ALRMAARSCHE COURANT
lV. 35.
Zevenenzestigste J aargang.
s
Zondag
27 Augustus.
Bij deze Courant behoort een Bijbladbevat
tende advertentien.
(Dfficiëcl ©cbccltc.
fJoliticft ©ucrsicïtt.
2©lcl«dijfischc 3Öcvic!tteu.
h 71
y A\^ y
V if-
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentussclien 8 en 9 ure. Prijs per
jaar ƒ3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
HER M». COSTER ZOON.
De Advertentien kosten van 15 regels 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag'l uuringezonden berichten een dag
vroeger.
De BURGEMEESTER, Hoofd der Gemeente-Politie te
ALKMAAR',
Brengt ter kennis van de belanghebbenden, de navolgende
bepalingen van het wetboek van strafregtvan toepassing
op de besmettelijke ziekte van vee enz., luidende als volgt:
Art. 459. Ieder houder of oppasser van dieren of van meik
of siagtbeesten, die verdacht zijn van aangedaan te zijn van
besmettelijke ziekte, die niet dadelijk kennis daarvan gege
ven zal hebben aan den Burgemeester der gemeente, waar zij ge
vonden worden en die zefls vóór dat de Burgemeester op die ken
nisgeving geantwoord heeft, deze dieren of melk- of siagtbeesten
niet opgesloten gehouden zal hebben, zal gestraft worden met
eene gevangenis van zes dagen tot twee maanden en eene
geldboete van f 8 tot 100.
Art. 460. Desgelijks zullen gestraft worden met eene ge
vangenis van twee tot zes maanden en eene geldboete van
50 tot 250diegenendiein weerwil van het verbod
der regering, hunne besmette dieren of beesten onder anderen
zullen hebben laten loopen.
Art. 461. In geval uit dit laten loopen onder andere bees
ten eene besmetting onder ander vee ontstaan isrullen
diegenendie het verbod der regering overtreden zullen
hebbengestraft worden met eene gevangenis van twee tot
vijf jaren en eene geldboete van f 50 tot /500; alles onver
minderd de uitvoering der wetten en verordeningen betreffende
de veeziekten; en de oplegging der straffen daarbij gesteld.
De Burgemeester voornoemd verwittigt de belanghebbenden
dat de agenten van politie en justitie aan de naleving dezer
bepalingen ten strengste de hand zullen houden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 26 Aug. 1865. l)e Secretaris.
SPANJ AARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de gemeeutebegrooting voor 1866 op den 22 dezer
door hen aan den gemeenteraad is aangeboden, en van af den
28 dezer gedurende 14 dagen ter lezing van de belangheb
benden ter secretarie is nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
den 26 Aug, 1865. De Secretaris.
SPANJAARDT.
VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 30 Augustus 1865, ,des namid
dags ten 1 ure. Namens deu Voorzitter van den Raad
SPANJAARDT.
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te
ALKMAAR maakt bekend, dat van Maandag 28 Augustus
tot Zaturdag 2 September e.k., van 's voormiddags 10 tot
's namiddags 2 uren in haar gewoon lokaal op het Stadhuis,
ter lozing zullen liggen:
1. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot-
Brittanje en Ierland, gedurende de maanden February en
Maart en de overige maanden van 1865.
2. Statistiek van den handel en de scheepvaart van Konings
bergen in 1864.
3. Tabellarisch overzigt van de in- uit- en doorgevoerde
koopwaren in het Zwitsersche Bondgenootschap.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voorn..
Alkmaar. F. M. van du VELDE, Voorz.
26 Aug. 1865. J. P. KRAAKMAN, Secret.
De bergen hebben een muisje gebaard.Dit zal het oor
deel van velen zijn over het veel besprokente Gastein
gesloten en te Saltzburg bekrachtigde verdrag tusschen Oos
tenrijk en Pruisen. Wij kunnen ons met die meening ver
eenigen doch tevens stemmen wij in met hen die gelooven
dat de gevolgen van dit verdrag uiterst belangrijk zullen
zijn of om bij onze beeldspraak te blijven dat dit
muisje een staartje zal hebben.
Regeling van het gemeenschappelijk bezit is inderdaad de
hoofdinhoud van het verdrag. Er is nangenomen dat Sleeswijk-
Holstcin aan niemand anders toebehoort dan aan Pruissen
en Oostenrijk; en om nn alle botsingen tusschen die beide
machten te vermijden heeft men een zeer eenvoudige ver
deeling van den arbeid aangenomen. Oostenrijk zal Holstein
en Pruisen zal Sleeswijk besturen. Dit alles is wel niet
anders dan handhaving en regeling van den voorloopigen
reeds bestaanden toestandimmers Pruisen en Oostenrijk
waren reeds feitelijk in het bezit der beide Hertogdommen
en krachtens den afstand van den Koning van Denemarken
de eenige wettige souvereinen dezer landen, maar de hand
having van dien toestand die tot, nog toe als geheel van
feitelijken aard en als een noodzakelijk uitvloeisel van den
gevoerden oorlog kon beschouwd worden is niet tot stand
gekomen dan na overweging der aanspraken van anderen
in 't bijzonder van die van den Erfprins van Augustenburg.
De bekrachtigiug van den medeëigendom der beide groot.e
Duitsche mogendheden is dus tevens de veroordeelitig dei-
aanspraken van de verschillende mededingers naar de nieuwe
kroon. Die aanspraken zijn gewogen maar te licht bevonden.
'Oostenrijk en Pruisen hebben aangenomen dat de Koning
van Denemarken de eenige wettige heer was van Sleeswijk-
Holstein, dat noch Augustenburg noch iemand anders eenig
beter recht bezat dan deze vorst en dat die rechten thans
behooren aan Oostenrijk en Pruisen waaraan zij door den
.Deenschen Koning ten gevolge van een voor hem noodlottigen
oorlog zijn overgedragen. Dat dit door deu Erfprins van
Augustenburg duidelijk is begrepen blijkt uit het door hem
gevraagde en door Pruisen aanstonds verleende ontslag uit
de Pruisische krijgdienst. Algemeen is men dan ook van
meeningdat de Erfprins thans niet3 beters kan doen dan
de Hertogdommen verlaten; na de genomen beslissing zouden
zijne haudelingen licht het rarakter van landverraad en
majesteitsschennis kunnen krijgen, als gericht tegen de wet
tige regeeriug des lauds en de niet minder wettige souverei
nen den Keizer van Oostenrijk en den Koning van Pruisen.
De overige beschikkingen betreffen in de eerste plaats
Lauenburg, dat geheel aan Pruisen wordt afgestaan tegen
een uitkeering van 2{. millioen Pruisische Thaler. Voorts
zal llendsburg een Boudsvesting worden met Pruisische be
zetting, en Kiel een Bondshaven onder bestuur en bescher
ming van Pruisendaartoe zullen zich de beide mogendhe
den tot de Bondsvergadering wenden, welk lichaam alleen
bevoegd is om deze of gene stad tot Bondsvesting of dit
is iets uieuws tot Bondshaven te verklaren. Daarenboven
ontvangt Pruisen vergunning om een kanaal te graven tot
verbinding der Oostzee met de Noordzee.
Pruisische bezetting in Rendsburg, Pruisisch bestuur en
Pruisische vestingwerken en bezetting in Kiek Pruisisch ka
naal, Lauenburg aan Pruisen altijd is het Pruisen dat een
recht of een voordeel erlangt, terwijl het overige tusschen
Oostenrijk en Pruisen nog onbeslist blijft. Moeilijk is het
dus niet te zeggen, welke der heide bondgenooten bij liet
verdrag de overwinning heeft behaald. Dit wordt in Duitsch-
land en in Oostenrijk zelf gevoeld, erkend en te gelijk ver
klaard. De uitsla^ der te Gastein gevoerde onderhande
lingen schrijft een Weener correspondent, zal in de Her
togdommen een ouaangenamen indruk maken, ea een zwareu
slag toebrengen aan het vertrouwen dat men aldaar tot dus
verre in Oostenrijk gesteld heeft. In het Saksische regee-
ringshlad wordt gesproken van de zwakke staatkunde van
Oostenrijk, en tevens opgemerkt, dat de middelstaten, zoo
Oostenrijk hunne hulp rnoeht inroepen, ongetwijfeld voor de
rechten, de eer en de macht van Duitschland in de bres
zouden springen, doch even ongetwijfeld niet te bewegen
zouden zijn om zich voor bijzondere Oostenrijksche belangen
op te offeren.
Deze beschouwingen verklaren ook eenigermate. hoe Oos
tenrijk zoo bereid bevonden wordt om zieh naar Pruisen te
schikken, wanneer het, zelf bij de zaak geen bijzonder belang
heeft. De Oostenrijksche Keizerstaat kan zieh niet geheel
aan uitsluitend Duitsche belangen wijden, omdat hij zelf
slechts voor een klein deel een Duitsche staat is en een
aantal belangen heeft te behartigen die geen Duitsche be
langen zijn, en om dezelfde reden kunnen de middelstaten
zich niet onvoorwaardelijk bij Oostenrijk aansluitenimmers
Oostenrijk zou meermalen hunne hulp kunnen inroepen voor
zaken, waarbij wel Oostenrijk, maar niet Duitschland belang
heeft, tenzij wellicht een tegenovergesteld belang. Eu welke
hulp is liet, die Oostenrijk in sommige gevallen zou verlan
gen Welk bondgenootschap zou het onder mogelijke om
standigheden wenschelijk voor zich achten Het antwoord
ligt voor de hand: de hulp der bajonetten, een bondgenoot
schap dat zich laat hooren uit getrokken vuurmonden. Daarom
wordt de goede verstandhouding met. Beieren en Wurtetn-
berg en Saksen en al die zoogenaamde middelstaten op zoo
lagen prijs gesteld tegenover een bondgenootschap met Prui
sen bij een mogelijken strijd met dezen staat, die een goed
en talrijk leger en naar men wil de beste vuurwapenen van
alle Europesche staten bezit, zou de goede wil der middel
staten, zelfs zoo die al in gewapenden bijstand mocht over
gaan, niet veei baten, en de Pruisische Kreuz-Zeitung had
stellig gelijk toen zij onlangs verklaarde: eerst dan zou er
voor den heer von Beust (den Saksischen minister-president)
en zijn's gelijken kans bestaan om meê te rekenen in de
schaal van het europeesch evenwicht, indien de oneenigheden
der groot.e mogendheden voortaan niet meer beslecht werden
door de scherpte des zwaards, maar door mannen-kwartetten
en door de macht des gezangs.
Mannen-kwartetten en gezang behoeven zeker ook niet
zwaar te wegen waar het om het lot der volken te doen
is; maar dat recht, en billijkheid even weinig afdoen en alleen
het zwaard de schaal doet overslaan, dat is treurig genoeg,
daarvan zullen ongetwijfeld de Sleeswijk-Holsteiners zeiven
in de eerste plaats al de bitterheid gevoelen, wanneer zij
zieh afvragen waarom er altijd over hen en voor hen maar
steeds buiten hen gehandeld wordt, waarom hun gevoelen,
hunne meening, hun verlangen niet gevraagd wordt wanneer
het hunne zaken geldt. Hunne zaken ziet., juist hierin
vergissen zij zich, dat zij meenen dat Pruisen en Oostenrijk
wanneer er sprake is van Sleeswijk-Holstein naar de be
langen der Sleeswijk-Holsteiners vragen. Als Pruisen en
Oostenrijk onderhandelen deukt Pruisen natuurlijk aan de
belangen van Pruisen, en Oostenrijk aan die van Oostenrijk
en dat het nu juist Sleeswijk-Holstein is waarover zij onder
handelen, is niet meer dan toevallig en geeft natuurlijk aan
de Sleeswijk-Holsteiners geen recht om meê te spreken.
Daarom vermaant do Hamburger Börsen-Halle de Sleeswijk-
Holsteiners ook tot gelatenheid en berusting. Zij moeten
bedenken dat de getroffen schikking gebiedend werd voor
geschreven door den politieken toestand Oostenrijk had de
keus, afstand te doen van zijne medeëigendomsrechten of
het gevaar van elk oogenblik naar de wapenen te moeten
grijpen met andere woorden Oostenrijk zou wanneer het
de Sleeswijk-llolsteinsche kwestie beslist, had willen hebben
het gevaar van oorlog met Pruissen alleen hebben kunnen
vermijden door alles aan Pruisen over te geven. Het gevaar
van den oorlog wilde het niet, evenmin afstand van alles aan
Pruisen, en daarom bleef de hoofdzaak onbe-list en de voor-
loopige toestand gehandhaafd. De Sleeswijk-Holsteiners moe
ten zich nu maar troosten met de gedachte dat de getroffen
overeenkomst nog het beste is wat er voor hen gedaan kon
worden zich niet aanstonds laten ontmoedigen maar aan
de gebeurtenissen den tijd laten .om tot rijpheid te komen.
Het onderscheid tusschen groene en rijpe gebeurtenis
sen is ons niet duidelijken daarom weten wij ook niet
wat wij onder //lot rijpheid komende gebeurtenissen" moe
ten verstaan. Misschien verstaan de Sleeswijk-Holsteiners
deze diplomatentaal beter; of zij er echter krachtige troost
gronden in zullen ontdekken, betwijfelen wij. Het is ver
standig dat de landman de vruchten tot rijpheid laat komen
maar hij zal zeker weinig getroost zijn, als het niet waar
schijnlijk is dat hij ze plukken zal. Zoo kan ook de Slees-
wijk-Holsteiuer zich moeilijk opwinden met //rijpende" gebeur
tenissen, wanneer hij vermoedt dat zij ten hate van andereu
zuilen strekken. Maar de Sleeswijk-Holsteiners zijn met
de rijpende gebeurtenissen zeer tevreden zegt de Pruisi
sche Provincial-Correspondenz de landsregeering te Gottorp
is eindelijk zelve tot de overtuiging gekomen dat er paaien
perk gesteld moet worden aan deu moedwil van dagblad
schrijvers en genootschappen die zich onbetamelijke uitvallen
veroorloven tegen een der beide Sleeswijk-Holsteinsche sou
vereinen, Pruisen of Oostenrijk. Men vraagt, waaruit die
overtuiging der landsregeering is gebleken; maar daarop
geeft de Corresponded geen antwoord. Dit blad schijnt de
meeuing en den wensch der Sleeswijk-Holsteiners als bij in
geving te weten: wellicht zullen de Pruisische bladen op
deze wijze voortgaan met ons omtrent de begeerten van de
bewoners der Elbe-Hertogdommen te onderrichten, en dan
is er ook waarlijk geen raadpleging der natie, geen volks
stemming noodig-,
BELCIE.
Te Brussel zal een blad verschijnen genaamd le Catholiquc,
geredigeerd door den hekenden L. Veuillot.
Den 13 had de heer Depret van Antwerpen de onvoor
zichtigheid om in de kurzaai te Ostende de door het orohest
gespeeld wordende Brabangonne uit te fluiten. De kapitein
Chazal, zoon van den minister van oorloggaf hem een slag
in het gezicht, waarop eene uitdaging volgde. Bij het den
18 te Brussel gehouden duël is de heer Chazal gewond.
De bisschop van Namen is overleden. Het bijzetten van
zijn lijk in de hoofdkerk wordt door de liberalen weder aan
gemerkt als eene schending van de wet op de begraafplaatsen.
Het stedelijk bureau van liefdadigheid te Mechelen heeft
bepaald, dat, voortaan elke onderstand zal worden onthouden
aan die behoeftigen wier kinderende gemeente-scholen niet
bezoeken. De gemeenteraad is ten aanzien van eene klacht
hierover, overgegaan tot de orde van den dagtot groot
misnoegen der katholieke minderheid.
ENGELAND.
Den 21 hebben de aandeelhouders van de transatlantische
telegraafmaatschappij besloten om vermits het gevorderde
jaargetijde, eerst in het voorjaar van 1866, maar dan ook met
kracht, den mislukten arbeid te hervatten.
In Ierland heeft men ter afweering der gevreesde vee
ziekte, een verbod van den invoer van vee uit het buitenland
verlangd. Het afslaan van dat verzoek heeft veel ontevreden
heid verwekt en op eene deu 21 te Dublin gehouden open
bare vergaderingwaaraan vele aanzienlijke personen deel
namen is deze zaak met deu hoogsten ernst behandeld en
besloten om krachtiger aandrang te bezigen.
FRANKRIJK.
De Keizer en Keizerin hebben zieh van Straatsburg naar
liet kasteel Arenenberg, aan het meer van Constanz, bege
ven, waar de Keizer zijne jongelingsjaren heeft doorgebracht
en zijne moeder, Koningin Hortenseis overleden. Den 21
vertrokken zij van daar weder naar Zurich en Bern.
Den 15 is te Rouaan een standbeeld van Napoleon I in
gewijd de maarschalk Vaillunt vertegenwoordigde bij deze
plechtigheid den Keizer.
Den 31 zal in het departement der Oostelijke Pyreneeën
het standbeeld van Fr. Arago onthuld worden; zijn zoon
Emm. Arago heeft aan de commissie geschreven dat hij aan
de uitnoodiging om tegenwoordig te wezen niet zal voldoen,
omdat men alleen den geleerde en niet tevens den republi-
keinsclien staatsman wil vereeren.
De directeur, de drukker en 2 redacteuren van het dagblad
le Candide zijn wegens liet uitgeven van een niet geautho-
riseerd blad en het schrijven van artikelen kwetsend voor
de openbare zedelijkheid en de erkende kerkgenootschappen,
veroordeeld tot, gevangenisstraf van 313 en 0 maanden
en elk 100 fr. boete.
Bij Keiz. besluit is de ministeriëele beschikking lot schor
sing van le Courier du Dimanche vernietigd, zoodat ook Z. M.
het gevoelen deelt, dat na het straffen van een dagblad vo
rige waarschuwingen vervallen zijn.
De maritieme feesten te Cherbourg zijn door het slechte
weder deels verhinderd, deels mislukt. Den 19 kwamen de
vereenigde vloten te Brestwaar zij gunstig weder getroffen
hehbein Abd-el-Kader bevindt zieh daar ook en is de eigen
lijke held van het feest.
Te Laon is de candidaat der oppositie de Tillancourt ver
kozen met 16000 tegen 13000 stemmen. Beter slaagde de
regeering in het dep', van de Landeswaar van de 39000
ingeschreven kiezers 28000 opkwamen en alle stemmen op
81 na, zich verklaarden voor graaf Walewski. Om hem Pre
sident van het Wetg. Lichaam te kunnen makenwas do
Afgevaardigde Corta tot Senateur verheven. De oppositie
had geen candidaat gesteld.
De minister van binn. zaken heeft, even als ten vorigo
jarede voorzitters der Algemeene Raden hij circulaire ver
zocht, om zich bij de opening dier vergaderingen te ont
houden van het uitspreken van staatkundige redevoeringen.
Tc Nimes zijn dezer dagen stierengevechten gehouden
waarbij het zeer wreedaardig is toegegaan, en welke door
duizenden toeschouwers zijn bijgewoond.
ITALIË.
Prins Amadeus, die den Koning als doopgetuige van den
jonggeboren prins van Portugal zon vertegenwoordigen, is