ALKMAARSCHE COURANT
40.
Zesenzestigste Jaargang.
I&04.
13 November.
Zond a
(fffictccl C0>cbccItc.
Het vervangen der houten wandenramen
en dakgoten van de kerk der Hervormde ge
meente te Driehuizenin de Schermer, door
steenen murenmet ijzeren ramen en goten
benevens het uitvoeren van de verder noodige
herstellingen en vernieuwingen aan dat gebouw.
Het bestek is, tegen betaling van tien Cents per exemplaar,
te verkrijgen aan liet lokaal van het Provinciaal bestuur
bovengemeld aan het bureau van Buitenlandsche Paspoor
ten te Amsterdam en aan de Gemeente-secretarie van Zuid
en Noordschermer.
PROVINCIE NOORD HOLLAND.
Het amoveren der oude en het te dier plaatse
bouwen van eene Pastorij voor de Hervormde
gemeente te Landsmeer.
Het vernieuwen van het dak, het hersteUen
en met Portland oement bepleisteren der muren
en het verrigten van meer andere werkzaam
heden aan de kerk der Hervormde gemeente te
Callantsoog.
Nieuwe belastingwetten.
II.
Personeele belasting.
fJoïtHcf» ©uerzigt.
1."
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven-en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 8.40. enkele Nos. 7 Cents, iranco per post J 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
li E R M". CO STEK ZOON.
De Advcrtentiën kosten van 15 repels 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 ure; ingezonden berigten een dag
vroeger.
PROVINCIE NOORD-HOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 21 November 1864-. des namiddags
ten half drie ure, zal, aan het lokaal van liet Provinciaal
Bestuur van Noord-Hollandte Haarlem, worden overgegaan
lot de aanbesteding bij enkele inschrijvingnamens Kerk
voogden der Hervormde gemeente van Driehuizen in de
Schermer, van
Aanwijziug in loeo zal worden gedaan, Zaturdag vóór de
besteding, des middags ten 12 ure.
Inlichtingen en teekeningen zijn te bekomen bij den Heer
P. J. Krieger, Opzigter van den Provincialen Waterstaat te
Alkmaar.
PROVINCIE NOORD-HOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 21 November 1864 des namiddags ten
half drie ure, zal, aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur
van NoordHotlandte Haarlem, worden overgegaan tot de
aanbesteding bij enkele inschrijving, namens Kerkvoogden
der Hervormde gemeente van Sint Pancras, van
Het afbreken der bestaandeen het bouwen
eener nieuwe Pastorijmet eenige bijkomende
werken in de Hervormde gemeente te Sint
Pancras.
Het bestek is, tegen betaling van tien Cents per exemplaar,
te verkrijgen aan het lokaal van liet Provinciaal bestuur bo
vengemeld aan het bureau van Buitenlandsche Paspoorten
te Amsterdam en aan de Gemeente-secretarie van Sint l'nncras.
Aanwyziug in loco zal worden gedaan Maandag vóór de
besteding, des middags ten 12 ure.
Inlichtingen en teekeningen zijn te bekomen bij den Heer
P. J. Krieger, Opzigter van den Provincialen Waterstaat te
Alkmaar.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 24 Novpmber 1864 des namiddagsten
half drie ure, zal. aan het lokaal van Provinciaal Bestuur
van Noord-Hollandte Haarlem, worden overgegaan tot de
aanbesteding bij enkele inschrijving, namens Kerkvoogden
der Hervormde gemeente van Landsmeer, van
Het bestek is, tegen betaling van tien Cents-per exemplaar,
te verkrijgen aan het lokaal van het Provinciaal bestunr bo
vengemeld aan het hureau van Buitenlandsche Paspoorten
te Amsterdam en aan de Gemeente-secretarie van Landsmeer.
Aanwijzing iu loco zal worden gedaan Vrijdag vóór de
besteding, des middags ten 12 ure.
PROVINCIE NOORD-HOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 24 November 1864, des namiddags ten
half drie ure, zal. aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur
van Noord-Hollandte Haarlem, worden overgegaan tot de
aanbesteding bij enkele inschrijving, namens Kerkvoogden
der Hervormde gemeente van Callantsoog, van
Het bestek is, tegen betaling van tien Cents per exemplaar,
te verkrijgen aan het lokaal van het Provinciaal bestuur bo
vengemeld aan het bureau van Buitenlandsche Paspoorten
tft Amsterdam en aan de Gemeente-secretarie van Callantsoog
Aanwijzing in loeo zal worden gedaan, Vrijdag vóór de
besteding, des middags ten 12 ure.
Inlichtingen en teekeningen zijn te bekomen bij den Heer
T. J. Krieger, Opzigter van den Provincialen Waterstaat te
Alkmaar.
SCHOUW.
BURGEMEESTER -en WETHOUDERS van ALKMAAR
verwittigen bij deze de belanghebbenden:
Dat de jaarljjksche schouw over de slooten en vaarten
binnen deze gemeente gelegen zal gehouden worden op
Maandag den 21 November a s.
Zij noodigen de eigenaars en gebruikers van de aan die
slooten liggende perceelen dringend uitzoo dit nog niet
heeft plaats gehad gemelde slooten van het daarin gevonden
riet en verder ontuig te zuiveren, om moeijeüjkheden en
kosten te voorkomen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 5 Nov. 1864. De Secretaris
SPANJAARDT.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt bij deze
ter kennis van belanghebbendendat. ingevolge art. 13 2e
lid der wet van 26 Augustus 1851 (Staatsblad No. 125) op
de secretarie der gemeente ter lezing liggen
Afschrift van het proces-verbaal der commissie, den 24
October j.l. alhier zitting gehouden hebbendetot het aan-
hooren der bezwaren tegen de onteigening van grond binnen
deze gemeente, ten behoeve van den spoorweg Alkmaar naar
den IJdijk te Zaandam.
Idem van de door elk schriftelijk ingeleverde bezwaren.
Idem van het advies dier commissie aan ZE. den Minister
van Bioueul. Zaken.
En -dat van deze stukken, tegen betaling der kosten,
afschriften kunnen worden bekomen.
Alkmaar. De Burgemeester voornoemd
den 10 Nov. 1864. A. MACLAINE PONT.
De onderstaande personen worden verzocht zich in de
eerstvolgende acht dagen aantemelden ter gemeentesecretarie
(afdeeiing bevolking).
PIETÈR van OOSTENDORP, laatste woonplaats Am
sterdam. REIJICR DIENAAR, 1. w. Helder, LOURENS
SCHAVEMAKER, 1. w. Sint, Pancras. JEROEN van der
AAR. I. w. Haarlem, MAARTEN PEEK, 1. w. Beemster.
CORNELIS BAKKER, 1. w. Helder, ANDREAS NUI-
JENS, 1. w. Grootebrnek JAN WILLEM GRAFTDIJK,
I. w. Graft, WILLEM de LANGE, I. w. Rotterdam.
POLITIE.
Ter terugbekoming is aan het, Commissariaat van politie
te Alkmaar voorhanden liet navolgende gevonden, als een
gouden doekspeld met steen en een tap paarsch katoenen is
aldaar aangehoudenen voor den eigenaar terug te verkrijgen,
een witte langharige patrijs hond, bruin gevlekt, reu, vermoedelijk
te Haarlem of omstreken te huis behoorende.
De per-one-le belasting zalwanneer de voorstellen van
onzen Minister van Financiën bijval vinden, een groote rol
in ons belastingstelsel vervullen. Zij zal in hoofdsom worden
verhoogd tot liet. gezamelijk bedrag der tegenwoordige hoofd
som met, de opcenten; de gemeenten zullen daarvan de helft,
genieten, en daarenboven als plaatselijke belasting zooveel
opcenten op liet personeel mogen heffen als zij noodig oor-
deelen terwijl eindelijk ook de verbodsbepaling onzer tegen
woordige gemeentewet, van niet uitsluitend één of meer
grondslagen der personeele belasting ook als grondslagen
voor hoofdelijke omslagen of andere directe plaatselijke be
lastingen te mogen aannemen, vervalt. Wordt een belasting
van zooveel gewigt.zullen hare grondslagen zich zoo sterk
doen gevoelen in onze plaatselijke belastingen, dan behoort,
zij vóór hare verheffing tot een zoo belangrijk standpunt nog
eens naauwkenrig onderzocht dan dienen hare grondslagen
aan een nieuw onderzoek onderworpen, aan de eisclien van
regt, en billijkheid getoetst te worden.
Reeds in het voorloopig verslag betreffende bet vorig ont
werp werd door «verscheidene leden" opgemerkt, dat de
Regering in zekeren zin het personeel tot impot unique voor
de gemeenten wil verheffen, De Regering antwoordt daarop
iu hare Memorie van Toelichting op het tegenwoordig ont
werp, dat niets minder dan dat haar doel was, maar dat zij
in tegendeel do gem-enten zooveel mogelijk vrij wenschte
te laten en hare zelfstandigheid wilde eerbiedigen. Dat zijn
zeker lofwaardige beginselen, en wij zouden de laatsteu zijn
om er bedenkingen tegen te maken. Werkelijk geeft het
tegenwoordig ontwerp den' gemeenten dan ook meerdere
vrijheid; zij zegt het terrein der directe plaatselijke belastingen
te willen uitbreiden en doet het ook werkelijk. De gemeenten
zullen met het heffen van hoofdelijke omslagen en andere
directe belastingen niet meer behoeven te wachten, zooals
tot nog toe de gemeentewet voorschrijft, tot, er een zeker getal
opcenten geheven worden op de grondbelasting, op de personeele
en andere daarvoor vatbare rijksbelastingen direct naar het
vermogen of inkomen geheveu. Maar die volkomen vrijheid
voor de gemeenten bestaat alleen ten aanzien van het per
soneel; want tot nog toe kennen wy geen andere rijksbelas
ting, «direct naar het vermogen of inkomen geheven" dan
juist deze, en ten opzigte van de grondbelasting wordt het
heffen van opcenten helaas, wel uitgebreid maar dan toeh
tot, 40 op de gebouwde en JO.op de ongebouwde eigendommen
beperkt. Wij" hebben onze weinige ingenomenheid met de
grondbelasting reeds vroeger te kennen gegeven (1) en kunnen
ons daarom niet, verheugen in een uitbreiding der bevoegd
heid van de gemeenten om op de,ze belasting opcenten te
heffen. Waarom moet iemand belasting betalen blijven
wij vragen omdat zijn bezittingen in landerijen bestaan
terwijl de bezitter van hypotheken, rentegevend papier, in
schrijvingen op het grootboek en effecten vrij blijft? Over
grootere vrijheid tot het heffen van opcenten op deze belas
ting wij herhalen het kunnen wij ons dus niet ver
heugen. Moeten wij ons desniettemin tot, vrolijkheid opwinden
alleen ter wille van de meerdere vrijheid der gemeenten
dan zouden wij ook moeten juichen bij volkomen vrijheid
der gemeenten tot het heffen van plaatselijke accijnsen en
de alle vrijheid doodende verbodsbepaling van het tegen
woordig ontwerp moeten betreuren: «belastingen op voor
werpen van verbruik worden niet geheven."
De vrijheid der gemeenten in het, belasten - zeiden wij
wordt vooral uitgebreid met betrekking tot het personeel en
zijne grondslagen. Dat, die grouds'agen voor een gemeente
belasting niet boven bedenking verheven zijn, heeft men in
(1) Gr. Broens Jr. over «vrije handel en hervorming van
belastingen" in ons nummer van 25 September J.l.
1851 gevoeld en de gemeentewet verbiedt, daarom ze als
basis aan te nemen voor directe plaatselijke belasting. Is de
Regering inmiddels lot, een ander inzigt gekomen, dat, zij
bet verbod opbelt Zij beweert bet, zelfs niet. Waarom
doet, zij het dan? Uit. nooddwang, is haar antwoord. Hoort,
haar zelve spreken in de Memorie van Toelichting op het
tegenwoordig ontwerp: (2)
«De gemeentewet bepaalt in art. 243, dat voor eene
plaatselijke belasting niet, uitsluitend kunnen wordau aange
nomen een of meer grondslagen van de personele belasting.
En wat is hiervan het gevolg geweest? Dal de gemeenten,
die behoefte hadden aan eene eigen directe belasting naar
vaste grondslagen zich aan die bepaling niet, hebben kun
nen houden en dat, men genoodzaakt, was plaatselijke belas
tingen goed te keuren, die uitsluitend berusten op de grond
slagen van het personeel."
Het zal ons verwonderen of er uit de Kamers geene
stemmen zullen opgaan tegen deze rondborstige verklaring
der Regering, dat de hier bedoelde bepaling der gemeeente-
wet, gedurende 13 jaren voor niet, geschreven is gehouden
maar uit hare eigene woorden volgt, althans dit, dal de
«verscheidene leden" wel degelijk gelijk haddentoen zij
beweerden dat het personeel iu zekeren zin tot. impól unique
voor de gemeenten werd verheven. De gemeenten kunnen
geene andere grondslagen voor hare directe belastingen vin
den zegt de Regering en ofschoon het eigenlijk bij
de wet, verboden was, hebben wij haar sedert 1851 maar
vrij laten begaan wij willen haar daarom nu maar geheel
vrijlaten, 't, Is zeker beter dan een onhoudbaar verbod
ntaar nu zal men toch wel niet willen tegenspreken, dat do
gemeenten ruimschoots van de sinds 13 jaren begeerde, en
reeds hier en daar oogluikend genoten vrijheid zullen gebruik
maken? Al is het, dus niet het. d o 8 I der Regering wat.
wij gaarne aannemen het personeel tot schier uitsluitenden
grondslag voorde directe plaatselijke belastingen te verheffen,
volgens hare eigene vrij duidelijke bekentenis zal dit toch
waarschijnlijk het ge v o 1 g zijn der door haar verleende vrijheid.
Intusschen verklaren wij gaarne, dat, wij niet zouden verlangen
de grondslagen voor directe plaatselijke belastingen iu de
gemeentewet bepaald te zien en daarom ons met de hier
voorgestelde vrijheid wel kunnen verecnigenverbiedt men
de grondslagen van het, personeel te volgen men is nier,
zeker dat betere grondslagen zullen aangenomen worden;
ten gemeente kun ligt nog tot veel slechtere komen;
eu zoo zou men door minder goede te verbieden de
minst goede iu 't, leven roepen. Kan men geen juiste
grondslagen voor alle gemeenten vaststellendan schiet
er wel niet anders over dan aan de gemeenten zeiven over
te laten ze te kiezen naar de plaatselijke gesteldheid, en
van hare wijsheid eu ondervinding het, beste te hopen.
Toch zal men de zoo hegeerde, de door de Regering in
haar ontwerp schier aanbevolen grondslagen van het personeel
dubbel scherp dienen te onderzoeken.
Wat is nu eigenlijk de personeele belasting? «Zeer
zeker alles behalve een inkomstenbelasting, ofschoon men
haar wel eens als zoodanig heeft beschouwd," antwoordt
het Voorloopig Verslag op liet vorig ontwerp. «Zij is eene
belasting op de verteringniet np het verteringsvermogen."
De Regering spreekt dit in de Memorie bij haar tegenwoordig
ontwerp niet tegen; zij zou dit, ook moeijelijk kunnen doen.
Het is maar al te waar: het zijn juist niet altijd de rijkste
menschen die de grootste huizen bewonende schoonsto
meubelen bezitten en de moeste bedienden en paarden houden.
Niet, hij die het meest, verteren kan, verteert, daarom ook
werkelijk het meest; en dan kan men zijn geld nog altijd op
andere wijzen verteren dan door in een groot, en rijk ge-
meubeleerd huis te gaan wonen en bedienden en paarden ie
houden. En als iemand met een groot gezin een^ groot huis
bewoont zal niemand dit dadelijk voor een teeken van weelde
aanzien behalve de wet op het personeel, Als een zwakke
vrouw met veel kinderenwier manden ganschendag buiten
's huis moet werken, gedwongen wordt, zich door eeii
dienstmeisje te doen bijstaan en zij 's middags maar weer
wat minder of in 't, geheel geen vleesch eetdan moet men
de wet op het personeel zelve zijn om den spot, zoover te
durven drijven, dat men dit huisgezin voor deze weelde
belasting oplegt. Gaarne erkennen wij alweer, dat men alle
gevallen in een wet niet kan voorzien maar men dient er
toeh ernstig op te letten en zooveel mogelijk onbillijkheden
te vermijden. Wij zullen later hier en daar gelegeuheid
vinden om te onderzoeken in hoeverre het tegenwoordig
ontwerp daarin gelukkig geslaagd ia.
(2) Bijblad 1864 -1865 bladz. 272.
Is nu toeh het. September-verdrag alleen een beteugeling
van Italië? Bestaat het werkelijk alleen ter wille van Frank
rijk en strekt het tot bescherming van den Paus Stuit
hét Italië op zijn weg op zijn weg naar Rome en ver
oordeelt, het dit Koninkrijk tot onherroepelijken stilstand
Zoo mogt, men vragen bij de lezing der verklaring van het
verdrag door den Franschen minister Urouyn de Lhuys in zijn
dépêches aan den Fransehen gezant, te Turijn, in antwoord
op de dépêche van den Ilaliaanschen gezant te Parijs, den
heer Nigra. Zoo mogt men vragen en zoo is werkelijk door
menigeen gevraagd, die vroeger het verdrag als gunstig voor
Italië beschouwdeals een belangrijke schrede voorwaarts
op den weg naar Rome. Menig oordeel is dan ook weer
aan het. wankelen gebragt,nieuwe verwarring, nieuwe duis
ternis is uitgestort over het geheimzinuig tractaaten die
voor eenige dagen helder dacht te zienerkent dat het hem
schemert, voor de oogen.
Wat, is er gebeurd De Italiaansche gezant had in een
dépêche nadere inlichtingen gegeven omtrent het bekende
verdrag. De beschouwingen van den gezant schijnen wat te