£€ückcltjff0cïïc Berigten.
ïsiisEAXsa,
«en te belangrijk verlies aan manschappen gekost te hebben,
dan dat deze bewering aannemelijk zou zijndie waar
schijnlijk alleen zal moeten dienen om den mislukten aanslag
op Missunde tot een werk van fijn beleid te verheffen.
Evenwel schijnt de generaal de Mesa werkelijk gevreesd te
hebben, dat iiet Dannevirke, 't aij 'dan aan de west-of aan de
oostzijde, omgetrokken, en hij met zijn leger daardoor in
gesloten zon worden. Althans aan de voordeelen door de
Oostenrijkers behaald, en misschien ook aan de toebereidselen
van de Pruissen om te Amis de Schley over te trekken
schijnt de terugtogt van het Deeusehe leger te moeten
worden toegeschreven.
Dat de "gelieele Sleeswijksche veldtogt niet anders zou
zijn dan een Vooraf beraamd plan tusselien den Deenscheu
Koning en Pruissen en Oostenrijk, dat het verzet van De
nemarken slechts zou hebben moeten dienen om de opgewonden
Duitsche natie en den Bond te misleiden, en het eigenlijke'
doel zou zijn om Sleeswijk door Pruisseu en Oostenrijk voor
Denemarken te bewaren tegen de aanslagen van den Duit-
schen Boud. is een te ongerijmde bewering om geloof te
verdienen. Zulk een schandelijk spel met volken en meii-
schenievens mag niet zonder onbedriegelijke aanwijzingen
vermoed worden. Daarenboven zijn de laatste berigleu
omtrent de rigting der Oostenrijksche politiek daarmede in
lijnregten strijd. Even onaannemelijk komt ons de bewering
voor dat de ontruiming van het Dannevirke op raad van
Engeland zou geschied zijn. Die raad zon dan immers vee!
te laat zijn gekomen, en uiterst onhandig zou het zijn, ter
wille des vredes en met het oog op minnelijke schikking,
niet eerder af te trekken dan wanneer het vergoten bloed
de verbittering nog heeft doen klimmen, en de aftogt op
goeden grond zou kunnen worden toegeschreven aan nood
dwang.
De ontruiming van het Dannevirke was te gelijk de over
gave van de stad Sleeswijk. Het aftrekkende Deeusehe leger
werd op den voet gevolgd, vooral door de Oostenrijkers,
wat tot vrij hevige gevechten aanleiding gatwant waar
beide legers op elkander stieten schijnt er hardnekkig en
dapper gestreden te zijn. De Denen trokken terug op Flens-
burg, verheten ook deze staddie daarop zonder gevecht
door de Oostenrijkers werd bezet, en schijnen zich bij Diip-
pel in de nabijheid van het eiland Alsen te vereenigen. Een
gedeelte der ruiterij zou noordwaarts in het schiereiland de
v/ijk hebben genomen, en door den vijand vervolgd worden.
Bij Diippel bevindt zieli weer een verschanst, terrein en
terwijl wij dit schrijven, zijn de berigten omtrent het al of
niet ontruimen dezer stelling en het overbrengen door de
Denen van hun oorlogsmaterieel op Alsen nog onzeker en
met elkander in tegenspraak
Voor de zeer oorlogzuchtige en zeer opgewonden bevol
king der Deensche hoofdstad is de terugtogt van het leger
natuurlijk geheel onbegrijpelijken de gedachte aan verraad
ligt dan altijd voor de hand. De Koning schijnt zich het
misnoegen des volks op den hals gehaald te hebben door
in een proclamatie aan dat terugtrekkend leger zijn tevre
denheid en dank voor betoonde dapperheid betuigd te hebben.
Hij schijnt liet althans noodig geoordeeld te hebbente
verklaren dat de bevelhebber de Mesa niet op zijn last
heeft gehandeld, dien generaal terug te roepen en het op
perbevel voorloopig aan een ander, den genl. Luttichavop
te dragen. Bij de terugkomst de3 Koniugs te Kopenhage
beeft een oploop plaats gehad, of schijnt, men althans maat
regelen te hebben moeten nemen om een oploop te voor
komen. De minister-president Monrad betuigt in den Rijks
raad zijn verwondering over het gedrag van de Mesade
Rijksraad zelf verklaart het gewigt van het oogenblik te
erkennen, te verwachten dat de bevolking de orde niet zal
verstorenen dat zij er op rekenen kandat de Regering
al het mogelijke zal aanwenden tot verdediging des lands,
en het geheele volk zal oproepen om haar daarbij op de
krachtigste wijze te ondersteunen. Eindelijk stelt de mi
nister aan den Rijksraad voor een adres aan het leger te
rigten waarbij liet krachtig doorzetten van den oorlog wordt
aangekondigd.
Bij deze "berigten wordt het ons moeijelijk de meening te
deelen van hen, die in de snelle vorderingen van de Oosten
rijkers en Pruissen in Sleeswijk zoo vele waarborgen zien voor
liet spoedig herstel des vredesof voor liet terugblijven van
dien zoo zeer gevreesden algemeenen Europeseheii oorlog
die sommigen zoo verschrikkelijk voorkomt, dat zij, in ver
gelijking daarmede, van den tegenwoordigen stand der zaken
als van een toestand van vrede spreken. De verbittering over
de geleden verliezen zal de Denen des te meer doen joken
naar den strijd, en de loop der gebeurtenissen kan de kwestié
telkens op ander terrein brengen. Al mogen Pruissen en
Oostenrijk vóór het uitbreken der vijandelijkheden verklaard
hebben het traetaat van 1852 te zullen eerbiedigen, en alzoo
de ondeelbaarheid der Deensche landen te zullen handhaven,
omtrent hun gedragslijn voor liet geval dat Denemarken
moat volharden bij zijn weigering om zijn verpligtmgen na
te komenof eenige andere mogendheid tot gewapende tus-
sciieukouist mogt besluiten klonk hun verklaring vrij dub
belzinnig. Na de behaalde voordeelen verklaart het. orgaan
van den Prnissischen minister-presidentdat de tractaten
zwijgen waar het kanon spreekt, besluit de voltallige Oosten-
rpksche ministerraad, onder het voorzitterschap van den Keizer,
het Londensclie traetaat van 1852 vervallen te verklaren, en
leggen de Oostenrijksche en Pruissisclie gezanten te Parijs
dezelfde verklaring af.
En met deze verklaring heeft liet Sleeswijk-Holsteinsche
geschil weer een geheel nieuwe wending genomen en een
belangrijke uitbreiding gekregen. Oostenrijk en Pruissen ver
klaren zich niet langer gebonden door het Londensclie traetaat;
nu zijn zij met de groote bewegingspartij in Duitseliland
verzoend. Duitschland zal meer en meer één zijn in deze
kwestie, en welke zal de houding van de overige ondertee-
kenaars, van Engeland en Frankrijk zijn? Nieuwe vragen en
nieuwe verwikkelingen. Wij zullen den val niet betreuren
van het traetaat van 1852. waarbij over de belangen der
volken is beschikt buiten hunne medewerking. Wij hopen
slechtsdat bij een nieuwe regeling op de wenschen van
Sleeswijk en Holstein zeiven zal worden acht gegeven. Hol-
stein is een Duitseh Hertogdom: dit. is buiten kwestie. Maar
in Sleeswijk vloeijen het üuit.seh en bet, Deensch element in
één. of liever stroomen zij tegen elkander in, en "ormen een
altijd kookende branding. Toch zal daar de lijn kunnen ge
vonden wprden, die de beide volken scheidt. Volgens de
opgaven van 1860 spreken in Sleeswijk 116500 inwoners
plat-Duitsch33000 Friescli. 135000 Deensch en 85000
Deensch en Duitscli. De demonstraties bij de nadering der
Oostenrijksche en Pruissisclie troepeu zijn van weinig betee-
kenis; want het Deenschgezinde deel der bevolking houdt
zich natuurlijk wijselijk doodstil, en- de Duitsohers hebben
volkomen vrijheid om zoo hard te schreeuwen als zij verkiezen.
Volgens sommige berigten zouden de Oostenrijksche en Pruis-
sische troepen de scheidslinie tusschen het Duitsche en hel
Töeensche element in Sleeswijk reeds bereikten een begin
vato tegenstand van de zijde der bevolking ontmoet hebben.
«Aanvankelijk gewaagden de berigten van een straatgevecht
fn flensburg tusselien de Oostenrijkers en de Denen later
wetóleu deze berigten tegengesproken, en zouden de Oosten
rijkers niet der minsien tegenstand in Flensburg ontmoet
hebben. Volgens berigten in Parij3 ontvangen zouden de
inwoners van Flensburg barricaden opgeworpen hebben tegen
de Oostenrijkersdie bij hun eersten aanval 1100 man
zouden verloren hebben. Hoe dit zijen waar de grenslijn
ook getrokken zal behooren te worden wij hopen dat geen
vereeniging van wat niet. vereenigd wil zijn langer oorzaak
moge blijven van voortdurende spanningdat deze oorlog
door scheiding, en juiste scheiding, der Duitsche en Scan
dinavische volksstammen zal gevolgd wordenop grond der
historische ervaring vertrouwende, dat wie blijken voor zamen-
woning ongeschikt te zijn, later goede buren zullen bevonden
worden.
Ij E IIS W JÉ »i) ll - S3 SS> JLftT E i X ft Cl 11 E Ji W IfiftTl Bt -
Den 1 deden de Denen de Sorge-brug springen, maar
den volgenden dag werd zij door de Oostenrijkers hersteld
en trok er reeds- eene kolouue over.
Den 2 namen de oostenrijksche voorhoede onder genl.
Gal/lens en de voorhoede van de pruissisclie garde deel aan
den aanval. De brigade Gondrecourt verdreef, na een 3
malen herhaalden aanval met de bajonetde tusselien Lot-
torf en Gettorf geposteerde Denen. Königsberg bij Oberseik
werd stormenderhand ingenomen. 1 Stuk getrokken geschut
en 80 krijgsgevangenen vielen in de handen der geallieerden,
wier verliezen evenwel aanzienlijk waren.
Den volgenden dag drongen de Oostenrijkers, onder genl.
Wedelspangverder door en vermeesterden hoewel met be
langrijk verlies, de uiterste linie der schansen achter Konings
berg tot ouder liet bereik der Dannevirke400 Denen
werden daarbij krijgsgevangen gemaakt.
Bij Cosel en Missunde had den 2 een lievig gevecht plaats,
waaraan troepen van alle wapens deelnamende Denen
werden door de Pruissen in het bruggenhoofd teruggedreven.
Prins Frederik Karei deed eenige stukken tegen Missunde
(waardoor de deensche troepen de gemeenschap met de zee
onderhielden) in batterij brengen en schoot de stad in brand;
ook den volgenden dag deed bij het kanonvuur voortzetten.
Het verlies der Pruissen bedroeg den 2toen een zware
nevel bijdroeg om den aanval te doen mislukken en de Denen
zelfs hunne verschansingen voor de overzijde van de brug
behielden200 a 300 en dat der Oostenrijkers 500 dooden
en gekwetsten. De Denen verdedigen hunne stellingen met dap
perheid. De wegen waren door de sneeuw schier onbegaanbaar.
Het verlies van Königsberg, de gevaarlijke toestand van
Missunde, waar tegenover het heuvelachtig terrein den 5 ge
heel door de Pruissen ingenomen was en de vrees van zijn leger
door de overmagt overvleugeld en vernietigd te ziendeed
de deensche opperbevelhebbergenl. de Mesabesluiten om
de positie van Sleeswijk en der Dannevirke opt.egeven en
zijne magt meer noordwaarts bijeentetrekken. In den nacht
van 5 op C werd derhalve Sleeswijk verlaten en den volgen
den morgen trokken de Oostenrijkers er binnen. Even als
reeds te Holmund geschied waszoo werd ook hier de prins
v. Augvstenburg tot hertog van Sleeswijk uitgeroepen en
tevens werd de deensche burgemeester afgezet. De genl.
r. Gallens verklaarde, dat liet erkennen van den hertog niet
hein maar de Bondsvergadering aanging. Evenwel beweert
mendat de geallieerden daar en elders met, genoegen aan
de manifestatien ten gunste van prins Frederik deelnamen.
In genoemden nacht sloeg prins Frederik Karei bij Amis
een pontonbrug over de Sclilei en trok over dien vloed.
Welhaast stiet hij, op de Denen, die, met achterlating van 4
stukken op de vlugt; sloegen.
Den 6 werd Fahrdorf door de Oostenrijkers en Pruissen
genomen en werden 2 deensche schansen geraseerd; eene
oostenrijksche batterijop eene hoogte bij die plaatshad
reeds het vuur van eene deeusehe schans bij Hollbuss tot
zwijgen gebragt.
's Avonds werd met het naar Flensburg aftrekkende deen
sche leger, dat een hardnekkigen tegenstand bood, bij Solstedt
een scherp gevecht geleverd waarbij de verbondenen meester
blevenmaar ten koste van groote verliezen daar bet, oos
tenrijksche regiment, Belgie niet minder dan 17 officieren en
500 malischappen verloor. De regimentscommandantprins
IKilhelm v. Wurtemhurgbehoorde tot de gekwetsten. De
huzaren van Lichtenstein. namen 200 Denen gevangen.
Het ie regiment van het wijkende leger, geheel uit See-
landers bestaandeheeft, zich opgeofferd om de overige
krijgsmagt, te behouden en is bijna geheel vernield geworden.
De Denen ontruimden alsnu Frederikstadt en Tonningen
met achterlating van geschut en krijgsbehoeften en beproef-'
den ook niet om in Flensburg stand té houden, maar tracht
ten zich hij Duppel, bij het eiland Alsen te vereenigen. De
Oostenrijkers en Pruissen vonden Flensburg reeds door de
ruiterij van prins Frederik Karei bezet.
Men verhaalt, dat, de geul. de Mesa het kasteel te Got-
torp heeft, willen doen springen maar dat de Koning het,
verhinderd heeftoin zijne vaderstad niet aan vernieling bloot
te stellen.
De aftogt van den geul. verwekte te Kopenhage eene ont
zettende spanning en opgewondenheid en den 7 zelfs een
bedenkelijken oploop; hij werd derwaarts ontboden en de
genlLutlichaa voorloopig met het opperbevel belast. De
minister Monrad verklaarde den 7 in den Rijksraad, dat liet
gedrag van den opperbevelhebber hem onverklaarbaar voor
kwam aangezien de Koning geen last tot den terugtogt
gegeven had.
Sommigen schrijven liet gebeurde aan eene raadgeving van
bet engeisclie bewind toe, ten gevolge der verklaring den
31 Jan. door den minister v. Bismarck aan lord Russell ge
zonden dat Oostenrijk en Pruissen voornemens waren de
integriteit van Denemarken volgens het traetaat van 1852 te
handhaven indien dit Rijk aan zijne verpligtingen voldeed
en de occupatie van Sleeswijk niet al te groote offers kostte.
Zij haddenvolgens de mededeeling van lor i Russell in het
Lagerhuis eene revolutie in de hertogdommen verhinderd
en waren in zoo verre vrienden van Denemarken.
Hoe weinig gemeend deze betuigingen waren, bleek uit
een artikel in de Norddeutsche Zeitang, het, orgaan van v. Bis
marck. dat lord Palmerston's opgeven van de bereidwilligheid
van Oostenrijk en Piuissen, tot het handhaven der integri
teit van Denemarkenvoor ongegrond verklaarde en er bij
voegde //waar het kanon spreekt, zwijgen de tractaten
maar nog duidelijker bleek dit uit het besluit deu 7 door
den ministerraad te Weenen, onder voorzitting des Keizers
gehouden, //dat het protocol van 1852 niet meer tot grond
slag der onderhandelingen kan dienen."^ De minister v. Beust,
die nog voor weinig dagen in de le Kamer van Saksen zijn
protest" volhieldtegen liet vasthouden der beide groote mo
gendheden aan het genoemde protocol, heeft dus reden om
tevreden te zijn. Russell moest dan ook in liet engelsche
Hoogerhuis toegevenvan Oostenrijk en Pruissen geen
waarborg bekomen te hebbendat zij bij liet intrekken der
November-eonstitutie Sleeswijk zouden ontruimen.
Met den 3 heeft. Denemarken beslag gelegd op de in de
havens aanwezige pruissisclie schepen doch men meent van
slechts voorloopigwordende nog over een termijn tot ver
trek onderhandeld. Met Oostenrijk is overeengekomen elkn
dérs koopvaarders wederkeerig ongemoeid te laten.
De heer v. Zedlits en graaf Revertera zijn door de ve
bondene mogendheden tot civiele commissarissen in Sleeswij
benoemd. Bij de aankondiging der benoeming van eerst
genoemde, beriglte de maarschalk v. IPrangel tevens, da'
de burgerlijke ambtenaren in hunne betrekkingen worden
gehandhaafddat het duitscli de regeringstaai is eu dat
volksbewegingen in een anderen zin dan in de rigting van
Oostenrijk en Pruissen en pogingen om een ander gezag
intestellen verboden zijn. Hij heeft ook het uitsteken van
duitsche vlaggen verboden, maar laat de sleeswijk-holstein-
sclie ongehinderd waaijen.
Te Altona en elders wordt sterk geijverd om een holsteinscli
leger te vormen; reeds hebben zich daarvoor 4000 geoefende
militairen aangemeld. Het bevel is opgedragen aan kolonel
v. Hetsic/zekere du Plat is met de organisatie belast.
Het Dannenwerk wordt gesloopt. De daarin gevonden
60 stukken geschut worden tusschen de Oostenrijkers en
Pruissen verdeeld. Het aantal deeusehe gevangenen wordt
opgegeven als 9 officieren en 605 manschappen. Deensche
berigten zeggen, dat het materiëei van het leger behouden is.
De deensche Rijksraad heeft den 7 besloten alle middelen
te zullen aanwenden tot verdediging des lands.
Te Stokholra maken de tijdingen van het oorlogstooneel
grooten indruk. De menigte schoolt voor het paleis des
Koniugs te zamen, om hem te bewegen de Denen te helpen.
Daaraan is echter voor het oogenblik nog niet te denken
omdat de noorweegsclie Storthing en de zweedsche Rijks-
stenden zouden moeten worden opgeroepen, de een om de
bevoegdheid tot het uitvaardigen van een wapengebod (ie
andere om de noodige gelden te verleenen.
Volgens de Mornirgpost en eene mededeeling van lord
Palmerston in het Lagerhuis, op deu 12, heeft Engelaud
in overleg met Frankrijk, Rusland en Zweden, een wapen
stilstand voorgesteld, met eene algeheels ontruiming van het
hertogdom Sleeswijk, liet eiland Alsen alleen uitgezonderd
door de deensche troepen.
In strijd met de hier boven vermelde veranderde zienswijze
van Oostenrijk, scheen het later berigt. van de indiening,
door die mogendheid bij de Bondsvergaderingvan eene
memorie over de successie-kwestiewaarin het als strijdig
met alle regt beschouwt, dat een Vorst,, die met aller mede
weten over een betwist, gebied regeertzonder daarop gehoord
te zijn verdrongen wordt door een ander die zijne regteu
doet gelden, zonder aanvoering van gronden, maar slechts
door verkondiging dier regten. Tot bevestiging hiervan kan
echter stri kken het berigt in de Times van 11 Febr., dat
Oostenrijk niet voornemens is aftewijken van de beginselen
uitgedrukt in de gelijkluidende nota's van 31 Jan. en dat
de door Reuters office verspreide tijding, dat Oostenrijk zieb
ontslagen beeft verklaard van de naleving van het traetaat
van Londenonwaar is.
FKAXKRIJK.
De Senaat heeft met eene groote meerderheid het adres
van den heer Darimonover den toestand der dagbladpers,
het regt van petitie en de zamenstelling der gemeentebesturen
van Parijs en Lyon ter zijde gelegd.
De Keizer heeft een zeer welwiilenden brief gezonden aan
de Koningin van Spanjeter zake der verloving van hare
oudste dochter met den graaf van Parijs.
KEKKEEIJKK S'iAAT.
Het, nationaal comité heeft de te Rome verblijvende vreem
delingen gelast en de fransche officieren verzocht zich ge
durende het karnaval niet op de Corso te vertoonen. Vele
engelsche familiëu zijn ten gevolge daarvan naar Napels
vertrokken.
De minister van financien heeft den 6 eene inschrijving
geopend voor eene rentelooze schuld van 40 millioen, aflos
baar met premiëu in 55 jaren. De koers van uitgifte is 96.
Polen. Door de aanhouding, van Jawsld te Warschau is
de regering op het spoor gekomen van het archief van het
Nat. Bestuur; nieuwe huiszoekingen en een duizendtal ge
vangennemingen zijn daarvan het gevolg geweest.
De Nat. Regering heeft de opstandelingen bij dagorder
van 20 Jan. vermaand, om, zoodra het jaargetijde het ver
oorlooft, weder tegen de Russen te veld te trekken. Het,
beeft, om de landlieden te bewegen aan den opstand deel
te nemenaan deze eene volledige vrijverklaring toegezegd.
De generaal Berg heeft de militaire bevelhebbers aange
schreven, om de insurgenten die zich niet hunne wapenen
vrijwillig aanmelden ongemoeid te laten.
T HUK 3.1 K.
Men verzekertdat Rusland en Oostenrijk de Porte aan
zetten om de Donau-Vorstendommen te bezetten. Hoe het
zijhet gouvernement heeft 100000 man van de reserve
onder de wapenen geroepen, om gedeeltelijk naar den Donau
te worden gezonden.
Voor het eerst zijn 2 armenische christenen benoemd ge
worden tot leden van den Grooten Raad van Justitie.
VE$6EKMliDK STATEN.
De ruiterij der geconfedereerden is de Teuessee overgetrok
ken en heeft een aanval op Athene en Florence ondernomen,
maar is teruggedreven.
LongsKeel heeft 20000 man versterking bekomen en rukt
voort naar Knoxvillezoodat men voor het behoud dier
stad zeer bezorgd is.
De vaart op de Mississipi wordt door batterijen der ge-
confedereerden belemmerd.
Den 27 Jan. heeft de ruiterij der federalisten die der
geconfedereerden, 10 mijlen ten oosten van Servielville in
Tennessee ten eenenmaal verslagen.
MUXSPO.
Juarez heeft San Luiz de Pot.osi den 24 Deo. verlaten
waarna de stad door den mexicaanschen generaal Mejia is
bezet. Negrete beeft, eene p°g'nS aangewend om haar te
hernemenmaar is geheel verslagen.
Juarez bevindt zieli te Zaeateras, waar Uoblado het over
schot van het, leger tracht te verzamelen, oui den tegenstand
vol te houden.
De deputatie, die iu last heeft om het door 18 van de
23 Staten geratificeerde votum van de vroeger gehoudene
vergadering van notabelen aan den Aartshertog Ferdinand
Max te overhandigen, is aan boord van de faketboot Vera-
Crus scheep gegaan.
JAPAW.
De prins van Satsuma heeft de door Engeland geëisclite
schadevergoeding betaald en andere concessien gedaan.
BIMEKLAlkD.
Staten-Generaal. Bij de 2- Kauier is ingekomen een
wetsontwerp tot invoering eener nieuwe regeling der soldijen
van de gedecoreerden met de 3» en 4» klassen der Militaire-
Willemsorde, bij de land- en zeemagt, beneden den rang
van officier.
Monument, voor Saxen-Weimar. De hoofdcommissie
heeft aan inschrijvingen in Nederland en Indie te beschik-