ALKMAARSCHE COURANT iV». 31. Vierenzestigste J aargang. V Zondag 3 Augustus. l I (DfóciccI (Scbccltc. Politiek (ftucvsitjt. 11 i P -C! C 4R i a Dc !V«ord-.tinerikaansche lloiiog. WW* Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post f 4, Brieven franco aan de Uitgevers. 1IERM'. COSTER ZOON. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat de AAJSMtH iiitt IS op den 20 Augustus aanstaande binnen deze gemeente een aanvang neemt en dat op dien dag tevens de loting voor plaatsen zal worden gehouden. De ingezetenendie op de straat vóór hunne woningen eene plaats tot uitstalling hunner koopwaren verlangen, zul len hiervanvóór de loting aan Marktmeestere.n moeten kennis geven. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar A. MACLAINE PONT. den 19 Jutij 1862. Be Secretaris, SPANJAARDT. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR; Voldoende aan art. 219 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad No. 85); Brengen ter openbare kennisdat de gemeenterekening over de dienst 1861door hen op heden den gemeenteraad is aangeboden, ter secretarie der gemeente uedergelegd, en, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar is gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 30 Julij 1862. De Secretaris, SPANJAARDT. De volgende personen worden verzocht zich zoo spoedig mogelijk amtemelden ter Secretarie dezer gemeente JAN MEIJER, ARIE de RUIJTER, CORNELIS HEI NES. JOHAN FREDRIK KOELMAN. POLITIE. Op den openbaren weg t.e Alkmaar gevonden: een gouden zijnaald, een kinder halssieraad en een wit boezelaartjede regthebbenaen op deze voorwerpen kunnen dezelve terug bekomen aan het Commissariaat van Politie aldaar. »De mannen van den tabberd en van het zwaard schij nen eenen natuurlijken afkeer van elkander te hebben. De tong en de handde pen en de degenspreken en handelen dit alles loopt wat veel uit elkander; waar het eeue zich laat gelden, maakt het andere alligt eene droevige figuur. Geschiedkundige herinneringen verergeren de veete. De Pretorianen, Janitsareu, Strelitsen en Mammelukken loeren, dat een staand leger het zelfs een alleenheerscher lastig ge noeg maken kan; doch het gevaar van er door belemmerd te worden is voor eene veelhoofdige regering nog grooter. De Advertentiën kosten van 1—5 regels J 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigten een dag vroeger. Wat Staatsvergaderingeu van mannen die het leger op hunne hand hebben, boven het hoofd hangt, deden Napoleon I en Napoleon'III aan het thans levend geslacht zien; maar de Witt en zijne tijdgenooten hadden het even goed kunnen zien in de wijze, waarop Cromwell, Lambert en Monk het Engelsche Parlement behandelen."Zóó lazen wij dezer dagen m Dr. Knoltenbeti's Geschiedenis der Staatkunde van Johan de Wilt. De waarheid der opmerking zien wij wederom bevestigd in de behandeling der Oorlogs-begrootingin de Pruissische Kamer van Afgevaardigden zoowel, als in de dag bladen. Daarin openbaart zich volgens het algemeen gevoe len vooral de strijd tusschen de Regering in Pruissen kan men wel zeggen den Koning en de Vertegenwoordiging. Waar de vorst zich geheel boven en buiten het volk plaatst, en zijn gezag alleen wil gronden op een zoogenaamd God delijk regt, daar bestaat grond voor dien strijd; daar zijn vorst en volk tweedaar bestaat gevaardat het leger niet alleen zal dienen om vrijheid en veiligheid te beschermen tegen aanvallen van buiten, maar kan het een wapen zijn in de hand des heerschers om zijn vermeend gezag onafhanke lijk van het volk en tegenover het volk te handhaven of te bemagtigen. Vrij algemeen is men in Pruissen van gevoelen, dat de vroegere inrigting des legers verouderd was en niet meer beantwoordde aan de eischeu des tijds doch de meerderheid des volks en der Afgevaardigden, de Vooruitgangspartij, is evenzeer overtuigddat de tegenwoordige inrigting voor het land te kostbaar is en daarenboven te veel het karakter van landweer heeft verloren. Landweer ziedaar wat die partij beweert en wij zullen haar niet tegenspreken dat het leger in een vrijen Staat moet zijn. Het leger moet niet staan buiten het volk, moet niet zijn een afzonderlijke stand; maar alle weerbare mannen moeten het leger uitmaken. Dit is het denkbeeld, dut de .rijzitmige partij zich van een goed en wenschelijk leger vormt, en waarin wij gaarne met haar instemmen. Zulk een leger moet tegenover den buiten- landschen vijand onverwinuclijk zijnen kan nimmer tegen het volk zelf worden gebezigd. Maar dan ook moet het goed ingerigt en geoefend zijn. Beter bij voorbeeld dan onze schut terijen. De bevelhebbers moeten uitsluitend militairen zijn. Zegevieren daarentegen mannen van den tabberd, en verwaar- loozen zij het leger 't zij dan uit onkunde en minachting of wel u.t achterdocht en vrers voorgevaar voorde burgerlijke vrijheid, dan stellen zij land en volk bloot aati vreemd gewelden 'kan de onafhankelijkheid van den Staat ieder oogenblik in gevaar gebragt worden, gelijk met. ons vaderland onder het beleid van den beroemden Raadpensionaris in 1672 het geval was. Vooral in den tegenwoordige:» tijd is een volk, dat prijs stelt op zijn onafhankelijkheid verpligt, zorg te dragen voor zijn weerbaarheid. liet Engelsche volk gaf hierin een schoon voorbeeld, en toonde in waarheid een vrij volk te zijn, door uit eigen beweging te grijpen naar de buks en zich in staat te stellen eiken gewelddagen inval af te weren. Wanneer zal Nederland ophouden zich zelf inagteloos te maken Wanneer zal het zich opheffen uit het gevoel van nietigheidwaarin het behagen schijnt te scheppenen begrijpen dat men geldt voor hetgeen men zelf wil Wanneer men bedenkt, dat van de Pruissische staf officieren 791 van adel zijii en slechts 196 tot den burger stand behoorendan wordt het duidelijk, dat het legerdaar een afzonderlijken stand vormtdie zich afgescheiden ge voelt van het eigenlijke volken dan ook bijzondere be langen meent te hebben. Dat de burgerstand minder ge schiktheid zou hebben voor de krijgsdienstwordt voldoende weerlegd door de omstandigheid, dat juist bij de zoogenaamde wetenschappelijke wapenen genie en artillerie dejbur- gers verreweg do overhand hebben. Mogen Regering en Volksvertegenwoordiging in Pruissen er in slagen om een voldoend leger te vormen ter verzekering van 's lands on afhankelijkheid, zonder gevaar, dat daardoor eenige drukking worde uitgeoefend op de vrije ontwikkeling des volks in alle uitingen des levensMisschien zal de beslissende strijd vooreerst nog niet gestreden worden, daar er door den Af gevaardigde Stavenhagen een voorstel gedaan isom in de aangevraagde militaire uitgaven voor 1862 en 1863 te be rusten en in de eerstvolgende zitting wets-voordragten tot de inrigting des legers en de daarbij behoorende begrooting voor 1S64 op kleinere schaal te behandelen. Dit voorstel schijnt eenige kans te hebben van aangenomen te worden, ofschoon de Kólnische Zeitung verklaart het nut van dit uitstel van den strijd niet in te zien. De rapporteur van de hegrootings- commissie heeft echter een bezuiniging van ruim 6 millioen thaler voorgesteld. Met een groote meerderheid 264 tegen 12 stemmen hoeft het Huis der Afgevaardigden het handels-verdrag met Frankrijk aangenomen. Het voorstel van Oostenrijkom met al zijne Staten in het tolverbond opgenomen te worden, is daarentegen door Pruissen bepaaldelijk afgewezen. In dit opzigt schijnt Pruissen zich alzoo als leider der Duitsche belangen te kunnen handhaven en Oostenrijk uit te sluiten. Garibaldi heeft zich niet geroepen gevoeld om een zachter toon tegenover den Pransehen Keizer aan 'te slaan. Hij heeft daarbij den persoon des Keizers uitdrukkelijk afge scheiden van het Fransche Yolk. Van het laatste verklaart hijdat het op de zijde der Italianen dat het hun mede broeder is. Napoleon zegt lnj daarentegen heeft den oorlog van 1859 niet ter wille van Italië gevoerd. Wij hebben hem Nizza en Savoye afgestaanen nu wil hij nog meer hebbendat weet ik. Hij heeft alles gedaanwat in zijn vermogen isom zijr. geslacht te verheffenhij houdt een Prins in gereedheid voor Rome, een anderen Prins voor Napels; dat weet ik. Wij hebben niet noodig te bedelen; De Federalisten strijden niet voor de afschaffing der slavernij, maar voor de handhaving der Unie: dit trachtte ik de vorige week aan te toonen. Tusschen deze beide bedoelin gen bestaat uit een zedelijk oogpunt, een hemelsbreed ver schil. Het is der moeite wel waardig om dit verschil in het, licht te stellen, en om na 1e gaan met welk regt de on derwerping der afgescheiden Staten aan de Unie door het welsprekende argument der wapenen gevorderd wordt. De vrije bevolking der Zuidelijke Staten, welke alleen de Zuidelijke maats'chappij uitmaakt, heeft zich op zeer krachtige er» eenstemmige wijze ongezind verklaard om lauger met de overige Staten eeu politiek geheel te vormenen zich aldus tot een afzonderlijke Unie onder eene eigene Rege ring geconstitueerd. Daartoe nu waren de afgescheiden Staten volkomen bevoegd volgens die beginselen van Staatsregt, welke in den tegenwoordigen tijd voor de ware en gezonde beginselen worden gehoudenen welke vooral ook in het zeer moderne N Amerika erkenning zouden moeten vinden. Volgens de oude staatsregtelijke theorien zal de afscheiding van het Zuiden, als een opstand tegjm het wettig gezag, on getwijfeld veroordeeling vinden en als onregt worden aan gemerkt,. Tot die in het verledene te huis behoorende theorien moet vooral gebragt worden liet in onze dagen nog wel te berde gebragte maar zwak verdedigde stelsel van het goddelijk regt. van bepaalde regerende geslachten of van de bestaande overheid in het, algemeen. Wij behoeven echter bij de be oordeeling "an staatkundige feiten, voorvallende onder vol ken die geheel op het standpunt, der moderne deukheelden staanalleen van de hedendaagsche beginselen kennis te nemen. Volgens deze laatste beginselen nu gaat het Staats gezag uit van het volk zelf, waarover het gesteld is; het heeft geen anderen dan dezen populairen en tevens zuiver menschelijken grondslag. Men rneene niet, dat. zoodanige stellingen tot de leer der volkssouvereinit.eit voeren. Voor die leer behoeft men zich volstrekt niet ongerust te maken, want volkssouvereiniteit is eigenlijk eenvoudig onzin. Het volk kan niet souverein zijn over zich zelf. Het gaat ook niet op te zeggen, dat het volk in zijn geheel genomen sou verein is over elk zijner ledenwant het volk als geheel is niets anders dan val die leden te zamen genomen;" en alzoo zou de souvereiniteit zieli uitstrekkeu niet. over ondergeschikte personen maar over gelijken. Bovendien zou volgens die voorstelling der zaak ieder lid vreemd genoeg een stukje souvereiniteit over al de overige leden en tevens over zich zelf uitoefenen. Ook voert de theoriedat hel volk souverein isnoodwendig tot deze zeer onaannemelijke ge volgtrekking, dat de geheele overheid als uit de verantwoor delijke lasthebbers des volks zamengestelden dus als met hoven maar onder de geregeerden staandemoet beschouwd worden. Hoewel nu het denkbeeld van volks souvereiniteit niet houdbaar ishet wettige staatsgezag is toch niet het van buiten af boven een volk geplaatste. Het moet door het volk zelf boven zich gesteld zijn als het orgaan van die zedelijke magt, welke niet bij ieder individu afzonderlijk maar eerst bij alle de te zamen levende personen m hunne vereeniging gevonden wordtals het orgaan van de zedelijke magt der zameulevingof van de maatschappij. liet, staatsgezag neemt eene zoo hooge stelling in, juist terwijl het van het volk uitgaat. Het is alleen wettig, in zoo ver als het dien grondslag heeftals het wortelt in of gedragen wordt'door de goedkeuring des volks. Deze goed keuring behoeft niet uitgedrukt te zijn in eene algemeene stemming, welke immers een ijdel en met de ware volksge zindheid strijdig vertoon kan zijnen gelijk de Napoleonti sche stemmingen een zeer voorbijgaauden volkswaan kan uitdrukken. Doch naarmate de populaire goedkeuring alge- meener, inniger en blijvender is, naar die mate is de wettig heid van een feitelijk aanwezig staatsgezag grooter Daarom is de wettigheid van het bestaande staatsgezag in Engelaud en Nederland zeer groot, en was zij in Napels en Modena- zoo gering mogelijk. De wettigheid eeuer Regering is dus een betrekkelijk begrip; die wettigheid kan grooter en klei-' uer zijnen is in den loop des tijds voor vermeerdering en vermindering vatbaar. Men kan de bestaande Regeringen niet zoo maar in twee klassen, wettige en onwettige, ver- deeteu. In het algemeen kan men zeggen, dat de wettigheid der Regeringen klimt met de sociale ontwikkeling der volken. De wettigheid van het feitelijk aanwezig staatsgezag hangt dus ook niet, af van', de wijze, waarop het gevestigd is. De oorsprong van een staatsgezag moge zeer regelmatig of on revolutionair en overeenkomstig met den volkswil geweest zijngelijk bijv. de herstelling eener nationale Regering in ous land ouder het huis van Oranje in 1813later zou het staatsgezag zeer onwettig zijn, indien het met den algemeenen volkswensch innig en duurzaam in strijd kwam. Eveazoo kan eene Regeringwelke op zeer onregelmatige of revolu tionaire wijze en in strijd met deu volkswil gevestigd is later door de algemeene toestemming des volks wettig wor den. Men stelle eens, dat het huis van Oranje ons in 1813 door de groote mogendheden ware opgedrongentoch zou de tegenwoordige volksgezindheid aan de Regering van dat huis eene groote mate van wettigheid schenken. Houden wij vast aan het beginseldat het staatsgezag van het volk zelf moet uitgaan, en slechts in verhouding tot de goedkeuring des volks wettig is, dan valt de vraag niet moeijelijk te beautwoordenwanneer een volk bevoegd is zich van zijne Regering te ontdoen of tegen die Regering op te staan. De vraagin hoe ver het daartoe het middel van bloedstorting en burgeroorlog mag gebruikenis eene op zich zelve staande vraag, welke wij hier kunnen laten liggen. Doch wat betreft de enkele bevoegdheid om zijne Re gering af te schudden, hoe moeijelijk het moge zijn hare gren zen aan te wijzen deze bestaat zonder twijfelwanneer de gevestigde Regering ten eeueumale algemeeninnig en blijvend met den volkswil in strijd is. Dit nu was het geval met de Zuidelijke Staten tegenover het hoogste Staatsgezag der Unie. Dat, de afkeer tegen da Unie in de Zuidelijke Staten, in verband met, de uiteenloo- pende belangen en de steeds meer uiteenloopende volkskarak ters, algemeen en innig was, en blijvend zou zijn, zoo lang althans de slavenparty niet weder de geheele Unie kon be-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1862 | | pagina 1