ALKMAARSCHE COURANT
1.
Zesenzestigste Jaargang.
1864.
Zondag
3 January.
©fftciëel (öcbccltc.
Politick ©oersigt.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgen, tusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post ƒ4,
Brieven franco aan de Uitgevers
EERM'. COSTER ZOON.
ItMMHtH
De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigt.en een dag
vroeger. -
Bij deze Cciurano behoort een Bijblad.
PROVINCIE NOORD-HOLLAND]
AANBESTEDING.
Op Donderdag, den, 14 Januarij 1864. des namiddags ten
half drie ure, zal, onder nadere goedkeuring, aan het lokaal
van het Provinciaal Bestuur te Haarlem, namens en voor
rekening van het gemeentebestuur van Sint Pancrasworden
overgegaan tot de aanbesteding van:
Het amoveren der bestaande en het bouwen van eene
nieuwe school met onderwij^erswoning en raadkamer
ie- Sint Pancras.
De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving
ingevolge art. 25 van het bestek.
Het bestek is tegen betaling van 25 cents per exemplaar,
te verkrijgen aan het lokaal van het provinciaal bestuur voor
noemd aan het bureau van Buiteniandsche paspoorten, op
den Dam te Amsterdamen aan de gemeente-secretarie van
Sint Pancras.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Burgemeester
van Sint Pancras en bij den ontwerper van het bestek, den
Heer F. JKrieger, opzigter van den Waterstaat, te Alkmaar.
De aanwijsing tn loco zal geschieden op Zaturdag vóór de
besteding.
BRANDWEER.
BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR:
Gelet op de bepalingen van het Reglement op het beheer
en het behandelen der brandbluschmiddelen, gearresteerd bij
besluit van den Gemeenteraad de dato 17 September 1850
(Gemeenteblad N". 53), en later gewijzigd bij besluit van den
zelfden Raad van den 28 Maart 1859 (Gemeeutebl. N". 34).
Roepen bij deze op
Alle manspersonen, tusschen den ouderdom van 20 en 60
jaren, ingezetenen dezttr gemeente zijnde, om zich in den loop
der maand Januarij 1864 "voor de dienst van het brundioezen te
doen inschrijven, waartoe gevaceerd zal worden ter Secretarie
dezer gemeente, op Maandag, Dingsdag, Woensdag en Don
derdag van iedere week, van des voormiddags 10 tot 's na
middags 2 ure.
Burgemeester en Wethouders herinneren bij deze de be
langhebbendendat. ingevolge de bestaande voorschriften
1°. verzuim dier inschrijving in dienst stelling zonder loting
ten gevolge heeft
2". dat ieder, die vermeent redenen tot vrijstelling te hebben
gehouden is daarvan in de maand Januarij schriftelijke
'opgave te doen aan den president brandmeester, terwijl
zonder zoodanige opgave, het er voor gehouden zal wor
dendat er geene redenen van vrijstelling bestaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 7 Dec. 1863. De Secretaris,
SPANJAARDT.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR.
Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsbl. n". 72).
Roepen, ter voldoening aan art. 19 dier wet, bij deze op:
Alle mannelijke ingezetenen, die op den I Januarij 1864
hun negentiende jaar zijn ingetreden (mitsdien alle mannelijke
geboornen van 1845), om zich. ingevolge art. 15 en 20 der
voorsz. wetin het daartoe gereed gemaakte register tot de
loting voor de Nationale Militie te doen inschrijven.
De inschrijving begint op 1 Januarij 1864 en moet afge-
loopen zijn den 31 dier maandbehoudens de uitzondering
bij art. 20 der opgemelde wet. omschreven.
Tot de inschrijving zal worden overgegaan ineen der ver
trekken van het raadhuis alhierop alle Maandagen, IVoens-
dagen en Vrijdaqen in de maand Januarij tot en met, den
30 dier maand des avonds van 5 tot 7 ure.
De verpligtiug tot het doen der aangifte berust op den
militiepligtige zelveubij ongesteldheid afwezigheid of out
stentenis op zijn' vaderis deze overledenop de moeder
en zijn beide overleden op den voogd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd hebben het noodig
geoordeeldtot regt verstand van het voorgaande de inge
zetenen opmerkzaam te maken, op de navolgende bij voorsz.
wet gemaakte bepalingen, als:
Voor ingezeten wordt gehouden
1». hij, wiens vader, of is deze overleden, wiens moeder, of,
zijn beide overleden wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van den 28 Julij 1850 (Staatsblad n°. 44);
f». hijdiegeen ouders of voogd hebbendegedurende de
laatste 18 maanden voor 1°. Januarij 1864 binnen Neder
land vertelijf hield
3'. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was
al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binuen het Rijk
verblijf boude.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling
behoorende tot een Staarwaar de Nederlander niet aan
de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of, waar, ten
aanzien der dienstpligtigheid, het beginsel van weder-
keerigheid is aangenomen.
De inschrijving geschiedt:
1°. van een ongehuwde in de gemeentewaar de vader, of
is deze overleden, de moeder, of, zijn beide overleden,
de voogd woont;
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij woont
3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelatenof wiens voogd buiten 's lands
gevestigd isin de gemeente waar hij woont
4». van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder
lander, die, ter zake van 's lands dienst., in een vreemd
land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd
het laatst in Nederland gewoond heeft.
Voor de Militie wordt niet ingeschreven
1». de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in
gezeten die geen Nederlander is
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen al de
ingezetenen dezer gemeente wien dit mogt, aaugaan om
voorzien van een extract-uit het geboorteregistervoor zooveel
zij elders zijn geboren, en een-nota va:, de mik cn het nummer
der woonplaatszoo mogelijk in eigen persoon de aangifte te
doen, en herinneren toorts aan de straf waarmede de nalatigen
ter inschrijving bij de art. 183 en 188 der wet bedreigd worden.
Burgemeester en IVethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
den 7 Dec. 1863. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR.
Gelet op art. 3L der algemeene verordening van politie op
de gebouwen straten pleinen enz. der gemeentevan den
19 Junij 1862, aan Gedeputeerde Staten medegedeeld en
afgekondigd den 9 Julij d. a. (gem.bl. n°. 2), waarbij is
bepaald
«Geen onaangespannen rijtuig of handwagen mag op straat
«langer stilstaan dan noodig is voor het op- eu afladen
«behalve op plaatsen daartoe aangewezen."
Overwegende dat er alzoo noodzakelijkheid bestaat, de
plaatsen bij het laatste gedeelte bedoeld te bepalen
Gehoord de commissie bedoeld bij art. 166 der gemeentewet.
Besluit
Art. 1.
Als plaatsen waar het vergund zal zijnonaangespannen
wagens langer dan den tijd voor het lossen en laden be-
uoodigd, te laten staan, worden aangewezen:
Binnen de stad.
Het glopter zijde van de Heiloërpoort, naar de zijde
der binnenbanen.
Het Ritsevoort tot en met de Vrouwenstraat.
De Oudegraclitzuidzijde, tot de eerste brug.
De Lindengrachtnoordzijde.
De Choorstraat tusschen de beide bruggen.
De Gasthuisstraat. De Achterstraat.
De Pieterstraat. De Dijk.
Torenburg. De Achterweg.
Het Heilige Land. Het Vlaauderhof. De Breestraat.
De ruimte tusschen de brugwacl*e.|*sjvoning van de Erie-
sche draaibrug en de herberg de Muizenvreugd.
Buiten de stad
De singel buiten de Heiloërpoort, achter de Stadsherberg.
De singel buiten de Bergerpoort en den Hout langs den
Bergerweg.
Art. 2.
De vergunningen bij art. 1 genoemd, worden op de dagen
der jaarlijkschegroote veemarkten, kermissen en buitengewone
feestelijkheden, uitgebreid tot:
De Oudegrachtnoordzijdetot het Ruitersteegje.
De Paardenmarkt.
De vest, achter den Dijk tot, aan de Bokkesluis, het plant
soen beoosten de Eriesche poort en het Hof.
Art. 3.
De bovengenoemde vergunningen worden verleend onder
de uitsluitende voorwaarde, dat behoorlijke ruimte voor de
passage van rijtuigen en voetgangers worde gelaten.
Art* 4.
De gebruikers der aangewezen plaatsen zijn in alle gevallen
verpligtde voorschriften en bevelen, die hun met opzigt
tot, de plaatsing der rijtuigen door of van wege den commis
saris van politie zullen worden gegevenoptevolgen.
Art. 5.
Onder deze vergunning, die in hoofdzaak in het belang
der neringen van kasteleins en stalhouders wordt, gegeven
is niet begrepen het laten staan van wagens en rijtuigen als
vaste bergplaats. Burgemeester en IVethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 28 Dec. 1863. De Secretaris.
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER enWETHOUDER3 van ALKMAAR;
Gelet op art. 54 der gemeentewet.
Brengen ter algemeene kennisdat, de gemeenteraad in
zijne vergadering van den 30 dezer heeft benoemd
1». tot leden der commissie Voorde verordeningen de heeren
Mr. J. E. Nuhout van der VeenJ. G. A. Verhoe ff, Mr. P
A. de Lange en Joukhr. C. de üieu Fontein Versckuir,
met den heer Burgemeester tot voorzitter;
2". tot, leden der commissie van finantien, de heerenj
J. Helling, P. A. van der Drift, J. G. A. Ver hoe ff, P.
Bruinvis de Lange en H.vnn den Berg, onder het voorzit
terschap van den heer Wethouder J. G. A. Veriioeff.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 31 Dec. 1863. De Secretaris.
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
voldoende aan den inhoud der circulaire van Heeren Gede
puteerde Staten der provincie Noord-Holland, van den 11
Julij 1844 N°. 73 (Prov. blad N°. 61).
Brengen mits deze ter kennis van de ingezetenen hunner
gemeente de bepalingen der wet van 1 Maart 1815 (Staatsbl.
N°. 21), luidende als volgt: -
1. Dat op Zondagen en op zoodanige godsdienstige Eeest-
dagen, als door de kerkgenootschappen van de Christelijke
godsdienst dezer landen algemeen erkend en gevierd worden,
niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt,
worden welke de godsdienst, zouden kunnen storen maar
dat in het algemeen geen openbare arbeid zal mogen plaats
hebben, dan" ingeval'van noodzakelijkheidals wanneer de
plaatselijke regering daartoe schriftelijke toestemming zal geven.
2. Dat, op deze dagen met uitzondering van geringe eet
waren, geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of
openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht,
en dat kooplieden en winkeliers hunne waren niet zullen
mogen uitstallen, noeh met open deuren verkoopen.
3. Dat gedurende den tijd voor de openbare godsdienstoe
fening bestemd, de deuren der herbergen en andere plaatsen
alwaar drank verkocht wordt, voor zooverre dezelve binnen
den besloten kring der gemeente liggende zijn. zullen gesloten
zijn, en dat ook gedurende dienzelfden tijd. geenerhande spelen,
hetzij kolvenbalslaan of dergelijke mogen plaats hebben.
4. Dat geene openbare vermakelijkheden, zoo als schouw
burgen, publieke danspartijen, concerten en harddraverijen,
op de Zon- eu algemeene feestdagen zullen gedoogd worden,
zullende het aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten,
hieromtrent, eene uitzondering toetestaanmits niet dan na
het volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen.
5. Dat, de plaatselijke polieie zorg zal dragenten einde
alle hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der
gebouwen tot de openhare eeredieust bestemd en in liet al
gemeen alles wat dezelve zoude kunnen hinderlijk zijn
voortekomen of te doen ophouden.
6. Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit be
sluit, naar gelang van personen en omstandigheden, zullen
gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf en
twintig guldenof met eene gevangenis van niet langer dan
drie clugen voor de overtreders, die buiten staat mogteu zijn
deze boete te betalen.
7. Dat bij eene tweede overtreding de boete of straf zal
verdubbeld worden en wijders alle de te koop gelegde of
uitgestalde goederen verbeurd verklaard eu de herbergen of
andere publieke plaatsen voor ééue maand gesloten.
En dat door deze algemeene verordeningen allo daarmede
niet overeenkomende provinciale of plaatselijke reglementen
eu inrigtingen zullen gehouden worden voor vervallen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE BONT.
den 2 Jan. 1864. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
verzoeken mits dezen de belanghebbenden, hunne O 1.4"
TKABOt'.KJ ',S of JOTA'S, wegens leverantie in
1863 gedaan, vóór of 31 Januarij e.k., intezenden aan den
gemeente-architect, opdat de afdoening der zaken, geene
vertraging onderviude.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 2 Jan. 1864. De Secretaris.
SPANJAARDT.
De onderstaande personen worden verzocht zich in de
eerstvolgende acht dagen ter gemeente secretarie aantemeldeu
(afdeeling bevolking): GERRIT LEKSMON1). I. w. Helder,
GERARD OLTHUS. I. w. Hoorn, JOHANNA GUILIANA
WILHELMINA D'HAENE1. w. Bergen.
Aan het commissariaat van politie te Alkmaar zijn ter be-
zigtiging voorhanden eenige jassen, afkomstig van diefstal;
de onbekende eigenaars worden verzocht zich aantemelden.
De Commissaris van Politie
VAN BREMEN.
Bij den aanvang van het. jaar 1863 wierpen wij ccn blik
op de groote vraagstukken die Europa in spanning hielden,
den vrede bedreigden eu den oorlog schenen te voorspellen.
Toen reeds was de slotsom onzer beschouwingendat in
den loop van het jaar 1862 weinig verandering viel op te
merken in den stand dier gewigtige kwestièu, maar dit alleen
duidelijk was gebleken, dat de oplossing daarvan veel moeije-
lijker was dan men zich aanvankelijk voorstelde, eu dat de
tegen elkander over staande partijen zoo magtig waren dat
niemand den m'oed hezat, om, hoe dan ook, een beslissing
te geven en den knoop door te hakken. Het jaar 1863
heelt dit nog tneer aan het licht gebragt. Nog staan Rome
en Italië tot elkander in dezelfde vijandige, onverzoenlijke
houding, en niemand ziet een middel tot outknooping of-
schoon^ieder oordeelt dat de toestand onmogelijk kan blijven
zooals hij is. Slechts zelden wordt daarom de zaak meer ter
sprake gebragt; men ziet het groote vraagteeken rustig stand
houden; men blikt het, met verbazing aan, vraagt naar het
einde, vindt geen antwoord, en men kan alleen vermelden,
dat er gepn zoo onhoudbare toestand bestaat, of hij kan
van langen duur zijn als de verandering met nog grootere
moeijelijkheden zou gepaard gaan.
Zal Griekenland een Koninkrijk worden of een Republiek?
Vroegen wij bij den aanvang van 1863. 't Heeft een Koning,
maar zijn troon wankelt reeds dagelijks meer. De vereeniging
der Jonische eilanden met het Grieksche Kouinkrijk en de
hoop op aanhechting van grondgebied in Epirus en Thessa-
lië schenen vóór een jaar een schoone toekomst aan dit land
te belooveu. Nu schijnt de toestand vrij wat ongunstiger,
en schoone droomen doen zich althans niet voor als men
vraagt naar de toekomst. De afstand der Jonische Eilanden
dooi" Engeland heeft plaats gehad, maar met bestemming tot
onzijdig "grondgebied met verwoesting der vestingwerken
van Cortu waarin juist de partij der beweging in Grieken
land de sterkte zag van den nieuwen staat, dien men tot
"•roote dingen geroepen meende. Het traclaat, van dien af
stand heeft de geestdrift voor den jongen Koning als damp
doen vervliegen"; men verwijt hem, dat hij of wel zijn va
der, de nieuwe Deensche Koning, Griekeulands belangen
door, dit, tractaat heeft opgeofferd, om voor Denemarken da
ondersteuning van Engeland te koopen in den strijd tegen
Duitsehland.
Balie zagen wij bij deu aanvang van 1863 zich geheel
wijden aan de regeling van den iuwendigen toestand en aan
liet bedwingen van de woelingen in het zuiden vooreerst
afziende van alle plannen tot aanhechting van Rome en Venetie.
Met het groote werk der regeling van den inwendigeu toestand
ff*----- -