zich een ieder van zijnen juisten ouderdom kan verzekeren, en hetwelk bij de inschrijving zal moe ten worden vertoond; alsmede om zich ten behoorlijken tijde tot de inschrijving aantemelden, ten einde de straf, wegens nalatig heid vastgesteldte voorkomen. Alkmaar, den 2G April 185S. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. Be Secretaris, SPANJAARDT. Denemarken. De Stenden van Sleeswijk geweigerd hebbende de heffing van buitengewone belastingen voor algemeene behoeften van het rijk goedtekeuren, heeft de Koning hun besluit vernietigd en de heffing bevolen. Engeland. Den 17 heeft de jury, na eene voordragt van den opperregter, lord Campbell, van 4 en eene beraadslaging van Ij uren. verklaard dat er geene termen bestaan om Simon Bernard, wegens medepligtigheid aan den aanslag op Keizer Napoleonte straffen, Het tegenwoordig zijnde en buitenstaande publiek begroette dptfe, vrijspraak met gejuich. De advocaat James had hem daags te voren verdedigd en de proc. genl. zijne schuld volgehouden. Den hij uit de gevangenis ontslagen.De maarschalk Pelissier i'sy 16 te Dover met hartelijkheid, maar daags daarna te Londen, wjac;:-- hij de Koningin zijne geloofsbrieven heeft aangeboden, met behooï,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1858 | | pagina 1