ALKMAARSCHE COURANT
V. 33.
Zevenenzestigste Jaargang.
1865.
Zondag
4 Junij.
v
131
(Dfficiëcl (Scbccltc.
Op Dingsdag, 6 Junij a.s. zal niet tot
den herijk worden gevaceerd.
fJoïitieifc ©ucrsigt.
ficrigtcn.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—
Brieven franco aan de Uitgevers
HEB. M8. COST EB Z,OON.
De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelregt
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 ureingezonden berigten een dag
vroeger.
Bij deze Courant toehoort een Bijbladbevat
tende Raadsnotulen.
BUBGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de binnen deze gemeente gevestigde
industriëlen, dat van 17 Junij tot 17 October 1866 eene
tentoonstelling van nederlandsche nijverheid en kunst in het
Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam zal plaats hebben
waarvan de programma's en de zamenstelling van het be
stuur nader zullen bekend gemaakt worden.
Burqemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 27 Mei 1865. De Secretaris
SPANJAABDT.
De BUBGEMEESTER van ALKMAAR brengt, naar
aanleiding eener ontvangen aanschrijving van den Heer Com-
missaris des Konings ia Noord-Holland, dato 2 Junij j.l.
No- AW- le a^- (Verz. No. 32), ter kennis van de belang
hebbende ingezetenen
Dat tot de deelneming aan het den 25 dezer maand te
Leijden te houden feest door de strijders van 1813—1815
alleen zij zullen worden toegelaten die van toegangskaarten
voorzien zijn.
De uitreiking dezer kaarten zalna ontvangst daarvan
ter secretarie dezer gemeente plaats hebben.
Tevens wordt ter' algemeene kennis gebragt, dat geene
nadere aanvragen tot deelneming aan opgenoemd feest kunnen
gedaan worden.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar,
den 3 Junij 1865. A. MACLAINE PONT.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Politie
te Alkmaar voorhanden het navolgende gevondenealseen
sigarenkoker, een sigarendover, &n Dames zakdoek, waarop
geborduurd staat Anna en een zijden dasje.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat, ter
gelegenheid van het herinneringsfeest aan den gedenkwaar-
digen dag van 18 Junij 1815, toen de bedreigde vrijheid van het
pas •herboren Vaderland met zooveel moed en opofferins door
het Nederlandsche leger, ouder bevel van wijlen Z. M. Koning
Willem IIop het veld van Waterloo, zoo roemrijk werd
verdedigd en gegrondvest, van gemeentewege op den 18 Juny
a. st. de Nederlandsche vlag van alle torens eu hoofdgebou
wen zal worden ontrold en het carillon op gezette uren be
speeld terwijl op den 19 Junij d. a. bij de openbare feest
viering uit den boezem der burgerij georganiseerdhetzelfde
huldebetoon van wege de gemeente zal worden bewezen.
Burgemeester en Wethouders den geest der burgerij op dit
punt kennendezullen geene uitnoodiging tot deelneming
aan dat belangrijke nationale feest behoeven te doen.
Zij doen alleen daarvan mededeeling opdat een ieder zich
met hen vereenige, in de viering van een feestdag ter her
innering aan den grooten zegen ons op dien dag geschonken,
en als een feest der dankbaarheid aan allendie daaraan
hebben medegewerkt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PON1.
den 3 Junij 1865. De Secretaris.
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat, aantevangen met 5 Junij as., met vergunning van
HH. Kerkmeesteren alle Maandagendes avonds van 7
tot 8 uren, het OKGEL BK 1510 KKOOTK KEBH
zal worden bespeeldterwijl ouders en voogden worden
verzocht hunne kinderen te vermanen geen geraas in de
kerk te maken.
Burqemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Junij 1865. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat het kohier der gemeentelijke directe belasting den 31
Mei j.l. door Gedep. Staten dezer provincie is goedgekeurd
en op heden aaD den gemeente ontvanger ter invordering is
uitgereikt.
Burqemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
den 2 Junij 1865. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden:
Dat de patenten, aangevraagd in de maanden Februarij
Maart en April 1865 in gereedheid zijn en afgehaald kunnen
worden ter Secretarie dezer gemeente, tegen overgifte van
het bij de beschrijving afgegeven recu gedurende de eerst
komende veertien dagen, van 's morgens 9—2 uur.
Burqemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 4 Junij 1865. De Secretaris,
SPANJAARDT.
De onderstaande personen worden verzocht zich in de eerst
volgende acht dagen aantemelden ter gemeente-secretarie
(afdeelinq Militie)
MEINDERT GROENEWOUD, MATTHIJS ZONDER
HUIS GERR1T BURKUNK WILLEM BUTE ANTHO-
NIJEWALD SIMON JACOBUS JONKER. JOHANNES
BERNARDUS KOOT. JAN NIEROP, GERRIT WOL
ZAK. KLAAS ZONNEVELD.
(afdeelinq Bevolking)
WILHELMINA GROBEE. laatste woonplaats N. Schar
toondeJOHANNA ADRIANA VERVER, 1. w. Uitgeest
NICOLA AS ASSIES1. w .Haarlem; KLAAS BOER, l.w.
Zijne MARIJTJE KENTER1. w. Hoorn CATHARINA
van RIJSELENBERG1. w. HaarlemANTJE KROEZE,
1. w. Blokzijl; JOANNA ECKAART.
Ieder ketter heeft zijn letter. Die oude waarheid is weer
gebleken in de gevolgen die de redevoering van Prins Na
poleon te Ajaeoio heeft gehad. Men dient zeer voorzigtig te
zijn met heiligverklaringen van bijzondere personen ook op
staatkundig gebiedverheft men ze tot profeten en schrijft
men aan hunne woorden onbetwistbaar gezag toe, ligt vindt
een ander bij de lezing hunner profetiën of bij het aanhoo-
ren hunner prediking een uitdrukking van min of meer te
genovergestelde beteekeuis en strekkingaan welker gezag
men zich moeijelijk zal kunnen onttrekken.
Zoo is het Prins Napoleon gegaan. Daar stond hijde
bloedverwant van den grooten Napoleon I, den uitvoerder
der uilerste-wilbeschikkingen van de groote revolutie, nog
onlangs door den tesenwoordigen Keizer verheven tot den
rang dier zeldzame uitverkorenen die de Voorzienigheid van
tijd°tot tijd tot heil der menschheid doet optreden. Daar
stond hij de neef van Napoleon III, te Ajacciode ge
boorteplaats van den vergoden oorlogs- en staatsman, te
genover het gedenkteeken ter eere van den profeet niet
alleen maar ook van zijn broederster eere der gansclie
//heilige familie" opgerigt. Hij zou liet inwijdenhijde
vice-president van den Geheimen Raadgezeten op de
trappen van den troon, en hij sprak veel en lang en krachtig.
Waaruit zal hij zijn rede ontleenen Waaruit zal hij zijn
tekst nemen Waaruit beter dan uit de leer zelve door
den grooten man verkondigd wiens beeld daar voor hem
staaten die nog onlangs door den Keizer zeiven in zijn
voorrede van Het leven van Julius Cesar als de profeet der
nieuwere tijden was voorgesteld Zijn evangelie is hem
voor deze gelegenheid aangewezen. Hij kieze zijn stof waar
hij wiluit het levende geschriften en de door de geschie
denis geboekte woorden van den verheerlijkte. Zoo deed
Napoleon. Hij slaat het 'gewijde boek openen leest //Toen
zeide Keizer Napoleon 'tot Benjamin Constant//vóór alle
dingen de vrijheid van drukpers. Ik beu volkomen overtuigd
dat°het dwaas en ongerijmd zou zijn die te onderdrukken.""
En naar aanleiding van deze woorden spreekt hij daarenboven
over het vrije stemregtover verantwoordelijke ministers en
vrije openbare beraadslagingover de vrijheid der volken
en de daardoor gevorderde, opheffing van de wereldlijke magt
des Pausen en de Oostenrijksche overheersching van een
deel van Italië, over de .vrijheid der Amerikanen om over
Amerika te beschikken zonder tusschenkomst van Europa
en wat dies meer zijen altijd is de groote Napoleon zijn
profeetde onfeilbare op wien hij zich beroept.
En evenwel nogtaus en desalniettemin was deze rede geen
aangename lectuur voor een anderen vereerder van denzelfden
verheven geest, voor den neef des sprekers, den tegen woord igen
Keizer. Napoleon III was juist naar Algiers gegaan om de
Arabieren in persoon te verkondigen dat God hem de magt
over hen gegeven had en de Koran hen alzoo tot gehoor
zaamheid verpligte. Misschien had het bestuderen van den
Koran den Keizer zwaarmoedig gestemd, en hem andere
inzigten gegeven omtrent de te volgen staatkunde dan door
zijn neef waren verkondigd. Althans van Africa's noordkust
komt een brief van den volgenden inhoud:
-Ik kan niet nalaten u den pijnlijken indruk kenbaar te
maken dien de lezing van uwe te Ajaccio gehouden rede
op mij te weeg gebragt heeft." Nu wordt de Keizer ge
moedelijk, welligt nog onder den invloed van de lezing des
Korans: //Door u tijdens mijne afwezigheid achter te laten
om de Keizerin en mijn zoon ter zijde te staan als vice-
president van den Geheimen Raadheb ik u een bewijs van
mijne vriendschap en mijn vertrouwen willen geven in de
hoop dat uwe tegenwoordigheidzoo wat uw gedrag als uwe
Was zijn opmerking juist, dan zou men moeten ophouden
standbeelden te maken en het gedenkteeken te Ajaccio weer
moeten afbreken. Ds Keizer vergeet, dat men voor dat
beeld niet altijd op dezelfde plaats behoeft te blijven staan;
men kan er omheen loopenen het alzoowanneer men
slechts goede oogen heeft, van alle kanten bekijken. Zoo
is liet ook met historische figuren. De tijdgenoot kan ze
veelal slechts van eene zijde zienmaar het nageslacht heeft
meer vrijheidhet loopt er omheenbeziet ze van voren
van achteren, van ter zijde, neemt het decoratief weg
tempert het schitterend tooneellicht, en nu wordt de indruk
soms geheel anders. Alle tijdgenooten van Lodewijk XIV
bewonderden zijn oorlog- en staatsbeleid, en vooral zijn ko
ninklijke houding eu onverstoorbare waardigheid onder allerlei
omstandigheden en die waren soms moeijelijk genoeg. Im
mers vijf honderd personen waren er bij tegenwoordig
verhaalt Macaulay als hij 's morgens werd geschoren en
zijn broek aantrok. Hij knielde naast zijn bed en zei zijn
gebed op. terwijl de gsheele vergadering in eerbiedige stilte
het einde afwachtte, "de geestelijken op de knieënde leeken
met den hoed voor 't gezigt. Hij wandelde door zijn tuinen
met een gevolg van twee honderd hovelingen op de hielen.
Geheel Versailles kwam hem zien eten en drinken, 's Avonds
werd hij te bed gelegd te midden van een even groot gezel
schap als hem 's morgens had zien opstaan. Hij nam zijn
braakmiddelen in op even statige wijzeen vomeerde vol
koninklijke waardigheid in tegenwoordigheid van allzgrandes
en petites entrees. Ten slotte meende ieder dat hij een man
was van een hooge gestalte. Tachtig jaren na zijn dood
werd de koninklijke begraafplaats te St. Denijs gesehonden,
de graven werden geopenden liet bleek dat Lodewijk XIV
inderdaad een klein ventje was geweest.
Wij komen aan het slot van den brief van Keizer Napoleon.
Dat slot is alleraardigst en bevat voor den Prins een duchtige
les. //Wat iedereen in het oog valt is dit schrijft Aa-
poleon III - flat de Keizer, om regeringloosheiddie
geduchte vijandin der ware vrijheid te voorkomen, eerst
in zijn familie en vervolgens in het staatsbestuur een
strenge tucht had ingevoerd, daar hij slechts één wil, één
invloed liet gelden. Ik kan voor tb an evenmin
afwijken van die gedr a g s 1 ij n."— BegrepenPrins?
eerst orde en tucht in de familie! De Prins schijnt het zoo
goed begrepen te hebben, dat hij onmiddelijk omzijn ontslag
'als vice-president van den Geheimen Raad en als president
der commissie voor de algemeene tentoonstelling heeft ver
zocht. Dat ontslag is echter nog niet gegeven. Men zal de
terugkomst des Keizers uit Algerië afwachten. Misschien
wordt Prins Napoleon inmiddels wat kalmer. Welligt zal hij
den vrijen tijd, dien hij nu ruimschoots genieten kan, ge
bruiken om zich nog eens in de beschouwing te verdiepen
van het gedenkteeken te Ajaccio en rustig te overwegen
wat het al zoo te denken geeft. Welligt zal zich nu zijn
aandacht niet meer uitsluitend bepalen tot de hoofdfiguur.
Napoleon I, maar zal hij ook letten op de beelden der
broeders van den grooten Keizers. Welligt zal hij aan hen
loeren te buigen voor den eenigen wil, of als Lodewijk,
de Koning van Holland, in ballingschap te gaan.
-,,v' r>n - i j-
gesprekken betrof, zou getuigen van de eendragt die ui onze
familie heerscht." Men ziet het, de Keizer had het zoo
goed met hem voor, hoopte daarom dat hij nu zoet zou wezen,
en ziedaar nu! /'Het politiek programma zegt, de brief
verder dat gij onder bescherming van den Keizerlijken
naam hebt verkondigd, kan voor niemand dan voor de vij
anden mijner regering dienstig zijn. Bij uitspraken waarmee
ik mij niet kan vereenigen, voegt gij gevoelens van haat en
wrevel die niet meer van onzen tijd zijn." En nu komt
de Keizer tot Napoleon Iuit wiens denkbeelden de Prins
geput heeft. Zal hij nu den profeet verloochenen, en zijne
uitspraken in twijfel trekken Allerminstde groote man
is ook zijn profeet, op wien hij zieh gedurig beroept. Hij
neemt zijn toevlugt tot een gewoon middel. De profeet dien
gij aanhaalt, zegt hij, is wel van de goede soort, zijne uit
spraken verdienen onbepaald geloof, maar gij begrijpt hem
niet en verstaat zijne woorien niet. Wat vermeet gij u,
oningewijdeu op te werpen tot zijn priester Ikzelf
beproefde, zelf geroepen tot den troon, ik alleen ben gewijd
tot zijn orakel, ik ben de eenige priester die hem verklaart
of, om de woorden van den brief zelve te gebruiken:
//Om op de tegenwoordige tijden de denkbeelden des Keizers
te kunnen toepassen moet men de harde beproevingen van
de verantwoordelijkheid des bestuur hebben ondervonden.
En kunnen wij, nietige wezens, inderdaad de groote histo
rische figuur van Napoleon op hare juiste waarde schatten?
Wij vermogen het niet, evenmin als wij, voor een reusach
tig standbeeld geplaatst, den indruk van het geheel kunnen
weergeven. Wij zien alleen de zijde die zieli aan ons ver
toont "Van daar de ongenoegzaamheid der voorstelling en
het verschil der meeningen."
Wij nemen de vrijheid om even op te komen tegen deze
vergelijking des Keizers aan de beeldende kunsten ontleend.
BELGIE.
De wet tot, het gerechtelijk vervolgen van ministers is bij de
tweede stemming met 63 tegen 27 st. aangenomenterwijl
7 Afgevaardigden zich van de stemming onthielden. Door
de aanneming van het amendement van den heer Defréis
de wet slechts voor één jaar verbindend verklaard.
IMJITSEHEAK».
De Koning van Saksen heeft, bij gelegenheid der geboorte
van zijnen kleinzooneene amnestie verleend aan de staat
kundige veroordeelden van 1849.
Oldenburg heeft te Weenen en te Berlijn geprotesteerd tegen
het nemen eener eindbeslissing door de sleeswijk-holsteiusche
Stenden.
FRANKRIJK.
Den 27 is in den Moniteur een brief opgenomen door den
Keizer aan prins Napoleon gezondennaar aanleiding van
diens te Ajaccio gehouden reden. Z. M. hadna al de
gegeven bewijzen van vertrouwen niet gedacht, dat de prins
een politiek programma zou afkondigen't welk alleen ten
nutte kan komen van de vijanden der regeering en gevoelens
openbaart van haat en wrok [jegens Oostenrijk] die niet
meer van den tegeuwoordigen tijd zijn. Napoleon I had om
de regeeringloosheiddie eigenlijke vijandin der waarachtige
vrijheid, te breidelen, eerst in zijne familie en daarna in
zijn bestuur eene strenge tucht weten intevoerenzoodat
slechts aan één wil gehoorzaamd werd, en de Keizer mag
van die gedragslijn niet afwijken.
De prins heeft dadelijk bij onderdanigen brief, in de Presse
openbaar gemaaktzijn ontslag gevraagd als ondervoorzitter
van den Geheimen Raad en als voorzitter der commissie
voor de groote tentoonstelling in 1867. De Keizerin heeft
hierop, bij afwezen van haren gemaal, nog geene beslissing
willen nemen.
De maarschalk Magnanlid van den Senaat en bevelhebber
van het leger van Parijs, is na eene korte ongesteldheid, in
ruim 84jarigen ouderdom overleden.
Het Wetg. Lichaam heeft den 27 een voorstel afgewezen
strekkende om het voorzitterschap in de Raden van prefectuur
niet meer door de prefeeten te doen bekleeden. Het verwierf
niettemin het opmerkelijk aantal van 72 stemmen. Den 31
werd het voorstel betreffende de voorloopige invrijheidstelling
de afzondering en het toezicht der gevangenen met 120 tegen
96 st. afgekeurd en naar de commissie teruggezonden.
ITALIË.
Tengevolge van het in den ministerraad, onder voorzitting
des Konings, verhandelde, zal de heer Vegezzi naar Rome
terugkeeren om de onderhandelingen voorttezetten.