ALKMAARSCHE COURANT
N°. 13.
Zesenzestigste J aargang.
1864.
Zondag
27 Maart
©fficiceï Ocbccltc.
fjolilicfe ©ucrsijjt.
©KcficÜjfcscïic üevigtcn.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
EERM". COSTER ZOON.
De Adverteutiën kosten van 15 regels 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigten een dag
vroeger.
PROVINCIE NOOllD-ÏÏOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 7 April 1864, des namiddags ten
half drie urezal, onder nadere goedkeuringaan het lo
kaal van het Provinciaal Bestuur te Haarlem, namens en
voor rekening van het gemeentebestuur van Zuid- en Noord
schermer, worden overgegaan tot de aanbesteding van
Het bouwen van eene nieuwe School te Groot
schermer, gemeente Zuid- en Noordschermer.
De aanbesteding 'zal plaats hebben bij enkele inschrijving
ingevolge art. 22 van het bestek.
Het, bestek is tegen betaling van 25 cents per exemplaar,
te verkrijgen aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur
voornoemdaan het bureau van Buitenlandsche paspoorten
op den Dam te Amsterdamen aan de gemeente-secretarie
van Zuid- en Noo rdschèmer.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Burgemeester
van Zuid- en Noordschermer en bij den ontwerper van het
bestek, den Heer F. J. Krieger, opzigter van den Water
staat te Alkmaar.
De aanwijzing in loco zal geschieden op Zaturdag vóór as
besteding.
PATENTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis
Dat de patenten, aangevraagd in de maanden November
en December 1863 en Januarijl864, by den .Rijks Ontvanger
alhier, ter secretarie dezer gemeente verkrijgbaar zijn gesteld
van Maandag den 21 Maart tot Zaturdag den 2 April 1864,
van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 ure, tegen
overgifte van het bij de beschrijving ontvangen repu.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
18 Maart 1864. l)e Secretaris.
SPANJAARDT.
LOTING VOOR DE BRANDWEER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden :J
Dat de loting voor de ingeschrevenen voor de brandweer
in het openbaar zal plaats hebben ten raadhuize der gemeente,
op Dingsdag den 29 dezer voor wijk C.
Donderdag 31 n D., E. enE.
telkens des morgeus ten 10 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 14 Maart'lSM. De Secretaris,
SPANJAARDT.
r VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 30 Maart 1864, des middags
ten 12j, ure. Namens den Voorzitter van den Raad,
De Secretaris
SPANJAARDT.
De pachters en hunne borgenzoowel van grasgewas als
boschgronden in den Stads Hout, worden uitgenoodigd zich
alsnog ter onderteekening van de proeessen verbaal, ter
gemeentesecretarie te vervoegen.
De onderstaande personen worden verzocht zich in de
eerstvolgende 8 dagen aan te melden ter gemeentesecretarie
(voor de BevolkingCIIRISTIAAN LODEWIJK DAM
MERS, laatste woonplaats Aarlanderveen,- EEMMETJE
KOPS, 1. w, Haringcarspet; MICHIEL BRIEL, 1, w. Helder;
(voor ArmwezenARIE MOLENAAR. C. BOOIJ. C. BIJL,
CORNELIS KROMWIJK, HERMANUS PUKKEL.
WILLEM REES, HENDRIK van KOOT. ALBERT SMIT,
en de verlofganger der Nationale Militie GERRIT SMIT.
Een geheele week is voorbij gegaan onder allerlei berigten
en gissingen omtrent het min of meer waarschijnlijke van
het tot stand komen van een wapenstilstand en een con
ferentie, te zamen of afzonderlijk. Dit is althans heslist,
dat er vooreerst niet aan een wapenstilstand te denken valt;
de Denen hebben geweigerd aan de conferentie tevens het
schorsen der vijandelijkheden te verbinden. Een kalm toe
schouwer zou het waarschijnlijk geacht hebbendat, Dene
marken genoegen zou nemen met een wapenstilstand waarbij
het zijne stellingen te Diippel en te Fredericia bleef behou
den toch is het anders uitgevallen. Zou dan de oorlogs
kans voor Denemarken niet zoo wanhopig staan als men
oppervlakkig zou meenen Het. is waar. dat in 1848 en
1849 de beide Hertogdommen en Jutland zeer spoedig in
handen der üuitschers waren, en eerst Fredericia den Denen
een geschikt punt aanbood, waar zij niet alleen stand hielden,
maar werkelijk voordeel behaaldenterwijl hunne zeemagt
de Noordelijke havens van Duitschland blokkeerde en de
Duitsehe schepen opbragt. Omstreeks in deuzelfden toestand
bevinden zij zich nu weer. echter met dit onderscheid dat
zij nu ook een Oostenrijksch leger tegen zich in 't veld
hebbenen welligt een Oostenrijksche scheepsmagt er in
slagen zal zich met de Pruissische schepen te vereenigen
en daardoor aan de overmagt der Denen ter zee een einde
te maken. Wat misschien bij Denemarken heeft toegebragt
om den wapenstilstand te weigeren, is de door Oostenrijk
en Pruissen gestelde, en dan ook zeer natuurlijke voor
waarde dat alle opgebragte schepen terug gegevenen het
embargo op de in de havens liggende vaartuigen opgeheven
zouden worden.
Denemarkens Koning heeft hij het sluiten van den Rijksdag
verklaarddat het oogenblik om vernederende vredesvoor
waarden aan te nemen nog niet gekomen isen uit de
hoofdstad vertrekt hij naar het leger. Moedeloosheid en
uitputting schijnen alzoo nog verre te zijn. Maar is niét
de Koning, en met hem liet gansche land, iiet slagtoffer van
eetiige heethoofden te Kopeuhagegelijk sommige bladen
beweren Doch wie zal vragen wij op onze beurt
hier den toestand beoordeelen naar de schrale berigten die
tot ons komenen waarop het ligtvaardig heeten mag vol
komen te vertrouwen? Wij weten niet, en kunnen niet
wetenwaarop Denemarkens afslaan van den wapenstilstand
rust, of het in de tegenwoordige omstandigheden juist ziet
of dwaalt, evenmin als wij er iets van kunnen zeggen, of
het zich in zijn berekeningenin zijn min of meer gegronde
hoop bedrogen of bevestigd zal vinden. Dit is zekerdat
als hfet zwaard eenmaal is getrokkenhet bloed vergoten
en de verbittering ten top gestegengeen der partijen zoo
aanstonds genegen is om het zwaard weer op te steken. Er
blijft nu niets over, dan de feiten op het oorlogsveld te
volgen en het oog gevestigd te houden op de onzijdige mo
gendheden waarvan tot. nog toe niet ééne heeft getoond
zich ernstig in het geschil te willen mengen.
Voor acht dagen was het beschieten der Diippeler schansen
en van Fredericia aangevangenen er is nog geen ander
berigt dan dat het wordt voortgezet. Zweden en Noorwegen
blijken steeds gezind om de Denen te helpen; de Regering
heeft eenige gelden aangevraagder hebben zelfs straat
rumoeren te Stockholm plaats, die een oorlogzuchtig karakter
hebben, doch het blijft ^ltijd onwaarschijnlijkdat Zweden
en Noorwegen zich zonder bijstand of goedvinden van andere
mogendheden in den strijd zullen mengen.
Het afslaan van den wapenstiistaud maakt echter de con
ferentie niet onmogelijk zegt men en zoodra er slechts
eenig vergelijk tusschen de onderhandelende staten tot, stand
komt, moet er spoedig een schorsing der vijandelijkheden op
volgen. Dit laatste is zeker zeer waarschijnlijk; maar het
vergelijk zal misschien niet zoo spoedig gevonden zijnen
de conferentie zelve behoort nog tot de vrome wenschen.
Omtrent Denemarken wordt althans gemelddat het als
grondslag der onderhandelingen wenscht, te zien aangenomen
de op het einde van den vorigeu oorlog in 1851 en 1852 met
Oostenrijk en Pruissen gemaakte schikkingen. Daar echter
die schikkingen betroffen het regt van Denemarken om elke
vijandige magt, uit de Hertogdommen te verdrijven afschei
ding van Sleeswijk en Ilolstein enz., verwondert het ons
nietdat de oorlogspartij in Berlijn dit voorstel een verre
gaande onbeschaamdheid noemt. Dat niemand zich over
Denemarkens strijdlust meer verheugt dan de Pruissische
minister von Bismarck, achten wij mede zeer aannemelijk.
Althans zoo deze kweekeling der Tuileriën eenig plan heeft
met dezen oorlog, zouden wapenstilstand en conferentie het
waarschijnlijk in duigen doen vallen. Wat echter dit. plan
kan zijn, blijft tot nog toe even duister.
Het duistere en onverklaarbare in den geheelen oorlog
brengt sommigen tot nog duisterder en onverklaarbaarder
oplossingen. Èr is reeds beweerddat de Deensche Koning
in Oostenrijk en Pruissen eigenlijk een paar goede vrienden
zietdie hém zijn kroon zullen waarborgen. Immers er zou
te Kopenhage een magtige partij zijn die de oprigting van
een nieuw Scandinavisch rijk voorstaat, waarbij Denemarken
met Zweden en Noorwegen zou vereenigd worden onder den
Koning der beide laatstgenoemde rijken. Deze volksbeweging
in het'Noorden zouden Pruissen en Oostenrijk willen tegen
"aan, even als zij de volksbeweging in Duitschland beteu
gelen door zeiven als zelfstandige Europesene mogendheden
handelend op te treden, en daardoor de maatregelen der
kleinere Duitsehe staten, van den üuitschen Bond in over
eenstemming met de Duitsehe volksleiderste verijdelen.
Dat Oostenrijk en Pruissen door den oorlog voor eigen
rekening te voeren de volksbeweging in Duitschland willen
tegenwerken, is aannemelijk, maar dat zij zulke goede bedoe
lingen zouden he.bben ten aanzien van Denemarkens zelf
standigheid en het waarborgen van de kroon aan den Koning
van dfen staat, is wat al te vreemd. Zij zouden dit op een
voudiger wijze kunnen doen, dan door tegen dit landoorlog
te voeren.
Toch beweert een Duitsch blad, dat Koning Christiaan
gaarne tot een staatsgreep zou overgaan, waarbij hij de
grondwet zou opheffen, met Oostenrijk en Pruissen vrede
sluiten, en de kroon der beide Hertogdommen zoowel als
van het eigenlijk Koninkrijk Denemarken behouden door toe
te geven aan Duitsehlauds eischen. Dit vreesde men te Ko
penhage beweert het blad en daarom heeft men aan de
Holsteiasehe soldaten aldaar ontslag verleend, van wie men
vreesde dat de Koning zich tegen de eigenlijke Denen be
dienen zou om den staatsgreep tot stand te brengen. In
het opdragen van de wachten te Kopenhage aan de schut
terij ziet hetzelfde blad alweder een bewijs van 's volks
wantrouwen, alsof er tot dien maatregel geen genbegzame
aanleiding bestond in de omstandigheid dat de overige troepen
elders noodig zijn. Het is werkelijk opmerkenswaard hoe
gemakkelijk een Duitseh blad zich een vereeniging van zoo
veel schurkenstreken in een Koning kan voorstellen 1". een
staatsgreep van niet minder omvang dan die van den man
van den 2dl!n December; 2°. verraad aan een dapper leger,
dat te Düpnel en te Eredericia zijn bloed vergiet, ook om
hem, den Koning, zijn kroon van Sleeswijk te waarborgen.
Om zonder krachtige aanwijzingen tot zulke vermoedens te
komen moet men aan het gezigt van regtsverkrachting en
verraad tamelijk gewoon zijn geraakt. Yalt er in Duitschland
zooveel van op te merken
In Parijs zijn de beide verkiezingendie zooveel gerucht
hebben gemaakt, afgeloopen. Een paar krachtige en zeer
bepaalde tegenstanders van bet Keizerlijk bewind zijn met
een glansrijke meerderheid verkozen. Ondanks de menigte
candidatenwaarvan verdeeldheid en versnippering van
stemmen verwacht konden worden, ondanks het belettenen
uit één jagen der kiezersvereenigingenhebben de candida
ten der Regering een zeer eevoelige nederlaag geleden. Ook
de candidatuur van den werkmanwaarvan de Regering
blijkbaar zooveel verdeeldheid onder hare tegenstanders
hoopte, en die schrik moest inboezemen voor een strijd .der
standen en pogingen tot maatschappelijke omwentelingen
is gebleken van weinig beteekenis t,e zijn. Onder deze om
standigheden is de nederlaag der Regering beslissenden
wordt met klimmende belangstelling de vraag gedaan welke
houding zal Keizer Napoleon aannemen tegenover de meer
en meer veld winnende tegenstanders van het tegenwoordige
regeringstelsel
SLEES WIJK-HOLSTEINSCHE KWESTIE.
De Diippeler schansen zijn den 18 19 en 20 op nieuw
beschoten.
Den 19 hebben de geallieerdenin het bijzijn van den
kroonprins van Pruissenvan prins Atbrecht en den prins
v. üohenzollerneene verkenning gedaan van Fredericia en
het verschanste kamp der denen, diezoowel uit de vesting
als van de kanonneerbooten, een hevig vuur openden. Van
de pruissen werden 2 man gedood en 10 gekwetst; het ver
lies der oostenrijkers was gering.
Den 20, 's morgens te 51 ure, is het bombardement, van
de stad en het kamp begonnen en ook deu volgenden dag
voortgezet; op verschillende plaatsen ontstond brand. In den
nacht van 19 op 20 was een uitval der denen afgeslagen.
Verdere berigten omtrent, Düppel en Fredericia ontbreken,
daar de maarschalk v. Wrangel alle niet tot het leger be-
hoorende berigtgevers heeft doen verwijderen. Uit, het aantal
naar elders gevoerde gekwetsten blijktdat de belegeraars
gevoelige verliezen lijden.
Van 1 tot 22 Febr. bedroeg het verlies der denen aan
gesneuveldengewonden en gevangenen 43 officieren 2 mi
litaire geneesheeren en 1936 manschappen. Sedert tot den
10 Maart schat men liet verlies op 400 manwaarvan 200
krijgsgevangenen.
Den 18 hebben 3 pruissische oorlogsvaartuigen een aanval
gedaan op het blokkade-eskader vau Greifswakl en zijn na
een gevecht van 3 urenweder zeewaarts gekeerd.
Dc deensche regering heeft het embargo op dejiannover-
sche schepen in hare havens opgeheven. Met 1 April zullen
de pruissische en deensche schepen in de havens wederkeerig
vrijgegeven worden.
De Senaat van Hamburg rust op eigen kosten eene flotille
van stoomschepen uitwelke onder het bevel zal worden
gesteld van den oostenrijkschen s. b. n. Wallerstorf.
Het officiële deensche blad eegt, dat de regering niet
bewilligd heeft in een wapenstilstand, omdat het ontruimen
van Düppel onmogelijk en het, status quo even onaannemelijk
is. Denemarken is daarentegen bereid om zonder wapenstil
stand aan eene conferentie "deeltenemenop den grondslag
der bepalingen van 1850 en 52, zoodat, Sleeswijk afgescheiden
blijft van Holstein. Dit aanbod wordt te Berlijn beschouwd
als eene daad van verregaande onbeschaamdheid. Oostenrijk
en Pruissen zijn thans voor den dag gekomen met het voor
stel eener conferentie zonder programma en zonder wapen
stilstand.
Koning Christiaan is den 23 naar het leger vertrokken
na daags te voren de zitting van den Rijksraad te hebben
gesloten. Z. M. zeide bij die gelegenheid/'Wij staan nog
altijd alleen. Wij weten niet hoe lang Europa nog met
onverschilligheid de daden van geweld zal aanzien, welke
jegens ons worden gepleegd. Wij zijn bereid om alles te
doen tot het verkrijgen van den vrede, maar de vijand wete
weldat het oogenblik nog niet gekomen iswaarop wij
een vernederenden vrede zouden moeten aannemen.
De erfprins v. Augustenburg heeft den Koning van Pruissen
schriftelijk verzocht om openbaarheid te geven aan het wei
gerend antwoord op zijn verzoek, om, zij het ook als onder
geschikt officier, in het oostenrijksch-pruissische leger te dienen.
SJUITSEMLANR.
De overleden Koning van Beijeren laat een vermogen van
4 millioen na. Hij heeft bij testament de voortduring zijner
bijdragen aan wetenschappelijke instellingen en der aan schrij
vers toegekende jaarwedden verzekerd. De gemeenteraad van
Muncheu heeft, besloten ter zijner eere een grootsch gedenk-
teeken opterigten. De nieuwe Koning heeft van den Keizer
vau Oostenrijk de orda van het Gulden Vlies ontvangen.
FRANKRIJK.
Hertog Ernst van Saksen-Coburg heeft Parijs bezocht en
is den 18 door den Keizer in een afscheidsgehoor ontvan
gen. Men vermoedt, dat zijne reis in verband stond met de
deeusch-duitsehe kwestie.
Den 18 en 19 heeft de Senaat zich bezig gehouden met
de behandeling der petitie Merlin, verlangende dat de Staat
de uitgave zal beletten van geschriften waarvan de auteurs
ten aanzien der christelijke leerstellingen eene andere opvat
tin" verkondigen dan de kerk voorschrijft,. Vooral de kar
dinaal de Borinechoseaartsbisschop van Rouaantrok hevig
te velde tegen het werk van Renan en begeerdeeven als
vele andere^ leden, dat de petitie verzonden zou worden aan
de ministers van justitie en van binn. zaken, maar de meer
derheid besloot, overeenkomstig de conclusie van het rapport,
en het gevoelen van den regerings-commissaris Langlais, om
over te gaan tot de orde van den dag.
Te Parijs zijn tot leden van het Wetg. Ligchaam verkozen,
in het 1" distriet de heer Carnot, met 13609en in het 5e
de heer Gamier-Pages, met 14456 stemmen. De heer Lèvy,
wiens candidatuur eerst in de laatste dagen was aangekondigd
en die bij de verdeeldheid der vrijzinnigen als de regerings-
candidaat werd beschouwdverkreeg in het laatste district
6480 en de heer Finard, die aan het gouvernement het
meest welgevallig zou zijn geweestin het andere district