ALKMAARSCHE COURANT
N°. 43.
Zesenzestigste Jaargang.
Zondag
23 October.
W
©ffictcel (öcbccltc.
flolitick ®pgfgigt.
©LIckelijkschc Bcrigtcu.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
ÜERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturüag namiddag 1 ure; ingezonden berigten een dag
vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, naar aanleiding van art, 11 van het reglement be
treffende de kamers van koophandel en fabrieken vastgesteld
bij k.k. besluit van 9 Novenber 1851 (Staatsblad No. 142)
ter kennis van de belanghebbenden
Dat op Dingsdag den 22 November 1864, des morgens
van Hen tot een ureten raadhuize der gemeenteeene ver
gadering van kiesgeregtigden zal worden gehouden tot de
verkiezing van drie leden voor de kamer van koophandel en
fabrieken alhier, in vervanging van de heeren J. Helling. J.
Vermeer en H. J. Conijndie als zoodanig met ultimo De
cember dezes jaars moeten aftreden.
Liggende de vastgestelde lijst van kiesgeregtigden van af
heden ter secretarie der gemeentevan des voormiddags 10
tot des namiddags 2 ure ter inzage van de belanghebbenden.
Burgemeester en IVethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 13 Oct. 1864. De Secretaris,
SPANJAARDT.
VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK
MAAR, op Woensdagden 26 October 1864, des mid
dags ten 12 ure. Namens den Voorzitter van den Raad,
De Secretaris
SPANJAARDT.
POLITIE.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Politie
te Alkmaar voorhanden, het navolgende gevondene, als: een
gouden oorhangertje en eenige tuitte en geverfde klompen en
zijn aldaar inlichtingen te bekomen naar eene big en een
schaap, die geschut zijn.
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN
te Alkmaar maakt bekend, dat van Maandag 24 tot Zater
dag 29 October e.k., van 's voormiddags 10 tot's namiddags
2 ute, in haar gewoon lokaal op het stadhuis, ter lezing
zullen liggen
1°. Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden behelzende
de staten van de in- uit- en doorgevoerde voornaamste
handelsartikelengedurende de maand Augustus 1864.
3°. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot-
Brittanje en Ierlandgedurende de maand Mei en de
overige maanden van 1864.
3°. Een overzigt, van de Hamburgsche zeeassurantiezaken ge
durende 1863.
4». Eene tabel van de waarde der in en uitgevoerde handels
artikelen in Groot-Brittanje en Ierlandover de jaren
1841 —1863.
5". Een verslag van de scheepvaart van Hamburg in 1863.
6°. Een dito van de scheepvaart van Altona met de Boven-
Elbe over 1863.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voorn..
Alkmaar, F. M. van de VELDE, Voorzitter.
21 October 1864. J. P. KRAAKMAN, Secretaris.
Afwisselend krijgsgeluk schijnt wel een kenmerk van den
Noord-Amerikaanschen oorlog te blijven. De voordeelen door
de Noordelijken in den laatsten tijd behaald zijn alweder
door nadeelen gevolgd. Toch gaan de Noordelijken langzamer
hand vooruit, al worden zij nog dikwijls tot staan gebragt
en zelfs somtijds tot een stap achterwaarts gedwongen. De
droefheid die het gemoed bevangt bij de beschouwing van
dezen vreeselijken oorlog, wordt ongemerkt dooreen gevoel
van wrevel gevolgd tegen de partij of de personen die mén
als de voorname oorzaken der ellende aanmerkt. En dat
gevoel schijnt zich in den laatsten tijd vooral tegen het Noorden
legen de regering van Washingtontegen den President
Lincoln te rigten. Het mag van belang geacht worden te
onderzoeken, of dit gevoel van wrevel tegen het Noorden
billijk is.
Wij stellen voorop, dat wij de Noordelijken, de voorstan
ders der Unie de bestrijders van het Zuidende staatslieden
wier invloed den oorlog steunt voor geen heiligen aanzien wij
beschouwen hen als menschen van de gewone soortvan het
middelbaar gehalte der negentiende eeuwen aizoo verre
beneden het ideaal der menschheiden naar dien maatstaf
willen wij hen beoordeelen. Wij gelooven geen anderen
maatstaf te mogen gebruiken. In het algemeen mag men
het zeker diep betrenrendat het menschdom nóg zoo laag
staat, dat het zelfzuchtige, het lage. althans het gebrekkige
zoo dikwijls meer invloed heeft op den gang der zaken dan
het opofferende, het edele, het volmaakte. Die met Overleg
op de onedele hartstogtende zwakheden en gebreken der
menschen speculeertheeft nog meestal de beste kans. Wie
zotr de droefheid willen wraken, die bij zulk een beschou
wing het hart van den edelen menschenvriend vervult In
tegendeelwij gevoelen ons aangetrokken door lien die deze
droefheid dikwijls en levendig gevoelen; en de rustige koel
heid van hem die haar niet kent en er nooit door wordt
ontrust of ontmoedigd wekt onzen afkeer. Op het gebied
der staatkunde als op zoo menig ander, gaat het alles be
halve lief en aardig toe in deze verlichte eeuwen die den
loop der gebeurtenisen volgt ontvangt al zeer zelden een
aangenamen en liartverheffenden indruk. Nu kunnen wij ons
met walging van dit onbehagelijk schouwspel afwenden, ons
verbitteren en het geheele menschdom ons zeiven natuurlijk
daaronder begrepen naar hartelust verfoeijenmaar dit schijnt
ons een tamelijk onvruchtbaar werk. Wij zijn in dat alles
behalve volmaakte men.schdom geplaatst, en maken er een
zijner niet onwaardig deeltje van uiten dienen het dus te
nemen gelijk het is. altijd met de hoop op en het streven
naar beterschap. Wij kunnen geen druiven vah doornen
lezenaan de vruchten kent men den boomén van liet,
geslacht dezer eeuw kan men dus in den regel geen schoone
en edele daden verwachten óp het groote gebied van de
geschiedenis der volken. Als wij dus die groote gebeur
tenissen beoordeelenmogen wij geen anderen maatstaf
gebruiken dan dien onzer eeuw. Geschriften en feiten naar
hunne dagteekening te oordeelen is niet alleen een wet voor
onze beschouwing van het verledeuemaar ook van het
tegenwoordige. Onze verontwaardiging mag alleen treffen
wat verre beneden het algemeene peil staat, en ons oordeel
over de beginselen en daden van een volkeen partijeen
regeringeen staatsman moet billijkerwijze alleen op verge
lijking met andere volken partijenregeringen en staatslieden
gegrond zijn. Trachten wij zoo ook den Noord-Amerikaanschen
oorlog te beoordeelen.
Wat mag toch wel de oorzaak zijn van den wrevel tegen de
regering van Washingtontegen de Noordelijke Staten? Wij
gelooven dat het niet anders is dan hun voorspoed in den
oorloghun overwigt op het Zuidenen houden ods over
tuigd dat wanneer het Zuiden de overhand had het Noorden
vau ons meegevoel zeker kon zijn. jLaten wij niet vergeten,
dat de Zuidelijke Staten met buitensporige ligtzinnigheid
den vreeselijken oorlog hebben begonnenen dat de oorzaak
van den strijd is gelegen in de verheffing van de slavernij tot
den hoeksteen van den staat. Men versta ons welwij
beweren niet dat het Noorden oorlog voert voor de afschaf
fing der slavernijdat heeft hare regering nooit verkondigd,
noch als beginsel aangenomenmaar het Zuiden begon den
oorlog ter wille van de slavernijtot hare uitbreidingtot
hare handhaving tegen mogelijke gevaren.
Lang hadden de voorstanders der slavernij in de Unie de
overhand behouden. Als algemeen beginsel was aangenomen
dat elke Staat vrijelijk had te beslissen of hij de slavernij
op zijn gebied zou duidendaarovér waren alle partijen het
eenswant de voorstanders der afschaffing van de slavernij
in het algemeen] waren te geringen zijn nog te gering,
om een staatkundige partij van beslisseuden invloed te vormen.
Het beginsel der slavernij had echter de overhand in de
Unie; want ook de niet-slavenhoudende Staten leverden de
weggeloopen slaven aan dc naburige Staten uit. Het slaven
stelsel en de uitputting der lauden door de voortdurende
aankweeking van hetzellde voortbrengsel maakten bestendige
uitbreiding van grondgebied noodzakelijkeen goed land-
bouwstelsel is onmogelijk waar de veldarbeid door slaven
wordt verrigten de planter eisebt voor zijn uitgeputte
velden steeds nieuwe landstreken. In het belang van het
slavenstelsel veroverde de U.uie Texasen voerde oorlog
met Mexico. Tot hetzelfde doel bood zij ontzaggelijke sommen
voor het siavenrijke Cubaen stelde zich bloot aan de
gevaren en moeijelijkheden die de togteu der vrijbuiters tot
verovering van dit eiland haar konden berokkenen. Tegen
deze rigting openbaarde zich meer en meer tegenstand en
toen de Republikeiusche partij de overhand kreeg bij de
verkiezing van den nieuwen Presidenttoen Lincoln werd
gekozen, was het duidelijk dat aan deze rigting een einde zou
komendat de regering der Vereenigde Staten van Noord-
Amerika niet langer ter wille der slavenhoudende Staten van het
Zuiden het beginsel van uitbreiding en begunstiging
der slavernij door de uitlevering van weggeloopen slaven en
de aanwerving van vreemd grondgebied zou huldigen. Meer
was er vooreerst niet te vreezenhet algemeen bestuur zou
slechts de slavernij niet begunstigen; maar dit was
voor het Zuiden genoeg, het beginsel der slavernij moest
zegevierenmoest de hoeksteen zijn van het staatsgebouw,
gelijk het programma der Zuidelijke Staten het uitdrukt. En
aanstonds, onverwachts, namen zij de wapenen op, verdreven
de zwakke krijgsinagt die de Unie in dienst had, overrom
pelden hare sterkten en namen de bezetting gevangenja
het scheen een oogenblik alsof de geheele staatdie zoo
gelukkig was van geen talrijk staand leger te behoevenaan
hunne willekeur en wapengeweld zou worden overgeleverd
zij bedreigden de hoofdstad en trokken op Washington aan
om den President en zijn Kabinet te verdrijven of gevangen
te nemende nationale archieven en het gansche raderwerk
van buitenlandsch verkeer en binnenlaudsch beheer te be-
magtigenen de nieuwe Constitutie met de slavernij tot
hoeksteen, af te kondigen van het Kapitool. Het komt
ons voor, dat het Noordendat de President niet anders
kon doen dan geweld met geweld keeren. Het Zuiden
heeft den oorlog begonnen ter wille van de zegepraal der
slavernij.
Maar de overmoed van het Zuiden is sinds lang vernederd.
Er is geen sprake meer van een verovering van Washington.
Nadat de oorlogsbalans lang in evenwigt was geblevenis
zij op vrij besliste wijze ten gunste van het Noorden overgeslagen.
De strijd van het Zuiden is een worsteling voor de onaf
hankelijkheid gewordenhet wil sinds lang niels meer dan
afscheiding van het Noorden tot een zelfstandigen Staat.
Als het Noorden dien eiseli geen gehoor wil geven, maar
vóór alles de herstelling der Unie vordert, ook legended wil
der Zuidelijke Staten is het verantwoordelijk voor den verderen
duur van den bloèdigen strijd. Hierbij mag echter niet ver
zuimd worden in aanmerking te nemendat het zeer ge
makkelijk is brand te voorkomenmaar dikwijls uiterst
moeijelijk een uitgebarsten brand te beteugelen. Als eenmaal
de dijken zijn doorgebroken is cr geen keeren aan den
vreeselijken watervloed. Dat het zoo ook met den oorlog
isbewijst de geschiedeniscn die menschkundig oordeelt
zal zich daarover niet verwonderen. Als het eerste bloed
is vergoten als er geroofdgeplunderd en gemoord isdan
is het voor een geheele poos uit met bezadigdheid en kalm
overleg en woedehaatwraakzuchtgekrenkte trots enz.
voeren onbeperkt gebied. Dit geheel menschelijk verschijnsel
moet men in aanmerking nemen bij de bettordeeling der
handelingen van het Noorden, De oorlog moet uitwoeden
als een onweder, als een storm, als een watervloed, als
een brand. Die de toorts op het rieten dak werptweet
niet hoe ver de vlammen zullen uitslaan, wélk nieuw vöedsel
ze op hun weg zullen vinden en welke wind er zal opsteken
om haar aan te wakkeren. Daarom drukt de zwaarste ver
antwoordelijkheid op hemdie buiten de hoop-ste noodzake
lijkheid het eerst naar de wapens heeft gegrfil En dit
heeft het Zuiden met onvergeeflijke ligtzinnigheid gedaan
Zonder nog eenig onregt te lijdenzonder althans af te
wachten wat het voorgaf te vreezenzonder voorafgaande
onderhandelingzonder eenig geoorloofd constitut ioneel middel
te beproeven tot herstel zijner voorgewende grieven heeft
het den oorlog begonnen en ondervindt nu de gevolgen.
Het heeft wind gezaaiden zal stormen maaijen.
Als het Zuiden begonnen was met een eiseh tot afscheiding
op billijke voorwaardenzou de loop der zaken misschien
anders, en onderhandeling althans mogelijk geweest zijn. Een
oorlog eindigt nietvóór eene der partijen geheel ten onder
is gebragtof beide uitgeput zijn. Toch komt het ons voor
dat het Noorden niet langer mag strijden tot bereiking van
een droombeeld, tot volkomen herstel der Unie; dit toch is
een onmogelijkheid gewordenen wij gelooven niet dat de
staatslieden van het Noorden zeiven er nog aan gelooven. Dat
zij het echter in hun vaandel schrijven is duidelijk, want het is
een doel dat zij zooveel mogelijk moeten trachten te bereiken;
er moet zooveel mogelijk van de Unie gered worden; nu de
oorlog toch is uitgebroken, moet het Zuiden zooveel mc gelijk
gedwee gemaakt, zijn nog gebleven overmoed volkomen ge
knakt worden. Er zijn immers voordeelen en regtende
vruchten van zeventig jaren arbeidswaar het Noorden
hoogen prijs op moet stellen en die het niet zoo dadelijk
verloren kan laten gaan. Men moet sterk zijn in de te
genwoordige eeuwom van zijn vrijheid zeker t,e wezen.
De Vereenigde Staten waren aan een heerlijk leven van
volle vrijheid en onafhankelijkheid gewoon geraakt. Zal die
toestand dezelfde blijven, als het Noorden onmiddelijkzonder
natuurlijke beveiliging met open grenzenis gelegen naast
een ander magtig en vijandelijk rijknaast een slavenstaat
die noodzakelijk een militaire staat moet zijn en tot hand
having van zijn onnatuurlijken toestand misschien tot gevaar
lijke bondgenootschappen met, andere staten ook in Europa,
verpligt zal wezen? Nu is de geheele zeekust, mét forten
en sterkten beveiligd, in de magt der Unie. Zal zij even
veilig zijn, wanneer het grootste gedeelte der zeekust, de
mond der Mississippi enz. in de magt van het Zuiden is,
als de staat dus van de landzijde open ligt over een ontzet
tende uitgestrektheid Zal het Noorden de vrije vaart
behouden over zoo vele rivieren die de aderen zijn waardoor
zijn welvaart leeft en zich verspreidten die zich gedeeltelijk
in de magt van het Zuiden bevinden? Hoe zullen destaats-
eigendommen verdeelden hoe zullen de grenzeu getrokken
worden tusschen Noord en Zuid Ziedaar vragen, die alle
volgens Motley, aan wieus /'Oorzaken van den burgeroorlog in
Amerika" wij het bovenstaande grootendeels ontleenden de
zaden van een oorlog in zich bevattenen de geschiedenis
van den oudsten tot den jongsten tijd bewijst dat hij de
waarheid spreekt. Eerst als de overmoed van het Zuiden
door den val van Richmond of een ander gewigtig verlies
geheel zal gefnuikt, wezen zal het misschien met meer ernst,
op onderhandeling aandringen en aannemelijke voorwaarden
aanbieden; en dan moge het Noorden toezien, dat het den
oorlog niet verlengt door het najagen van een onbereikbaar
droombeeld.
De minister van justitie heeft het Volksthing verlof gevraagd
om den heer Billelid van dat Huis en verantwoordelijk
redacteur van Dagbladet te mogen vervolgen, Wegens een in
dat blad geplaatst artikelten betooge datbij het tot stand
komen van den vrede op.de gestelde grondslagen niet Koning
Christiaanmaar prins FredeHk van Hessen tot de deensche
kroon eeregtigd is.
EN (G F FAN».
In de fabriek-districten vooral in Lancashire, zijn weder
veie arbeiders geheel of gedeeltelijk zonder werkniet door
gebrek aan grondstof, maar door den gedrukten toestand van
handel en "eldmarkt.
Kaptein Semmesde vroegere bevelhebber der Alabama is,
van 8 officieren en 100 matrozen vergezeldaan boord van
de Ijaurel van Liverpool vertrokkenvermoedelijk om het
bevel op zich te nemén van het gewapend stoomschip Ranger,
dat onlangs voor Madeira ten anker heeft gelegen.
De gouverneur van Canada heeft de gouverneurs derbritsche
koloniën in N. Amerika opgeroepen tot het houden eener
conferentie te Quebec, op 10 Oct., om de middelen te beramen
tot het vormen eener confederatie.
FISANHtSIJK.
De beroemde leeuwendooder Gerard is bij bet overzwemmen
éener rivier, in Algerie verdronken.
De genl. Jollivet heeft den 11 bij Daya eene overwinning
behaald op de arabische opstandelingendie 200 man verloren;
d'e franschen hadden 1 doode en 7 gekwetsten. Bij het ge
vecht bij Aïn Malakoff hebben de genls. Jousouf en Liebert
eene aanzienlijke buit, o.a. 3000kameelen en 30000schapen,
veroverd. 2 Stammen zijn hunne onderwerping komen aan
bieden.
GRIEKENLAND.
Een aanslag op het leven van den minister van binn. zaken
is mislukt.
In de Nationale Vergadering gaat het zeer onstuimig toe.
De minderheid verlangt, de gelijkstelling der Jonisohe Eilanden,
wat administratie en wetgeving betreft, met het overige Rijk,
en verschijnt met vuurwapens ter zitting om haar verlangen
door te drijven; de meerderheid verzet er zich echter krachtig
tegen.
Eene wet is aangenomenwaarbij het algemeen stemregt
zooals het onlangs bij de keuze van een Koning is uitgeoefend,
ook voor alle volgende verkiezingen wordt geldig verklaard.
De Koning heeft aan de Vergadering eene boodschap ge
zondenwaarbij hij zich beklaagt over hare traagheid in liet
afdoen van hare werkzaamheden. Indien de grondwet en de
kieswet binnen êéne maand niet gereed zijnherneemt de
Koning zijne vrijheid en stelt hij de Kamer verantwoordelijk
voor de gevolgen. Door de bevolking is deze handeling des
Kouings zeer goed opgenomen.