r; A m\< J Jngczonbcn Stukken. door pries Hendrik op liet Vorstencongres te Frankfort doen vertegenwoordigen. Voorliet hertogdom Limburg heeft Z. M. echter, op raad zijner ministers, de uitnoodiging afgewezen. Den 11 werd aan den Stompen Toren in den Schermeer eene harddraverij gehouden, waaraan 12 paarden deel namen; de prijs, een zilveren tabakspot en dito komfoor, werd ge wonnen door de Lietsevan F. Boersma te Amsterdam, be reden door P. li. Bromberg en de premie, een suikervaas met zilv. voet en 12 lepeltjes, door de Vogel, van J. den Hartog te Purmerendebereden door L. Lampe. Den vol gende dag had ook een draverij van Schermeer-paarden plaats, ids w anneer de prijs een zilv. tafelschel, werd behaald door de Piko van P. Smit en de premie door de zwarte ruin van J. Schermeer. Den 13 is te Enkhuizen binnengekomen het buisschip iVillem de Eerste, schipper ff'. Meijer, met 78 ton volle en 12 ton maatjesharing, zijnde de le der 7 buizen. Bij onderzoek van het drooge dok aan den Helder is ge bleken dat hetzelve met betrekkelijk geringe kosten zal te herstellen zijn. In de Alkmaarsche Courant van 2 Augustus 1863, No. 31, komt voor eene beoordeeling, door den heer Cohen S/nart, van eene circulairedoor de ondergeteekeriden gerigt aan eenige notabiliteiten in de plaats hunner inwoning en in omliggende plaatsen welke circulaire, gedagteekend 25 Ju- lij 1863 ten doel had die heeren uit te noodigen in eene vergadering, op 3 Augustus 1863 te Medemblik te houden hunne meening uit te spreken over eenige vragen bij de on- dergeteekenden opgekomen en door hen voor zich zeiven in bevestigenden zin beantwoordwelke vragen in die cir culaire met opgave van eenige argumenten voor de affirmatieve beantwoording derzelve werden vermeld, ter bevordering van voorloopige overweging. Het is ons voornemen niet om ons eenvoudig neder te leggen bij het oordeel van den heer Stuart over ons plan. Van vele zijden, en daaronder van geachte mannen, onder vonden wij voor ons ontwerp zoodanige mate van goedkeuring, dat zelfs de kundige en scherpzinnige steller van de bewuste beoordeeling door ons moet worden beantwoord, zij het ook dat, 's uitlos capaciteiten aan lederen tegenstander en vooral aan ons eene groote mate van ontzag inboezemenzoodat wij den strijd met huivering beginnen. Intusschen noch zijn betoognoch het betoog van den éénigen der opgeroepen heerendie aan ons plan zijne goedkeuring niet onverdeeld kon schenken heeft ons overtuigd vau de onjuistheid van ons voorstelen onwrikbaar en sterk in de meeningdat wij eene goede zaak voorstaan, die uitvoerlijk is en de voor keur verdient boven andere nemen wij den ons ten strijde over zaken toegeworpen handschoen open zullen trachten onze meening cn ons plan toe te lichten en te verdedigen. Al wat buiten die toelichting cn verdediging ligt, zullen wij stil laten rusten. Wij zullen b. v. niet vragen of de heer Cohen Stuart, met te zeggen «ik zal mij eenige aan merkingen op het plan van die heeren veroorloven," en met daarna werkelijk die aanmerkingen te laten volgen in een openhaar weekblad, heeft gedaan wat hij regt had te doen, zich heeft veroorloofd wat hij zich mogt veroorloven. Onze circulaire was toch noch aan het publiek geadresseerd, noch publiek verkrijgbaarze was gedrukt, in plaats van geschre veu, doch dat kan haar personeel adres niet veranderen; het kan niet beletten, dat dezelve tot het particuliere en eeuig- zius confidentieel terrein behoorde en geen publiek domein was. Niemand dan de opgeroepcue heeren ontving een exem plaar zij het dan ook dat enkele op hun verlangen in de gelegenheid gesteld zijn, om even inzage te nemen van eenige overcomplete exemplaren, mits dezelve aan den uitleeuer restituerende. Wij willen over die questie van vorm vooral daarom niet spreken omdat het geheele artikel van den heer Stuart de sporen draagt van eene groote humaniteitdie niet het ver- mosden maar de zekerheid verschaft dat de heer Cohen Stuart met geene belliqueuse bedoelingen een oordeel over die missive velde, maar zich geroepen achtte om het publiek en welligt ook de opgeroepene heeren tegen ons plau te stemmen, omdat het zijns bedunkens minder juist. was. Om de zaak was het den heer Stuurt te doen wij willen dat loffelijk voorbeeld volgen. Ons plan bestaat in liet aanvragen van concessie voor een' spoorweg van Medemblik naar het. Niedorper-verlaat en voor eene stoom bootvaart van Medemblik naar zoodanige haven aan de Friesche kust, alwaar door middel van die vaart eene verbinding zou kunnen plaats hebben van bovengenoemden spoorweg met diewelke event.uëel in Friesland mogten worden daargesteld of reeds bestaan. De heer Stuart zal ons eeuigermate tegenspreken en zeg gen, dat zulks ons plan niet was. Wij geven toe, dat de heer Stuart werkelijk in onze circulaire heeft aangetroffen het bepaalde voorstel «om de door ons beoogde lijn te doen aan vangen te Stavoren en te doen eindigen aan het Niedorper "Verlaat," terwijl nu ons plan wördt gezegd te zijn //eene lijn aanvangende op de Friesche kust op gen nader te bepalen punt of op nader te bepalen punten en eindigende op het Niedorper Verlaat." Dar verschil spruit daaruit voort, dat onze circulaire slechts bevatte eeu voorstel vau twee personen aan twiutig andere die, overtuigd als wij waren van het mogelijk even onvol ledige als verbeterlijke van ons plan zouden te beslissen hebben, of het ondersteuning verdiende, hetzij dan gewijzigd of ongewijzigd. Men heeft ons overtuigd van het noodigc dier wijziging; wij hebben ze als het beginsel der zaak geenszins kwetsende maat hare uitvoering veeleer vergemakkelijkende, toegegeven; wij hebben in dien geest eeu besluit genomen en met liet mandaat om dat doei te bevorderen eene commissie belast. Al héteeen de heer Stuart intusschen tegen ons plan had. ie ook op dit gewijzigd project van toepassingen voor zooveel 4es noods heeft de heer Stuart ook reeds bij voorbaat dys het nu gewqzigd besluit bestreden. Daarover intusschen nader. "Vooraf ééne opmerking: het is ons geheel ondoenlijk te beoordeelen, in hoever het artikel van den heer Cohen Stuart, in het vorig nummer dezer Courantop de discussiën in enze bijeenkomst eenigen of zelfs beduidenden invloed heeft uitgeoefend. Maar in elk geval voegt het ons den heer Stuart een woord van diep gevoelden dank toe te spreken. Immers de heer Stuurt had de overgroote en niet genoeg te waarderen beleefdheid, om ons meer of minder regtstreeks te wijzen op twee vermeende gebreken in ons plan, die voor verbetering vatbaar waren. Eerstens zegt de heer Stuart, dat wij in ons systeem het punt van aansluiting aan den Staats spoorweg verkeerdelijk stellen te Niedorper Verlaat; ofschoon de juistheid van die aaumerkiug en de uitvoerbaarheid van het stellen van een ander punt niet op onze vergadering is aangenomenzoo is dat denkbeeldook door anderen geopperdtoch ernstig overwogen; en of nu het artikel van dien heer eene naauW- keurige en grondige overweging van het mandaat der com missie heeft ten gevolge gehad of nietde bedoeling van den heer Stuart kan geene andere geweest zijn dan de waarlijk edele, om ons nog tijdig te waarschuwen, ons, die hij als zijne tegenstanders aanmerkt, voor het begaan eener feil in een plan, dat met zijne plannen in tweestrijd is, ja die zoude kunnen doen achterstellen. Is krachtiger bewijs van 's mans onkreukbare trouw aan het publiek belang mogelijk? Wij schroomcn niet te ver klaren, dat wij op dusdanigen medewerker, had het geluk er ons mede begunstigd trotseh zouden wezen en dat het ons uittermate leed doet. door ons verschil van mzigt ge drongen te zijn niet onder of met, maar tegen den lieer Stuurt te strijden. Intusschen zijn raad is niet gevolgd en waarom niet Dat de regte lijn is de afstand, of zoo als an leren zeggen de kortste afstand tusschen twee punten, is een axioma, dat ook ons geheugen uit de scholen van lager onderwijs heeft bewaard. Waren wij absolutisten in dien zin, dat wij den kortsten weg d tout prix wildendan ware zulks gebleken door het plan om van Medemblik langs den westhoek van het, Hoorn- sclie Hop en Purmereud regtstreeks eene spoorweglijn naar Amsterdam te leggen, maar zoowel als wij ens een driehoek, op de gansche lijn tot Amsterdam als het. eindpunt, van bestemming getroostendoor ons de reize te deuken van Medemblik naar Amsterdam over Alkmaar, om redenen die de heer Stuurt wel niet zal misbillijkeneven zoo veroor loven wij ous ook bij do formatie van ons plan, gelijke af wijkingen op elk onderdeel dier lijn zoodra de omstandig heden dit gebieden. B. v. een onbuigzaam absolutist gaat van Medemblik naar Alkmaar regtstreeks op het doei af; bekommert zich niet om de ontmoeting van deu Staats-spoor- wegbemoeit zich niet met het doorsnijden van al of niet vruchtbare streken; hij kent maar ééne waatlieid, dat is: de regte lijn, geene kromme, hos gering de afwijking ook zij, is de afstand tusschen twee punten. En indien wij dat toe passen op den spoorweg, dan: zal de lijn Medemblik—-Alk maar is de voor ons liggende teekeuiug juist, den Staats spoorweg van Schagen over het Verlaat naar Alkmaar eerst te Alkmaar bereiken en ontmoeten. Daarvan zjjn wy. geene voorstanders. Draagt daarvan ouze circulaire geene over vloedige sporen? Ten tweede: de heer Stuurt vestigt onze aandacht <jp de omstandigheid dat het, plan, der lijn van Leeuwarden naar Alkmaar voor verbetering vatbaar zoude wezen, door dien weg te doen gaan van Sueek niet op Stavoren maar opllin- deloopeu. Hetzij op grond van dien wenk hetzij omejat de verga dering dat even als de heer Stuart begreep, men heeft thans besloten dat het punt van de Eriesche kustwaarop eene stoomboot vau af Medemblik moet, worden gedirigeerdn g niet behoort, te worden vastgesteld, maar dat de dingen, die komen zullen moeten worden afgewacht. Ja men is over eenkomstig onzen wenk op hhulz. 9 onzer circulaire gegeven uiet vreemd aan het denkbeqld van Medemblik over de Zui derzee welligt, zoo wel met Erieslands noord-westhoek als met, deszell's zuid westhoek té verbinden. Ook in cteze opmerking straalt van de zijde van den lieer Stuurt de boven met, erkentelijkheid vermelde zucht door om het. publiek belang te bevorderen door hel. verbeteren van andcrer plannen desgevorderd in spijt van de tegen werking. die zij aan 's mans eigene ontwerpen zonden kun nen in den weg leggen indien dezelve hoe langer zoo vol maakter werden. Ook hier „is het de plaats den dank te herhalen, dien wij den heer Stuurt zoo ruimschoots ver schuldigd zijn. Wij zijn thans genaderd tot, het hespreken der refutatiën van ons gewijzigd of ongewijzigd plan. Het zoude ous niet moeijelijk vallen ten dien opzigte ons toe te leggen op het, maken van aanmerkingen, die meer de zucht zouden verraden om scherpzinnig te schijnendan om do zaak au fond te behandelen. Immers de heer Staart begint te zeggen dat wij liet vraag stuk van den dag niet juist, kwalificeerdenom ous ouze fout te verduidelijken stelt de heer Stuart aan onze quaiili- catie van liet vraagstukeene andere over, dat het doel is //eene verbinding van de beide Frieslanden, op de voor heide //gewesten meest voordcelige wijze:" de heer Stuurt noemt die omschrijving vau het, doel //kernachtig." Wij outzeggen in geeneu deele aan den spreker van dat woord de ver dienste van zich in den regel en ook hier (hier althans in deu zin van kort) bewonderenswaardig kernachtig uit te drukkeuwij willeu dat gaarne aanuemenmaar de heer Stuart zal bewijzendat wij onjuist warendus moest hij het, geciteerde woord ujuist" noemen; dat is eene antithese. Maar kon de heer Stuart dat wel met regt doen? Zoo konden wij vragen. De bedoeling vau de reeds aangevraagde concessie is dus de beide Frieslanden te verbinden: de pro vincie Friesland met West-Friesland. Niets meer Waarom dan gevraagd preferentie voqr de concessie eener lijn van Sneek over Dragten tot Groningen Waarom gevraagd preferentie voor de concessie eener lijn van Hoorn over Edam naar Amsterdam Zoude de lijn van Leeuwarden naar Alkmaar ook aange- vraaad wezen al?.noch Alkmaar, noch Leeuwarden in het spoorwegnet, waren opgenomen cn eindelijk wat alles afdoet: waarom dan de concessie voorde lijn Leeuwarden—Alkmaar vooiwaardelijk gevraagd, zoo de Staats-spooorweg vau Alk maar door de Zaanstreek regtstreeks op Amsterdam tot stand komt Neenmen zoekt niet de beide Frieslanden aan elkander te verbinden men zoekt de Staats-spoorwegen in Friesland met die in Noord-Holland te verbinden. In die lijn wil men eenige belangrijke plaatsen aandoen, die de geprojecteerde lijnen des te meer kunnen doen renderen, en haast zouden wij geneigd zijn te betwijfelen of Friesland niet nog meer dan Noord-Holland cn speciaal dan West-Friesland, de stad Amsterdam tracht te bereiken door Noord-Holland heen. Het verschil in de beide qualification komt, de afgehan delde opmerking verder daargelatenhierop neerdat de begeerde verbinding wordt gezocht volgens den lieer Stuart op voor beide gewesten meest voordeelige wijzevolgens onze circulaire zoo goedkoop en. gemakkelijk mogelijk. Zoude daar intusschen zooveel reëel verschil in zijn De voordeeligste zal wel zijn die wijze, 1". die beoogt liet geringste kapitaal voor daarstelling en instandhouding; 2". die het minste tijd voor traject en dus ook de minste kosten daarvoor vordert3°. die het meest de algemeene welvaart bevordert. Wij verzoekcu terstond akte van de omstandigheid, dat het, tusschen den heer Stuurt en ons in oonfesso is dat ons project in aanleg en onderhoud oneindig minder kost dan het project van den heer Stuurtweshalve bereids cén ar gument; minder opoffering van kapitaal aan de circulatie onttrokken, in ons voordeel pleit, wat de heer Stuurt, ook beschouwt dat onder de prealabele vragen niet mag worden voorhij gezien. De tweede vraag is tusschen den beer Stuurt en ons nog in lite: welke afstand de kortste is van StavorenVen EnklimzenHoorn en Alkmaar, of die van Stavoren—Me demblikVerlaat en Alkmaar. Wij hebben eens toegegeven dat de afstand StavorenVan 12j minuut zeereis korter is dan die van StavorenMedemblik. De heer Stuurt sellijnt. daartegen geen bezwaar te hebben. De afstand van Medemblik naar liet Verlaat was'door ons gelijk gesteld met dien van Hoorn naar Enkhuizen. Volgens de kaart vau Noord-Holland, in J855 hij Bujfu uitgegeven, zoude de eerste afstand tot den laatsten staan als 9 tol 8. Die kaart bezitten wij niet, wel eene andere. Eu wij moeten erkennen daarin is het ongelijk aan ouze zijde. De heer Stuurt heeft gelijk cn ontvangt, openlijk onzen dank voor deze juiste opmerking. Voegt, men nu bij deu afstand van Hoorn op Bakhuizen de helft, van dien van Eukhuizen naar de Veu, dan zal het evenwigt hersteld zijn. De afstand van het Verlaat naar Alkmaar is door ons ge steld op ruim de helft van cien van Hoorn op Alkmaar; de heer Stuurt zegt dat het, verschil volgens de kaart van Buffa je slechts bedraagt. Wij kunnen het. niet, tegenspreken; maar zooveel is zeker, dat volgens de kaart vau Noord- Holland, uitgegeven bij Mortier, Coccus en Zoon, en het l8te blad van die, uitgegeven in 1S63 bij Brinkman in Am sterdam die afstanden tot elkander staan als 3 tol 5. Wij verklaren ons ook niet indien het beweren van den heer Stuurt juist, ware, hoe ZEd. de verhouding der gansche lijuen als van 13 tot 16 kan aannemen want waar is dan het verschil? enkel gel; gen in den afstand van Veu naaf Eukhuizen Die verhouding vau 13 tot 16 komt ons voor aan gegronde bedenking subject; hoe dikwijls ook gemeten vinden wij altoos dat, die verhouding is 3 tot t. Is echter ook de hypothese, dat de afstand van de Ven over Eukhuizen en Hoorn naar Alkmaar, bedragende bijna 36 Ned. mijlen naar de topographisclie kaart vau het Minis terie van Oorlog, in 1 uur per sneltrein kan afgelegd worden, niet wat gewaagd zoude die stelling wel steek houden en zal het. niet eenigerniate den schijn hebben als of dat, argu ment te veel moet bewijzen waarom anders bij voorkeur van eeu sneltrein gesproken? Laten wij maar aannemendat, de reis van Stavoren over Medemblik naar Alkmaar evenveel lijd vordert, als die van Stavoren over Hoorn naar Alkmaar, dan althans zal men ons in trouwe toch wel van geene onjuistheid verdenken, tot fictieve opsiering van ons plan. Dan komt echter noch aan de ljjn van deu heer Stuurt, noch aan de ouze eenige preferentie te dezer zake toe. Hel, derde argument van preferentie: het bevorderen van liet algemeen belang in de hoogste mate valt nu te bespreken. Bevordert liet het algemeen belang, dat men voor de lijn VeuEukhuizen Hoorn Alkmaar een terrein inneemt 2 en I maal grooter dan dat beuoodigd voor de lijn Medem blikVerlaat; dat door de eerste lijn over eene lengte van 36 Ned. mijlen vruchtbaar land buiten den handel moet wor den gebragt; pereeelen bedorven cn versnipperd, terwijl over eene lengte van slechts 16 Ned. mijlen, als de ar.dere lijn doorgaat, middelmatig land moet wordeu onteigend, waarvan eene strook van 5 mijlen bestaan kan uit, de uit- eiudeu van aan de dijkgraelit uitkomende pereeelen? Bevordert, het het. algemeen belang, als millioeuen worden uitgegevenwaar men het met een derde dier som best doen kon? Bevordert het het belang van Alkmaar, dat, op de gepro jecteerde lijn Hoorn en Eukhuizen vóór Alkmaar aan de beurt liggen Dc heer Stuart moge met eeuige vervoering repliceren dat Alkmaar dat niet vreest; die vervoering is prijzenswaar dig; fij wekt altoos zekere ingenomenheid met iemand, die de plaats zijner inwoning met welgevallen roemt. Maar is die ineeuing juist? Meent, de heer Stuurt dan dat. Enkhuizen en Hoorn zoo weinig energie cn krachten bezitten om onze voorspelling niet te bewaarheden Wiskunstig zeker is het, dat wat Hoorn erlangt, dat krijgt Alkmaar niet. Ingenomenheid met Alkmaar ontaarde niet in geringschatting van Hoorn en Eukhuizen. Dat is geene vete aankweeken wanneer wij wijzen op den loop van zaken die mede zal brengen dat Hoorn en Enkhuizen zich voor een goed deel empareren van wat Alkmaar kon erlangen door de" lijn Medemblik Verlaat Alkmaar. Dat is bewijzen, dat Alkmaar's belang in ons plan betrokken is. Bevordert het het belang van Hoorn, dat het groote bezwaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1863 | | pagina 2