ALKMAARSCHE COURANT N°. 36. Zesenzestigste Jaargang. 1861. Zondag 26 Junij. f. •:C; ,4V: Het nationaal gedenkteeken voor 1813. ©fficiccl ©cbccltc. De maatstaf van het Dagblad van Zuid-Holland en 's Grravenhage. Het onderwijs en de verkiezingen. II. Hoe de baron van Zuylen van Nye- velt over het onderwijs dacht en denkt. tW Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg- liaar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post ƒ4, Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. AR I A "Vli De Advertentiën kosten van 15 regelsJ 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigten eeh dag De redactie acht zich verpiigt de aandacht van het al gemeen, en meer bepaald van de plaatselijke commissiëa voor het nationaal gedenkteeken, te vestigen op een brief' van den beroemden schilder J. Bosboom te 's Hageopgenomen in de Nederlandsche Spectator van IS Junij 1.1. waarin allerge- wigtigste bedenkingen worden gemaakt tegen de uitspraak der Jury en het daarmede overeenstemmende verslag der commissie van beoordeeling betreffende de verschillende ont werpen van het nationaal gedenkteeken voor 1813. Jury pn commissie van beoordeeling geven de voorkeur aan het ontwerp N. O. De lieer Bosboom daarentegen beweert, dat dit ontwerp, //hoe schtoon ook op zich zelvcnevenmin past voor het feit waarop het doelt, als voorde plaats waarfoe het is bestemd, en zulks terwijl het aan beide eischen voldoende en niet minder schoon ontwerp «Ebeuhaezer" er blijkbaar'opzettelijk aan wordt achtergesteld!" Waar een man als Bosboom zoo spreekt, dient de zaak naauwkeurig onderzocht en rijpelijk overwogen te worden. Het is van belangdat er een doelmatigeen waardig en indrukwekkend monument verrijze. Onze nationale eer is er meê gemoeid. Er zijn onbehagelijke, ondoelmatige, mislukte monumenten genoeg in ons lieve vaderland. De plaatselijke commissien tot een algemeene vergadering op 30 Junij e.k. opgeroepen tot vaststelling eener gemeenschappelijke voor- dragt van een ontwerp aan Z. K. H. den Voorzitter, hebben een gewigtige en moeijelijke taak te vervuilen. Haar oordeel zal als volksuitspraak gelden. Zij mogen wel voor de noodige voorlichting van verschillende zijden zorgen, en alles wat tot aanbeveling of afkeuring dienen kan behoorlijk laten wegen. Zij wachten zich voor overhaastingen schenken de zaak alle aandacht die zij verdientopdat het grootsche feit door een waardig gedenkteeken in herinnering gebragt worde. Ongeroepen zelfs mogen deskundigen het voorbeeld van den heer Bosboom volgen, en voorlichting geven in deze zaak, die de belangstelling van het geheele Nederlandsche volk verdient. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van" de belanghebbenden, dat het kohier der gemeentelyke directe belasting, over de dienst. 1864, op den 22 dezer door de Gedeputeerde Staten van Noord- Holland is goedgekeurd en op heden aan den gemeente ontvanger ter invordering is uitgereikt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 24 Junij 1864. De Secretaris SPANJAARDT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR; Gelet op de omstandigheid dat. zich van tijd tot tijd binnen deze gemeente gevallen van kinderziekte hebben voorgedaan, die, hoewel alhier in kleinen getale aanwezig; nogtans vreeze opwekken voor een' voortgang dezer ziekte, die in andere naburige plaatsen zich reeds in uitgebreide mate heeft geopenbaard en vele offers geëischt. Vermeeuen de ingezetenen opmerkzaam te moeten maken op de gelegenheid die ook hier zoowel als elders bij de ver schillende geneeskundigen bestaat, om zich te doen vaccineren of revaecineren. Zij doen deze herinnering vergezeld gaan van eene aanbe veling om van de bestaande gelegenheid gebruik te maken en toeh liet heilzame middel aan te wendenom zieli eu hunne dierbaarste betrekkingen voor die vreeselijke ziekte te behoeden of althans daaraan eene wijziging te geven die tot verzachting van het kwaad kan leiden. Voor de behoeftige klasse van ingezetenen staat de gele genheid tot het ondergaan der vaccine des Donderdags van elke week, 's middags ten 12 ure. in het gasthuis gratis open. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 25 JurJj 1864. De Secretaris. SPANJAARDT. Het. GEMEENTEBESTUUR van ALKMAAR verlangt voor het onderwijs in de vrouwelijke handwerken op de openbare tusschenscbool eene EERSTE HELPSTERop eene jaarwedde van f 50. Sollicitatien inteleveren bij den Burgemeester. Het GEMEENTEBESTUUR van ALKMAAR verlangt aan de Openbare Armenschoolop eene jaarwedde van ƒ30, eene DERDE HELPSTER voor het onderwijs in de nuttige vrouwelijke handwerken. Tegen betaling der kosten is, zoolang de voorraad strekt, fer secretarie dezer gemeente verkrijgbaar het Jaarlijkseh Verslag omtrent den toestand der gemeente over 1863, alsmede: verordening van den Gemeenteraad, dato 1 Junij 1864Gemeenteblad n°. 19, op de publieke vrouwen en de huizen van ontucht. middags 2 ure, in haar gewoon-lokaal op het stadhuis ter lezing zullen liggen 1°. De statistiek van den handel en de scheepvaart van het Koningrijk der Nederlanden, bevattende de staten van de in-, uit- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende de maanden Januarjj en Februarij 1864, uitge geven door liet Depa.tement van Fiaantiën. 2°. Gelijke statistiekover de maand Maart 1864. 3°. Historisch overzigt der algemeene vereeuiging voor bloem bollen-cultuur. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voorn., E. M. vak de VELDE, Voorzitter. J. P. KRAAKMAN, Secretaris. POLITIE. Gedurende de jongstvcrloopen drie maanden te Alkmaar achtervolgens onbeheerd op straat gevonden groote groenten mandenop 18 dezer een hoofdstel van een hit, een infanterie chaoot met garnituur en een zilveren sigarenpijpje; de daarop regthebbenden kunnen deze voorwerpen gratis terug-bekomen aan het commissariaat van politie aldaar. Volgens dit blad hebben zich bij de laatste verkiezingen 22745 stemmen voor en 26950 legen liet ministerie ver klaard. Wij weten hoe moeijelijk het is de stemmen en hare beteekenis te wegen, eu zullen ons daarom wel wachten in navolging van het Dagblad een berekening te maken van het getal stemmen, dat geacht moet worden voor of tegen het ministerie te zijn uitgebragt. Volgens liet Dagblad zullen ongetwijfeld de stemmen, die hij voorbeeld bij een verkiezing in het kiesdistrict Alkmaar op den lieer Foreesl worden uit gebragt, gerekend worden tegen het ministerie te zijn, en die bij een andere verkiezing zieh voor den heer Poortman verklarengeoordeeld moeten worden het ministerie te steunen. Nu is liet toch wat al 1e dwaas om te geloovendat geregeld om de twee jaren de meerderheid in liet distriet Alkmaar omslaat. Voor twee jaren bekwam de heer Rochussendie ongeveer tot dezelfde rigting moet gerekend worden te be- liooren als de beer Foreest288 stemmen, terwijl de lieer Poortman 606 en de heer Kikkert, mede als een man van liberale beginselen en vooruitgang aanbevolen251 stemrqen verwierf. Volgens den maatstaf van het Dagblad zouden in 1862 zich dus 857 stemmen voor en 2S8 tegen het ministerie verklaard hebben, terwijl, altijd volgens de bewe ring van dit blad zich nu in 1S64slechts 249 voor en wel 1012 tegen liet ministerie verklaarden. Die maatstaf is dus blijkbaar valsch. Zien wij nu nog eenshoe het Dagblad de rekening op maakt eu wij zullen weten welke waarde wij dienen te hechten aan de cijfers van dit blad, waaraan het een beteekenis hecht waarvan wij de onjuistheid reeds opmerkten. De lieer de Lange wordt genoemd de regerings-candidaat. Met welk regt deze naam gebruikt wordt, die aan de verkiezings manoeuvres in Frankrijk doet denkeuwaarvan gelukkig iu ons vaderland geen schijn of schaduw bestaat, moge het Dagblad zelf verantwoorden. Alleen de stemmen op den lieer de Lange uitgebragt rekent het Dagblad voor het ministerie te zijnal de andere waren tegen liet ministerie gerigt. Dat dit onwaar is. weet ieder in dit district die op de aanbevelingen der andere candidaten gelet heeft. De heeren Stoos en Koomen stonden even als alle anderen tegen over het aftredend lid Foreesten de heer Kikkert werd openlijk aanbevolen als een man van gelijke beginselen als de lieer Poortman en van een tegenovergestelde rigting als de heer Foreest. Als wij dus de rekening wilden opmaken zelfs volgens den valschen maatstaf van het Dagblad, zouden zich in het kiesdistrict Alkmaar niet 249, maar althans 536 stemmen voor, en niet 1012, maar 643 stemmen (die van den heer Foreest) tegen liet, ministerie verklaard hebben terwijl de overige stemmen, op verschillende personen uitge bragt. onzeker blijven. Wij willen echter geen maatstaf zoeken, maar alleen blijkbaar onjuiste voorstellingen ïian het licht brengen. De onderstaande personen worden verzocht zich in de eerstvolgende acht dagen aan te melden ter secretarie dezer gemeente (afd. Bevolking) WILLEM LAMMERSEN EUCKEN, laatste woonplaals KledderGEORGE HENDRIK AUL 1. w. Amsterdam JACOB KONING, I. w. St. Maarten; JUDITH WES- TERLAKENI. w. 'Aalt-Bommel. (Afd. Schutterij): THE ODORE'S JOSEPtlUS AMERSBEEK. JAN NICOLAAS BRKEBAART JOHAN ERE DE RIK TOLLE PIERRE JOSEPH" FORTEMPS. JOHANNES JANSEN. JAN BAP TIST ZOMERS en HENDRICUS JOHANNES WIELICK. De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te Alkmaar maakt bekend, dat van af Maandag 27 tot Douderdag 30 Junij e.k., van 's voormiddags 10 tot 's na- Hebt. gij de plaat van De Nederlandsche Spectator van 18 Junij 1.1. gezien Zij stelt ons de bekeering voor van den baron van Zuylen van Nyevelt. Laat ons zien wat daarvan is. Den 8,tB1 Junij zag de heer Groen in de candidatuur van den baron 'een //oorlogsverklaring" aan zijne vrienden. Er was reden voor die zienswijze. Do heer van Zuylen was volgens den heer Groen zeiven jaren achtereen diens even bekwame als felle tegenstander, ook in d e o n d e r w i j s - kwestie. Reeds was hij sedert lang aan de conservatieven dierbaar geworden om het koloniale gedeelte van zijn minis terieel programma. Toen namelijk de heer van Zuylen in 1861 minister was geworden verklaarde hij zieh tegenstander van het //dwangjukder beginselen." en verkondigde als zijne leer: liberaal in Nederlandbehoudend in de koloniën. Het was ligt Ie begrijpen, dat toen reeds velen in hun vroeger vertrouwen op de onwankelbaarheid der beginselen van dezen staatsman werden geschokt, Misschien was 't, kortzigtigheid of bekrompenheid, maar zij begrepen niet hoe iemand tweeërlei beginselen kan huldigen, hier dit, en in de Oost een ander; dit, stond, meenden zijgelijk met twee heeren te dienen, en tot nog toe hielden zij dat voor onmogelijk. Zeker, iemand kan het eene onderdeel van liet staatsbestuur meer vatbaar achten voor een volledige en ruime toepassing zijner begin selen dan het andere de feitelijke toestand waarin wij ge plaatst zijn en dien we niet weg kunnen redeneren, maakt liet soms raadzaam en wijs en pligtmatig, op de eene of andere baan met wat meer behoedzaamheid voort te gaan dan wij anders gaarne zouden willen. Maar t-r moet althans eenheid van streven zijn; men dient hetzelfde einddoel Ie willen bereikenal ziet, men liet iu de eene zaak nog veel verder verwijderd dan in de andere. Men behoort zich door dezelfde beginselen te laten leiden. Eu wat vertrouwen kan men in een minister stellen die het.//dwangjuk der beginselen" afwerpt,, en zoo in volle vrijheid ronddartelt, bier dezen, ginds een anderen weg volgende en dien wijzigende r.aar de omstandigheden Zoo oordeelden velen in 1861, en ook nog tegenwoordig; maar steeds scheen liet. alsof de beginselen van den lieer van Zuylen, wat ons binnenlandscli bestuur betreftniet belangrijk gewijzigd waren. Van deze dwaling moesten wij vóór de laatste verkiezingen genezen worden. Wij hebben gezien, hoe de lieer Groen hem den 8sten Junij nog als een //even bekwamen als feilen tegenstander" beschouwt, ofschoon dan ook om het koloniale gedeelte van zijn ministerieel pro gramma den conservatieven dierbaar. Docli de heer Groen voegt er nog een paar woorden bij//Ook beweert men schrijft hij dat zijne denkbeelden in het ouderwijs zijn gewijzigd. Bij herstemming zou hulpbetoon niet onmogelijk zijnals van de verandering meer blijkt dan sedert lang bekend is." Men verhaalt van mensclien die ten gevolge van vreese lijke gemoedsaandoeningen in een enkelen nacht grijs zijn geworden. Dreigend levensgevaar en lievige schrik kunnen onder die aandoeningen gerangschikt worden. Doch niet alleen op stoffelijk, ook op geestelijk gebied schijnt haar invloed geweldig. Althans volgens den lieer Groen is de vereenigde werking van parlementair levensgevaar eu schrik voor het veldwinnend ongeloof iu staat, om iemand van het onhoudbare eener veeljarise opvatting te overtuigen. Eu ziet, op dienzelfdeu Sst;n Junij verschijnt iu liet .Dagblad van Zuid-Uolland en 's Gravenhage een brief.van den heer van Zuylen aan de twee kiesverenigingen die hem lotcandidaat stelden waarin een verklaring voorkomt die aan de vorde ring van den heer Groen voldoetzij is vervat in deze woorden: //De rigtingdie ik voorsta (sedert wanneer?) wenscht de vrijheid van onderwijs te beschermen tegen de zijtielingsclie inbreuken daarop gepleegd. Zij ziet, in de op- rigting van bijzondere scholen een noodzakelijk en heilzaam correctief van liet godsdienstloos ouderwijs van staatswege gegeven." Is deze wijziging der denkbeelden van den lieer van Zuylen omtrent, het onderwijs te danken aan parlementair levensgevaar? Wij weten het niet. Of aan schrik voor het veldwinnend ongeloof? Wij welen lietcven- min. De heer van Zuylen geeft, ook geen opheldering. Hij spreekt van //de rigting die hij voorstaat," alsof die altijd dezelfde was geweest, Toeh is die gewijzigd aanmerkelijk gewijzigdveranderdja geheel omgekeerd. Dit dienen wij aan te toonen. Hij wenscht bescherming der vrijheid van onderwijs tegen de zijdelingsehe inbreuken daarop gepleegd, En wie zou dat niet wenschen Het komt er alleen maar op aan wat men er onder verstaat. De heer Groen noemt die inbreuken met, namen. 1°. de vrijheid aan de gemeentebesturen om koste loos onderwijs te geven. 2°. de vereenigbaarheid van liet onderwijzersambt met andere, ook kerkelijke bedieningen. Als er kosteloos openbaar onderwijs wordt gegeven zegt, hij kan het bijzonder onderwijsen alzoo ook het chris- ielijk-nationuul onderwijs er niet meê concurreren en de tinantiëele voordeden van kerkelijke bedieningen mogen niet besteed worden tot. ondersteuning der staatsschool. Ziedaar de grieven van den lieer Groende zoogenaamde zijde lingsehe inbreuken op de vrijheid van onderwijs. Wij zuilen later wel eens gelegenheid vinden om deze grieven van na derbij te beschouwenvoor het, tegenwoordige hebben wij alleen na te gaan boe de lieer van Zuylen daar vroeger over dacht, Bij de behandeling der wet op het Lager Onderwijs in 1857 waren deze zoogenaamde grieven evenzeer bekend als tegenwoordig; doch wie ze meent te moeten doen geldenen zieh er tegen verzettenniet de lieer van Zuylen. Bij elke stemming toont hij zich een tegenstander van den lieer Groen; hij strijdt in de eerste gelederen, eu mengt zich herhaaldelijk in de beraadslaging. Over de vereenigbaarheid van het onderwijzersambt, met andere, ook kerkelijke, be trekkingen voert hij tot, driemalen toe liet woord. Hij erkent dat er in theorie voor liet onvereenigbare veel te zeggen is, maar bij meent dat liet, den last der gemeenten- veel zou verzwaren. Meermalen was de onderwijzer tevens koster, en had de gemeente alzoo voor geen woning te zorgen. Tusschen haakjes zouden wij den lieer Groen willen vragen, wat, hem liet ouveieenigbare van dergelijke betrekkingen zou helpen. Het kerkbestuur zal in elk geval een koster moeten betalen; het blijft altijd vrij in zijn keuze, en kan even goed elk ander als den opfenbaren onderwijzer aanstellen. Het, kan ook een bijzonderen onderwijzer eenige bediening schenkenen alzoo het bijzonder onderwijs steunen zoo liet verkiest. Dit is toch vrijheid, zouden wij meenen. Wanneer de burgerlijke gemeente grooter jaarwedde moet geven aan den onderwijzer omdat elke kerkelijke bediening met zijn ambt onvereenig- baar iszullen de lasten der ingezetenen noodzakelijk ver meerderd moeten worden en de lieer Groen klaagt nu reeds over de bijkans ondragelijke lasten der burgerlijke gemeenten 1 Nog eens alle kerkbesturen zijn volkomen vrij. Willen zij een openbaren onderwijzer tot eenige bediening aanstellen omdat bij daartoe een geschikt persoon is willen zij daar mede zijn dikwijls schraal inkomen verbeteren, zij zijn daarin vrijaltijd behoudens de goedkeuring der Gedeputeerde Staten die alzoo tegen misbruik^ kunnen waken. Willen zij daaren tegen een bijzonderen onderwijzer, een christelijk-nationalen bij voorbeeld ondersteunen zij zijn daartoe volkomen vrij, De heer Groen kan immers geen dwang verderen in naam der vrijheid Maar wij moeten terug tot den heer van Zuylen die gezegd had dat ar in theorie voor liet onver eenigbare veel te zeggen viel. De heer Groen is een veel te handig strijder, om ge«nacte I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1864 | | pagina 1