ALRMAARSCHE COURANT
V ierenzestigste J
r c
J5S, WSK2 ttrw S?K8S«i
i\°. 9.
Zond a
2 Maart.
V
(^(Ttcicel (Bcöccltc.
20 ™-1862*SPAnTaARPT.
fJoliiteïs
BH- halve maand.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs por
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, Iranco per post/4,—.
Brieven franco aan de Ditgevers.
tlB11M*. COSTER ZOON.
3 MMS
De Advertentiën kosten van 1—5 regels/ 0, i 5, voor
elke regel meer 15 Cents, belialve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 ure ingezonden berigten een dag
vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR;
Voldoende aan art. 35' lidder verordening van den
Gemeenteraad dato 30 December 185S (üemeentebl. N°. ioj.
Brengen ter algemeene kennis
Dat de loting voor de in dit jaar voor de brandweer in
geschreven personenbenevens voor beudieal hoewel
vroeger ingeschreven tot de reserve zijn aangewezenzal
plaats hebben inde Prinsenzaal ten Raadhuize dezer gemeente,
op Dinvsdagden 4 Maart aanstaande, des voorimddags ten
"in x\re^ Buroemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
NATIONALE MILITIE.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTEIten WETHOUDERS van ALKMAAR;
Gelet op art. 87, D lid, der wet van 19 Augustus 1861
(Staatsblad No. 72).
Brengen ter algemeene kennis TT
Dat de Militieraad in het ressort van Noord Lo.iancl
dit jaar zijne zittingen zal houden te Alkmaar, tot het on
derzoek der reclames van de lotelingcu dezer gemeente van
1S61 die in dat jaar zijn vrijgestelden beneden het hoogst
opgeroepen nummer gebleveu zijn en wel in een der kamers
van het Raadhuis aldaar, op Woensdag, den 12 Maart aan
staande voormiddags ten negen ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 26 Feb. 1862.
SPANJAARD!.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de ingezetenen
Dat de PATENTEN van het derde kwartaal, van den
3 tot den 17 Maart 1S62, ter secretarie der gemeente kun
nen worden afgehaald.
Alkmaar Burgemeester en II ethouders voornoemd,
den 28 Feb. is62. A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
S P AN J AARDT.
Stads
staan, op eene jaarwedde van 700,benevens vrije wo
ning in de Apotheek.
De sollicitatie staat open tot den 15 Maart 1862, met
jortvrije brieven en overlegging van bewijzen van bekwaam-
;ieid en goed gedrag, aan den Burgemeester der gemeente.
Burgemeester en Wethouders.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den. 28 Februari} 1862. De Secretaris.
SPANJAARD'!.
Het GEMEENTEBESTUUR verlangt in de
Apotheek, om dadelijk aldaar in functie te treden:
//Er is geen groote stad in liet Koninkrijk (Engeland)
zegt de Eu^elsche geschiedschrijver Alucauloy ergens die
*een beterebestanddeelen voor een Wetgevend Ligchaam
3övat, dan geheel Frankrijk m 1789 kon opleveren. Er is
geen dispnut-coliegie in ecnige kroeg te Londenwaar de
regelen der beraadslaging niet beter verstaan en strenger ge
handhaafd worden dan in de constituerende vergadering. Er is
bijna geen staatkundige vereenigiug die niet in een hall uur
een verklaring van regten kan opstellen, beter dan die welke
de gezamelijke wijsheid van Frankrijk gedurende verscheidene
maanden bezig hield."
Wij zijn niet genoeg met de bekwaamheden van het geheeie
Engelsche volk in dit opzigt bekendorn voor de waarheid
dezer beweringen te durven instaanrnaar wij meenen red
nen te hebben om Macaulag op zijn woord te geioovcu.
Waarheid toch is de beschrijving die hij van de zittingen van
de Nationale Vergadering geeft: //ïlunne beraadslagingen
bestonden in een ciudelooze opeenvolging van nietige betoogen,
alle beginnende met iets omtrent het oorspronkelijk maatschap-
delijk verdrag, menschen in den natuurstaat, levende van jagt en
vischvangst, en meer zulke dwaasheid. Somtijds verlevendigden
en wisselden zij hunne lange voorlezingen afdool' kleine oproei-
tjes. Zij tierden scholden en dreigden met hunne vuisten. --
Zijn de Franschen na H7S9 voel vooruitgegaan? Wij wil
len ceene vergelijkingen maken tusschen de Nationale Ver
gadering van 1789 en den Frauschen Senaat,; welks onstui
mige zittingen overvloedige stof hebben geleverd om de dag
bladen der laatste week voor de helft te vullen; maar wij
gelooveu toch zonder gevaar voor tegenspraak te mogen aan
nemen dat het laatstgenoemde ligchaam nog zeer verre ver
wijderd is van //dat bewonderenswaardig stelsel van parlemen
taire bedrevenheid dat in het Engelsche Huis der Gemeenten
sedert lang is gevestigd, en dat Huis der Gemeenten, on
danks al de gebreken zijner zamcnstellingtot het beste en
n 't genus van
een Hollandsch woord pleit niet sterk voor onze vorderingen
in deze zaak van de wereld heeft gemaakt.'
Ook nu nog lange geschreven? redevoeringen, al-
gewisseld door kleine oproertjes. In 1/89 nam men zijn tekst
uit het evangelie van het maatschappelijk verdrag, nu uit
dat der Napoleontische beginselen. Zoowel de oud-adelijKe
de la Rochelaquelein, als de revolutionaire Prins Rapoleoaen
de Minister Billaultdie uit naam vau de Regering spreekt,
beroepen zich op de beginselen van liet, Napoleontische Kei
zerrijk als de bron vau alle goede maatschappelijke icgeun0.
Trouwens ds Regering heeft het duidelijk genoeg en bij her
haling gezegddat de tegenwoordige staatsregeling met tot
een punt van overweging mag gemaakt worden; zij mag niet
alleen niet beoordeeld, maar zelis met' onvoorwaardelijk „e-
nrezen wordenomdat ook die lof tegensprak zou kunnen
uitlokkeu: De vroegere legitimist, wiens voorvaderen als
slagtoffers der revolutie zijn geya len verklaart dat hij het
Keizerrijk verdedigtmaar wil in het Keizerrpk den bestrijder
der revolutie ziem lljj verlangt slechts de Regering op ste
vige grondslagen gevestigd te zien, en eischt door de hand-
havin™ van orde en rust in de maatschappij de bevestiging
van liet vertrouwendat eenmaal aolit millioen stemmen op
den Keizer uitbragt. Daartoe vordert hij de beteugehng der
democratische drukpers, die de regeringloosheid predikt de
godsdienst bestrijdt cn de zeden ondermijnt Waarschijnlijk
echter begrijpende, dat de Regering moeijelyk de democra
tische bladen geheel kan onderdrukken en aan de organen
der geestelijkheid en der reactie volle vrijheid schenken,
verlangt hij ten slotte, dat de Regering haar tegenwoordig
stelselvau waarschuwing m opheffing zal lateu varen, en he,
aan de Regterlijke Magt zal overlaten om de uitspattingen
der drukpers te vervolgen en te straffen.
Gok Prins Napoleon verklaart zich éen met het Keizerlijk,
mol het vrijzinnige en constitutioneele Keizerrijkdat de
toepassing en verwezenlijking is der beginselen vau de revo
lutie. Hij verklaart altijd met de revolutie, te zulKn zyn,
daarom bestaat er geen scheiding tusschen de Regering en hem,
Prins Napoleon, die altijd de toepassing van de boginsolen der
revolutie vordert, Ook hij erkende het erfrégtmaar met op de
wijze van den heer de la Rochejaguelemhij herinnerde aan de
woorden van Napoleon l: "Mijn geest zal zich van mijne
nakomelingschap afwenden, zoodra zij mogt ophouden de
liefde en het vertrouwen der groote Eransche natie waardig
te zijn." Alzoo zich in de geschiedenis verdiependeen de
beginselen uiteenzettende waarop het Keizerrijk steunt, her
innerde hij ook. dat Napoleon I. van Elba terug keerendc,
de Tuileriën is binnengetrokken onder ae kreeten van het
28 Februari] 1862.
Alles is ijdellieid, zoo sprak de wijsheid der ouden, en
ook wij in onze negentiende eeuw hebben den moed on
zer "ebreken en herhalen met luider stemmeja, a es is
ijdelheid. Wij wagen echter (ook dit is misschien IJdelheid)
een klein verzet tegen de wanhopende gestrengheid van de
oude spreuk, en beweren bijv. dat liet toch met enkel IJdel
heid is zoo wij ons verheugen, dat onze Alkmaarsche Cou
rant hier en daar de aandacht, trekt, en zoo van tijd tot tijd
zelfs eene lieve vrouwenhand zich over haar erbarmt. Vooial
deze barmhartigheid streelt ons, en het is daaromdat wij
ons "elukkig gevoelen onderstaand schrijven hij wijze van
halve maand te kunnen mededeelen. De schrijlster zalik
weet het, niettegenstaande hare schuchtere nederigheidde
openbaarmaking dezer regelen ons niet ten kwade duiden.
In die hoop laten wij ze hier volgen:
Mijnheer Neanias Veroorloof mij, dat ik geene pligfple-
gingen maak. Ik ben hoofdonderwijzeres, maar ben nog
niet gewend met liet bijltje te hakken. Zoo zwaar had ik
mij mijne taak niet voorgesteld. Er gaat mij echter au eia.
licht op. Als ik uw laatsle halve maand goed begrepen heb.
dan staat u in eenige betrekking tot een man. die zich noemt
Jan Jeugdvriend, en die dan ook zijn geheel leven aan liet
onderwijs der jeugd schijnt gewijd te hebben. Och, zoo ik
met dien goéden ouden en zeker vriendelijken mijnheer
Jeugdvriend in aanraking kon komen, wat zou mij dat ver-
Wiiilen! Hij zal zich zeker ook wel op de hoogte gebragt
hebben van'de wet op het lager onderwijs. En zie, mijn
heer Neanias, ik heb die wet natuurlijk ook eenige malen
doorgelezen, doch ben op eenige punten niet wijzer gewor
den. Ik heb mij een paar uitgaafjes met aauteekenmgen
aangeschaftmaar zelfs het door N. J. Calisch bewerkte
dat "alleen zoo wat de stemmingen doet kennen, hielp mij
niet veel. Ik wil teen kwaad zeggen van die wetde on
derwijzeressen worden doorgaans op gelijke lijn gesteld met
hare collega's der andere kunne; vooral art. 44 is zeei gra
cieus en spreekt eerst van de //hulponderwijzeres en dan
van den hulponderwijzer. Ik wil ook niet lagchen om de
deftige bepaling van art. 2: //Lager onderwijs wordt gege
ven in scholen en in de woningen der ouaers ot voogden
ynn de kinderen," waaraan dan zeer vernuftig wordt toege-
voegd: /'liet eerste is school-, het laatste huisonderwijs."
Maar ik stuit bepaald b. v. op eene zwarigheid, die do heer
Jeugdvriend mij welligf. wel zal wi'len oplossen. Och, mijn-
lieer Neaniasdoe s. v. p. een goed woordje voor me eu
vraag hem eens, hoe ik liet moet aanleggeu om in de geschiedenis
ouderwijs te geven zonder godsdienstige begrippen, of liever die
alszoodaniggelden, aan te raken. Ik mag toch mijne meisjes niet
lastig vallen met allerlei jaargetallen en min of meer barbaarschc
namen uit ouden en nieuwen lijd, die als zinledige klanken,
zoo niet wanklanken, noch haar verstand, noch haar smaak
zullen ontwikkelen. Hoe wil ik haar in 's hemels naam eenig
denkbeeld geven van de geschiedenis na Christus, zondei ten
miuste stil' te staan bij die verhevene persoonlijkheidhaat
liefde in te boezemen voor die indrukwekkende verschijning
en den zegenenden invloed van deze voor de mensehheid
Hoe kan ik bepaald onze vaderlandsche geschiedenis verhalen
Al ben ik eene vronwik hen trotseh op mijn vaderland en
onze groote mannen. En dan zal ik Willem den Zwijger met
stilzwijgen voorbijgaanom niet te kwetsen een kin Ije van
dezen of genen vriend van Philips II of liet dochtertje van
iemand die onzen vaderlandschen held gewoon is te laken
om zijne godsdienstige verdraagzaamheid Zal ik dan aan
mijne meisjes wijs makendat O zoo fatsoenlijke soldat en dooi
O zoo'n fatsoenlijken Spaanschen Koning gezonden in oi 'o
de ook wel fatsoenlijke stad Alkmaar kwamen belegereneu dat
de eenige onfatsoenlijkheid van die Aikmaarders was zich niet
zoo zachtzinnig te lateu behandelen als de Haarlemmers enz..
Moet ik voor mijne leerlingen zwijgen van de miskenning dei-
beginselen van den Vader'des A'aderlands door de blijvende
uitsluiting der Katholieken ook na de gevaarvolle tijden der
omwenteling Neendat kan nietdan moet. men 4e E®"
sehiedenis weren van de scholen. De heer Jeugdvriendhij
kome mij toch ter hulpe in mijnen bangen nood.*) Doch
zoo al schrijvendemaakt zich behalve dat gevoel vau on-
magt nog een ander gevoel onweerstaanbaar van mij mees
ter"; vrees niet, mijnheer Neanias, en vergun mij alleen te
zeggen, wat mij op het harte ligt: ik bedoel liet gevoel van
Ik kan de geëerde schrijfster weinig moed geven. Ik herinner
mij eeu gesprek met, mijnen ouden vriend over dit. punt,
maar ook hij achtte het een wezenlijk bezwaar, althans zoolang
eene geheel vrije behandeling der geschiedenis aanstoot zal
kunnen geven.
weerziu tegen eene gewoonte onzer jonge damesdie veelal
bij liet verlaten der min of meer goede school zich volleerd
rekenen en het beneden hare waardigheid achten zich in
deze of gene zaak te bekwamen. Het is zoo treurig to den
ken dat zoo vele heerlijke krachten te loor gaanen dat
no" steeds (niettegenstaande merkbaren voortuitgang) een
eroot gedeelte van de mensehheid zich tot beuzelingen ver
oordeelt Men houdt de Engelsche romanliteratuurvoor
al in vertalingen zoo wat bijmen zmgt iets van 6oncone;
men speelt VEspoir of zoo iets van van Tal.js. zelfs een
groote Fantasie (ontzaggelijk classiek) met variaties misschien
van Rosellenmen kan een allerliefst Eransch briefje schrij
ven- het spreekt van zelf: Duitseh is zoo vervelendde
Gloake var, Schiller welligtmaar het is toch met de moeite
waard' Men is daarenboven aangenomen, waarschijnlijk bij
den Eranschcu dominé zoo deze er is want, ziet U, dan
onderhoudt men zoo aardig het Fransch. Als men geen for
tuin heeft, moet men wat van het huishouden leeren en
dan maar de lieve wijdewijde wereld in Mama kipt deze
of gene goede partij uit of treurt (liet geldt toch het welzijn
van haar kind! aandoenlijk niet waar?), dat zij geen goede
vondst kan doen. De dochter speelt inhet eerste geval liet
carnaval de Venisehet is een lief kind en zal een aller-
degelijkst huismoedertje zijn. In het tweede geval zingt de
dochter van de zwaluwen cu werpt zich zelre liefelijk tapis
serie //(-wordenmet, groote devotie op allerlei fljmgheJeu
"van het tapisseriewerk. Dat houdje. wat is dat mooi opge
werkt het ligt er compleet op, vindt u niet? Ja mijnheer
Neanias oeef ook uwe bewondering te kennen maar heb
medelijden, ook met mij, dat ik mijne sexe zoo moet afval
len Het is bard om het te zeggen, maar zóó gaat, het leven,
zonder eeni" hooger genotvau duizend en duizende vrouwen
daarheen. Evenwel wat zeg ik, ik zelve kon ontzaggelijk
veel werkzamer zijn voor mijne school, ca mag ik dan au-
deren zoo streng beoordeelen? De waarheid echter dwingt
soms tot spreken. Vergeef dus, mijnheer Neanias, mijn
welligt weinig vrouwelijken klaagtoon, cn geloof aan rie
Aldus met bijzondere dankbetuiging en" verklaring, dat
zeker J. Jeugdvriend met mij zich haasten zal de kennis te maken
van de enthousiaste onderwijzeres overgenomen door mij