ALKMAARSCHE COURANT N°. 28. Vierenzestigste Jaargang. t?«nï Zondag 13 Juiij. MciccI' (öcbccltc. Ds Verkiezingen. De halve Maand. De emancipatie der slaven in onze West- Indische bezittingen. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—. Brieven franco aan de Ditgevers. HEEM'. COSTER ZOON. IA V De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ureingezonden berigten een dag vroeger. N G. KENNISGEVI SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat het onderzoek der ligchaamsgebreken en verdere re clames van hen die in dit jaar voor de Schutterij zijn schreven of in vorige jaren voorwaardelijk zijn vrijgesteld, zal plaats hebben ten Raadhuize dezer gemeente op Don derdag, den 17 dezer maand's namiddags ten 51 ure. Te dezer gelegenheid kunnen zij, die sedert 15 Augustus 1861 van elders als dianstpligtige Schutters binnen deze ge meente zijn komen wonenalsmede de reeds ingelijfde wer kelijk dienstdoende Schutters, die verineenen mogten regt op vrijstelling' te hebben verkregen, hunne reclames doen gelden. Bui'mmeester en Wethouders voornoemd vermanen allen wien het aangaatdeze gelegenheid niet ongebruikt te laten voorbijpaan terwijl zij, die niet voor gezegde commissie ver schijnen, geacht worden geene redenen tot vrijstelling Bumemeester en Wethouder ooornoemd, MkmaarA. MACLAINE PONT. den 10 Mij 1862. De Secretaris SPANJAARD!'. De volgende personen worden verzocht zich zoo spoedig mogelijk aantemeldeu ter Secretarie dezer gemeente COENRADUS NICOLAAS BEUMER, laatste woonplaats GroningenJOHANNES ARNOLDUS RIDDER, 1. w. Helder" JACOB LAM Jr.. 1. w. Zaandam; ANTJE KOS TER, 1. w. Hoorn; PIETER APPEL, 1. w. Arnhem; JOHs. GERARDUS NIESTE, 1. w. Haarlem; LOUIS LEHMKUHL, 1. w. Middelb.: JAN MEIJER; alsmede WIL LEM NICOLAAS VLEESMAN, HENDRIK MEULBOOM. HENDRIK KRIJNS, PETRUS JOHANNES HAARLEM, JOHANNES de BRUINARIE de RUIJTER en COR- NELIS HEINES, alle milicien-verlofgangers. POLITIE. Op Zaturdag, den 5 Julij j.L, te Alkmaar, op de publieke straat gevonden een zilveren'knipje; de daarop regthebbende kan hetzelve gratis terug bekomen aan het bureau van Po litie aldaar. BURGEMEESTER en WETIIOU DERS van ALKMAAR noodigen bij deze ouders en voogden uitdie hunne kinde ren of pupillen met 1°. Augustus e.k. op eene der Openbare Scholen der Gemeente wenschen geplaatst te zien, zich daartoe, vóór of op den 15 dezer maand, aantemelden bij de Hoofdonderwijzers of Hoofdonderwijzeres van de school door hen verlangdvoorzien "an de bewijzen van geboorte en koepokinenting der kinderen. Burqemecster en Wethouders voornoemd Alkmaar. A. MACLAINE PONT. den 12 Julij 1862. De Secretaris SPANJAARDT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen bij deze 1er kennis der ingezetenen dat de op 17 Junij 1862 door den Raad gearresteerde Verordening van Policie, van heden af, gedurende den tijd van drie maanden, voor een ieder ter inzage op de Secretarie is nedergelegd. Voorts maken Bnrgemeester en Wethouders bekend, dat het Gemeenteblad No. 2, waarin die verordening is opgeno men tegen betaling der kosten ter Secretarie is verkrijg baar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, AlkmaarA. MACLAINE PONT. den 12 Julij 1862. De Secretaris. SPANJAARDT. VERGADERING van den RAAD der Gemeénte ALK MAAR, op Woensdag, den 16 Julij 1862, des middags ten 12 ure. Namens den Voorzitter van den Raad, Ue Secretaris SPANJAARDT. De min of meer heftige storm der verkiezingen is weder over ons heengewaaid, doch van lieverlede begint de kalmtezichthans weer te herstellen en verdeelt men althans demenschen niet meer in voor- en tegenstemmers. Van die kalmte nog zaehtkens bewogen door behaalde overwinning of geledene nederlaag behoort men dan gebruik te makenom eens het slagveld te overzien, al is het ook alleen om op ridderlijke wijze den verslagenen onze hulde te brengen. Maar vooral behooren wij dan bedaard te onderzoekenof wel overal fatsoenlijke wapenen gebruikt werden, of niet vele valsche gidsen zich ver toonden cn bepaald ook of wij te klagen hebben over een groot getal van achterblijvers. En kunnen wij nuoverwinnaars en geslagenenmet zelfvoldoening het slagveld overzien Oh! neen, wat is de indruk treurig! Wij zijn, wij mogen het ons niet ontveinzennog gansch niet rijp voor een edelen verkiezinrs-kamp. De oproepingen ten strijde in de kolommen onzer dagbladen doen ons dan ook reeds weinig verwachten, en men moet zich ten slotte nog verwonderen over den tamelijken uitslag van het gevecht. Boven alles treft ons echter, dat een slechts betrekkelijk klein gedeelte der natie deelneemt aan den strijd en 't is vooral dit ver schijnsel dat zoozeer onze aandacht waardig is.1) De toe komst onzer staatsinstellingen staat er mede te zeer in naauw 1Meer dan de helft der kiezers is weder te huis gebleven, Het Volksblad van 19 Junij j.l. in een bijzonder lezens waardig artikel over den uitslag der verkiezingen geeft in overweging te onderzoeken: Welke personen gewoon lijk wegblijven Kan door verdeeling van onder-kies- d'istricten of meerdere bureaux aan deze slechte opkomst te gemoet gekomen worden? Werkt ook mede de slechte verdeeling van sommige kiesdistricten? Welke is de invloed, dien de onafhankelijke kiezers uitoefenen buiten de kiesvereenigingen Kunnen de organisation der kies- vereenigingen niet, verbeterd worden? enz. Wij voe gen er bijWerken die kiesvereenigingen in 't algemeen niet eerder ongunstig dan gunstig verband. Een ieder zie dus toe, en voorwaar niet wij het minst, die er trotsch op zijii in de voorste gelederen van den vooruitgang plaats te tnogen nemen. Vooral op ons rust de verpligting ons ernstig af te vragen: gaan wij den goeden weg? Wij hadden, meen ik, een beteren kannen volgen. Doch wij zijn eenmaal dezen ingeslagenen moei- jelijk zou het thans der natie vallen de crinoline te laten varen barer vrije verkiezingenwaar zij ook wel bij tijd van leven zal kunnen iugroeijen. Het is dan ook thans misschien de beste weg om tot een beter politisch leven te geraken dat voor alsnog bij ons ten eenenmale sluimert,1) Bekrom pen als wij nog zijn in 1862, zoo blijven wij b.v. het jaar 48 als ons ideaal steeds roemen. Neen //voorwaarts" zoo blijve onze leuze. En zullen wij nu voorwaarts kunnen streven dan behooren ook onze medestrijders goed gewapend ten strijde te verschijnen en behoorlijk althans voorzien te zijn van een voldoend bewijs van keuring. Zonder dat zich ver- toonend zou men hen van den dienst moeten vrijstellen. i/Maar welk bewijs kan men dan van onzen kiezer vergen," zoo werpt men ons tegenfis het al niet reeds voldoende dat hij eenig bepaald geldelijk belang vertegenwoordigen moet, en is dit geen waarborg genoeg, dat niet roekeloos zal ge stemd worden." Neen!) het aanslagbillet alleen is geen vol doende maatstafden grooten Mammon moet gewis veel eer bewezen wordendoch hem alleen te huldigen is eener be schaafde natie niet zeer waardig. En dit verwijt treft ook bepaald de kieswet, die wij hebben. De regten der bescha ving worden daarin bepaaldelijk miskend en een ieder streng geweerd die niet een bepaalde som in den vorm eener be paalde belasting gracieuselijk ten offer brengt! En toeh mogt waarlijk wel aan hem een stem gegeven wordendie blijken gaf van studie en van kunde3) en daardoor gerekend worden "kan te staan boven het peil der menigte. Maar onze wet schijnt het ook met de grootste domheid zeer wel te kunnen vindenen laat als kiezer toe den mandie den naam van den gestelden candidaat met eigen hand niet schrijven kan. Een zoodanige miskenning van het hoogere en edele in den mensoh is zeker ongeoorloofd. Het volk, dat met beschaving dweept, aileen dat volk blijft leven. NEANIAS. 3) Nemo in zijne niet geheel onbeduidende //Politiek van den dag" (Vliegend blaadje No. 1) merkt op (min of meer gunstig, zoo men wil), dat de familie van Domme len bij ons grooter is dan de familie Droogstoppelen hij denkt zich onzen Hollandsehen Leeuw steeds met een slaapmuts over de oogen. Nemo zoo het schijnteen. warm Thorbeckiaanals men zoo zeggen magroept in zijn vliegend blaadje No. 2 uit: //Het gaat bij ons te lande met de voorbereiding tot de verkiezingen al heel gek in zijn werk 3Alen zou eenige cathegoriën van tnenschendie door academische graden of anderzius bewijzen van bekwaam heid hadden gegeven, als zoodanig tot kiesgeregtigden kunnen verklaren. Hoe ver men daarin gaan zouis eene vraag dan later te beslissenen waarvan de oplos sing niet zeer bezwaarlijk schijnt. 10 Julij 1862. Het eenvoudige is het kenmerk van het warszoo was de geliefkoosde spreuk van onzen beroemden Boerhave, en hoe gaarn wij hem nu op zijn gezag zouden gelooven, zijne spreuk schijnt ons tegenwoordig ietwat verouderd toe. Al thans op maatschappelijk gebied gaat het veelal niet op, dat de eenvoudige oplossing van een moeijeiijk vraagstuk de ware zoude zijn. De waarheid is in den regel niet weg gelegd voor den eenvoudigezij stelt hoogere eischen aan hen) die naar haar streven. Oh! het is zeker een liefelijk oorkussen voor onze luiheid den gordiaanschen knoop slechts door te hakkenmaar even zeker is het bijzonder te mis prijzen zoo wij op deze wijze ons ontdoen van een gezet en'laslig onderzoek. En zoo, zegt men, zou het toch ge legen zijn met onzen wetgever, die in deze dagen de op heffing der slavernij in onze West-Indien heeft bepaald op I Julij 1863. Ook deze zou thans, na gedurende jaren de belangen der kolonie veronachtzaamd te hebben bepaald wat den slaventoestand betreftdoor dat wanhopend besluit van vrijverklaring de wroeging zijns gewetens willen stillen. /'Doch het zal u niet baten, zoo voorspelt, men onzen wet gever; ten eeuwigen dage zult gij 't u berouwenals de '40,000 wezensdie grootendeels tegen hun zin zoogenaamd vrij verklaard nu worden, u binnen korten tijd een toon beeld zullen geven van de grootste ellende, nu nog erger dan in hunnen oorspronkelijk wilden toestand, omdat zij thans de ondeugden der vrije bevolking ook aangenomen hebben. En toch rust op u eene dure verpligting jegens dien zoon van Afrika, die uit zijn vaderland met drieste hand werd weggeroofd. Door wijze en krachtige maatrege lendoor hem zelf voor zijne vrijheid te laten werken, door onderwijs, des noods van staatswege, als anderzius hadt gij hem op den vrijheidstoestand behooren voor te bereiden, doch thans is uwe dwaze philantropie de grootste wreedheid. Gij spreekt ja, zoo voert men verder den weigever te ge- moet van staatstoezigt en strenge wetten tegen landlooperij en lediggang. Doch uw staatstoezigt is eene vermomde en daarom''veelhatelijkere slavernij, waarbij de zweep voorwaar ook niet ontbreken zalen och 1 de arm uwer wet zal ge heel onraagtig blijken den neger te beletten in zijne bos- sehen zijn" ellendig leven te gaan leiden. Zijn spoor zult gij naauwelijks in zijne ondoordringbare wouden kunnen vinden. Neen, hoedanig ook uwe bedoeling zij, inderdaad menschlievend zijt gij niet, en een schoon land wordt door u tot eene woestenij gedoemdwanthoewel het voorstel der regering, om zelve handel te drijven in zoogenaamde vrije arbeiderste regt verworpen werden thans alleen //aanmoediging tot vrije(?) kolonisatie" wordt voorgeschreven, bedenk, dat "ook de regering van hare zijde regt had met haar stelsel van immigratieomdat zij //gezien heeft, dat de voorhanden werkkrachten onvoldoende zijn, om de kolonie behoorlijk te onderhouden," en geregelde aanvoer van nieuwe krachten, hoe wisselvallig ook, hier alleen ons redden kan." Zoo luiden ongeveerbedrieg ik mij nietde bedenkingen van velendie onpartijdig mogen heeteuen gij verwacht thans van mijwaarde lezereene oplossing dier bezwaren en eene warme verdediging dezer wet, die ons eindelijk zal doen. ophouden een slavenstaat te zijn. E11 inderdaad: erheerscht, zoo het schijnt, vooral onder de slaven zelve eeue spanning, die langer uitstel geheel onmogelijk doet zijnzeer bevoegden hebben hunne ingenomenheid betuigd met de meeste bepalingen dezer vrijheids-wet en onze vrijverklaring zal welligt van grooten invloed kunnen zijn op de geheeleook voor onze kolonie zoo belangrijke sl'avenquestie in Amerika. Maar dit is dan ook bijna alles, wat wij, die slechts (ik geloof met het grootste gedeelte der natie) oppervlakkig kunnen oordeelen, hier in het midden mogen brengen. Wij hebben de bezwa ren doen wegen op gezag van anderen, omdat zij ons bij zonder der aandacht waardig schenendoeh vertrouwen vol gaarne dat een naauwgezet onderzoek ze niet overwegend heeft bevonden. Wij houden ons overtuigd, dat onze rege ring ten volle de groote verantwoordelijkheid beseftdie in deze omstandigheden op haar rust. Moge zij, zoo ook onze Eerste Kamer tot deze wet wil medewerkenniets verzui men om dit voor de kolonie zoo gewigtig tijdperk op ge schikte wijze voor te bereiden. Moge zij met kracht en voorzigtigheid de zoo gevaarvolle emancipatie leiden en tot een goed einde brengen. Aloge zij vooral ook daartoe vin den de zoo onontbeerlijke medewerking van Suriname's vrije bevolking en bepaald de opregte hulp erlangen der blanke slavenhouders. Het vaderland en de menschheid zullen aan allendie tot dit groote doel het hunne mogen bijdragen den meesten dank verschuldigd zijn. NEANIAS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1862 | | pagina 1