ALKMAARSCHE COURANT N°. 38. Vijfenzestigste J aargang. 1863. Zondag 20 September. (Officieel (Qcbccltc. Politiek ©oerrigt. De vestiging- van het tegenwoordige Fransche Keizerrijk. EiEPUfcclijksdic fljerigteu. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post ƒ4, Brieven franco aan de Uitgevers HERM\ COSTER. ZOON. IA "V De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ureingezonden berigten een dag vroeger. KENNISGEVING. De COMMISSARIS des KONINGS in de Provincie Noord-Holland brengt ter kennis van belanghebbenden dat in de week van 21 tot en met 26 September 1863, door het inhangen van deuren in de ZIJPERSLUIS, de scheep vaart op het Noord-Hollandsch Kanaal bij die sluis eenig gering oponthoud kan ondervindendoch dat de schepen zullen worden doorgelaten voor zooverre de werkzaamheden dat gedoogen. Haarlem. De Commissaris des Konings voorn., 10 Sept. 1863.ROëLL. PATENTEN BURGEMEESTER en WETHOUDER.S van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden: Dat de patenten, aangevraagd in de maanden Junij en Julij jl., door of van vvege de belanghebbenden kunnen wor den'afgehaald aan de secretarie dezer gemeente, van Maan dag 21 September tot, en met, Zaturdag den 3 October aan staande, tegen overgifte van het, ontvangen repu. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 18 Sept. 1863. De Secretaris SPANJAARDT. VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK MAAR, op Woensdag, den 23 September 1863, des middags ten 12 ure. Namens den Voorzitter van den Raad, De Secretaris SPANJAARDT. Er zijn er die nog altijd blijven beweren dat het vorsten- eongres te Frankfort, een niet ongelukkige poging is geweest tot bevordering van Duitsehlands eenheid, en tot, bewijs daarvan toont men aan welk een groot aantal staten zich bij Oostenrijk hebben aangeslotenin tegenstelling van de weinige die geen genoegen hebben genomen met de voor stellen van Keizer"Era».? Jozef, en daarom geacht worden met Pruissen een tegen Oostenrijk gekeerde partij te vormen Het is ons ten eenen male onbegrijpelijk, hoe men in ge- moede kan meenen een bewijs te leveren van den gunstigen uitslag van pogingen tot vestigiug der Duitsche eenheid, wanneer men aantoont dat er onder de Duitsche Stateu twee partijen bestaan, waarvan de eene magtiger is dan de andere. Al stond Pruissen geheel alleen tegenover alle andere Duit sche Stateu dan zou er alleen blijken, dat Oostenrijks in vloed te overwegend was om een üuitschen bond te vormen waarin voor Pruissen plaats zou zijn. Misschien zou Oos tenrijk zich over zulk een uitslag niet al te zeer bedroeven, entevreden met een zoo grooten aanhangde Duitsche eenheid als niet meer noodig prijs gevenaan Pruissen de vrijheid latende om op zich zelf t,e blijven staan of buiten Duitschland hulp en bondgenootschap te vinden. Een Duitsch verbond overeenkomslig de Oostenrijksche voorstellen is naar onze meening voor Pruissen onaannemelijk. Over de vraagof de leden van een Duitsch parlement behooren te bestaan uit Afgevaardigden van de Landdagen der verschil lende Duitsche staten, of wel regtstreeks door het Duitsche volk moeten gekozen wordenkan groot verschil van ge voelen bestaan, maar een vergelijk omtrent zoodanige kwestie blijft altijd zeer denkbaar. "Pruissen zal zich in elk geval zoo lang mogelijk blijven verzetten tegen een voortdurend voorzitterschap van Oostenrijk in het directorium toch zou het mogelijk zijn dat het ook hierin toegaf' aan het gevoe len dei- meerderheid. Zulke kwestiën maken de toetreding van Pruissen niet ten eenen male onmogelijkmaar wat voor Pruissen het voorgestelde verbond onaannemelijk en verwerpelijk maakt is de bepalingdat de meerderheid zij 't dan ook een meerderheid van twee derden der stem men beslist, of de bond een Duitschen staat zal bijstaan in een oorlog met, een niet-Duitschen staat over grondgebied dat niet tot Duitschland behoort. Dat Pruissen met zulk een bepaling nimmer genoegen kan nemen, moet voor Oostenrijk even begrijpelijk zijn als voor elk ander. Als Oostenrijk in een oorlog gewikkeld werd met Italië o>-er het bezit van Venetië, zon Pruissen zich toch -nimmer door de meerderheid van stemmen te Erankfort kunnen laten voorschrijven, zijn leger naar de Mincio te zenden. De geheele bepaling is in strijd met de beginselen die tot een Duitschen bond zeiven aanleiding "even. Wat, is de oorzaak de grond de redende ziel van het Duitsch verbond toch anders dan eenheid van na tionaliteit. Waar Duitsch wordt gesproken, //so weit die Deutsche Zunge klingt" is des Duitschers vaderland, en omdat Sleeswijk-Holstein //stammverwandt" zou zijn moet bet volgens de Duitschers in het gemeenschappelijk vader land worden opgenomen. Kan nu een bondgenootschap dat de eenheid der nationaliteit zoo zeer op den voorgrond zet en daaraan allerlei regten wil ontleenen maar haar alleen vril hooren met volslagen doofheid voor elke op andere gronden daartegen aangevoerde bedenking kan zulk een bondgenootschap zich verbinden tot bedoelingen van staten uit de meest verschillende bestanddeelen zameugesteld Kan het medewerken tot bevestiging van den band die vreemd soortige deelen bijeen houdtwaar het zelf overal elders dien band wil verbreken wanneer hij de innige vereenigiug met het Duitsche vaderland belet. Wanneer Duitschland Holstein wil bezetten omdat het een Duitsche staat is waaneer het de verwijdering van alle Denen uit dit Hertog dom vordert met geheele afscheiding van Denemarken wat, zal het clau antwoordenwanneer misschien eenmaal Italië, zeker met niet minder regt, zal zeggen: Venetië is een Ita- haansch gewest, alle Venetianen spreken ltaliaauschnie mand durft beweren dat het, Duitschers ziju; nogthaus hou- deu Uosienrijksche troepen Venetië bezet, en is het, onaf scheidelijk verbonden met een groot Keizerrijkdat prijs stelt op den naam van een Duitsch Keizerrijk en daarvau eiseheii wij de outruiiniug van Venetië door de Duitschers, volkomen afscheiding van dit gewest van Oostenrijkopdat het zich innig en onverdeeld kan verbinden met het gemeen schappelijk vaderland Italië wat zal Duitschland antwoor den Waarop zal het Duitsch verboud zich bij zooveel strijd van beginselen verdedigen tegen Europa? Wat zal het opgeven als reden van zijn bestaan? Waar de ver- eemgmg van wat gelijksoortig en verwant is, zeilis met los making van daarmee strijdige bandende kracht uitmaakt van den Duitschen bond, daar begint ziju zwakheid wauneer het niet alleen vertlèr gaatmaar de banden bevestigt die het vreemdsoortige en elkander vijandige hij een houden te gen de eischen van verwantschap en eenheid van nationaliteit. Tot zulk eeu ounaluurlijketi bond mag Pruissen niet me dewerken; daartoe moest geen enkele Duitsche staat willen overgaan. Uostenrijk heeft onregtwanneer het eeu Duit schen bond op zulk een valschen grondslag wil vestigen en wij betreuren het zeer. dat in Pruissen een regering van liet bewind is zóó impopulair en zóó verdacht, dat zij niet krachtig in Duitschland hei'/ kunnen optreden tegen het zelfzuchtig streven van Oo.i.Vljk. Het doet er weinig toe, of Keizer Frans Jozef bij zijn terugkomst te Weeneu roud- weg heelt gezegdlk heb mij beijverd om de belangen van Oostenrijk naar mijn beste vermogen te Frankfort te behar tigen dan wel of die woorden, minder sterkaldus heb- beu geluidIk heb mij beijverd om ook de belangen van Oostenrijk te Frankfort naar mijn beste vermogen te behar tigen. Waar feilen spreken, geven wij de woorden present, en de feiten verkondigen duidelijk genoegdat Oostenrijk wel verre van de Duitsche eenheid te willen bevorderen van de tegenwoordige ongunstige positie van Pruissen in Duitschland partij heeft willen trekken om zien een over wegenden aanhang te maken en te beproeven een bondsre- geliug te verkrijgenwaarbij geheel Duitschland aan den Keizerstaat ziju legenwoordig grondgebied waarborgde. Zoo wij eeuigzins mogen houwen op het gezond verstand der Duitsche Vorsten "mogen wij gerustelijk aannemen dat zulk eeu verbond nooit tot stand zal komenwij gelooveu zelfs niet, dat de //afspraken" der Duitsche Vorsten te Frankfort ooit de verbindende kracht van eeu traotaat zullen bekomen, en achten het niet onwaarschijnlijk, dat de schit terende vergadering als een luchtverheveling zal voorbijgaan, op even verrassende wijze verdwijnende als zij te voorschijn is gekomen. Vervolg. Nooit zal men met, juistheid het getal menschen kunnen bepaleu door de troepen gedood gedurende de veertig uren, die vol"den op den aanvang van het bloedbad op de boule vards. °Het grootste gedeelte van den nacht besteedde men aan het begraven der ligchamen. Wil men ten uaastebij den omvaug van het bloedbad onderzoeken, dan kan men zieh niet veilig verlatenop de verklaringen der officieren die aan het werk hebben deel genomenwant gedurende eeuigeu tijd verkeerden zij onder den indruk dat het iemands bevordering kon bespoedigen, indien hij verondersteld werd veel bijgedragen te hebben tot het gebeurde. De Kolonel van een° der "regimentendie aan deze slagting deel hadden genomen, deed mededeeling van de zaak, terwijl zij nog versch in zijn geheugen was. Wel kan men zijn verslag niet als naauwkeurignoch zelfs als in hoofdzaak waar aau- nemenmaar dewijl het zeker is dat de Kolonel een werk zaam deel had genomen aan de voorvallenwaarover hij sprak, en hij werkelijk wenschte, dat men geloof zou hech ten aan de door hem gesproken woorden, heeft zijne mede deelin" zekere waarde, daar zij aanduidt (om er slechts het minste' van te zeggen) wat naar zijne meening als een ge- loofwaardi" getuigenis kou worden medegedeeld door iemaud die in slaat was de waarheid te kennen. Hij verklaarde, dat zijn regiment alleen twee duizend vier honderd men schen had gedood. Aangenomen dat zijne mededeeling eenig- zins de waarheid tiabij komt en zijn corps in het algemeen door andere corpsen werd geëvenaard, dan zou er een groot getal vereisclit worden om den ganschen omvang van de lagtiug uit te drukken. Het legerdat deze dingen deedhad slechts vijf en twin tig dooden. Van alle menschen die in steden wonen is de Parijsche bevolking misschien de krijgshaftigste. Welligt minder dan eetiige andere Europeanen zijn zij gewoon te veel waarde te hechten aan hun eigen leven of aan dat, hunner medeburgers. Bij hen heeft liet genot van den strijd het vermogen om vrees en kommer te verdrijven, en zijn zij gewoon geraakt aan groote straatgevechtenmaar zij waren in den laatsten tijd niet gewoon de slagting van ongewapende en weerlooze meuschen te aanschouwen. Op het gezigt van wat er op dien 4de° December plaats had, was de groote stad ter neer geslagen als door de pest. De scherpzigtige Engelschman die bij toeval eenige personen ontmoette die van deze too- neeleu van slagting terug kwamen, verklaarde dat hun gelaat eeu vreemde loodkleurige tint had, zooals hij nooit te voren nad gezien Het, was omdat hij nooit te voren de aangezigten van menschen had aanschouwd die zoo even getuigen wa ren geweest van een bloedbad. Men verhaalt, dat de schok van dit gezigt en van het gehoor van het doodsgegil zooda nig werkte op het zenuwgestel van menig dapper, hoewel teeder mandat hij in snikken uitbarstte als een kind. Het leger in de provinciën volgde trouw de wreedheid van het Parijsche leger na: maar het was te begrijpen, dat soldaten hoe woest ookslechts de oppervlakte van het misnoegen zouden aandoenen niet diep genoeg in het hart van het, volk zouden treffen. Zij mogten menschen dooden op straten en wegen en veldenzij mogten zelfs hunne ge weerkogels door de ramen in de huizeu zenden en gansche hoopen gevangenen nederschietenniet zoo goed konden zij de verontwaardigde vrienden van wet en orde in hunne bin- nenkameren opsporen. Daarom zond Morng mannen van af schuwelijke reputatie en gewapend met een geduchte vol- inagt naar de provinciën. Deze personen werden Commis sarissen genoemd. Waar zij kwamen sidderde de gansche bevolkingwant men wist door de onderviuding van 1848 dat hij die door het geducht departement van binnenland- sche zaken over hen was gesteldeen schurk kon zijn bij de politie evenzeer bekend wegens zijne misdaden als wegens zijne goede dienstenen dat het hun moeijelijk zou vallen hunne veiligheid van zulk een gebieder af te koopen. Prins Bodewijk Bonaparte en Morng vaardigden op raad en in overleg met Maupas een decreet uit, van terugwerkende kracht, waarbij al die honderd duizenden Franschen aan het gevaar werden blootgesteld van oogenbükkelijk in hechtenis genomen en verbannen te worden naar de strafkolonie in Afrika of naar de uitgedroogde moerassen van Cayenne. Het decreet was evenveel omvattend, als een wet in Enge land zou zijn die bepaalde, dat ieder, die ooit een staat kundige bijeenkomst had bijgewoond, nu plotseliugkon wor den verbannenmaar het decreet was nog honderdmaal onmensehelijkerwant naar Cayenne verbannen te worden was in het algemeen veroordeeld te worden tot een langza- men, wreedenontzettenden dood. Morng en Maupas drongen aanhoudend op de uitvoering van dat bijna onge- loofëïijk decreet aan met een wreedheiddie aanvankelijk haren oorsprong moet gehad hebben in vreesen die later werd levendig gehouden ter wille van die hatelijke soort van populariteitwelke te verkrijgen was door de menschen Socialisten te noemen en hen dan woedend dood te jagen. Niemand zal ooit het getal te weten komen van hen, die in dezen tijd in Frankrijk of gedood of gevaugen genomen, of verbannen werden om in Afrika of Cayenne te sterven maar de lofredenaar van Bodewijk Bonaparte en zijne zaam- gezworenen erkent, dat, het aantal van hen, die gevangen genomen en verbannen werden in de weinige weken die op den 2 December volgden, het ontzaggelijke getal van 26,500 bedroeg. BEL.® IE. Den 14 is, in tegenwoordigheid der Kon. familie, te Gent het standbeeld onthuld van den ruwaart Jacob van Artevelde; denzelfden dag werd aldaar het internationale congres voor sociale wetenschappen geopend; aan het feestmaal, door de stad gegevennamen de vorstelijke bezoekers en een aantal con gresleden deel. 's Avonds was de stad schitterend geïllumineerd. De hoo"leeraar Callier is te Gent overleden, zonder de laatste sacramenten te hebben willen ontvangen. Toen de lijkstoet op de begraafplaats kwamvond men een graf ge graven naast dat van een onthoofden misdadiger. De bur gemeester liet daarop op het gewijde gedeelte eene groeve delvenwaarin het lijk werd ter aarde besteld. De gezarne- lijke pastoors der stad hebben hiertegen geprotesteerd. EX® EAXB. Te Leeds wordt een adres geteekend hem verzoekende het uitloopen van de 'an^jird lersey-ftópr .-de '■■ie-Af

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1863 | | pagina 1