*8ö8. ALKMAARSCHE COURANT N°. 83. f ierenzestigste J aargang. f %SgP Zondag 8 Junij. V (Officieel (ÖcbccUc. politick #0crzigf. Ö&lcfieïijfcscïic ficrtgtcu. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prys per jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post ƒ4, Brieven franco aan de Uitgevers. HEKM". COSTEIl ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels J 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ureingezonden berigten een dag vroeger. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR brengen 1er kennis van de belanghebbenden: Dat de Patenten, beschreven in de maanden Eebruarij Maart en April 1862, in gereedheid zijn en afgehaald kunnen worden ter Secretarie dezer gemeente, tegen overgilte van het bij de beschrijving afgegeven reyugedurende de eerst komende veertien dagen van 's morgen 102 uur. AlkmaarBurgemeester en Wethouders voornoemd, den 24 Mei 1862. A. MACLAINE PONT. l)e Secretaris, SPANJAARD!'. BURGEMEESTER en WETHOUDERS [van ALKMAAR brengen bij deze de ingezetenen in herinnering, dat bij art. 27 der verordeuing vau politie op de strateu pleinen enz. binnen deze gemeente van 20 Augustus 1856, No. 11 (Gem. blad No. 51). is bepaald: Het is verbodende straten binnen drie wekennadat zij door het uitbreken van een of meer steeuen of binnen zes weken, nadat zij bij eene vernieuwing opengesteld zijn, te schrobben of het zand aftegeven, op eene boete van ƒ1,— tot 10Burqemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 17 Mei 1862. De Secretaris, SPANJAARD'!. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengennaar aanleiding eeuer bij hen dezer dagen ontvan gen aanschrijving van den Heer Commissaris des Koniugs in dit gewest, ter openbare kennis: Dat elke Milicien verlofganger der Nationale Militiedie zijn vierde dienstjaar volbragt heeft, tot het aangaan van een huwelijk wordt toegelaten, mits hij voorzien zij van eene toe stemming franco aantevragen by den kommandant van het korps waarbij hij dient, en niet, zoo ais tot dus verre wel eens plaats vond, bij den Heer Minister van Oorlogterwijl het niet noodig is, dat de schuld op het klcediug- en reparatie fonds worde aangezuiverd. Burqemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 4 Junij 1862. Be Secretaris, SPANJAARD!. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen bij deze ter kennis van de onder N°. 37, 38, 39 en 40 van tabel N°. XIV der wet. van 21 Mei 1819 aangeduide patentpligtige slijters tappers, kroeg- en koffljhuis- houdersbinnen deze gemeente, dat zij hunne patenten kunnen afhalen gedurende de eerstvolgende 14 dagen, van des morgens 9 2 uret.egcn overgifte van het deswege door den Ontvanger der directe belastingen afgegeven repu en vertooning der bewyzendat zij hunnen aanslag voor het loopeude dienstjaar voor de helft hebben voldaan. Tevens wordt den belanghebbende herinnerd, dat tonder het bezit van zoodanig patentde wet niet veroorlooft een der hierboven genoemde beroepen uitteoeieuen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 6 Junij 1862. Be Secretaris, SPANJAARDT. KENNISGE VING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, ten gevolge van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 {Staatsblad N°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der gemeente, dat het 4® kwartaals kohier van het Patent- regt, dienst 18; j, op den 31 Mei 1862, door den Heer Commissaris des Konings in de Provincie Noord-liolland executoir verklaardop heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeijen te ontgaan. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur worn, den 4 Junij 1862. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen bij deze ter algemeene kennis: Dat het Orgel in de Groote- of St. Laurenskerk, met ver gunning van Ileeren Kerkmeesteren gedurende de maanden Juny, Julijen Augustus zal worden bespeeld, des Woens dags 'van elke weekvan des namiddags 7 8 ure. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar. A. MACLAINE PONT. den 7 Junij 1862. Be Secretaris, SPANJAARDT. Aan do belanghebbenden wordt kennis gegeven, dat, de admissiën voor de gedelegeerden der 2® klasse van dc 248® 249® en 250® Staats-Loterijenbinnen deze gemeente, m ge reedheid en tegen betaling van 15 Cents ter secretarie dezer gemeente verkrijgbaar zijn. De volgende personen worden verzocht zich zoo spoedig mogelijk aantemelden ter Secretarie dezer gemeente: TRIJNTJE den DUNNEN, laatste woonplaats Rotterdam; COENRADUS NICOLAAS BEUMER, 1. w. Groningen; JOHANNES ARNOLDUS RIDDER, 1. w. Helder; ARI- AANTJE MOLENAAltS, 1. w. Beverwijk HELENA JO HANNA SCHWARTZ, 1. w. Schiedam; JACOB LAM J'., w. Zaandam; ZWAANTJE WUBBENHÖRST, 1. w. Win kel; JAN OLIE, wonende aan den Omval; JAN MEIJER; DIRK WAIJBOERJAN WILLEM van de POLL; DIRK HULST; THOMAS FRANKEN. POLITIE. Gevonden te Alkmaar, een siloeren Sigarenkoker; de daarop regthebbende kan dat voorwerp terug verkrijgen aan het bureau van Politie te Alkmaar. In de Eeuwige Stad is het Hoofd der Kerk omringd door prelaten en priesters uit alle oorden der wereld. De zwakke wereldlijke Vorst, nog slechts in het bezit van een klein ge deelte zijner vroegere staten en in dat bezit gehandhaafd niet door de enkele divisie Fransche troepen die er overbleef, maar door het ontzag dat de Fransche vlag weet in tc boe zemen de Souvereiubinnen wiens gebied en voor wiens onderdanen door een vreemden generaal vreemde wetten verbin dend, en vreemde regthanken bevoegd verklaard worden, wiens gezag eiken dag kan ophouden te bestaan ziet zich als Hoofd der Kerk gehuldigd door vertegenwoordigers van schier alle eenigzins beschaafde volken der aarde. Overtuigend bewijs dat beide waardigheden volkomen onafhankelijk van elkander bestaandat de eene noch door de vastheid der andere ge steund noch door haar wankelen geschokt wordt. De vestiging van een groot- volk vordert het bezit van de stad, waarin het Hoofd der Kerk sedert eeuwen als wereldlijk Vorst heeft geheerschten men vraagtof ooit de Kerkvoogd daar zal kunnen blijven zetelen, wanneer het wereldlijk gezag in andere handen berust of zijne onaf hankelijkheid, en daardoor de onafhankelijkheid der Katho lieke Kerk ook bij dien veranderden toestand volkomen veilig zal zijn of het raadzaam isdat de Paus Rome verlate.— Niemand kau vorderen of verwachten, dat de H. Vader uit eigen beweging staat en stad overgeve, noch dat hij de in bezitneming daarvan goedkeure en bevordere. Er kau alleen verschil zijn over de mate van wederstand die er geboden moet worden aan den drang der omstandigheden, over het gewigt van de wereldlijke magt voor de onafhankelijkheid der Kerkover de waarde die er gehecht moet worden aan het bezit der stad die de Eeuwige en de Heilige genoemd wordt. Wie zal de belangrijkheid dezer vragen ontkennen, en zich verwonderen over den ijver, waarmede die honderde geeste- ijken zich spoeden op de roepstem van hun Hoofdom bij hem te zijn in deze gewigtige stonden en te raadplegen over den te bewandelen weg? Ons komt het voordat de ver- eenigde waardigheid van Priester - Koning te Rome niet blijven kan, dat de tegenwoordige toestand zal ophouden, wan neer de geheimzinnige man te Parijs het oogenblik gekomen zal achten, waarop het gevoegelijk zal kunnen geschieden doch wij gelooven tevensdatwaar het Hoofd der Kerk ook gevestigd moge zijntevens hekleed met wereldlijke magt, of alleen gewapend met het geestelijk gezagde Kerk bij gevolg ook haar hoogste waardigheidsbekleedermagtig genoeg zal blijven om volkomen onafhankelijk te zijn. In de volgende woorden van Macaulay erkennen wij wel veel doctrinaire gezwollenheid, maar tevens veel waarheid: //De Roomsch-Katholieke Kerk zag het begin van al de regerin gen en van al de kerkelijke inrigtingen, die tegenwoordig op de wereld bestaan; en wij zijn er niet zeker van, dat zij niet bestemd is om van dat alles het einde te zien. Zij was groot en gezien, vóór de Sakser den voet op Brittanje zette, vóór de Frank den Rijn overtrok, toen Grieksche welsprekendheid nog bloeide in Antiochiëtoen in den tem pel van Mecca nog afgodsbeelden werden vereerd. En wei- ligt zal zij nog onverzwakt aanwezig zijn, alseen of ander reiziger uit Nieuw-Zeelandte midden eener uitgestrekte wildernis, zich op een gebroken boog van de Londen-brugzal neerzet ten, om een schets tc nemen van de ruïnen der St. Paulus-kerk. Altijd blijft echter voor de Kerk een vraag gewigtig die het bezit van Rome geldt; en wat voor een ligchaam als de Kerk gewigtig is, is het voor de geheels wereld. Belangwek kend is daarom de vereenigiug der Katholieke geestelijkheid om haar Hoofd voor allen hartverheffend voor de Ka tholiekendie hij het wankelend wereldlyk gezag de rots der Kerk onverwrikt aanschouwen. Doch daartegenover zagen wij dezer dagen een ander feit gesteld, en wel op een wijze waar over wij ons in de hoogste mate hebben verwonderd. 'tWas niets meer of minder dan de Londenscbe tentoonstelling voorgesteld als de vergoding van de stof. Londen heette daar //de stad van den Mammonwaar zijne kinderen eene woonstede tot verheerlijking van het stof hebben opgeslagen." Lord Palmerslonop wiens roepstem deze afgedwaalde kin deren zich aldaar verzamelenwerd voorgesteld als //een type van list en sluwheiddie noch door waarheid noch door geregtigheid noch door regt gebondenmet verkrach ting aer menschheidden voorspoed van Engeland betracht in den ondergang en des noods in het bloed van millioenen," en als geplaatst //aan de spits van de kinderen der menschen," in tegenstelling van //de kinderen des lichts." //Hoogmoed geldzucht en zingenot" heette het verder //hebben zich daar uit alle oorden der wereld verzameld om naar den palm der overwinning te dingen." Want, ofschoon erkent werd, dat //veletentoonstellers, de meeste misschien, daarbij slechts een loft'elijken naijver ten doel hebben,"^/.ou dat toch het be ginsel zijn//waaruit onze materialistische eeuw uitgaat," //liet doel, waarnaar zij ten spijt der betere bedoeliugen van vele individuen streeft." //De vergodiug van de vruchteu van 's menschen arbeid"verklaarde men eindelijk //ziedaar het werkelijke doel van de Londenscbe tentoonstelling." Wij zijn waarlijk een weinig van deze verschrikkelijke woorden ontsteld.Zouden zij waarheid bevatten //Mam mon" en //kinderen der menschen" of //der wereld," die slimmer zijn dan //de kinderen des lichts" dat zijn im mers woorden uit den mond van onzen grooten Meester Moeten wij toch ook niet erkennen, dat men God niet kan dienen en' den mammon? En is die zorg voor het aard- scliedie belangstelling in het stoffelijkewaarvan de ten toonstelling een zoo schitterend blijk is, geen dienst van den mammon? Wij merken op, dat waar Christus de kin deren der wereld in ongunstigen zin schoon dan ook verstandiger onder hun geslacht, en in dit opzigt weder na volgenswaardig tegenover de kinderen des lichts plaatst, er sprake is, niet van een ijverigen, zorgvuldigen, regtvaardi- gen rentmeester, maar van iemanddie de goederen zijns meesters doorbragt, van een onregtoaardigen rentmeester; de mammon wordt daar ter plaatse genoemd een onregtvaardige mammon dat zal zijnrijkdom dien men op onregtmatige wijze verworven heeft, gelijk die onregtvaardige rentmeester gedaan had. Ijverige en regtvaardige rentmeesters in het stoffelijke worden als goede voorbeelden in het geestelijke voorgesteld nimmer iuije en onnutte dienstknechten. Wij weten weldat de Christelijke leer de schatten die niet, door den roest verteerd noch door de dieven gestolen kan nen wordenhooger stelt dan de vergankelijke aardsehe goederen dat zij in' sommige gevallen de opoffering der laatste aan de eerste vordert, en niet wil, dat de mensch zijn hart hecht aan de dingen der aarde; maar overigens wordt geen zoekende herder, geeue penuingzoekende vrouw geen schat begeereude bouwmanof parel begeerende koopman berispt, of in een ongunstig daglicht voorgesteld. De luije dienstknecht, die zijn talent in de aarde begraaft, komt voor als een strafwaardig persoonen de Farizeër, die niet voor zijne ouders zorgt, maar zijn overvloed aan den tem pel scheuktwordt een huichelaar genoemd. Over het alge meen wordt eerlijke vlijt als erkend prijzenswaardig voorge stelden dezelfde zorg, die men voor de dingen der aarde heeftook voor de hoogere belangen aanbevolen. AVij erkenen, dat de stoffelijke belangen hoog genoeg ge waardeerd worden in onze eeuwen gaarne voegen wij ons bij hen, die op de dingen des geestes wijzen. Aansporing tot behartiging der wereldsche zaken is over het algemeen vrij overbodig zoo verstandig zijn de kinderen der men schen wel maar onbillijke verguizing vau eerlijke vlijt is te veroordeelen. Met welk regt worden hoogmoed, geld zucht en zingenot de beweegredenen der tentoonstelling ge noemd Is het streven naar uitbreiding van welvaart- afkeu renswaardig? Kan het doel ook zijn: meer algemeene ver spreiding van genietingen, die vroeger slechts ouder het be reik van enkelen lagen? En wordt zulk een streven door het Christendom veroordeeld? Ook in de stof heeft God //beide zijne eeuwige kracht en goddelijkheid" geopenbaard, en de mensch is op de aarde geplaatst om over haar te heerschen. Gaatjiaur den tentoonsiellliug, en aanschouwt de vruchten van zijn w'et'k. Geen vergodiug van de voortbrengselen van zijn arbeid is het doelmaar on lerlinge voorlichting door aanschouwing opwekking tot edelen wedstrijd in de beheer- sching der slof, der natuur meer algemeene verspreiding, meer "algemeen genot vau de vruchten van inenschelijke vin ding incnschelijk ouderzoek menschelijke volharding en men- sehelijke vlijt. Gebruik en genot is nog geen vergodiug. Critical and Historical Essays IV, 99. FIUAKRIJK. De regering heeft eene nota naar Londen gezonden over de Mexicaausche aangelegenheden, waarbij zij verklaart zich ontslagen te achten van de nakoming van het aldaar geslo ten tractaat, van het oogenblik af dat de boudgenooten regtstreeks met Juarez onderhandelen. De Onderkoning van Egypte i» den 2 van Parijs naar Londen vertrokken. De Moviteiir bevat het Keiz besluit van 28 Mei, waarbij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1862 | | pagina 1