ALKMAARSCHE COURAMT
N». 39.
Vierenzestigste Jaargang.
1893.
Zondag
28 September.
v
(Officieel ©cbccilc.
flalitick ©ucrsigt.
glgUckclijkgchc BcrigtcijK
Ö3K
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentussclien 8 en 9 ure. Prijs per
jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers.
HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigten ecu dag
vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad
b.
Het GEMEENTEBESTUUR van ALKMAAR roept mits
deze op: gegadigden voor de bel rekkingen van onderwijze
ressen in nuttige vrouwelijke handwerken,
a. Aan kinderen van de stads armenschool tegen eene jaar
wedde van 150.
Aan kinderen van de openbare tusschenschool op eene
jaarwedde van f 100benevens 20 pCt. van de te
heffen schoolgelden alsmede
2 Kweekelingen als helpsters, op eene jaarlijksqjie toelage
van 40 ieder.
2 Dito dito op eene jaarlijksche toelage van ^25 ieder.
Belangstellenden adresseren zich met vrachtvrije brieven en,
voor zooveel de onderwijzeressen betreft, met overlegging
van bewijzen van afgelegd examen, vóór of op den le" October
aanstaande aan de "Burgemeester der gemeente terwijl ver
dere aanwijzingen, omtrent de dagen en uren voor het onder
wijs bepaald, dagelijks ter Secretarie der gemeente te ver
krijgen zijn.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de voljaarsch patentenbeschreven in het le kwar
taal 1862, na de algemeene beschrijving, in gereedheid zijn
en ter Secretarie dezer gemeente worden afgegeven tegen
overgifte van het re?u (bij de beschrijving afgegeven) ge
durende 14 dagenbeginnende met den 22 dezer, des mor
gens van 9 2 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, naar aanleiding eener circulaire van den Heer Com
missaris des Konings in deze provincie, dato 13 September
11. No. aM-, ter kennis van de ingezetenen:
Dat geeue stoomtuigen in werking mogen worden gebragt,
zonder dat de belanghebbenden in het bezit zijn van eene
voorloopige vergunning van den Ingenieur voor het stoomwe
zen of van eene definitive vergunnning van wege het Depar
tement van binnenlandsche zakenalsmede dat de Ingenieurs
voor het stoomwezen geene stoomtuigen mogen onderzoeken
en bij gevolg ook geene voorloopige vergunningen voor het
gebruik daarvan kunnen afgeven, dan na van wege het De
partement van binnenlandsche zaken de vereisehte lastgeving
tot dat onderzoek ontvangen te hebbenen het alzoo
aan iederdie van stoomtuigen gebruik wenscht te maken
is aantebevelen om de aangifte, voorgeschreven bij het Ko
ninklijk besluit vau 26 September 1833 (Staatsblad No. 58)
dadelijk te doen, en daarmede niet te vertragen tot het tijd
stip dat de stoom toestellen reeds voor het in werking bren
gen gereed zijn.
Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd
den 20 Sept. 1862. A. MACLAINE PONT.
üe Secretaris.
SPANJAARDT.
Alkmaar,
den 19 Sept. 1862.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter openbare kennis:
Dat op Dingsdag den 23 dezer maand's namiddags ten
één ure, in de geldleening, aangegaan krachtens raadsbe
sluit van 26 Maart 1845 ten behoeve van den schelpweg
naar Egmond aan den Hoef, is uitgeloot het aandeel n». 13
aflosbaar vóór of op 31 December 1862, bij den Gemeente
ontvanger. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
den 26- Sept. 1862. De Secretaris,
SPANJAARDT.
De nederlaag van het Pruissisehe ministerie is zoo beslis
send geweest, als waarschijnlijk noch door zijne vrienden
gevreesdnoch door zijne tegenstanders verwacht werd. Met
308 tegen 11 stemmen werd de militaire begrooting bij eind
stemming door het Huis der Afgevaardigden verworpen
Maar hoe zijn de verslagenen uit het kamp getreden Is de
strijd roemrijk, de nederlaag eervol geweest?
Wij waren getuigen van de doortastende wijze, waarop de
begrootings-commissie tal van posten voorstelde te schrappen,
en van de vasthoudendheid der regeringdie zelfs niet in de
minste wijziging wilde berusten. Zoo was men tot de stem
mingen genaderd, en niemand had meer eenige hoop op be
middeling. De heer Stavenhagen trok zijn vroeger voorge
steld amendement weder in. Dit amendement had de strek
kingom na aftrek van een geringe somdie gemakkelijk
bespaard kon worden (ruim 200,000 thaler), de uitgaven
door de regering voor de nieuwe inrigting des legers gevraagd
maar door de begrootings-commisse geschrapttoe te staan
als buitengewone uitgaven voor de voorloopige hand
having der tegenwoordige leger-organisatieen wel over de
jaren 1862 en 1863, om onverwijld in de volgende zitting
de inrigting des legers b ij de wet vast te stellen, te gelijk
met de daarbij behoorende begrooting over het jaar 1864.
Zoo werd althans de strijd verdaagden aan de regering de
'elegenheid gegeven, nieuwe voorstellen tot een minder
iostbare leger-organisatie gereed te maken, terwijl inmiddels
edurende dit en het volgende jaar met de toegestane gelden
_n de behoeften kon worden voorzien overeenkomstig den
tegenwoordigen toestand. Reeds dadelijk had dit amendement
slechts geringe kans om aangenomen te wordendaar de
meerderheid geen uitstel, maar een beslissing scheen te willen;
maar toen de regering bleef verzekeren, dat pligt en eer
haar geboden geen voet te wijken van het standpuntdat
zij in 't belang van Pruissens onafhankelijkheid had inge
nomen, en alzoo elk uitstel nutteloos bleek te zullen zijn,
trok de voorsteller zelf zijn amendement in. De heer Vincke
om toch vooral een weg tot verzoening open te laten,
dit amendement over. Inmiddels was het Huis reeds begon
nen de door de begrootings-commissie voorgestelde bemoei-
jingen aan te nemen, toen op eenmaal de regering, meteen
haar alleen eigen tact om verrassingen te bereidenverklaarde,
dat zij zich onder zekere voorwaarden met het amendement
althans voor het jaar 1862 wel zou kunnen
vereenigenmaar zich omtrent 1863 een nadere verklaring
voorbehield.
Wat de verrassing betrefthad het ministerie zijn doel
bereiktwij hebben reeds meer gelegenheid gehad om op te
merken, dat het voor dergelijke zaken een bijzonder geluk
kigen aanleg schijnt te bezitten. Nu ook weder was de ver
bazing algemeen; de zitting weru tot den volgenden morgen
geschorst; alle dagbladen "en bijzondere berigten vloeiden
over van lofredenen op den Vorst, die alzoo de apostel der
verzoening zou worden, en verheugden zich in de liefelijkste
vooruitzigten. Inmiddels verscheen de Minister van Oorlog
in de vergadering der begrootings-commissieen verklaarde
dat de invoering van den door het Huis gewenschten twee
jarigen diensttijd, in plaats van den door de regering ver
dedigden driejarigenwel m o g e 1 ij k was, maar zeker niet
bij Se wet kon worden vastgesteld. Verdere beslissende
ophelderingen zou de Minister eerst den volgenden dag
kunnen geven. Die ophelderingen wilde men afwaohten,
het Huis nam een dag vacantie.
En op dien gewigtigen volgenden dag verscheen weder
de Minister van Oorlog in de vergadering der begrootings-
commissie. en ontwikkelde technische bedenkingen te-
o-en de invoering van den tweejarigen diensttijd, maar sprak met
geen enkel woord over de wettelijke regeling der zaak.
ï)e redering zou zich volgens den Minister aan pligtverzuim
schuldig maken, indien zij ter wille van het behoud des
vredes het amendement Stavenhagen voor 1863 overnam.
Dat w^ren de nadere verklaringen omtrent de overname van
dit voorstel door de regering beloofd. Groot.e teleurstelling
bij de begrootings-commissie; het medegedeelde vereisehte
geen vertraging in de beraadslagingen van het Huis, ver
klaarde zij 'eenstemmig, en wederom den volgenden dag deed
zij verslag aan het Huisdat een dag vacantie genomen had
om de regering gelegenheid te gevenhare bemiddelende en
verzoenende verklaringen af te leggen. Daar verklaart een
Afgevaardigde, dat de Minister meer heeft beloofd dan ge-
gegeven, dat er verrassende tegenspraak is tussclien de toe
zeggingen in 11 Huis waarop het een dag vacantie had
genomen en de nadere verklaringen aan de begrootings-
commissie. En daarover schenen allen bet eens te zijn
zelfs de volbloed-bemiddelaars Ticesten en von Vincke, alle
dagbladen, behalve de enkele onwankelbare vrienden van
het ministerie en de Minister van Oorlo» zelf, die ver
klaarde, dat hij in het Huis niets nieuws had gezegd, en dat,
als het Huis was verrastde verrassing wederkeeng was
want dat hij Minister zich er reeds over verwonderd had,
dat het Huis ter wille van zijne mededeelingen een dag va
cantie had genomen. Het Huis besloot met. algemeene
stemmen om met de behandeling der afzouderlijke posten
van de militaire begrooting voort te gaan. En het is daarmee
voortgegaanonvermoeid, zonder zich een oogenbiik rust te
o-unnenzonder zich den tijd te veroorloven voor beraad
slaging. Het Huis was boos, dat liet zonder reden een dag
vacantie had genomen, en wilde dien verloren tijd weder
inhalen; daarom wilde het van niets weten dan van stem
men en het stemde onbarmhartig. Met overgroote meerder
heid werden alle doorhalingenalle besnoeijingendoor de
begrootings-commissie voorgesteld, aangenomen. Niets wat
betrekking had op de leger-orgamsatie vond genade in de
oo^en der Afgevaardigden; niets kou haar redden, zelfs niet
de redevoering van den kolonel von Ollechdie als directeur
der kadettensoholen de uitgaven voor deze inrigtingen ver
dedigde. Al verklaarde hij dat die scholen mannen vormden.
door wie de natie voor verbastering bewaard werd en het
rcloof aan den Drie-eenigen-God in stand bleef, ai noemde
lij de kadetten »eeu blanke sabel in de hand van den Vorst,"
de officieren /.de bloem der natieai achtte hij den adel
waarin hij zelf onlangs werd opgenomeneven onafscheide
lijk van het Pruissisehe volk als de dynastie der Hohenzollern
zelve geen blanke sabelgeen bloemengeen geloofs-artikel
kan de begrooting redden, 't Huis had haast, want het had
zonder reden een dag vacantie genomen, en stemde onver
droten door tot 's namiddags drie urenen toen was alles
geschrapt wat slechts geschrapt kon worden. Weldra volgde
de zeer beslissende eindstemmingwaarbij de geheele mili
taire begrooting werd verworpen.
Waarom vraagt men heeft de Minister van Oorlog
toezeggingen gedaan, die het Huis dedeu besluiten een dag
vacantie te nemen? Wij voor ons hebben reeds lang de
hoop opgegeven om de verrassingen van het Pruissisehe mi
nisterie te'kunnen verklaren; wij deelen daarom alleen mede
wat de meerderheid in Pruissen er van deukt, en dat is:
dat de Minister volstrekt niet verwacht had, dat het Huis
uaar zijne voorstellen tot bemiddeling zou liooren en een dag
vacantie nemen. Hij had gehoopt tot de natie te kunnen
zeggen: ziedaar een Vertegenwoordiging, die van geen ver
zoening of bemiddeling wil weten. Nu evenwel het Huis
verklaarde zeer gaarne de voorstellen der regering te willen
hooren, en daartoe zelfs een dag vacantie nam, moest de
Minister nader verklarenwaarin die voorstellen bestonden,
en nu bleek de poging tot bemiddeling niet ernstig gemeend.
Zoo was dan toch de Minister te goeder trouw, toen hij
verzekerdedat hij zeer verrast was geweest,, toen het Huis ter
wille vau zijne toezeggingen een dag vacantie had genomen.
Nu zeggen sommigen: die een kuil graaft voor een ander
Een Pruissisch ministerie is echter niet kleiuzeerig, niet
overgevoelig o neenvolstrekt niet. t Kan wel een
stootje verdragen. Daarom kan het ministerie ook wel een val
doen, zonder dat het ministerie valt. Bij dezen val is het
evenwel min of meer beschadigd 't heeft twee leden ver
loren. De heeren Bernstorff en von der Heidt schijnen geen
lust te hebben om zonder begrooting voort te regerenWie
zal daartoe den moed hebben vraagt menen men ant
woordt: de heer von Bismarck-Schónhausen. de nieuw benoemde
Minister van Buitenlandsche Zaken, zoo niet het officiëele
hoofd, dan toch de werkelijke leider van het nieuwe Kabinet.
Men verzekert, dat de nieuwe Minister een sterke overhelling
izit naar de Franscheen de Russische staatkunde, gevoegd
bij een niet minder sterke neiging om Pruissen meer beslis
send onder de Europesehe Staten te doen optreden. Voor
alsnog kunnen wij alleen vermelden, dat zijne optreding
door de vrijzinnigen met een helaaswordt begroet-
Helaas waar toeft het oog met welgevallen op den gang
der zaken In Italië een "ministeriedat zich volstrekt
schijnt te willen handhaven, en daartoe voor geene middelen
terug deinst- In Polen alle hoop op verzoening, waar die
nog mogt hebben bestaan, op nieuw te leur gesteld. De
geschiedenis van het adres des adels doet genoegzaam zien.
hoe gevaarlijk het iszelfs maar eenvoudig zijne wenschen
te openbaren. Graaf Zamoyski was door den Grootvorst ge
raadpleegd omtrent de gezindheid van den Poolsehen adel.
Op de aanmerking, dat die adel geen vertrouwen stelde in
de Keizerlijke beloftenverlangde de Grootvorst, de wenschen
des adels te kennen. Zamoyski belegt een vergadering van
Poolsehe edellieden; deze maken een adres op, waarin wordt
te kennen gegevendat de Polen door niets te bevredigen
zijn dan door de herstelling van het oude Koninkrijk.
Zamoyski overhandigt dit adres aan den Grootvorsten wat
doet deze Hij acht de vergadering door den Graaf bij een
"eroepeu onbevoegd om wenschen te uitendie onbestaan
baar zijn met de m Polen wettig bestaande orde van zaken,
en graat Zamoyski zei ven evenmin geregtigdom van zoodanige
vereeniging het orgaan te zijn. Daarom werd de graaf ge
vangen genomen en naar Petersburg gezonden om zich voor
den Keizer te verantwoorden.
In Noord-Amerika schijnen de rollen der strijdende partijen
verwisseld te zullen worden. Steeds dringt het Zuiden voor
waarts en schijnt op zijne beurt het Noorden te willen on
derwerpen althans zoozeer in het naauw te brengendat
het zich verpligt zal zien de onafhankelijkheid der Zuidelijke
Confederatie te" erkennen. Boven Washington zijn de Zui
delijken iu Maryland doorgedrongen, en bedreigen zoowel da
hoofdstad als Baltimorewaar de bevolking zeer zeker op
hunne hand is. Waarlijk, al verzekert de President Lincoln
ook nog zoo luide, dat hij de Unie wil redden, er schijnt
zeer weinig kans te bestaandat hij daarin slagen zal
zelfs al is generaal Halleck Minister van Oorlog geworden
in plaat.s van generaal Stanton.
^5^
[TAIilE. H":r
De toestand van Garibaldi blijft goed: voortdufë^g^j®^