f.h ALKMAARSCHE COURANT N°. 33. Drieenzestigste Jaargang. [v^ 1861. Zondag 18 Augustus. VERTREK DER DILIGENCES EN STOOMBOOTEN. (Officieel (Bcbccltc. PaUtick #t»cv2igt. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4,—. Drieven franco aan de Uitgevers. EERM». COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor elke régel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ure ingezonden berigten een dag vroeger. Diligence J. v. d. Haagen. Diligence C. v. d. Haagen (in de Burg.) Diligence Raderstoombooten S. Nij m a n. Za a ns t r oom No. 1 2. Schroefstoombooten Schroefstoomboot Zurmuhlen en C. Stad Alkmaar. Naar Haarlem. Naar Haarlem. Naar Haarlem over Uitgeest. Naar Amsterd. Naar N. Diep. Naar Amsterd. Naar N. Diep. Naar Amsterd. JNaar IN. Diep. s Morgens circa 5J ure. s Namiddags circa Ij ure. Voormiddag 11 ure. 's Morgens 5J ure. (Alleen Maand., Woensd. en Vrijd.) 'sMorgens 5 J ure. 'sNamidd. 3lure. 'sMorgens 11 ure. 's Avonds 81 ure. 'sMorg.circa4Ju. Voorin, /li ure. 'sNam.circ. 12 Ju. 'sMorg. 10J ure. 'sAvonds u 8 ure. Uitgezonderc 'sNamidd. 3jure. Donderdag. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat de VAART door de beide pijpen van de Platte Stee- nenbrug tot nadere aankondiging zal GESLOTEN zijn. Alkmaar Burgemeester en Wcthouders voornoemd den 14 Juni] 1861. A. MACLAINE PONT. De Secretaris SPANJAARDT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat de NAJAARSKERMIS op den 21 Augustus aanstaande binnen deze gemeente een aanvang neemt en dat -op dien dag tevens de loting voor plaatsen zal worden gehouden. De ingezetenendie op de straat vóór hunne woningen eene plaats tot uitstalling hunner koopwaren verlangenzul len hiervanvóór de loting aan Marktmeesteren moeten kennis geven. Do platte Steanenbrug kan wegens reparatie, niet met tenten of kramen worden bezet. Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd den 27 Juli) 1861. A. MACLAINE PONT. De Secretaris. SPANJAARDT. Bij gelegenheid van de Algemeene Tentoonstelling van Landbouw, welke dit jaar te Alkmaar, van den 11 tot den 15 September aanstaande gehouden zal worden zullen aldaar eenige VOLKSVERMAKEN plaats heb ben, en onder deze eencllARUMRAVERIJ van PAAR DEN om een Prijs en Premie in zilver, ter gezamenlijke waarde van 350tot dat einde door het Gemeentebestuur verstrekt- De eigenaren van paarden worden uitgenoodigd aan deze harddraverij deel te nemen en hunne paarden op gemelden dag, des morgens ten tien ure uiterlijkter secretarie der gemeente bij de feestcommissie te doen aangeven. Alkmaar, Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, den 15 Aug. 1861. A. MACLAINE PONT. De Secretaris, SPANJAARDT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen mits deze ter kennis van belanghebbendendat tot bevordering van de vrijwillige dienstneming hij het regiment rijdende artillerie, Z. M., bij besluit van den 19 Julij 11., n°. 59, heeft, bepaald, dat van den 1 maand af, voor kosten van aanwerving bij voornoemd regimentzoo van iederen recruut, als van iederen milicien dieingevolge art. 171 der wet van 8 Januarij 1817, bij do staande armée overgaat, zal wor den te goed gedaan ƒ115, waarvan, wegens handgeld ofpremie, aan den aangeworvene zal worden uitbetaald 100. Burgemeester cn Wtethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 15 Aug. 1861. De Secretaris SPANJAARDT. ten van het dienstjaar 18fl, te rekenen van Maandag, den 19 Augustus, tot Maandag, den 2 September daaraanvol gende tegen overgifte van het in der tijd ontvangen repu ter secretarie der gemeente verkrijgbaar zijn gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. n 16 Aug. 1861. De Secretaris. SPANJAARDT. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, ten gevolge van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 StaatshlNo. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen der gemeentedat het primitief kohier van het Patentregt dienst 18|J, op den 13 Augustus 1861 door den Heer Com missaris des Koniugs in de Provincie Noord-Holland execu toir verklaard, op heden aan den Heer Ontvanger"der di recte belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingenwelke uit nalatig heid zouden voortvloeijen te ontgaan. Alkmaar, liet Hoofd van het Bestuur voornoemd, den 16 Aug. 1861. A. MACLAINE PONT. VOLJAARSPATENTEN. DIENST 1861/62. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbendendat de paten- BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen mits deze ter kennisse van belanghebbenden Dat tegeu betaling der kosten op de secretarie der gemeente verkrijgbaar zijn gesteld: GEMEENTEBLAD N°.45, houdendeschoolreglement voor het gym nasium en de openbare jongensschool, (i n 46j houdende instructie voor het onder wijzend personeel op diezelfde school. u u 47 houdende verordening van onderwijs op de openbare school voor meisjes. u n 48, houdende instructie voor het onderwij zend personeel op die school. u u 49 houdende reglement van orde en be- stuur van het curatorium over het Gymnasium en de openbare jongens school. n n 50, houdende verordening op de heffing en invordering eener plaatselijke be lasting op de brandstoffen. a u 5), houdende besluit tot afschaffing van het diepgeldkaai- haven- en liggeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. De Secretaris SPANJAARDT. In den nacht van 11 op 12 dezer, is op den Heiloër straatwegvan de zijde der stadkomen aanloopen een schaap, en eenige dagen vroeger losloopende aangetroffen een geitje. Daarop regthebbenden worden verzocht zich aautemelden aan het Commissariaat van politie te Alkmaar. De kwestie der blokkade van de Zuidelijke havens der Vereenigde Staten door het gouvernement van Washington levert steeds meerdere moeijelijkheden op. De admiraal Milne, kommandant van het Engelsch eskader tot bescherming der Britsche handelsbelangen naar de Noord-Amerikaansche wa teren gezonden, meldt in een officieel rapport aan zijne re gering, dat er in deze zaak geenszins naar een vast beginsel wordt gehandeld. De bewaking der in staat van blokkade verklaarde havens isvolgens dit rapportten eenen male onvoldoende; toch is op het congres te Parijs aange nomen, dat geen blokkade erkend behoeft te wordea dan die door een voldoende scheepsmagt wordt gehandhaafd. Door zijne toetreding tot hetgeen op dat congres is overeengeko men, is het kabinet van Washington verpligt aan de eisclien eener effectieve blokkade te voldoenop gevaar van haar bij gebreke daaraan door geen der andere mogendheden erkend te zien. Het schijnt zelf in te ziendat het daartoe niet bij magte isen middelen te beramen om op een andere wijze zijn doel te bereikenom namelijk door vernietiging van den buitenlandschen handel de Zuidelijke Confederatie tot onderwerping te noodzaken. Daartoe wordt nu van de zijde der Unie ofschoon naar het schijnt nog niet offici eel beweerd, dat men geen blokkade heeft bedoeld, en er dan ook geen eigenlijke blokkade bestaatmaar dat de regering slechts van haar regt, gebruik maakt om eenige ba rer eigene havens in dat gedeelte van haar gebieddat in opstand verkeert, te sluiten. Dit is echter in lijnregte te genspraak met de proclamatie van den President Lincoln waarbij de blokkade uitdrukkelijk is vastgesteld. Nog vreemder is de handelwijze van de regering der Unie, om van. de schepen naar de Zuidelijke havens bestemd in komende regten te heffenhet is duidelijkdat deze maat regel geheel in strijd is met het denkbeeld eener blokkade die de volkomen sluiting van een haven ten doel heeft. Ongetwijfeld zal de Britsche regering van deze onregel matigheden gebruik maken om de Zuidelijke havens voor den aanvoer van katoen naar Engeland open te houdenen alzoo tal van fabrieken aan het werk te doen blijvendie bij gemis van dien aanvoer zouden moeten stilstaan en dui- zende handen werkeloos laten. De Unie zal er niet in sla gen de havens der Zuidelijke Confederatie gesloten te hou den en den handel daarop te beletten. Dat hieruit moeije lijkheden met Engeland zullen voortvloeijen is zeer denkbaar maar dat dit vijandelijkheden ten gevolge zal hebben zeer onwaarschijnlijkde eerste bewegingen tegen het Zuiden zijn niet zoo voorspoedig geweest, dat de Unie zich in een nieuwen strijd zal willen wikkelen. De nederlagen door de Unie geleden benemen de hoop op een spoedige onderwerping van het Zuiden; wil mende wa penen laten beslissen, dan zai er welligt een geregelde oorlog moeten gevoerd worden, die van langen duur kan zijn. Dit kan weder niet geschieden zonder dat de belangen van andere mogendheden er onder lijdendeze zullen alle moeite aan wenden om aan den oorlog een einde te makencn bemid delend tusschen beide treden. In de Noordelijke Staten zei- ven is een niet onbelangrijke partijdieofschoon hare ge hechtheid betuigende aan de Unie en de onde constitutie zich heftig verklaart legen eiken dwang door wapengeweld tegen het opwekken van eenigen Staat tot liefde voor do Unie met dc bajonet en het handhaven der broederschap met de sabel. Hoe men dan ook liet voorname doel der afschei ding de instandhouding der slavernijmoge veroordeelen de regering der verscheurde Unie zal moeten inzien, dat de burgeroorlog tusschen zoovele miilioenen aan weerszijde, over een grondgebied van zoo vele duizende vierkante mijleneen ongerijmdheid is, en een verdelgingsoorlog zou worden. Welligt zal weldra een vergelijk niet meer onmogelijk, niet meer lafhartig, niet meer vernederend, maar daarentegen raadzaamverstandig en grootmoedig geoordeeld worden. Zulk een vergelijk wordt tusschen de Oostenrijksche rege ring en de Hongaren steeds moeijelijker; er schijnt zelfs geen hoop meer op te bestaan. Na een tijd van beraad genomen te hebben tot overweging van het Keizerlijk rescript, hebben de Hongaarsclio afgevaardigden het door den lieer Deak voor gestelde adres tot beantwoording daarvan met algemeene stem men en groote geestdrift aangenomende Magnatentafel heeft even zoo gehandeld. Bij dit adres wordt het Keizerlijk rescript wederlegdde beginselen van een vereeniging met de overige staten der Oostenrijksche Monarchie tot één ondcelbaren staat bestredende benoeming van afgevaardigden voor den alge- meenen Rijksdag to Weenen bepaaldelijk geweigerd en alle verdere onderhandelingen voor afgebroken verklaard. Beslis sender stap hadden de Hongaren niet kunnen doenzij heb ben op de uadrukkelijkste wijze verklaard, dat zij hun afzon derlijk en ouafhankelijk volksbestaan willen handhaven, en geen deel begeeren uit te maken van een grooten Keizerstaat; dat zij den Oostenrijkschen Keizer erkennen als hun consti- tutioneelen Koning maar niet als souvereinen Vorst, al moge hij dan ook welwillend genoeg zijn om hun een door hem zeiven vastgestelde grondwet te schenken. Zeiven hebben zij verklaard, dat wanneer de regering bij haar stelsel bleef vol harden alle onderhandeling voortaan nutteloos wasdat zij niet wilden medewerken om de plannen der regering te vervullen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1861 | | pagina 1