1Ab s 11 tciuu O
doch of de "goedkeuring" algemeen isbetwijfel ik zeer
meer zeker acht ik het, dat zijn plan algemeen is aangehoord,
schrijver ten minste kan zich met de details niet vereenigen.
Trouwens zegt de heer S. later zelf. dat het vestigen van
de veemarkt op het plein van de Paardenmarkt "de meeste
tegenkanting zal ondervinden en dat hen ik wederom ge
heel met hem eens.
Als reden geeft hij op verplaatsing, en zonder twijfel mag
men daartoe niet dan om gegronde redenen overgaan, want
waar eene markt zoo lang' is gevestigd zijn alle localiteiten
welke tot gemak en gerijf er van kunnen dienen, daarnaar
ingerigt, als logementen, stallen tot berging van vee en
anderzins, maar er is in mijn oog toch nog een wigtig
bezwaar tegen verplaatsing en dat schijnt door den heer
S. zeer ligt te worden geacht dat zijn de kosten.
Om dit aan te tooneu zal ik even terug moeten gaan en
spreken over eene fait accompli, namelijk de plaatsing van
het spoorwegstation.
Het is mij tot heden toe raadselachtig, waarom het stads
bestuur zoo geijverd heeft voor eene plaatsing aan de west
zijde van de stad.
Indien ik wel onderrigt ben, had de Staat reeds besloten,
hetzelve aan de oostzijde te plaatsen in eene regte lijn en
dan, als gevolg van die plaatsing, het kanaal te verleggen
achter het Heiiige land om.
Ik mag aannemendat het gemeentebestuur door zijn in
vloed den Staat had kunnen bewegen het, station te vestigen
aan liet kanaal, in de nabijheid van den kalkoven des heeren
Stoeltegenover de Boom poort.
Voor het geval nu, dat men het slation aldaar had opge-
rigtzou het dan iemand in den zin gekomen zijn, voor te
stellenom het water vlak bij de Texelsche poort tot,
eene haven interigten Ik geloof het niet. Het is oTn die
reden dat ik tot de conclusie kom dat men die waterplas
geschikt, acht, omdat zij meer in de nabijheid ligt, van het
nu te maken station buiten de Geesterpoort eu dat. men
verder, om eenig nut van dat water te zullen hebbenvoor
stelt de veemarkt daar heen te brengen.
Zou daarom het beweren zonder grond zijn, dat, minder
de geschiktheid der terreinen zelf dan wel de poging tot, het
verhelpen van het inconvenient van minder gunstige plaatsing
u., 10 o.ton om dc markten
van het station de reden is van den toeleg,
te verleggen
Het, schijnt mij toe, dat men zich ten taak stelt, om nu
de stad naar het station te regelen, althans een streven tot
partiëele verhuizing, en nu is mijn bezwaar, dat het vooruit-
zift van toeneming in den aanvoer van veealleen om den
stand van de markt aldaar niet zal zijn in verhouding tot
de te maken kosten.
Niemand zal toeli beweren dat die niet in aanmerking
komende penningen tot verbetering of daarstelling besteed
zijn vastgelegd eu keeren nooit in de stads kas terug, er
moet dus eene goede rente van inkomen uit. den aard
der zaak zal deze laatste indirect zijn.
Het antwoord op de vraag of het bestaande voldoende
kan geacht wordengeloof ik is ontkennend en of de in
gezetenen want wij allen zijn er bij betrokken met
bet, minder voldoende kunnen genoegen nemen liever
had ik daarvoor "kunnen tevreden zijn" gelezen - is eene
vraag, die baar antwoord vindt in deu pligtmatigen trek
naar het, volmaakte.
Bij de opsomming van al de gebreken, die aan de veemarkt
kleven, is ons inziens de heer S. niet vrij van overdriving.
Een groot en open terreinwaar men al het, vee en bloc
kan plaatsenis minder nooriig en zal ook naar ik veron
derstellen mag, niet, algemeen worden verlangd; evenwel is
het verruimen van het thans bestaande zonder twijfel wen-
schelijk daardoor zou kooper en verkooper de gelegenheid
aangeboden worden, die naauwe straten pleintjes zijn
zoo kwaad niet en stegen te verlaten of lieverhet zou
niet meer noodzakelijk zijn om ze te gebruiken; en zou nu
niet voor weinig kosten een gedeelte van het. plantsoen tus-
schen de Eriesche poort en de vlotbrug daarvoor aan te
wenden ziju
Mij dunkt, den grond voor ballast, verkoopen eu het ter
rein bestraat De heer S. zegt zelf, dal "terrein zou zieli
"in het belang van sommige" zou men niet mogen aan
nemen van vele? "ingezeteuen aanbevelen, doch" gaat
hij verder "hoe geschikt dat terrein ook wezen mogt
"aan het tweede vereischte, goede gelegenheid tot, aan- en
//afvoerkan daar niet naar behooren worden voldaan ik
veroorloof mij te vragen: welk vee heeft, de heer S. hier op
het oog? Het Eriesche melkvee, in het voorjaar aangevoerd,
komt twee a drie dagen te voren en wordt in de stallen
daar in de nabijheid geborgen; de gelde en vette koeijen
in het najaar aangevoerd komen algemeen op hare pootjes
aan, voor deze is liet dus geen bezwaar, dat liet kanaalzoo
onmiddelijk langs de markt stroomt, en moet ik aannemen
dat, er gedoeld wordt op de wekelijksohe vette markt? Wel
nu ook dan zou ik zoo arbitrair zijn te meenendat ner
gens in onze stad de wekehjksche vette markt, bij eventuëele
verplaatsing en betrekkelijk geringe opoffering zoo doelmatig
opgerigt kan worden.
Tot, heden ben ik negatief geweestlater vlei ik mij de
gronden aan te voeren voor liet bovenstaande gezegde ten
opzigte van de veemarkt.
D>e lezer gelieve zich overtuigd te houden dat ook bij
mij alleen en uitsluitend het belang van de stad mijner in
woning de drijfveer is geweest, om liet mijne bij te dragen,
t,en einde te komen tot verbetering van liet bestaande en
zoo noodig liet vestigen van nieuwe inrigtingen, die
geenerzijds bezwarend zijn noch voor de stad noch voor den
marktbezoeker.
De laatste woorden betreffen de economie van de zaak
want waarlijklaten wij bij liet beramen van plannen onze
helemmerende aceijnsen niet uit de aandacht verliezen, welker
afschaffing zeker ook in deze de krachtigste hefboom ter be
vordering eu ontwikkeling van het vrij verkeer is. Z.
zelfs zijndat nog vele aristocratisch gevormde beschaafden
zich weinig aangetrokken gevoelen tot dergelijke vereenigin-
gen toeli verdienen dezemeen ik.- eene sympathetische
deelneming van alle weidenkenden.
Een der groote gebreken in ons politiek leven toeli is juist
het gebrek aan politiek leven. Menslaat, ziclivooral in de
clique onzer dagbladen dood met groote woorden; en voor
't overige gaat, het goede publiek heel kalmtjes naar zijn
bureau,° kantoor of werkplaats, en vertrouwt devotelijck,
dat de zaken wel marcheren zullen.
Het wordt dus meer dan tijd, dat wij allen leeren besef
fen, dat geen onzer wil hij een goede vaderlander heeteu
zich mag" onttrekken aan de behartiging der algemeene be
langen en vooral dat het voortaan niet meer aangaat de
schuld van alles te werpen op de overheid. Ieder burger
behoort t,e gevoelendat hijvoor hoe weinig dan ook
mede-verantwoordelijk is.
En wat kan om dat gevoel op te wekkenom dat be
wustzijn te doen leven hij ons allen gunstiger werken
dan bijeenkomsten, als waarvan wij spreken. Het geldt,
toch b.v. hier niet meer qn niet, minder! zoo ook mij
voorkomt dan de keuze tusschen leven en dood want,
stilstaan is ook hier sterven. Alkmaar staat thans - be
driegen wij ons niet op een keerpuntwaarop liet te
beslissen heeft: zal Alkmaar een klein aardig gelegen koop
stadje blijven, waar een niet, onaanzienlijke waarde aan kaas
wordt opgezet.en dat »van de boeren leven moet," of zal
Alkmaar minstens alle pogingen in 't werk stellenom een
middelpunt voor Noord-Holland, voor het gansche Noorder
kwartier te worden, eene beduidende stad, wier markten
van heinde en ver bezocht worden De keuze schijnt mij
niet moeijelijk. Ik wil hiermede niet een goed- of afkeurend
oordeel uitspreken over de plannen ik mag zeggen
uitstekend door den heer Cohen S'uart ook dien avond ont
wikkeld. Mij ontbreekt daartoe len eenenmale de bevoegd
heid; bovendien op deze bijeenkomst, helaas! is het ons al
leen gegeven geworden de voordeelen te leeren waarderen,
terwijl de nadeelen weinig of niet met eenige uitvoerigheid
zijn aangewezen geworden Zoo dat liet geval geweest ware,
zoo ook van wege de partij tegen de hervormingsplannen,
van de behoudende zijde alzooop flinke en warme wijze
de bezwaren tegen des heeren Stuart's plannen waren op
gesomd geworden, dan hadden wij, geen marktbezoekers
althans beter in de gelegenheid geweest ons eene meening
te vormen. Thans konden wij dat niet't geen zeer betreurens
waardig was ook voor den out werper die welligt, van deze of
gene opmerking profijt had kunnen hebben bij nog nadere be
studering van zijne plannen. Hoe het, zij ik herhaal het-
over de plannen zelve hoe verleidelijk ze mij ook voor
komenspreek ik niet. liet feit alleen dat Alkmaar s bur
gerij zich voortaan zal gaan vereenigen om onderling hare
belangen te bespreken is reeds merkwaardig genoeg om
onze aandacht te trekken, en er ons in te verheugen als
een gelukkig tecken des t.ijds. Wij mogen bij zoodanige gelegen
heden dan stemmen vernemendie alleen van eigenbelang
getuigen wij mogen dan hooren b, v., dat eene markt niet
zoude mogen verplaatst wordenomdat de waarde van
eenige huizen zoude verminderen als of eenig gedeelte van
eene stad waar door toevallige omstandigheden nu een-
maai eenige jaren markt gehouden is ten eeuwigen dage
regten daardoor verkrijgen kan; wij mogen deze en dergelij
ke ketterijen hooren verkondigen, dit alles neemt niet weg dat
wij ons geluk mogen wenschén met onze volksvergaderingen.
Want al zijn nu slechts nog ter sprake gekomen vooral de
stoffelijke belangen der stad - zoo kunnen wij hopendat na-
eenigen tijd de" behoefte zich zal openbaren om ook geza
menlijk de geestelijke belangen ter sprake te brengen. Men
heeft gezegd: Alkmaar moet'van de boeren leven. Neen:
de landlieden z u 1 l.e n na eenigen tijd herwaarts moeten ko
men niet alleen om onze alsdan uitstekeude markten, maar
ook welligt om hun dorst t.e lesschen naar kennis en
is kunnen geschieden. Daarbij getuigen de kleederdrachten
en wapens van getrouwheid aaii de historie.
Maakt het, stuk op eenige afstand een goeden indruk door
zorgvuldige compositie, juiste teekeningen wel gekozen kleui
bij nadering bemerkt men, dat het niet is eene decoratie
alleen op effect berekendmaar dat in alle bijzondere
deelen eene uitvoerigheid gevonden wordt, als slechts schaars
aan schilderijen van dergelijke grootte eigen is. Vergissen
wij ons niet. dan heett de lieer Hilverdmkdie teregt eene
gunstige reputatie als decoratieschilder genietdoor dit ge
wrocht, de vrucht van 8 jaren arbeid eu studie, een bewijs willen
geven, dat hem ook de hoogere opvatting der kunst niet
vreemd is. Wij wense'nen hem geluk met zijne goed geslaagde
poging en vertrouwen dat een talloos bezoek en de bijval
onzer ingezetenen hem ten blijke mogen strekkendat hij
ziju doel volkomen bereikt heeft.
wetenschap
N.
Door plaatsgebrek het ingezondene in een volgend Nummer.
ttE.tt KKltTEBlAÖ.
Zitting van deu 20 Mei 1863 No. 8.
Voorzitter de Burgemeester. Tegenwoordig 12 leden.
Afwezig met kennisgeving de Heeren M'. P. A. de Lange,
Jonkh1. C. de Dien Fontein Verschuir en J. C. Vonk.
Na opening der vergadering door den Voorzitter, worden
1. De notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd.
Vervolgens zijn gelezen:
2. Eene missive van HH. Gedep. Staten dezer Provincie
ten geleide van het goedgekeurde kohier der plaatselijke directe
belasting voor 1863. Voor kennisgeving aangenomen.
3. Rapport van de vaste commissie van financiën op de door
Burgemeester en Wethouders gevraagde magt.igiug tot liet
doen van af- en overschrijvingen op de gemeentebegrooting
over 1862.
4. Rapport van als boven op een gelijk verzoek van tlli.
Regenten van het Gasthuisten aanzien hunner begrooting
over 1862.
Beide, na reeds ter lezing voor de leden te hebben gelegen,
dadelijk behandeld en de magliging verleend.
5. Rapport van dezelfde commissie op de rekening van de
Stads Apotheek, dienst 1862.
Mede dadelijk in behandeling gesteld en de rekening goedgekeurd.
6. Rapport, van de commissie voor den weg door den H. H.
Waard, bevattende de voorstellen van concept-adressen aan.
Z. M. den Koning en aan H.H. Gedep. Staten vau Noord-Holl.
tot verkrijging der verlangde Rijks en Provinciale subsidiën.
De onltverp-adressen aangenomenmet opdragt der uitvoering
aan Burg. en IVeth.
j. Voorstel van Burg. en Weth. tot wijziging van de verorde
ning op de jaarwedden van het onderwijzend personeel bij de
openbare scholen, ten opzigte van de inwoning der lehulponder-
wijzeres aan de school voor meisjes bij de hoofdonderwijzeres.
8. Rapport van dezelfden op het, adres van de Wed. C. Brook-
smit, om ontheffing vau haren aanslag in de plaatselijke directe
belasting over 1863.
Beide ter lezing voor de leden op de secretarie neder gelegd.
9. Voorstel van dezelfden tot liet doen inrigteu van het lokaat
van het notarieel archief tot eene kamer voor den ambtenaar
van het Openbaar Ministerie bij het kautongeregt en devei-
plaatsing van bet, genoemde archief naar de voormalige wapen
kamer, met verzoek om magtiging tot het doen van de daar
voor gevorderde uitgaven.
Verzonden aan de commissie van financiën om berigt en raad.
10. Adres van C. Fehnes, hulponderwijzer aan de openbare
tusschensehoolom verhooging zijner jaarwedde totf400,
Ter lezing voor de leden op de secretarie nedergelegd.
Daarna zijn de deliberatiën geopend over:
11. Het, voorstel van de Kamer van Koophandel tot geheele
afschaffing van de bijde gemcentegeheven wordende recognitiën.
Besloten aan de Kamer te kennen te geven, dat de Ge
meenteraad er voor alsnog niet in kan treden om aan den
ivensch der Kamer te voldoen.
12. Het voorstel van dezelfde Kamer, tot eene dagelijk-
sche bediening der Waag en eene wijziging van het tarief
der weegloonen.
Gerenvoijeerd aan Burg. en V''eth. tot berigt en raad.
13. Berigt van Burg. eu Weth., op het verzoek van J. lleli,
om huurgebruik van het terrein der voormalige infirmerie.
Mijnheer de Redacteur
Ik woonde Donderdag, 7 Mei, de volksvergadering, de
meeting bij, waar de belangen van Alkmaar's marktwezen
ter sprake werden gebragt. "'t Is mij een waar genot geweest.
Er zijn gewis gelegenhedenwaar ons eigenlijk gezegd
schoonheidsgevoel meer bevrediging vindt, en het moge
De Arnhemsche Courant bevat een adres aan den Koning,
waarbij Z. M. wordt uitgenoodigd om zijnen invloed bij de
Russische Regering ten gunste der Polen aan te wenden,
en dat volgens genoemde Courant hier te Alkmaar ter t.ee
kening zou rondgaan. Wij kunnen onzen lezers melden
dat daartoe wel het plan heeft bestaanmaar de nota reeds
door onze Regering ingediend alle aansporing daartoe na
tuurlijk overbodig maakt.
De heer J. IV. Adrian Hiherdinkwoonachtig op het slot
te Muiden, heeft, hier ter stede een reusachtig schilderstuk
ten toon gesteld, dat èu als kunstproduct èn om het on
derwerp iu hoogen mate de belangstelling onzer stadgeuoo-
ten verdient. Het stelt, voor de derde of laatste storm der
Spanjaarden op Alkmaar, op 13 Sept. 1573 juist op het,
oogenhlik dat de overmoed des magtigen vijands gebroken
werd door de onverzettelijke volharding en inspanning dei-
belegerden, dat de victorie zich voor de onzen verklaarde.
De hoofdgroep wordt gevormd door de 3 vaandrigsdie
hunne banieren boven de bres meenden te plantende een
wordt bedreigd door het breede zwaard van Kitmande an
dere ziet zich ziju doek reeds ontrukt. Om hun heen is het
eene bonte mengeling van mannen eu vrouwenvan leven
den eu doodeu van harnassen en wambuizen van wapens
en vuur, een woeling en worsteling als slechts denkbaar
was daar, waar de woede der vertwijfeling, de zucht tot zelf
behoud een muur van dapperen vormde om het bloedgierig
heir vau den magtigsteu koning der wereld te keeren. Dat
alles ontwart het oog eerst bij naauwletteude beschouwing,
waardoor de schoonheden van hel kunstwerk gedurig toe
nemen. De hartstogteu van aanvallers eu verweerders zijn
dan ook uitmuntend weergegeven, de opgewektheid en doods
verachting der burgers, de met ontzetting gepaarde moed der
vrouwen Trijn Rrmme is niet vergeten), de beslotenheid en
verbittering der oude, de wijfelmoedigheid der nieuwe Spaan-
sclie benden, dat, alles spreekt zoo luide, zoo ouwederstaan-
baar, dat men zich verplaatst gevoelt inden baugen tijd van
liet beleg, dat men bqkennen moet dat het zoo en nietando
Op de conclusie van liet rapport het verzoek niet toegestaan.
14. De instructiën voor den Stads Klokkenist en voor den
Stads Muziekmeester
Na de behandeling der algemeene strekking der beide
instructiën is, uithoofde van het vergevorderde uurde
artikelsgewijze behandeling tol nadere vergadering verdaagd.
15. Óp de rondvrage vau den Voorzitter, geeft de Heer
Verhoef den wensch te kennendat eene commissie moge
worden daargesteld om te overwegen en den Raad voor te
lichten omtrent hetgeen voor deze gemeente bij de invoering
der wet op het, middelbaar onderwijs te doen is.
De voorzitter beantwoordt zulks met, de toezegging vau
een bepaald voorstel deswege ter eerstvolgende vergadering,
als een gevolg vau de daarover aanvankelijk gewisselde <le-
liberatieu bij Burg. en Weth.
De vergadering is daarna opgeheven.
SI A ffi E K E«T.
Zitting van den 4 Mei.
1. D. v. d. B. en K. T., te Alkmaar, nachtelijke rustver
storing, ieder 2 dagen gevangenisstraf, solidair in de kosten.
2. W. V. eu E. P.. te Alkmaarals No. 1.
o' E. v. T.. te Alkmaar, na zonsondergang op straat laten
staan van een emmerzonder vergunning van den Commis
saris van politief 1 boete en de kostenmet subsidiaire
gevangenisstraf van I dag.
4. v. d. B., te Alkmaar, arglistige ontvreemding van
hout uit de bossclien -"an Kianebroek onder Heilo, 6 dagen
gevangenisstraf en de kosten.
5. J. S„ te Alkmaar, werpen van vuilnis op een puinplaats,
1 boete en de kostenmet subsidiaire gevangenisstraf van
1 dag.
6. F. G. n. B„ te Alkmaar, werpen van steentjes tegen
de loods op het Hof,/3 boete, 1 dag gevangenisstraf eu
de kosten.
7. B. K.. te Alkmaar, laten loopen van vee op een anders
iu den oogst staauden grond,/3 boete en de kosten.