ALRMAARSCHE COURANT ;v. 44. Drieenzestigste Jaargang Zondag 3 November. VB 4 7 vertrek hek diligences en stoomboot e n. (DOficiccl (Qcbceltc. 4. 31 1861. AKSdT. £LOdidÉj!ic>cïic JScrigtcu. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar 3,40, enkele Kos. 7 Cents, franco per post/4,—. Brieven franco aan de Uitgevers. HE KM». COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ure ingezonden berigten een dag vroeger. Diligence 17. v. d. Uaagen. Diligence C. v. d. Uaagen (in de Burg.) Diligence S. N ij m a n. Raderstoombooten Zaanstroom No. 1 2. Sehroefstoombooten Zurmuhlen en C'. Schroefstoomboot Stad Alkmaar. Naar Haarlem. 'sMorgens circa 5 j. ure. 'sNamiddags circa 1-| ure. Naar Haarlem. Voormiddag 11 ure. Naar Haarlem over Uitgeest. Naar Amsterd. Naar N. Diep. 'sMorgens 5£ ure. 'sMorgens 11 ure. 'sNamïdd. 14 ure.| 's A vonds Gure. Naar Amsterd. Voorm. vil ure. Naar N. Diep. Naar Amsterd. 'sNam.circ. 12iu. i 's Morg. 104 ure. 's Morgens 5£ ure. (Alleen •sNamiddags circa 1*ure. Maand., Woensd. en Vrijd/ Bijzondere Dienst tusschen Alkmaar en Amsterdam, Maandag, Woensdag en Vrijdag. \m Mkmaar des morg. ten 7 ure. Beurtschepen naar AmsterdamDingsdag J. EngelsmanDonderdag T. F. de p^nes^TaknTi&g^G^de^neSj^ion^^C^de^jii)^ Naar N. Diep. 'sNamidd. 3iure. Uitgezonderd Donderdag. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis', van de belanghebbendendat op den 29 dezer door hen is uitgeloot No. 14 van de geldleeningaan gegaan krachtens raadsbesluit van den 26 Maart 1845 ten 'behoeve van den Hoeverschelpweg. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis: Dat op Maandagden II dezer, overeenkomstig de be staande verordening, zal plaats hebben: de schouw over de aan de gemeente behoorende vaartenslootenenz., breeder bij billetten omschreven. Alkmaar Burgemeester en Wethouders voornoemd, den 31 Oct, is61. A. MACLAINE PONT. De Secretaris. SPANJAARDT. DE NOORD-HOLLANDSERE SPOORWEG. In de laatste jareft is er zeker slechts zelden bij ons te lande een wet tot stand gekomen, bij welker behandelingen aanneming het plaatselijk belang zoo zeer op den voorgrond is getreden als bij de wet, die den aanleg van spoorwegen voor rekening van den slaat bepaalt. Mogelijk zou de wet waarbij de nieuwe Regterlijke Inrigting is vastgesteld, m dit opzigt met haar kunnen wedijveren. De aard eener wet als die tot aanleg der staatsspoorwegen brengt dit noodzakelijk medeimmers al neemt men m be- finsel aan, dat dit middel van vervóer, als van algemeen be lang, een voorwerp moet uitmaken van de zorg van den staatbij de bepalingwaar eu hoe de verschillende spoor- weMijnen zullen loopeneischen plaatselijke en gewestelijke belanden dringend gehoor. Gelukkig daarom het land, waar de hijzondere ondernemingsgeest in de vervulling der behoefte voorziet, eu waar de staat slechts behoeft mede te werken en 1e ondersteunen! Waar echter de staat zelf handelend moet optredenwaar menin de hoop dat de regering met. vaderlijke zorg en moederlijke teederheid hare kinderen zal helpen vergeet om zelf te doen wat de hand vindt om te doenwaar mendoor den ijver waarmede men zich toelegt op het schrijven van adressen en verzoekschriftenmeer en meer den aauleg verliest om zich zeiven te helpeneu dén tijd laat voorbij gaan met klagten over miskenning uitme- tinrr van eigen verdiensteophemeling en aanbeveling van bijzondere belangen daar is het dan ook niet meer dan billijkdat ieder zijn aandeel uit de algemeene kas krijgt elke mond gestopt en zoo mogelijk elk belang bevredigd wordt. Is de invloed van het plaatselijk belang bij de aanneming eener wet. tot aanleg van staatsspoorwegen verklaaibaar en onvermijdelijkhet wordt ergerwanneer die invloed m een bestaande wet verandering tracht te brengen, of haar althans op een andere wijze wil doen uitvoeren dan den wetgever hoogst waarschijnlijk voor deu geest stond. liet schijnt dat zoo iets bij den Noord'-Hollandschen spoorweg liet, geval is geweest. Bij de wet van 18 Augustus 1860 (istaatsbl n°. 45) was de aanleg van staatswege bepaald van een spoorweglijn //van Amsterdam door de Zaanstreek, of van Haarlem, langs Alkmaartot het Nieuwe Diep." Met deze woorden heeft de wetgever zeker wel niet anders bedoeld dan een spoorweg aan de westzijde van het Groot Noord-Hollaudsch Kanaal die het Nieuwe Diep en het noordelijk gedeelte van Noord- Holland met ons spoorwegnet zou verbinden. Neemt men Haarlem tot uitgangspunt, dan is geen andere rigting denk baar dan ten westen van het genoemde Kanaal: maar ook al gaat men van Amsterdam uitdan ligt die rigting voor de hand. Zij doet zich voor als de eenvoudigste, de natuurlijkste. Zood'ra men de oostzijde van het Kanaal neemt, worden twee bruggen onmisbaaren hoe veel men ook bij andere spoor- weglnnen over de bruggen heeft gesproken als hoogst ge- wintme werken, welker noodzakelijkheid op de rigtmg der üjnenvan den grootsten invloed was. bij de Noord-Hollandsche lijii schijnt, aan geen bruggen over het Kanaal, alzoo ook niet pan de oostzijde van dat Kanaalgedacht te zijn. Echter komen op. de begrooting van uitgaven voor de staatsspoorwegenwaarover de Kamers weldra te beslissen zullen hebbende kosten voor van twee draaibruggen over het Noord-Hollandsch Kanaal, als noodzakelijk voor de eer ste sectie van den spoorwegwaaronder verstaan wordt het gedeelte van-hot Nieuwe Diep op Alkmaar, volgens het voorstel der regering aan te leggen aan de oostzijde van het Kanaal. Is alzoo het door de regering voorgestelde plan in strijd te achten met de bedoeling der wet van 18 Augustus I860 er is zelfs een poging gewaagd om van de letterhet uit drukkelijk voorschrift der wet, af te wijken. Bij die wet is bepaald, dat de spoorweg langs Alkmaar zal loopen; evenwel schijnen de bemoeijingen van Gedeputeerde Staten een on derzoek bewerkt te hebben omtrent een plan om den weg te doen loopen over Rustenburg, tusschen Alkmaar en Hoorn. De Minister van Binneulaudsclie Zaken beeft echter aan -de lokstemmen van de oostzijdedie voornamelijk uit Hoorn schijnen gekomen te zijnweerstand gebodenen zich ver klaard voor een getrouwe .uitvoering der wet van Aug. 1860, die een spoorweg langs Alk-maar voorschrijft De voorbelde voor de oostzijde heeft evenwel vruchten gedragen; de rege ring toeli stelt wel een lijn voor van liet Nieuwe Diep op Alkmaar, maar die bij liet Nieuwe Diep terstond het Ka naal overspringt naar de oostzijde, eu later weer een sprong doet naar de westzijde. De Kamer van Koophandel en Eabrieken te Amsterdam heeft in een adres aan den Minister van Binnenl. Zaken dc groote bezwaren tegen een dubbele overbrugging van het Kanaal voldoende uit één gezet. Spoorwegbruggen moeten een geruimen tijd voor de vermoedelijke aankomst van eiken trein gesloten worden, en zijn dus hoogst belemmerend voor do scheepvaart; terwijl liet groot gevaar van aanvaring, dat bij draaibruggen altijd bestaatniet alleen de schepen maar ook de bruggen zelven met botsing en belangrijke schade bedreigtdie zelfs het verkeer langs den spoorweg zou kunnen stremmen. Deze bezwaren schijnen door allen erkend te worden. Dc Minister stelt er echter tegenover, dat er bij een spoor weg aan de westzijde toch bruggen over het Kanaal noodig zouden zijnom toegang te verleenen tot de verschillende stations. Dit is niet te ontkennenmaar zouden de bestaande bruggen niet voldoende zijn En al moest er ook nog een brug of pontveer meer vereischt, wordende kosten daarvan komen immers niet in vergelijking bij die voor twee spoor wegbruggen. De Minister beweert verder, dat ook deze bruggen de scheepvaart zoude belemmeren daar zij toch ook een~bepaalden tijd vóór het vertrek der treinen van de ver schillende stations gesloten zouden moeten worden, om aan de reizigers gelegenheid te geven de stations te bereiken. Dit komt ons niet noodzakelijk voor; de reizigers kunnen zorgen in tijds van huis te gaan, om geen gevaar te loopen van te laat te komen door het oponthoud^ door een geopende brug veroorzaakt een gevaar, dat ons in ons met bruggen gezegend vaderland overalzelfs te midden onzer stedendieigl Wij Vertrouwen alzoo, dat de bruggen voor de belangen der scheepvaart zullen moeten wijkenen dat de Kamers niet zullen toelatendat een reeds zeer gebrekkig Kanaal en dat toch tot niets minder dient dan om Amsterdam met de zee te verbinden, door een dubbele overbrugging nog onbruikbaarder wordt gemaaktjuist terwijl men schatten aanwendt om het door het afsnijden van lastige bogten verbreeding eenigzins te verbeteren. Het is waar. de oostzijde van het Kanaal is meer bevolkt dan dc westzijdestond dus alles gelijkmen zou de voor keur moeten geven aan de oostzijde. Tegen den aanleg aan do oostzijde komen echter in aanmerking de bedoeling der wet van 1860, de belemmering der scheepvaart en de millïoenen die de weg meer zal kostendan wanneer hij aan de westzijde wordt aangelegd. Het komt ons voor, dat dit alles de keuze moet bepalen op de westzijde van het Noord-Hollandsch Kanaal. De kosten voor de sectie Amsterdam—Alkmaar of Haar lem—Alkmaar zijn op de tegenwoordige be^rooting niet uit getrokken er zal das nog niet heslist worden, of Amster dam dan wel Haarlem het uitgangspunt zal zijn. Bij som migen schijnt dit echter geen vraag meer te zijn; zoowel de Kamer van K. on E. te Amsterdam als de Staatscommissie voor de spoorwegen, spreken slechts van een lijn van Am sterdam naar het Nieuwe Diepals of er geen Haarlem in de wereld was. Toch wordt in de wet van Aug. 1860 Haar lem zoowel als Amsterdam genoemden pleiten er voor Haarlem als uitgangspunt gewigtige omstandigheden. Vooreerst de hesparing vaueenige millioenen, daariocli voor Amsterdam weer een overbrugging van de Zaan eu het Y noodzakelijk isdoch de voornaamste reden komt ons voor deze te zijn: Noord- Holland moet niet alleen regtstrêeks verbonden worden met Amsterdam, maar met ons gansche spoorwegnet. Te Haar lem is de verbinding gemakkelijkeen spoorweg op Haarlem is tegelijk een spoorweg op Amsterdam op Leyden op den Haagop Rotterdam enz. De versmalling van het Holland- sche' spoor kan natuurlijk bij eene aansluiting te Haarlem niet langer uitgesteld worden en de verbinding van den Hóllandschen spoorweg met den Rijnspoorweg te Amsterdam moet noodzakelijk volgen. Zoo kan de omweg over Haar lem voor Amsterdam geen overwegend bezwaar zijn. lïoe de aansluiting van den Noord-Hollandselien spoor weg, wanneer die door de Zaanstreek met een brug overliet Y werd aangelegd, te Amsterdam zou moeten plaats hebben, schijnt daarentegen niemand duidelijkdc Staatscommissie spreekt zelfs van een verbindingslijn van Sloterdijk totGroot- Duivendrecht om Amsterdam. Zoowel het voorloopig verslag der Tweede Kamer als de Kamer van K. en E. te Amster dam komen hiertegen op: de laatste verlangt, dat de spoor weg regtstreeks uitkome op dat gedeelte van den IJkaut waar de kortste verbinding met den Rijnspoorweg mogelijk is. Zou zij zich de uitvoering van dit plan wel helder voor oogen gesteld hebben EB E L G I E. De baron de Vriere heeft zijn ontslag genomen als minis ter van buitenl. zakenen is opgevolgd door den minister Rogier wiens portefeuilledie van binn. zakenden heer van den Peereboom, een der warme liberalen, is ten deel gevallen. De heer Frère-Orban is minister van financiën Scworden. De aftreding van den heer de Vri'ere wordt al gemeen toegeschreven aan zijnen afkeer van de erkenning van het Koningrijk Italië. De Koning heeft het grootkruis der Leopoldsorde opge dragen aan den prins van Oranje. DIHTSVHLM». Door Coburg is in de Bondsvergadering voorgesteld, om de voordragt van Rijn-Hessen, ten aanzien van de Duitsche nationale vereeniging, zonder verwijl in overweging te nemen, en tevens eene herziening der verordeningen van het Duitsch- Yerbond. Hannover heeft een voorstel ingediend, betreffende den bouw van eene Duitsche oorlogsvloot en de versterking der Duitsche kusten aan de Noordzee. ENGELAND. De staatsman Sir James Graham, geb. in 1792 is den 25 na eene langdurige ziekteoverleden. Hij was meermalen minister. Britsch Indie is door hevige overstroomingen geteisterd waardoor vele eigendommen zijn verwoest en een groot aantal meusclien is omgekomen. Sedert 1838 had liet water zoo groote hoogte niet bereikt. FRANKRIJli. Eeni"e bisschoppen hebben reeds geprotesteerd tegen de bekende circulaire van den minister de Persigmj. betreffende de S Vincentius-vereeniging. De slechte indruk door dien brief' bij velen gemaakt, heeft dan ook van de regenngsorga- nen meer geruststellende verklaringen uitgelokt. Zelfs berigfc men, dat "de prefect van polioie van een groot aantal ver- eenigingen de gevraagde opgaven ontvangen en hen regelmatig gemagtigd heeft, om voortaan weder als vroeger te vergaderen. Denbeer Ratazzi, voorzitter van de Italiaansche Gedepu teerden, is bij den Keizer toegelaten, maar schijnt geen uitzigt op de ontruiming van Rome te hebben bekomen zoodat de beëindiging van het Romemsche vraagstuk nog niet te wachten is. Bij de verheffing van den aartsbisschop van Cliamuery Billiet, tot kardinaalheeft de Pauselijke ablegaat Miglia, te Compiègue, verklaard dat de Paus zich gelukkig gevoeld had aan den wenseh vau den Keizer te kunnen voldoen eu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1861 | | pagina 1