ALKMAARSCHE COURANT N°. 30. Vijfenzestigste J aargang. 1863. Zondag 27 September. (Officieel (Bcbcclic. polüicK l^ucrsigt. De vestiging- van liet tegenwoordige Fransche .Keizerrijk. 2£lekcltjfcscütc Scrigtc». Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4, Brieven franco aan de Uitgevers BERM". COSTER ZOON. l|'!« Ij jl IAR IA VÜ De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ureingezonden berigten een dag vroeger. PATEWTKX. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden: Dat de patenten, aangevraagd in de maanden Junij en Julij jl., door of vau wege de belanghebbenden kunnen wor den"1 afgehaald aan de secretarie dezer gemeente, van Maan dag 21 September tot. en met Zaturdag den 3 October aan staande, tegen overgift.e van het ontvangen repu. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 18 Sept. 1863. üe Secretaris SPANJAARDT. De onderstaande personen worden verzocht zich binnen acht dagen ter secretarie afdeeling burgerlijke stand en be volking aantemelden; WILLEM SERNÉ, laatste woonplaats Haarlem; HEN DRIK BUSSINK, 1. w. Haarlem; GEERTRUIDA MARIA ELIZA HOEVENAAR. 1. w. 's Gravenhage; AALTJE van VLIET. 1. w. Zaandam; CATHAKINA ROUZËNDAAL 1. w. Scha genALIDA van KLEEF, 1. w. Winkel; Lü- DEW1JK WOLFEES, 1. w. Workum. //Prins Gortschukoff verklaart de discussie gesloten." Met deze woorden van de Weener Presse is werkelijk de betee- kenis van het antwoord van Rusland op de nota's der drie mogendheden uitmuntend aangeduid. In de eerste plaats verklaart Rusland dat het zelfs niet de geringste toespeling op Lithauen. Volhynië of eenige andere vóór 1815 bij Rus land ingelijfde Poolsche provincie kan veroorloven, en daar over zelfs niet op de meest vertrouwelijke wijze in onder handeling kan treden. Wat. vóór 1815 is gebeurd, is buiten het overig Europa omgegaan, en eerst in dat jaar hebben de mogendheden tot de tractateu medegewerkt, waarbij echter alleen sprake is van het vroegere Groot-Hertogdom Warschau, het tegenwoordige koninkrijk Polen. Overigens herhaalt Prins Gorlsdakojfdat Rusland het over de bekende zes punten met de mogendheden vrij wel eens isniets liever wil dan den toestand van Polen verbeteren, belangrijke hervormingen in zijne staten en ook in Polen wil invoeren en zijne beloften getrouw zal vervullen. Het eenige waarover Rusland met. de overige mogendheden in meeniug verschilt, is de vraag omtrent, den meest gepasten tijd, waarop daartoe kan worden overgegaan. De mogendheden bewerendat daarmede terstond een bc°in moest worden gemaakt, opdat de ontevredenheid en daarmede de opstand in Polen zouden eindigen. Rusland beweert daartoe niet te kunnen overgaan eer de orde, dat, is de onbeperkte en onvoorwaardelijke oppeimagt van Rus land in Polen hersteld is. De Russische minister verwondert, er zich min of meer overdat de reeds vroeger gewisselde nota's de overige mogendheden omtrent dit punt Rusiauds gevoelen niet reeds hebben doen deelen. Hij acht verdere gedachtewisseling omtrent deze zaak volkomen doelloos, daar, volgens zijne mecningdeze zweem van versctiil //nuance "een ernstige verdeeldheid tusschen de kabinetten zou kunnen doen ontstaan en in geen geval de rust van Europa zou be hoeven te storen, //ten ware men aan de leiders der Poolsche revolutie de gelegenheid mogt latenom hunne voor de geheele wereld duidelijk geworden plannen voort te zetten en te volvoeren." Die laatste woorden hebben tegenover de mogendheden zekere beteekenis en kracht. Zij toch vorderen alleen de trouwe naleving der tractat.en van 1815 en de invoering van meer vrijzinnige en nationale staatsinstellingen in Polen over eenkomst ig de eischen des tijds en het volkskarakter. De leiders dei Poolsche revolutie daarentegen hebben duidelijk "enoe" verklaard, dat zij geene concessiën, geene liberale instellingen van Rusland begeeren dat zij van Rusland niets willen weten, en de herstelling eischen van een onafhanke lijk Koninkrijk Polen. Door hierop te wijzen schijnt, Rus land aan de overige mogendheden onder het oog te brengen, dat ook hare plannen de Polen niet zoudeu bevredigen en er dus van deze zijde geen herstel der rust te wachten is en hierin zou Rusland naar onze meening volkomen gelijk thebben. Het, grootste bezwaar van Rusland om aan het ver langen der mogendheden geheel te voldoen moetdunkt ons, eio-en groothartigheid zijn. Rusland moet den schijn bewa ren van de meest volkomen onafhankelijkheidgrootheid en ma"t. Zijn eer laat het niet toedat er aan gedacht kan worden dat deze mogendheid iets zou doen op aandringen en ter wille van andere Europesche staten of nog erger— daartoe zijns ondanks genoodzaakt door oproerige Poolsche //onderdanen." Anders ZOU hetdunkt ons, vrij gemakkelijk zijn om zich van de lastige inmenging der mogeudheden te ontslaan door in Polen reeds nu in te voeren wat voor later wordt beloofd. Wij gelooven niet, dat de toestan 1 er veel door zou veranderen. Die hooghartigheid onbeschaamdheid, of hoe men het met èen of ander Franscli blad wil noemen, wekt dan ook hier en daar de ontevredenheid op, en zij zou welligt het meest in staat kunnen zijn om de overige mogendheden tot andere maatregelen dan nota's en vertoo- geu te doen overgaan. Of zou die veel besproken hervormingszin van de Russische regering een louter voorwendsel zijn? Wanneer wij opeen maatregel van zoo ontzaggelijken omvang als de vrijverklaring der lijfeigenen letten en de opening van het Finlandsche par lement opmerken, dan valt het bezwaarlijk, alle geloof aan Ruslands hervormingsplannen tc ontzeggen. Wij achten het zeer waarschijnlijkdat het de aandacht der regering niet, ontgaan isdat de vrijverklaring der lijfeigenen een. hervor ming der staatsinstellingen moet ten gevolge hebbenen de regering kan bezwaarlijk meenen. dat de Finsehe landdag lang een uitzondering in Rusland kan blijven. Echter kunnen zelfs de meest ondubbelzinnige bewijzen van hervormingszin Ruslands houding tegenover de mogendheden niet regtvaar- digenveel minder tegenover de Polen zeiven, Al beroepen de mogendheden zich alleen op de tractateu van 1815, dan nog zijn de Polen tot opstand geregtigd om Ruslands ontrouw, en kan geen dadelijke onderwerping van hen gevorderd wor den op enkele beloften. Tegenover de Polen beteekent Rus lands wederlegging natuurlijk niets, daar zij niet over de tractateu zijn geraadpleegd en alzoo er ook niet door gebon den zijn. Polen wil zijne onafhankelijkheid terugen wij zouden wel eens willen zien op welke gronden men aan het volk het regt betwistte om in den strijd daarvoor des ver kiezende zijn bloed te vergieten. De Russische heerschappij kan toch voor de Polen niet anders zijn dan vreemde over- heersching. Als de mogendheden Polens regt tot opstand erkennen althans zoolang Rusland niet aan zijne verpligtingen ten op- zigte van dit land voldoetzullen zij dannu Rusland alle verdere onderhandeling nutteloos verklaartvoor het minst de Poolsche opstandelingen niet erkennen als oorlogvoerende partijen hun dezelfde regten toekennen als aan de Zuide lijke Confederatie der Noord-Amerikaansche Staten? Deze vraag houdt in de laatste dagen de aandacht bezig, te meer omdat de brief van het Nationale Comité in Polen aan Prins Czartoryski waarin op die erkenning wordt aangedrongen en die iu Frankrijk eerst in het Journal des Oébats was me degedeeld, nu ook is opgenomen in het orgaan der regering, den Moniteur. De Weener Presse dringt bepaald op de er kenning aanen men spreekt van drukke onderhandeling tusschen de OostenrijkscKe en Engelsche regeringen, die het niet minder eens zouden zijn over bet, beleedigende van Ruslands hooghartige taal dan Frankrijk. Toch moet men de waarheid erkennen der opmerking, dat Pruissen met het oog op Posen en zelfs Oosterrijk met het oog op Galicië mueijelijk tot de erkenning der Poolsche opstandelingen als oorlogvoerende partij kunnen overgaan. En juist de erken ning door deze eenige aangrenzende rijken was voor Polen het belangrijkste, daar de invoering van wapenen en levens middelen die van dezen maatregel liet gevolg zou zijn over hun grondgebied zou moeten geschieden. De houding dezer beide Staten is reeds vrij moeijelijk. nu zij geuood- zaakt zijn eigeu Volksvertegenwoordigers wegens poging tot, uitbreiding van den opstand in Posen en Galicië van hoog verraad te beschuldigen. Inmiddels nadert de winterde berigten van den strijd luiden ongunstig voor de opstande lingen, de Grootvorst Konstantijn heeft Warschau verlaten, de tegenwoordige bevelhebberde generaal Bergis geen vriend van halve maatregelenen de verheffing van den ge neraal Muravieff, den beruchten bedwinger van Wilnatot ridtier der hoogste Russische orde bewijst, duidelijk genoeg, dat bij de regering alle middelen heilig zijn die tot het vurig beoogde doel, de onderwerping leiden. Er is voor Puien nog weinig hoop. In Noord-Amerika schijnt de krijgkans zich ten gunste der Unie te keeren. Bij den aanval der Zuidelijken op het fort Surater werd in dezen noodlottigen oorlog het eerste burger bloed vergoten reeds ligt het fort in puin maar nog op de puinhoopen staan de kauonnen der Confederatie en elke voet gronds om het fel bestookte en gewigt.ige Charleston wordt woedend verdedigd. Dat de Zuidelijke Conferatie tot. het uiterste is gebragt, bewijst de veel besproken, maar toch nog niet ten uitvoer gelegde maatregel der wapening van de slaven met het uitzigt op de vrijheid en op grond tot be bouwing. Dat de Confederatie hiermede de slavernij, de «in stelling" die zij zoo stout verhief tot den hoeksteen van haar staatsgebouw, voor goed zou vernietigen, schijnt onbetwist baar. Wel moet dan de nood hoog geklommen zijn, dat er van zulk een maatregel sprake is. Wat stelt het Noorden zich echter van dezen oorlog voor De Unie te willen herstellenkan zij langer niet ernstig beweren. Vordert dan de nationale trots de volkomen onderwerping der Zui delijke Staten Zullen hunne afgevaardigden altijd worden afgewezen als rebellen met wie men niet onderhandelt Over deze vragen wordt in de hitte van den strijd niet ge dacht; en wie weet of Lincoln zelf zich afvraagt wat het ejnde zal zijn. Hij schijnt vooreerst aan niets anders te denken dan aan voortzetting van den strijd en onderwerping. Wat dan volgtzal men later zien. Maar als het dan wel ligt blijkt, dat een groot gedeelte van den strijd nutteloos en overbodig was daar men dezelfde uitkomst zeker reeds vroeger had kunnen bereikenwie zal dan vergoeden bet nutteloos vergoten bloed, de verspilde schatten, de geknakte welvaart Slot. Dit zijn de dingen die Karei Lodewijk Napoleon Bonaparte "edaan heeft. Wat bij had gezworen te doen was vermeld m den eed, dien hij den 20sten December 1848 aflegde. Op dien dag stond bij voor de Nationale vergadering en zijn regterarm ten hemel opheffende, zwoer hij aldus«In de te genwoordigheid van God en voor het Fransche volkdoor de Volksvergadering vertegenwoordigd, zweer ik getrouw te blijven aan de eene en bndeelbare democratische republiek en al de pligten te vervullen, welke de constitutie mij oplegt." Wat hij op zijn eerewoord had beloofd te doenwas uitge drukt in de woordenwaarmede hij zich uit eigen beweging tot de vergadering wendde. Van een papier, dat hij voor die gelegenheid had gereed gemaakt, lezende, sprak hij deze woorden: De volksstem ming en de eeddien ik zoo even heb afgelegdregelen mijn toekomstig gedrag. Mijn pligt is duidelijk; ik zal dien als man van eer vervullen. Ik zal als vijanden des vader lands beschouwen al degenen, die pogen door onwettige middelen datgene te veranderen, wat geheel Frankrijk heeft tot stand gebragt. In Europa waren te dien tijde vele mannen en verscheidene millioenen vrouwen, die waarlijk geloofden, dat de bepaling der grenzen van goed en kwaad aan de priesters toevertrouwd was. en dat wat de godsdienst gezegend had, ontegenzeggelijk regtvaardig moest zijn. En op den dertienden dag na den 2den Decembernaeht drongen de stralen van twaalf duizend lichten door den digten winterneveldie de morgenlucht bezwaarde en verspreidden met moeite hun licht door het schip van het historisch gebouw, dat daar staat om den loop der eeuwen en het vreemd afwisselend noodlot van Frankrijk gade te slaau. Daar wachtende stonden de bisschoppen priesters en diakenen van de Roomsche tak der kerk van Jezus Christus. Deze bisschoppen priesters en diakenen ston den dus iu afwachting, omdat zij beweerden in staat te zijn de Betrekkingen van den mensch tot zijnen Schepper te be sturen; en hij, die den eed van den 20stm December gezworen had verwaardigde zich hun bekend te makendat hij met hun goed welnemen zich weder in de tegenwoordigheid van God zou begeven. En hij kwam. Waar de koningen van Frankrijk hadden geknield stond nu de volhardende bestuur der van het gezelschap dat te Straatsburg en te Boulogne bad gespeeiden met hem warenzooals men gereedehjk kan aannemen, Morngzich in zijne winst verheugende, en Magnan, nu hoog verheven boven sommetjes van vier duizend oond en Maupas, nu niet langer in gevaar, en St. Arnaud, eertijds le Rog. en Fialinmeermalen genaamd de Persigny, en Fleury, de doordrijver van alles, meer genegen misschien om dadelijk te gaan verkwisten wat hij had gewonnendan in een cathedraal te zitten en er over na te denken, hoe zijn vurig gestel hem een vreemde magt over het lot van een volk had gegeven. Toen de Kerk bemerkte dat hij, die den eed gezworen had en al zijne bondgenooten gereed warenbegon de dienst. In kleederen met liet teeken des kruises op den rug gestikt, begaven zich de bisschoppen en priestersnaar het scheen zonder schroom naar het hoogaltaaren verspreidden over vloed van wierook en knielden en stonden op en knielden en stonden nogmaals op. Toen weerklonk daar door de tempelbogen, ten aanhoore van duizenden, die lofzang, die strekt om de dankzegging van een gansch volk ten hemel op te zenden voor eenige nieuwe en uitstekende barmhartig heid hun door den Almagtigen God genadiglijk verleend. Het was voor hetgeen in de laatste dertig dagen aan Frank rijk was geschied dat de Hozanna's in Notre Daine opstegen. En de priesters verhieven hunne stemmen en riepen luide, den Allerhoogste lofzingende en zeggende: «Dominesalvum fac Ludovicum Napoleonem." O Heer.' spaar Lodewijk Napoleon. BEEGIE. Het volgende internationale congres voor de sociale we tenschappen zal te Amsterdam worden gehouden. Den 21 is te Doornik het standbeeld onthuld van Chris tina van Lalaing. prinses van Epinoy, die in 1581 de stad tegen de Spanjaarden verdedigd heeft. BDSTSClIiAN». De Bondscommissie stelt voor het bezetten der deensche hertogdommen door 6000 man Saksers en Hanoveranenen het voorzien in de reserve door Oostenrijk en Pruissen. De gemeenteraad van Stuttgart zal een zijner ledgia-trfras digen naar Leipzigom zich met het stedelijk bMtuut^lda.. te verstaan over de plegtige viering van dei/lS Een voorstel, om dit voorbeeld te volgen, meenteraad van Munchen met alg. st. verwop v.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1863 | | pagina 1