ALKMAARSCHE COURANT Vijfenzestigste .1 aargang. -V. 30. 1803 teri:-; V Zonda 17 Mei. (T>Sltciccl (s^cbccïlc. fJolitick #ücrstgt- Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post ƒ4, Brieven franco aan de Uitgevers. a E R M». COSTER ZOON. <r ii:i ii- De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigten een dag vroeger. PROVINCIE NOORD-HOLLAND. AANBESTEDING. Aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur van Noord- Holland te Haarlem zal op Donderdag den 28 Mei 1803, des namiddags ten half drie urebij inschrijving en opbod wor den aanbesteed Het planten van stroo en helm en het stel len van rietschuttingen op de duinen van het eiland Texel en den vasten wal van Noord- Hollandin den zomeren hetnajaar vanl863 en in het voorjaar van 1864, in drie perceelen. De bestekken zijn, tegen betaling van lien Cents per exemplaar, te bekomen aan de provinciale griffie van Noord- Holland te Haarlem; aan het bureau van buitenlandschepas poorten te Amsterdambij den provincialen opzigler van den Waterstaat C. van der Slerr aan den Helder en ter Gemeente- Secretarie te Texel. Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen bij den Ingenieur J. F. IV. Conrad te Alkmaaren bij genoemden opzigter. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR vragen voor de Openbare Sein.ol voor meisjes eene EERSTE HULPONDERWT.JSERES, op eene bezoldiging van 600.'s jaars. Vereischten zijn: een gezond ligchaams- gestel en het bezit der acteu van bekwaamheid bedoeld bij art. 1 litt. a i der wet op het lager onderwijs en tot het geven van onderwijs in de Eransehe. Engelsche en Hoog- duitsche talen. De stukken vóór 10 Juuij a.s. franco iute- zenden aan den Burgemeester. KENNISGEVING. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR; Gezien Z. M. besluit van den 21 Maart 182S (Staats blad N°. 6). houdende reglementaire bepalingen tot invoe ring der Wet op de Schutterijen van den 11 April 1827 {Staatsblad N° 17), in verband gebragt. met, art. 6, 7, 8 en 9 van gezegde wet. Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur in de Provincie Noord-Holland, dd. 11 April 1828 N°. (Provineiaalblad N°. 4*1), omtrent de executie der wet op de Schutterijen Roepen bij deze op alle manspersonen, ingfezetenen dezer gemeente, welke op den eersten Januarij 1863 hun 25ste jaar zijn ingetreden, en alzoo diegenen, welke in den jare 1838 zijn geborenalsmede de zoodanigenwelke ofschoon in andere gemeenten ingeschreven, sedert, de laatste inschrijving binnen deze gemeente zijn komen wonen, en op den ]»tra Ja nuarij 11. hun 34ste jaar nog niet hebben voleindigd, en alzoo geboren zijn in de jaren 1837 tot en met 1829 ingesloten de vreemdelingen van denzelfden ouderdomdie sedert de laatste inschrijving in de termen gevallen zijn, om, volgens art. 2 der Wet van 11 April 1827als ingezetenen te wor den beschouwd, benevens de gepasporteerde militairen, welke zich tot dus verre niet ter inschrijving voor de Schutterij hebben gepresenteerd, ten einde zich in de daartoe gereed gemaakte registers te doen inschrijven. Zij maken tevens de ingezetenen bekend: Dat de inschrijving zal beginnen den 15ael1 Mei aanstaande, ongeheel zal moeten zijn afgeloopen den eersten Junij daar aanvolgende terwijl in een der vertrekken op het Raadhuis alhier "voor de inschrijving zal worden gevaceerd van den j5Jcn Mej 1803, op Dingsdag en Vrijdag van iedere week, tot pan den eersten Junij aanstaande, des namiddags van 5 tot 7 ure. En ten einde te voorkomendat iemandin de termen der inschrijving vallende, zich door onwetenheid aan pligt- verzuim schuldig makeheeft het Gemeentebestuur noodig geoordeeld, een ieder bekend te maken met en te herinneren aan de navolgende, bij de Wet van 11 April 1827 (Staats blad N°. 17). gemaakte bepalingen: Dat een iegelijkzonder onderscheidof hij mogt, ver- meeuen al of niet onder de bij de Wet vrijgestelden of uit- geslotenen te behoorenverpligt iszich voor de Schutterij te doen inschrijven. Dat zij, die in meer dan eene gemeente hun verblijf kou den of den zetel van hun vermogen hebbeu gevestigdtot de inschrijving verpligt zullen zijn binnen die gemeente, waar eene dienstdoende Schutterij aanwezig isen bijaldien in die verschillende gemeenten, alleen dienstdoende, of alleen rustende Schutterij bestaat, zich te doen inschrijven in die gemeente, alwaar zij voor de personele belasting zijn aan geslagen en de ambtenaren in die gemeentealwaar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te houden. Dat zij, die van hun juisten ouderdom geen voldoend bewijs kunnen gevennaar het oordeel van het Plaatselijk bestuur zullen worden ingeschreven, onverminderd de be voegdheid van de ingeschrevenen, om van hun juisten ouder dom nader te doen blijken. En dat eindelijk zijdie bevonden worden zieh niet vóór den l8ten Junij te hebben doen inschrijven door het Plaat selijk bestuur zullen worden ingêschreven en in eene geld boete verwezen; terwijl zij daarenboven zonder loting bij de Schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden. Burgemeester en Wethouders vermanen tevens ieder in gezeten dezer gemeente, dien het aangaat, om zich tijdig van een geboorte-extract, te voorzieh. waardoor zich een ieder van zijn juisten ouderdom kan verzekeren, en hetwelk bij de inschrijving zal moeten worden vertoond; alsmede om zich ten behoorlijken tijde tot de inschrijving aantemelden ten eiude de straf, wegens nalatigheid vastgesteld, te voorkomen. Burgemeester en IVethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 1 Mei 1863. De Secretaris, SPANJAARDT. OPENBAAR ONDERWIJS. VROUWELIJKE HACJD WERKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen bij deze ter algemeene kennis: Dat de Gemeenteraad om in een hem kenbaar geworden behoefte te voorzien, in zijne vergadering van den 13 dezer heeft besloten, dat het onderwijs in de vrouwelijke handwer ken aan de openbare Tusschenschoolvoorloopig en hij wijze van proef zal worden gegeven vijf malen per weeken wel des Maandags Dingsdags Donderdags en Vrijdags 's namiddags van 5 tot 7 uren en des Woensdags's namiddags van 2 tot 4 ure. Burgemeester en Wethouders noodigennaar aanleiding van dit besluit, dat dadelijk in werking zal treden, een ieder, die daarvan gebruik zoude wenschen 1e maken, uit, om zich daahoe bij de hoofdonderwijzeres Mejufvrouw F. M. van de Velde, aan de Korte Mient, aantemelden. Burgemeester en W'ethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 15 Mei 1863. De Secretaris, SPANJAARDT. GEMEENTELIJKE DIRECTE BELASTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen mits deze ter algemeene kennis Dat het kohier der gemeentelijke directe belasting over de dienst 1863, door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd en op heden aan den Gemeenteontvanger ter invordering is uitgereikt. Alkmaar Burgemeester en Wethouders voornoemd, den 16 Mei 1863. A, MACLAINE PONT. De Secretaris SPANJAARDT. VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK MAAR, op Woensdag, den 20 Mei 1863, des namiddags ten 1 uur. Namens den Voorzitter van den Raad De Secretaris SPANJAARDT. De milicien-verlofgangers der gemeente Alkmaar van de ligting 1858 kunnen ter Secretarie dezer gemeente hunne PASPOORTEN bekomen. POLITIE. Onbeheerd is onder de baune van Alkmaar gevonden eene geiteene kip eene braceleteene duimstokhet onderste ge deelte van een gouden oorhangertjeeen esschen stam en twee rottingen; daarop regthebbenden vervoegen zieh tot terugbe- koming van een en ander aan het Commissariaat van Poiilie te Alkmaar. Deze dagen bieden ons het bedroevend schouwspel aan van een groot volk in zijne vernedering. Wij bedoelen niet het voor zijne onafhankelijkheid worstelende Polen. Hoe pijnlijk dat schouwspel ook moge zijnals wij de zwakke verspreide benden der opstandelingen uit een zien gejaagd door de wel geoefende en goed uitgeruste kolonnen eener geregelde krijgsinagt, hoe droevig de aanblik moge zijn van een tegenworsteleud volk verpletterd onder de ijzeren hand eens alleenheerschersdie zich aanmatigt de partij der orde te vertegenwoordigenomdat hij de magt bezit om alles te doen zwijgen voor zijne stem en t.e doen krommen onder zijn juk, het is geene vernedering wat wij hier aanschouwen. Onder te doen voor ruw geweld wie zal dwaas genoeg zijn, daar iets schandelijks, iets vernederends in te zien? Nooit welligt kan een volk, kan de mensch grooter zijn dan in zijn lijdenin zijn ondergang zelfs. Het overwonnen Polen kan een even grootsche figuur zijn als het rouwende, lijdende of strijdende Polen. Wat de eer eens volles betreft, zeggen wij het den dichter na: 't Is beter dat het vall' te midden van zijn glorie, Dan dat het voortleve in den smaad van zijn historie. Geen vreemde magt kan den mensch. kan een volk in waar heid vernederen, verlagen; daartoe is de mensch, het volk zelf alleen in staat. "Van zulk een ellendigen toestand biedt Erankrijk ons dezer dagen een schouwspel aan. Het verkiezingswede is begonnen. De natie is opgeroepen om hare Afgevaardigden te benoemendie in gemeenschap pelijk overleg met den Vorst der volkskeuze de belangen des iainls zullen regelen. Zoo spreekt de Regering. Hoe geheel anders is de werkelijkheid! Wij zien het geheele land overdekt met een heirleger van prefecten en maires, allen stomme en slechts al te gewillige werktuigen van den man, die zijn troon in de Tuileriën op zijn volk heeft veroverd. Schrik en ontzetting hebben hem daar gebragt en tot heden gehandhaafd schrik voor de kartetsen en bajonetten van Canrobert, die het asphalt der Parijsche boulevards met de lijken van vrouwen, grijzaards en kinderen bedekten, schrik voor de fusilladesschrik voor verbanning naar Algerie schrik voor Cayenne met zijne koortsen-telende moerassen, voor Cayenne, de drooge guillotine. Neen, wij moeten deze dingen niet vergetenwij moeten ze ons telkens en telkens weder herinneren, opdit. ze ons steeds helder voor den geest staan, wanneer de i/dubhel-tronie Janus," die Frankrijk bc- heerscht, ons zijn gelaat van vrijheidszin en geregtigheid toewendt. Al geeft een dief de helft van den gestolen schat ten beste van den naaste, hij moet voor ons een dief blijven; wij moeten ons onze achting niet laten af koopen. Maar hoe dikwijls laten wij ons door den schijn medeslepen. Ecu schurk is rijk gewordenen heeft niets van een schurk meer. Hij draagt het gewaad van een eerlijk man, zijn gang is rustig en gematigd, hij is uiterst net geschoren; hoort eenswelk een hoogst fatsoenlijke toon 't is waarlijk een deftig mau. Wie zou er aan denkeu. zulk een inan te weren of den rug toe te draaijen Hij is lid van alles, waar een fatsoenlijk man lid van wezen moet. Hij geeft goede diners; daar komen de meest onbesproken menschon. Wij worden ook gevraagd. Zullen wij bedanken? Waarom En wij zouden den man niet eerendie zich met even vorstelijk purper bekleedt als de meest legitieme monarch in Europa die in den vorstelijkeu broederkring is opgenomen en zieh daar glansrijk handhaaft Doch wij behoeven niet op den oorsprong zijner magt te wijzenom te waarschuwen voor het mom van geregtig heid des Erauschen Cesars. De wijze waarop die magt tot op den huldigen dag wordt uitgeoefend, is even af schuwwekkend. Wij wezen op de verkiezingen. Welk een schouwspelOpenlijk candidaten gesteld door de Regering instructiën gezonden uit Parijs aan de prefeeten en mai res om de keuze dezer personen te verzekeren Parijs in zijn regt van vertegenwoordiging gekortduizenden van de kiezerslijsten weggelatenen geen tijd noeli gelegenheid gegeven tot herstel kiezersvereenigingen uit een gejaagd, verboden en bemoeijelijkt, de drukpers door een waar schrikbewind in bedwang gehouden. En dit alles geschiedt niet in 't geheim, maar in 't volle licht der zon. De Minister de Persiqny rigt zijne circulaire aan de prefectenen vermaant hen te bedenken dat het Keizerrijk de uitdrukking is van den wil des volkswaarom zij dan ook aan dat volk moeten doen gevoelendat het geene andere Afgevaardigden mag zenden dan die de Rege ring aangenaam zijn alzoo de candidaten der Regering. De andere candidaten trachtfen slechts den grondslag der instellingen te ondermijnenwaardoor Erankrijk gelhkkig is; zij verlangen de vrijheid alleen om die tegen den Staat te misbruiken. De Regering moet de verkiezingen leiden zoo lang er nog personen in Erankrijk gevonden wordendie vijandig gestemd zijn ten opzigte van de dynastie en de tegenwoordige instellingen. En wat de Regering daaronder verstaatblijkt nit deze woorden der circulairedat de ad ministratie niet onder hare hoede kan nemen de candidaten, die niet zonder voorbehoud en bijoogmerken de Keizerlijke dynastie en de instellingen des Rijks met hart en ziel zijn toegedaan. De slotsom is alzoo: Erankrijk is gelukkig bewijs2 maal 2 is 4. Het is gelukkig door den Keizer die hieraan twijfelt is het (genot der Eransehe lucht onwaar dig. Om dit geluk te bestendigenmoet gij alleen kiezen die candidatendie door de Keizerlijke Regering worden aanbevolenen dit zijn geene andereudan die zich on voorwaardelijk zonder eenig voorbehoudmet lijf en ziel aan den Keizer hebben toegewijd. Zoo wordt een bevolking van 36 millioen geregeerd. En die bevolking duldt het en zwijgt. De flaauwste aanmer king is gevaarlijkwordt onderdrukt en gestraft. Geen dag blad durft openlijk voor zijne meening uitkomen niemand durft schrijven wat hij denkt. Waar niets dan bittere ver ontwaardiging moest gehoord worden, wordt uaauwelijks met de meeste beleefdheid een enkele opmerking Schrik voor een waarschuwing houdt de pers kfToerii een drietal waarschuwingen brengt da doodstraf" Voor pet?1 misdadige blad mede. Maar waarom verzat ffcan- sche volk niet tegen zulke dwingelandij? -V Nöóre^rstricby,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1863 | | pagina 1