ALKMAARSCHE COURANT N°. 45. Zesenzestigste J aargang. 1864./ (i November Zonda vjé.' -// flalttick #ucrsi0t. ©fftciccl @3cbccltc fa 5 Nov. 18G4. s^PANJAARDT. kennisgeving. Nieuwe belastingwetten, i. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—. Brieven franco aan de Uitgevers tl E It M'. COST ER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigt.en een das vroeger. SCHOUW. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR verwittigen bij deze de belanghebbenden Dat de jaarlijksehe schouw over de slooten en vaarten binnen deze gemeente gelegen zal gehouden worden op Maandag den'21 November a s. Zij noodigen de eigenaars en gebruikers van de aan die slooten liggende perceelen dringend uitzoo dit nog niet heeft plaats gehad gemelde slooten van liet daarin gevonden riet en verder ontuig te zuiverenom moeijeujklieden en kosten te voorkomen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. Het I100ED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR breu^ttcu gevolde van art. 1 der wet. van 22 Mei 18-fco (Staatsblad No. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der gemeente, dat het voljaarsch suppletoir kohier voor de belasting op het Personeel dienst 18££ zijnde No. 2, op den 24 October 1S64, door den Heer Commissaris des Komngs in de Provincie Noord-Holland executoir verklaard op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. 7, Alkmaar Het Hoofd van het Bestuur voorn., denZ November 1864.A. MACLAINE PONT. De onderstaande personen worden verzocht zich in de eerstvolgende acht dagen aautemelden ter gemeentesecretarie (afdeeling bevolking). PIETÈR van OOSTENDORP, laatste woonplaats Am sterdam REIJER DIENAAR, 1. w. Helder, EEMME- TJE KÓPS hw. Oudorp, LOURENS SCIIAVEMAKER, 1 w Sint, Pancras, JEROEN van der AAR. I.w. Haar lem," MARIA GEERTRUIDA EWALD, hjv. Haarlem. Tweede Kamer zijn een drietal wetsontwerpen die een gelieelo hervorming in ons belastingstelsel der Bij de ingediend mgemenu uic f-, o ten doel hebbenliet tyu de ontwerpen tot regeling Personeele belasting, tot wijziging der gemeentewet voor zooveel de plaatselijke belasting betreft en tot verhooging van den accijns op het gedistilleerd. De Minister stelt voor geheele afschaffing der plaatselijke accijnsen. liet groote doel dat hiermee wordt beoogdis de opheffing der binnenlaridsche tolliniënhet volkomen vrije vervoer door het gelieele rijk Het voordeel van zulk een toestand zal wel met betwijfeld worden Afschaffing der plaatselijke accijnsen, opheffing der belemmeringen in bet, handelsverkeer, die het noodzakelijk „evol" zijnader onvermijdelijke maatregelen van toczigt op den m- uit- en doorvoer en tot behoorlijke inning der be lastin" wij kunnen ons niet voorstellen, hoe iemand niet overtuigd zou zijn van het, wenscheljjke van zulk een her vorming De eci.ige bedenking, die er met grond tegen gemaakt kan worden, is zeker deze: hoe kan de gemeente het tekort dekken dat de afschaffing barer accijnsen in hare kas zal doen ontstaan? - De minister doet daarioe de vol- Se'Dffper°soneeie "belastie.g zal tot, een bedrag worden geheven rreliik aan de tegenwoordige hoofdsom met de opcenten. 'Daarvan wordt de helft tor beschikking der gemeenten ge laten althans voor zoover deze dit voor hare uitgaven noodig hebben. Daarenboven zullen de gemeentenin plaats van 1 zooa cn. uaaienuuvcu o 5 opcenten op de grondbelasting der gebouwde eigendommen, zooals tegenwoordig geschiedt40 opcenten kunnen heffen waartegen het Rijk van zijn 21i opcenten zal afzien De gemeenten zullen daarenboven geheel vryzijn in het heffen van opcenten op de personeele belasting. Niet alle gemeenten zullen echter door deze tegemoetkomingen voldoende schadeloos worden gesteld, en liet Rijk moet, vergoeding hebben voor den afstand van de helft der personeele belasting. Daarom stelt de minister voor, den Rijksaccijns op liet gedistilleerd le verhogen en wel zóó dat bet bedrag daarvau omstreeks gelijk zal staan met het gezamoljjk bedrag der tegenwoordige opbrengst van den Rijks-accijns en de plaatselijke accijnsen op het gedistilleerd in het geheele land. Van deze opbrengst sal het Rijk aan de gemeenten, die door de reeds vermelde tegemoetkomingen nog niet voldoende schadeloos zijn gesteld -voor het verlies der plaatselijke accijnseneen uitkeermg doen .overeenkomstig de hoeveelheid gedistilleerd die in elke dier .gemeenten wordt verbruikt. - De voorgestelde maatregelen komen dus in 't. kort hierop neer: alle plaatselijke accijnsen worden afgeschaftals vergoeding geeft liet Rijk de helft der personeele belasting aan de gemeenten, en daarentegen heft het een aanmerkelijk verhoogde accijns op liet gedestilleerd die gemeenten, die nog te veel bezwaard blijken te zijn, komt liet daarenboven met mtkeeringen uit de opbrengst van dien accijns te hulp. i i Het komt, ons voor, dat, wij den Minister geluk mogen wenschen met deze oplossing van het vraagstuk der afschaf fing van de plaatselijke accijnsen de voorgestelde maatregel is werkelijk ter zake dienendede plaatselijke accijnsen worden geheel afgeschaft. In het vorige jaar meende de Redering niet meer te kunnen voorstellen dan een v e r m i n- de°ring der plaatselijke verbruiksbelastingen; nu liet de ge heele afschaffing geldt, zullen hare plannen, naar wij ver moeden. des te meer bijval vinden. Mogt men in de vorige zitting vraeen of de voorgestelde veelomvattende wijzigingen wel geregtvaardied werden door de vruchten die zij beloofden, of dejuitkomsten die men verwachtte wel opwogen tegen de opschudding die er door te weeg gehragt zou worden, nu is de zaak veranderdniet meer verminderingmaar gelieele afschaffing der plaatselijke accijnsen is het doel en tot be reiking daarvan zal men zich mocijelijkheden willen getroos ten en die trachten te overwinnen, waardoor men zich anders zou laten afschrikken. Werkelijk wordt bet grooto plan door de voorgestelde ontwerpen mogelijk gemaakt; de stap is be slissend en leidt onmiddelijk tot liet doel. IVij mecncn niet te veel te'zeggen als wij beweren, dat men algemeen over tuigd is dat de afschaffing der plaatselijke accijnsen vroeger ofïater t.ot stand moet komen, dat haar behoud een onding is iu den tijd der spoorwegenen welligt zal men zicli daarom gelukkig achten, een bruikbaar middel tot, afschaffing gevonden te hebben. De veranderingen tot bereiking van het, groote doei m de gemeentewet voorgesteld, zijn zeer eenvoudig en bepalen zich alleen tot de daartoe onvermijdelijke wijzigingen. Wat de hoofdelijke omslagen betreft, worden de gemeenten geheel vrij gelaten zoowel ten opzigte van de grondslagen dier belasting als van haar bedrag. Daarenboven wordt omtrent deze belasting een ander beginsel aangenomen. Tot nog toe gold de regeidat niemand op twee plaatsen te gelijk be lasting moest betalen en dat- zijn verblijf houden de plaats aanwees waar hij in de belasting moest deeleu. Daarin is nu verandering gebragt; het, wetsontwerp wil den inwoner der gemeente voortdurend in de directe plaatselijke belasting doen bijdragen, onverschillig of hij zijn verblijf lijdelijk elders vestigt, zoo hij slechts zijn eigenlijke woonplaats, zijn do micilie volgens de burgerlijke wet niet, verandert, Houdt hij tijdelijk in een andere gemeente verblijf, dan zal hij over dit tijdvak tevens op die plaats in de directe belasting worden aan"esla"en. De Minister licht de voorgestelde verandering toe "als volgt: "Het schijnt niet billijk, dat de inwoner voor den tijddien lüj elders doorbrengt, niet in zijne woonplaats worde aangeslagen. Hij ontvangt, daar bescherming voor zijn bedrijf, zijne roerende cn onroerende goederen en moet dus daarvoor, even als alle andere ingezetenen, betalen. Acht hij zich daarmede bezwaard, hy kieze dan ééne gemeente tot woonplaats en verblijf. Ten aanzien van het verblijf houden wordt geene verandering voorgesteldde regelen die daar omtrent sedert de invoering der gemeentewet gelden, blijven dus van kracht." (1) Het komt ons voor. dat er veel voor de voorgestelde ver andering te zeggen is. Evenwel is het standpunt, waarop de Regering zich plaatst, niet volkomen zuiver. De inwo ner, ze"! zij blijft in zijne gemeente belasting betalenook tijdens "hij elders verblijf houdt, omdat hij daar bescherming ontvangt voor zijn bedrijf, zijne roerende en onroerende goederen. Maar'als dit de grond voor den aanslag moet zijn dan geldt hij ook voor hem die. ofschoon noch inwoner dér 'gemeente, noch aldaar verblijf houdende, er een bedrijf of een tak van zijn bedrijf uitoefent., er roerende of onroe rende goederen beziten toeli verklaart de Minister uitdruk kelijk dat zulke personen niet. mogen worden aangeslagen. Hier ontbreekt dus een zuiver stelsel. Ons kan dan ook die dubbele belasting niet bevallen wij zonden één aanslag wil len en wel in de gemeente waar men zijn hoofdverblijf heeft, gevestigd waar men woont in den zin van het Burgerlijk Wetboek. Daar zou men zijn aanslag over het gelieele jaar moeten betalen, ook al vertoefde men tijdelijk elders, evenals men er de andere belastingen de opcenten op de grondbe lasting op de personeele belasting enz. betaalt. Daar oefent men zijn kiesregt uit, daar is men ingezeten, inwoner, burger. Maar ook bij dien aanslag moest liet blijvenwanneer men zich tijdelijk elders ophield, moest men niet aanstonds worden aann-es'lagen in de directe plaatselijke belasting dier vreemde "emeentezelfs niet al had men er een eigen woning, een buitenverblijf of wat liet zij. dat. men gedurende een drie- of viertal maanden betrok. Het komt ons voor, dat de gemeente, waar zoodanig inwoner eener andere gemeente tijdelijk ver blijf houdt, van dat verblijf voldoend indirect voordeel heeft, om hem vrij te laten van de directe plaatselijke belasting. Gesteldik ben inwoner van Amsterdam van Rotterdam of welke andere stad ook daar betaal ik over het geheele jaa" mijn aanslag in de directe plaatselijke belasting die uit den aard der zaak al niet, gering zal zijn. Ik gevoel echter be hoefte om gedurende de zomermaanden eldersop het land in een schoone streekverblijf te houden. Daardoor lijdt mijn woonplaats schadecn brenp; ik louter voordeel aan de vreemde cemeente waar ik tijdelijk vertoef, en waar ik niet anders doe dan mijn geld verteren. Waarom zal ik nu nog daarenboven in de directe belastingen dier gemeente moeten deelenik die reeds elders betaal? Do doortrekkende vreem deling de reiziger, die er slechts een paar dagen of een paar weken vertoeft, blijft vrij. en ik, die mij er langer ophoud omdat de streek mij bevalt, die er laat bouwen en arbeiden, die er mijn geld verteer, dat ik in een andere gemeente, waar ik mijn bedrijf uitoefen verdien ik zal dubbele belas tin" betalen! Is dat de premie op liet verblijf in mijn vaderland dat ik verkies boven een reis in den vreemde Hebben de uitverkoren gemeenten geen voordeel genoeg van hare schoone ligging en heerlijke omstrekenwaardoor zij voor een deel des jaars ook de inwoners uit andere plaatsen tot, zich trekken dat zij hen nog moeten doen deelen in. de plaatselijke belasting? Naar onze meening is de voorgestelde verandering dan ook niet, beter dan de tegenwoordige toestand, en blijft elke dubbeie aanslag verwerpelijk. (1) Wanneer men overal het gevoelen deelde der meerderheid vau den Gemeenteraad te Alkmaar, dan was de door den Minister voorgestelde wijziging der gemeentewet onnoodig geweest Die" meerderheid oordeelde toch onlangsdat een inwoner, ook volgens de thans geldende wet den aansla" over het geheele jaar moet betalen, ook al heeft hij gedurende eenige maanden elders verblijf gehouden men paste alzoo de nu voorgestelde verandering reeds voorloopig toe. Dat mag vooruitgang heeten Eindelijk is het vredesverdrag tusschen de Dnitsclie bond- genooten en Denemarken geteekend en ofschoon er waar schijnlijk uog vrij wat tijd zal yerloopeu eer liet van alle zijden behoorlijk is bekrachtigd is er toch geen twijfel aan of die bekrachtiging zal volgen. Met uitzondering van een schraal strookje land in 'l noorden blijft gehéél Sleeswijk van Denemarken afgescheiden. Van een volksstemming of verdeeling naar liet gebruik der taal is natuurlijk niets ge komen. 't Is ook veel eenvoudiger, alles te houden wat men in bezit beeft genomen. Wij weten alzoo, dat Sleeswijk en Hotstein van alle be trekkingen met Denemarken zijn ontslagenmaar verder strekt zich onze wetenschap niet. uit. Wat er van de Her togdommen worden zal, blijft, nog even onzeker. Zal de Erfprins vau Augustenburg er over regeren of de Groothertog van Oldenburg of geen van beide Op deze vragen is liet antwoord' nog evenmin te geven als maanden geleden. Er wordt beweerddat de kansen van den Oldenburgschen candidaat. vooruit zijn gegaan. De Koning der Belgen die een andere Raad van' State omtrent alle Europesche vraagstukken schijnt gehoord te moeten worden, olsclvoon liet niet, blijkt dat zijn gevoelen ooit veel gewigt. in de schaal legt, zou zich zeer gunstig ten opzigte vau de aanspraken des Groothertogs hebben uitgelaten; en niet alleen Fruissen. maar ook Oostenrijk zou te kennen hebben gegeven, dat zij allezins een ernstige overweging waardig zijn. Wij vermelden deze geruchten niet omdat wij ze volkomen vertrouwenmaar om te doen uitkomen hoe tie aanspraken van den Oldenburgschen Groothertog nog voortdurend als tegenwigt tegen die van den Erfprins van Augustenburg worden aangewend, en in dit opzigt welligt een belangrijke rol zullen spelen. Misschien is een geheele inlijving der Hertogdommen in Fruissen een wel wat al te krasse maatregel waar alleen een von Bismarck niet, tegen op ziet, Mogelijk vindt ook de Koning van Fruissen dat, liet er niet door kan en zijn de Eransche en de Russische Keizer van gelijke meening. Mo"elijk zal Sleeswijk-Holstein een afzonderlijke staat moeten worden maar Pruissen zal in elk geval wel zorgendat dit nieuwe staatje zich niet, met te veel zelfstandigheid en onaf hankelijkheid bezwaard vinde. Mogelijk zal men Augus tenburg niet kunnen weren, maar dan zal de Oldenburgsclie mededinger uitstekende diensten kunnen bewijzen om den nieuwen vorst handelbaar Ie maken, wat, inderdaad niet onnoodio: moet geacht worden als men op de eischen let, die de Pruissische regering tegenover de Hertogdommen schijnt te willen doen gelden. Het meent aanspraak te hebben op de volgende onve r- vreemdbare regteu: in vredestijd zal liet uit de inwoners der Hertogdommen een leger-afdeeling oprigten van gelijze sterkte als een Pruissische landstreek van deze'fde grootte moet leveren daarbij zal liet, overeenkomstig de in Fruissen "eldende wettelijke bepalingen omtrent, de ligt,mg der zee beden, Sleeswijk-Holsteinsche matrozen aanwerven voor zijn vloot Dc voeding en kleeding dezer manschappen alweder voffieus de Pruissische wettenkomt, voor rekening der Herto"dommen Pruissen zal ze voorzien van wapenen cn verdere krijgsbehoeften. Sleeswijk-Holstein zal een derde der kosten dragen van het herstel en het onderhoud der Pruissische oorlogsvloot, omdat de handelsvloot oer Hertog- dommen de bescherming der Pruissische zeemagt zal gemeten en liet herstel dier zeeinagt, in de Sleeswijk-Holsteinsche havens zal plaats hebben. Pruissen zal vestingen en ver sterkte zeehavens bouwen in de Hertogdommen waar liet dit noodi" acht, en die met zijn troepen bezetten. Eon vierde der l°osten van aanleg en onderhoud koint voor rekening der Herto"dommen. De Sleeswijk-Holsteinsche troepen blijven in hun land, behalve drie bataillons eu de geheele ruiterij, die in Pruissen in bezetting gelegd kunnen worden. Daarentegen zal Pruissen zooveel troepen in de Hertogdommen mogen leg"en als liet verkiest, maar geen troepen of oorlogschepen vaif andere staten daarin toelaten. Pruissen zal kosteloos zorgen voor de vertegenwoordiging van Sleeswijk-liolstem bii de vreemde Hovenvoor cousulsconsulaire agenten enz wat met andere woorden beteekent: Sleeswijk-Holstein zal'buiten's lauds niet afzonderlijk vertegenwoordigd worden; maar waar het in aanraking komt met vreemde mogendheden zal het als een deel van Pruissen, en zullen zijne inwoners als Pruissische onderdanen beschouwd worden. Sleeswijk- Holstein zal in het Tolverbond worden opgenomen, en Pruis sische tolbeambten zullen zijne grenzen naar de zijde vau Hambur" Lubeck en Mecklenburg bewaken. In oorlogstijd zal Pruissen de Sleeswijk-Holsteinsche troepen mogen ver sterken enden in- en uitvoer van goederen mogen verbieden terwijl het voor een behoorlijke verdediging ter zee en te land zal zorgen. Men ziel het, Pruissens eisehen zijn met gering; en men zou willen vragen, hoe groot, de mate van onafhankelijkheid wel zal zijn, die Sleeswijk-Holstein na zulk een veiaiagzou overhouden; toch gelooven wij niet, dat Pruissen minder zal vorderen. Tot bereiking van dit doel beeft Pruissen de medewerking van Oostenrijk genoten; maar wat Oostenrijk met zijn hulp heeft verdiendschuilt tot nog toe in liet duister. Dat Oostenrijk zeer tevreden is met den uilslag van liet werk is moeijelijk aan te nemenwanneer men ziet dat de Minister van Buitenlandsche Zaken, die de Oostenryk- sclie staatkunde in deze zaak heeft, geleid, die m bond- genoolscliap met Pruissen beeft gehandeld, juist op het oo"enblik dat. het vredesverdag met Denemarken aan het gemeenschappelijk werk de kroon opzet zijn ontslag kriffit Wel is dit ontslag zeer eervol verleendonder dank betuiging voor zijn belangrijke diensten en met benoeming tot ridder van het Guldenvlies en dit zijn zeker voldoende bewijzen voor lien die beweren dat Graaf Rechberg net bij den 'Keizer in ongenade is gevallen maar het spreekt de bewering niet tegen dat de Minister van Buitenlandsche

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1864 | | pagina 1