ALKMAARSCHE
COURAN
V. 2.
Vijfenzestigste Jaargang.
Zondag
11 Januarij.
(THfjctccI 05cï>ccl<c.
Politiek <$)ue**3igt.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers.
HERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot.
Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigten een dag
vroeger.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR.
Gezien de circulaire van den Heer Commissaris des Konings
in dc Provincie Noord-Holland, dato 30 November 18G1
No. TT1irT MyS (Provinciaalblad No. 91).
Roepen ter voldoening aan art, 19 der wet van 19 Au
gustus 1861 (Staatsbl. No. 72) bij deze op:
Alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 Januarij 1863
hun negentiende jaar zijn ingetreden (mitsdien alle manne
lijke -gèboornen van 1844)om zich ingevolge art. 15 en
20 der voorsz. wetin bet, daartoe gereed gemaakte register
tot, de loting voor de Nationale Militie te doen inschrijven.
De inschrijving begint op 1 Januarij 1863 en moet afge-
loopen zijn den 'ol dier maandbehoudens de uitzondering
bij art. 20 der opgemelde wet omschreven.
Tot de. inschrijving zal worden overgegaan in een jder
vertrekken van het raadhuis alhier, op alle Maandagen
Woensdagen en Vrijdagen in de maand Januarij, tot en met
den 30 dier maand, des avonds van 5 tot 7 ure.
De verpligtiug tot het doen der aangifte berust op den
militiepligtige zeivenbij ongesteldheidafwezigheid of
ontstentenis op zijn' vader; is deze overleden, op de moe
der. en. zijn beide overleden, op den voogd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd hebben het noo-
dig geoordeeld tot regt verstand van het voorgaande de
ingezetenen opmerkzaam te makenop de navolgende bij
voorsz. wet gemaakte bepalingen, als:
Voor ingezeten wordt gehouden
1". hij, wiens vader, of. is'deze overleden, wiens moeder,
of, zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van den 28 Julij 1850 (Staatsblad n®. 44);
2°. hijdiegeen ouders of voogd hebbendegedurende de
laatste 18 maanden voor 1°. Januarij 1863 binnen Neder
land verblijf hield
3®. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was
al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het
Rijk verblijf boude.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling be-
hoorende 'tot een Staat, waar de Nederlander niet aan
de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of, waar ten
aanzien der dienstpligtigheid, het beginsel van wederkee
righeid is aangenomen.
De inschrijving geschiedt:
1®. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of, zijn beide overleden,
de voogd woont
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij woont;
3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelatenof wiens voogd buiten 's lands
gevestigd is, in "de gemeente waar hij woont;
4® van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder
lander, die, ter zake van 's lands dienst, in een vreemd
land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd
het laatst in Nederland gewoond heeft.
Voor de Militie wordt niet ingeschreven:
1®. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in
gezetendie geen Nederlander is
2®. de in een vreemd Rijk verblijf houdende puderlooze zoon
van een vreemdelingal is zijn voogd ingezeten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen al de
ingezetenen dezer gemeentewien dit mogt aangaanom
voorzien van een extract uit het geboorteregistervoor zooveel
zij elders zijn geloren. en eene nota van de wijk en het nummer
dxr woonplaatszoo mogelijk in eigen persoon de aangifte te
doen en herinneren voorts aan de straf waarmede de nala-
tigen ter inschrijving bij de art, 183 en 188 der wet bedreigd
worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
den 6 Dec. 1862. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
Dat de PASSAGE met RIJTUIGEN van het gedeelte
der Nieinvesloot. gelegen insschen de brug bij de Doelen
straat en de brug bij het Hoi', tot, nadere aankondigiug is
GESLOTEN. Burgemeester m Wethouders voornoemd
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
den 31 Dec. 1862. Me Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
loopende dienst, op heden door hen voorloopig zijn gearres
teerd en van af den 5 Januarij 1863 gedurende 14 dagen
ter Secretarie dezer gemeente voör een ieder ter lezing zullen
liggen.
Alkmaar Burgemeester en Wethouders voornoemd,
den 30 Dec. 1862. A. MACLAINE PONT.
De Secretaris.
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
noodigen bij deze ouders en voogden uitdie hunne kinde
ren of pupillen met 1®. ïebruarij op eene der Openbare Scho
len der Gemeente wënschen geplaatst te zienzich daartoe,
óór of op den 15 dezer maand, aantemelden bij de Hoofd
onderwijzers of de Hoofdonderwijzeres van de school door hen
verlangd, voorzien van de bewijzen van geboorte en koe
pokinenting der kinderen.
Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd,
31 Dec. 1862. A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
SPANJAARDT.
KENNISGEVING.
Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, ten gevolge van art. 1 der wet van 22 Mei 1845
(Staatsblad N». 22), hij deze ter kennis van de ingezetenen
der gemeentedat het kohier der Grondbelasting over het
'aar 1863 op den 2 Januarij 1863, door den Heer Commis
saris des Konings in de Provincie Noord-Hoilaud executoir
verklaard op heden aan den Heer Ontvanger der directe
belastingen binnen deze gemeente ter invordering is over
gegeven.
Ieder ingezeten die daarbij belang heeftwordt vermaand
op de voldoening van z'jneuaauslag behoorlijk acht te geven
ten einde alle geregtelijkc vervolgingen welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente ontgaan.
Alkmuur, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 8 Jan. 1863. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
verzoeken mits dezen de belanghebbenden, hunne CfiSfS-
KS of \Oh A'S wegens leverantie in
1862 gedaanvóór of 31 Januarij e.k. intezenden aau den
gemeente-architectopdat de afdoeuiug der zaken geene
vertraging ondervinde.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 10 Jan. 1863. De Secretaris.
SPANJAARDT.
VERGADERING van den RA AD der Gemeente JALK-
MAAR, op Woensdag, den 14 January 1863, des middags
ten 12 ure. Namens den Voorzitter van den Raad,
De Secretaris
SPANJAARDT.
De navolgende personen worden opgeroepen om zich in
de eerstvolgende acht dagen tusscheu 9 en 2 ure aantemel
den ter Secretarie dezer gemeente:
ANNA MARIA KOOPEN, laatste woonplaats Enkhuizen
JOHs HAGEDOORN 1. w. Amsterdam; JOHANNA
VLAANDEREN 1. w. Utrecht; MARIA de JONG, 1. w
Schaqenbenevens de onderstaande milicien-verlofgangers
CORNELIS WUBBENHOIIST, ALBERTUS ANDREAS
WEBER, JACOBUS HEN DRICUS AMELSBEEK. JACO
BUS MEINDERT SPL) KERM AN, CORNELIS SCHOEN
MAKER en GERRIT WOLZAK.
Het jaar 1863 schijnt een jaar des vredes te zullen zijn.
Vredelievend zijn de woorden des Eranschen Keizers op den
eersten dag des jaars. Mogt al bet, plan van tusschenkomst
in den Noord-Amerikaanschen oorlog van een min of meer
vijandige houding jegens de voorstanders der Unie getuig
hebben, de Keizer maakt geen gebruik van den tegenspoed
der Noordelijken om zich eenige toespeling te veroorloven
de weigering van elke bemiddeling. ïntegendee'
op
hij
hoopt dat de zaken bij den aanvang van 1864 voor het
Noorden gunstiger mogen staan. Welk een geduld! Bi
den aanvang van 1864. De Unie kan geen grooter lank
moedigheid wenschen. Spanje had in de laatste dagen
waarlijk geen aanleiding gegeven om zulke woordjes van
den Keizer te verwachten, en moge deze zich dan ook bij
den Spaansohen gezant beklagen over de verkoeling tusschen
beide gouvernementenhij uit tevens met verheffing van
stem, opdat allen het vooral zullen hooren, de hoop dat in
1863 de zaken tot wederzijdsch genoegen geschikt zullen
Dat het suppletoir kohier der directe gemeentebelastingj worden. Alleen de gezant van Peru moest woorden van
benevens dat van de belasting op de honden beide over de I misnoegen hooren omtrent de door zijne Regering aangenO'
men houding. Peru schijnt namelijk in Mexico het bewind
van Juarez te steunenen te trachten een verbond van de
Zuid-Amerikaansche Republieken tegen Frankrijk tot stand
te brengen. En waarlijk de grootste vredevorst zou moei-
jelijk woorden van welwillendheid kunnen spreken jegens
een Regeringdie een vijand ondersteunt met wien hij in
openbaren oorlog verkeert. Zoo lacht uit Parijs de vrede
Europa tegen, en al de grimmigheid des toorns van den ge-
duchten beroerder der wereld is naar Mexico, naar Amerika
gekeerd. Als Frankrijk toch oorlog voeren moetdan ach
ten wij de uitgestrekte steppen van Mexico en Zuid-Ame-
rika een veel geschikter tooneel voor zijne heldendaden, dan
het digt bevolkte Europa. Het kan er zich beter roeren
ngt minder schade aanen zal er vooreerst nog genoeg te
doen vinden, wauneer het de verspreide guerilla-benden der
Mexicaueu moet vervolgen, en het kerkhof te Vera-Cruz
zijne schatting vraagt vau elke nieuwe legerafdeelingdie
de Mexicaansche lucht komt inademen.
Toeh blijven er ook in Europa nog eenige kleinigheden te
gelen. Omtrent Griekenland wordt nu in doorgaand
1 onderrigte kringen verzekerd, dat En
geland nog altijd even gunstig over den afstand der Jonische
eilanden denkteu werkelijk Turkije tracht te bewegen tot
vrijwilligen afstand van een deel van Thessalië en Epirus.
Natuurlijk ontbreekt het niet aan personen die
eweren, dat Engeland zulke veelomvattende plannen niet
zai doordrijven zonder zich van de medewerking van andere
mogenheden verzekerd te hebbenterwijl van eene zijde
ie goed onderrigt kan zijn wordt beweerd,
dat Ruslaud en Oostenrijk geen genoegen met den afstand
der Jonische eilanden nemen dan onder voorwaarde, dat
Griekenland geene meerdere uitbreiding van grondgebied
rlangt en een constilutioneele monarchie worde. Van het
houden van een Congres tot regeling dezer zaken zou men
hebben afgezienen voornemens zijn zich tot het wisseleu
van diplomatieke nota's te bepalen.
Oostenrijk vooral keurt de Grieksehe omwenteling 1 en stel
ligste af en ontzegt den Grieken het regt om internationale
overeenkomsten, m het algemeen belang van Europa aan
gegaan, willekeurig te verbreken. Welligt zouden de Grieken
kunnen vragenof bij dit algemeen belang van Europa ook
liuu bijzonder belang eenigermate mogt ter sprake komen.
Overigens erkennen wij, dat het jammer is van de zoozorg-
uldig bewerkte tractaten, die immers de orde en rust der
wereld moesten waarborgenzoo maar verbroken te worden
alsof het kwajongenswerk was. Doch het is een slechte tijd
voor de tractatenen wij behooren niet tot de personen die
er het meest om treuren. Ook dit verbreken der traktaten
is echter geen nieuws onder de zon. Ouze schrijver in de
Lantaarn voor 1798, van wien wij reeds een eukel woord
hebben aangehaalden die waarlijk een verstandig man
schijnt .geweest te zijnzegt daarvan in een stukje dat hij
tot titei geeft: Regeeringloosheid ons erfdeel, het volgende:
//De Munstersche vreede scheen de rust van Europa, van
ons Genieenebest voor langen tijd te zullen bevestigen. Hoe
veele Tractaten meent gij, Lezers, dat er zedert den West-
phaalschen vreedein Europa gemaakt en gebrooken zijn
Zedert dien tijd ruim drie-en-vijftig." Wij hebben geen
gelegenheid gehad om deze traktaten na te tellenmaar
wanneer wij den schrijver op zijn woord willen gelooven
dan zou er gemiddeld om de drie jaren een traktaat //ge
maakt eu gebrooken" ziju. Met de leering, die hij uit deze
overweging trekt, stemmen wij dan ook gaarne in: //Daar
ze tocli niet langer worden nagekomendan 't belangen of
de gril medebrengt des sterksteu der contraeteerende par
tijen was 't misschien maar beter 't te laaten aankomen op
t povere Recht der Volkeren." Dit zal zijn: het regt der
volken om hunne eigene zaken zoo in te rigten als 't hun
goed dunkt. Ook de verklaring, die de schrijver van dit
verschijnsel geeft, achten wij te juist om haar niet over te
schrijven//De reeden van al dit gehaspel is klaar. Meestal
besluiten de traktaaten gevoerde oorlogenwaarin 'er door-
gaaDS eene lijdende partij iseene die verliezen geleden
heeft, die afstanden moet doen. Deeze bekragtigt de
verliezer bij die zoogenaamde plechtige traktaaten't ziju
alle pacta vi et necessitate coacta (door geweld en uit nood
gesloten verdragen). Hij zweert, in petto, op 'togenblik der
teekeniuge van"'t traktaat, het zelve niet te zullen houden,
zodra hij hoopen durft dit met succes te durven onderne
men." Zoo komt dan ook onze schrijver tot het besluit
dat voortdurende beroering en oorlog ons lotregeering
loosheid ons erfdeel is. Hij erkent het vreeselijke zijner leer,
doch hij voegt er een troost bij. //Deeze ontzettendedeeze
beangstigende staat der waereld zegt hij was overlang
reeds daar, zo niet het eene mes 't andere'k zal niet zeg
gen de punt afbrak maar bij poosjes in de scheê hieldt.
Ouder de groote mogendheeden van Europahoedanig er
vier ziju hij schrijft in 1798 zouden ieder den weg
der opperheerschappij wel uitwillenieder is geneegen den
baas te speelenmaar zodra zet niet ééne van de vier de
haaneveêr op, of ieder van de drie anderen begrijpende, dafc