a.
ALKMAARSCHE COURANT
N
Zesenzestigste
BIJBLAD behoorende tot de
van Zondag 3
ALKMAARSCHE COURANT
Januarij 1864.
■0
cle
Het miuisterie tegenover
vertegenwoordiging.
De beraadslagingen en stemmingen over de hoofdstuk
<JfSê
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg-
De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor
.11— 1 jl i; /-.,
35 Cents zegelregt
k aangenomen tot
berigten een dag
u r rss r
6EMKEATERAA1I.
Zitting van den 30 December 1863, No. 22.
Voorzitter de Burgemeester. Tegenwoordig 15 leden.
De vergadering geopend zijnde, worden
1. De notulen der vorige vergadering gelezen en met eenige
verbeteringen goedgekeurd.
Daarna zijn gelezen
2. Eeue missive van Burg. en Weth., waarbij ter vaststel
ling worden aangeboden de suppletoire kohieren
a. van aanslag in de plaatselijke directe belasting voor 1863,
b. h u n belasting op de honden voor
dezelfde dienst.
Ter image voor de leden op de secretarie nedergelegd.
3. Missive van dezelfdenten geleide van ramingen van
kosten voor buitengewone werken aan den Hoornïchen stei
ger en den stads schouwburg.
Beide ingevolge het daarbij gevoegde voorsteltot onder-
roek en rapportverzonden aan de speciale commissie aan
welke ter vorige vergadering het onderzoek van andere
gemeentewerken is opgedragen.
4. Idem van den Heer Wethouder de Sonnavillewaarbij
dezelve in overweging geeft om hem niet weder als lid der
finantiële commissie 1e benoemen op grond van het zijns
inziens niet eigenaardige, dat twee Wethouders tegelijker
tijd in dezelfde commissie zitting hebben.
Voor kennisgeving aangenomen.
5. Adres van den heer S. Blom Hz. en 125 medeondertee-
kenaren die verzoeken dat de Raad het besluit moge nemen,
dat de weezen voortaan gezamenlijk in één gesticht zullen wor
den verpleegd.
Gedeponeerdom daarop bij de deliberatien over het regle
ment voor het burger weeshuis zoodanig regard te slaan als
de leden zullen vermeenen te belmoren.
Daarna zijn de beraadslagingen geopend over
6. Het door Burg. en Weth. ter vaststelling aangeboden
reglement voor het burger weeshuis.
Nadat 1°. op het voorstel daartoe gedaan was aangenomen
om, voorafgaande alle andere beschouwingen en afgescheiden
van alle verdere artikelen, de vraag te beslissen nof de weezen
voortcian in één gesticht zullen worden verpleegden ten an
deren, dit vraagstuk in bepaalde overweging genomen en na
zeer breede deliberatien, toestemmend beslist, wordt ten derden
besloten, om alsnu hef coneeplreglement ter nadere be
schouwing en beoordeeling in zijne verschillende deelente
stellen in handen eerier speciale commissie waartoe zijn be-
noemh de heeren Mr. P. A. de Lange, P. A. van der Drift,
J. G. A. Verhoejf. Mr. IV. van der Kaay en Jonkhr. D. C.
de Dieu Fontein Vcrschuir.
J. F. IV. Conrad.
J. G. A. Verhoejf.
7. Is de benoeming van eenen hulponderwijzer voor de
tusschenschool tegen heden beschreven in afwachting van
hetgeen op de voorgestelde wijziging der jaarwedden voor het
onderwijzend porsoneel op de openbare scholen zal worden
beslist, verdaagd.
8. Zijn tot leden der Commissien voor de verordeningen
dienst 1864, benoemd: de heeren Mr. J. F,. Nuhout van der
Veen, J. G. A. Verhoejf, Mr. P. A. de Lange en Jonkhr. D.
C. de Dieu Fontein Ferschuir, onder voorzitting van den
Burgemeester, volgens de wet.
9. Idem tot leden der commissie voor de Jinancien. de hee
ren J. Helling, P. A. van der Drift, J. G. A. Verhoejf, P.
Bruinvis de Lange en H. van den Berg, en daarna uit de
leden dier commissie, tot voorzitter de heer J, G. A. Verhoejf.
10. Heeft plaats de vervulling der vacatures in de verschil
lende commissien van bestuur, door periodieke aftreding ont
staan en zijn daartoe benoemd, als:
Regent van het burger weesh. de heer A. A. v. d. LeijDruijvesteijn.
gasthuis G. Jvan Leeuwen.
Leden van het burgerlijk armbestuur de heereu M. Luijm.es
en G. v. d. Swaagh.
Commissaris voor de stads apotheek de heer Dr. J. v. Leeuwen.
stads bank v. leening Mr. M. A. Kluppel,
u teekenschool
Lid van de plaatselijke schoolcommissie
Curator van het gymnasium enz.
Leden der commissie, van huishoudelijk
P. van Leeuwen en IV. Helling,
11. Is gedelibereerd op het verzoek van mejufvrouw H. C. C.
Julsingom ontslag uit de betrekking van 1® helpster in het
onderwijs van vrouwelijke handwerken aan de armenschool,
en het verzochte ontslag eervol verleend.
12. Is nog aan dc orde gesteld liet verzoek van G. Sie-
werts en andereu, om de onlangs gedempte Nieuwesloot deu
naam te geven van Oranjestraat.
Een daartoe strekkend voorstel van den Voorzitter, is mede
de beslissing op het verzoek tot eene volgende vergadering
verdaagd.
13. Is door den Voorzitter medegedeeld een voor den
aanvang der vergadering ingekomen voorstel van deu lieer
Mr. IV. van der Kaay. om in de administratie der kapellerij-
goederen en van het voormalig pikkers- of scheepmakers
gildefoudsvoor alsnog geeue verandering te maken.
De Voorzitter antwoordt, dat Burg. en IVeth. gewoon zijn
bij dergelijke voorstellen, alvorens verder ie gaan, de beslissing
aftewachten.
14. De vergadering is opgeheven.
Bij het relaas der vergadering van 16 December, wordt
op art. 21 gelezen: voormalig schippers gilde fonds', moet zijn:
voormalig pikkers- of scheepmakers gildefonds.
P. A. v.
beheer d
Drift.
heeren
Te Alkmaar bij HERM». COSTER ZOON.
1
c
1
d
k
li j-
Ieder ingezeten dio'daarbij belang heelt wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven
ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid
zouden voortvioeijeute ontgaan.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 9 Jan. 1864, A. MACLAINE BONT.
aan ue tremeenie-secrniain; ic vcuuuucu.
I gewoouujK.
je verhouding tusschen do
g het duidelijkst uitkomen,
iaat, om de beginselen de
sterie te bespreken de re-
r en ook wei van vroecere
istemming of strijd tusschen
3u dadeu en woorden dus-
inen als leden van het mi-
wordt aangetoonden ein-
ordeel uitgesproken,
n de laatste jaren meer en
ipeubaarden die men nü
sschouwen. Is die praktijk
niet zoo gemakkelijk is te
altijd op zeer aannemelijke
door Jhr. Mr. J. de Bosch
«eer van die leer. De heeren
er keurden vroeger beide de
af, wanneer dit geschiedt
zelve gelegen wanneer de
id oordeel wil uitspreken
jerust bij den Koning. Edoch
Het schijnt gemakkelijker,
minister eeu dergelijke leer
lid der Kamer, als lid der
Althans de heer Thorbecke
dat er gevallen konden be
rd tot zulke buitengewone
hegrootirigs-verwerpiugdie
k wil met u niet te doen
der begrooting voor 1861
iaarzeld, uit wantrouwen in
g te stemmen,
het grondwettige, het gepaste
erwerpingen niet behandelen,
zien wij er niet in. Er schijnt
raag behandelen ook bij
min of meer duister gevoel
:n, buitengewone om-
}ie den maatregel wettigen,
gewone der omstandigheden,
regel, zal in elk bijzonder
bestrijders van het ministerie
ior een rustig toeschouwer
,ds moeijelijkvoorliefde of
ide politieke rigtiugen buiten
deel omtrent de daden der
enhoeveel te moeijelijker
en, te midden van den kamp,
ling of de verbittering der
k niemand bard over vallen,
is soms een vreeselijk zwaar
eticus dikwijls ondervinden,
i e beschouwingen, bekrompen
"rissche, altijd nieuweveel-
nriënen er is geen partij
idigheden een vrijbrief ziet
:en enkele maal hare begin-
oven de gewone regelen te
vrijspraak tevens te zoeken in
i publica als hoogste wet.
'.erderheid der volksvertegen-
oezemt, dan moge met, grond
aan den Koning, behoorlijk
rondwettig, een doelmatiger
gevoelen der vertegenwoor-
m te brengen, in de praktijk
r begrooting een nog doel-
lel te achten. Wij kunnen
ediet-wet in den geregelden
voorzienen willen alleen
der begrootings-verwerping,
minister, bij onze vertegen-
n worden beschouwd. Toch
wijzen, dat de ondervinding
werping der begrooting van
et vorige jaar, dat de betee-
voor verschillende opvatting
.aan is het persoonlijk beleid
oor hem aangenomen stelsel
het tegenwoordige ministe-
ioting aan den ernstigen en
blooten over liet algemeen
getreden. De aanvallen der
ijn geheelwel hevigwel
herhaaldwaren innerlijk
eesëlijk duister en verward
schuldigt als naar gewoonte
democratische beginselen
aldelijk het volk inroept //dat
t verwijt der democratische
•m dat, van centralisatiegeest
hoon het verwijt van centra-
minister vau Binnenlandsche
au gebrek aan homogenéileit
niet uitsluit. Er bestond
teit dan ook eeu bijzondere
de zich meermalen over liet
r van Binnenlandsche Zaken,
Het was hem te doen, niet
.i zoo mogelijk het minis-
.om werd er den manwien
„ten dat hij zijne ambtgenooteu als
(I) Zie ouder anderen //De rigtingen en partijen in het
staatkundig leven," uitgegeven in 1857, en //Eeu woord
ter overweeing over eenige onbeschreven politieke be
ginselen," verschenen in 1863.