ALKMAARSCHE COURANT
N°. ST.
Zevenenzestigste J aarga ng.
1865'
Zondag:
SO September.
pk'fTWHh,
i*
(JDfficiccl (Scbccltc.
Politiek (tDoccsicltt
02Hckelijksicitc ücvichtcu.
:Sf
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentussehen 8 en 9 ure. Prijs per
laar f 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
EER M». COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor
elke regel meer 15Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag uamiddag'l uuringezonden berichten een dag
vroeger.
De BURGEMEESTER, Hoofd der Gemeente-Politie te
ALKMAAR
Brengt, ter kennis van de belanghebbenden, de navolgende
bepalingen van het wetboek van strafregtvan toepassing
op de besmettelijke ziekte van vee enz., luidende als volgt
Art. 459. Ieder houder of oppasser van dieren of van meik
of slagtbeesten, die verdacht zijn van aangedaan te zijn van
besmettelijke ziekte die niet dadelijk kennis daarvan gege
ven zal hebben aan den Burgemeester der gemeente, waar zij ge
vonden worden en die zefls vóór dat de Burgemeester op die ken
nisgeving geantwoord heeft, deze dieren of melk- of slagtbeesten
niet opgesloten gehouden zal hebbenzal gestraft worden met
eene gevangenis van zes dagen tot twee maanden en eene
geldboete van ƒ8 tot 100.
Art. 460. Desgelijks zullen gestraft worden met eene ge
vangenis van twee tot zes maanden en eene geldboete van
f 50 tot f 250, diegenen, die, in weerwil van het verbod
der regering hunne besmette dieren of beesten onder anderen
zullen hebben laten loopen.
Art. 461. In geval uit dit laten loopen onder andere bees
ten eene besmetting ouder ander vee ontstaan is, zullen
diegenen, die het verbod der regering overtreden zullen
hebben gestraft worden met eene gevangenis van twee tot
vijfjaren en eene geldboete van f 50 tot ƒ500; alles onver
minderd de uitvoering der wet ten en verordeningen betreffende
de veeziekten; en de oplegging der straffen daarbij gesteld.
De Burgemeester voornoemd verwittigt de belanghebbenden,
dat de agenten van politie en justitie aan de naleving dezer
bepalingen ten strengste de hand zullen houden.
Alkmaar, Be Burgemeester voornoemd,
den 26 Aug. 1865. A. MACLAINE PONT.
De onderstaande personen worden verzocht zich binnen de
eerstvolgende acht dagen aantemelden ter gemeente-secretarie
(iafdeeling Bevolking.-
NICOLAAS van DUMMELEN, laatste woonplaats Amers
foort, VOLKERT ZWIER, 1. w. Koedijk. LEÜNARDUS
EWALD I. w. N. Niedorp, GERARDUS RUIJS, 1. w.
Megen WILLEM PETRUS PAULEN 1. w. Heemstede
JAN WESTERMAN, 1. w. Utrecht, ALIDA SANDBERG,
1. w. HoornELISABETH VISSER 1. w. Amsterdam
ÉVALINA DAVIDSON, 1. w. Beverwijk.
Nog altijl blijven de nabetrachtingen over het verdrag te
Gastefn aan de orde van den dag. Alle bladen vloeien over
van beschouwingen Oostenrijksche en Pruisische, Duitsche,
Pransche en Engelsche en daarom durven wij er ook nog
eens op terug komen. Reeds merkten wij op hoeveel in
vloed de voorloopige regeling zal hebben op de eindbeslis
sing wij zagen, dal: Pruisen reeds een paar belangrijke vaste
punten in Holstein heeft bekomen Rendsburg en Kiel, dat
het vrijheid heeft erlangd om een verbindingskauaal te gra
ven tussehen de beide zeeën, en Lauenburg heeft ingeslikt.
Voeg daarbij dat het een belangrijke telegraaf- en postdienst
in Holstein zal bezitten en het wordt duidelijk, dat net zelfs
van het door Oostenrijk te besturen Holstein inderdaad
meester zal zijn. Een krachtige nabijgelegen staat, die
zulke punten in handen heeftbeheerscht het land, ook al
wordt het overigens door een anderen meer verwijderden
staat bestuurd. Waar Pruisen het meeste belang in stelt
heeft, het alzoo reeds verkregen. Meer dan eens toch heeft
het doen blijken, dat het een afzonderlijken vorst over de
Hertogdommen zou willen d.lden, mits hij zich met betrek
king tot de zee- en landmacht, teil nauwste aan Pruisen ver
bond en al verrijst, er nu ook zelfs vroeger of later een
ejo-enSleeswijk-Uolst.einsche HertogPruisen heeft de be
langrijkste punten van zijn gebied iu bezit, bestuurt tele
graaf- en postdienst, en heeft een kaDaal dwars door het land.
'Men verbeelde zich de mate van onafhankelijkheid van dezen
nieuwen Hertog Waarlijk hij kan niet anders doen dan een
zeer innige verbintenis met, Pruisen aangaan dat iszich
geheel aan Pruisen overgeven, iu naam Hertog en inderdaad
Pruisen's stadhouder zijn. Doch wal redeneeren wij Reeds
wordt gemeld, dat Pruisen met de verdediging der beide
Hertogdommen belast is, en dat, weike ook later de regee-
ring dier landen moge zijn hunne strijdkrachten steeds
ter beschikking van Pruisen zullen staan.
Nog een zeer belangrijk punt, is tevens door de voorloo
pige schikking uitgemaakt Pruisen en Oostenrijk alleen zul
len over het lot der Hertogdommen en de aanspraken der
sollicitanten naar den troon beslissen. Geen ander zal
"eroepen worden om mede iu deze rechtbank zitting te ne
men ook niet de Duitsche Bond. Dat zullen Beieren en
Saksen en Wurtemberg niet dulden beweeren sommige
bladen de laatste onderhandelingen tussehen de ministers de
zer staten hebben wel tot het besluit geleid om afstand te doen
van hunnen eiscli tot verheffing van den Erfprins van Aug'usten -
burg op den nieuwen troonmaar om zich van nu af te be-
pale"n tot, het handhaven der rechten van de Bondsvergade
ring Dil wordt zelfs, wat Beieren betreft, niet toegegeven, daar
deze staat meer dan ooit gezind zou zijn om de rechten van den
Erfprins le steunen. Wij zijn echter van meening dat de Duitsche
middelstaten alles zullen dulden wat Pruisen en Oostenrijk te za-
men zullen goedvinden, en dat zij nog dikwijls gelegenheid
zullen hebben om zich te oefenen in het afstand doen van
allerlei eischen en wensehen, gelijk zij nu afstand zouden hebben
eed aan van hunne eischen ten behoeve van den Augustenburger.
Daar de voordeelen van Pruisen bij het verdrag zoo sterk
in het oog springen zoekt men met te meer ijver naar die
van Oostenrijk, echter zonder meer te vinden dan de 2'
millioen Deensche rijksdaalders die hetniet van Pruisen
maar van de Hertogdommen zeiven ontvangen zal als tegen
hanger van de inlijving van Lauenburg bij Pruisenwant
hierin hebben de verdedigers der Oostenrijksche staatkunde
gelijk, dat die 2j millioen min juist genoemd worden de prijs
waarvoor Lauenburg aan Pruisen is verkocht. Lauenburg is
is niet verkocht aan Pruisen zeggen zij dat kan men
Oostenrijk niet ten laste leggendat is laster, zoo laag han
delde het nooit. Juist, diplomaten; een koop was liet niet;
want dan zou de kooper den koopprijs moeten betalenen
dat doet Pruisen niet. 't Is niet anders dan een aanvanke
lijke verdeeling van den buitPruisen neemt een Hertog
dommere naar het schijnt niet legen de wensehen der in
woners, en Oostenrijk dat in Noord-Duitsohlaud geen grond
gebied geen afgelegen onroerend goedmaar zooveel t.e
beter het zeer roerendebruikbare en verbruikbare geld kan
gebruikenneemt 2^ millioendoor de Hertogdommen bij
een te brengen. Ziet, dat maakt een belangrijk verschil;
Oostenrijk kan alzoo altijd het hoofd fier verheffen en met
gepaste verontwaardiging uitroepen ik heb geen handel ge
dreven in inenschenvleeseh zooals de democraten mij ver
wijten ik maakte mij niet. schuldig aan zielverkooperij ik
deelde slechts met mijn spitsbroeder een deel van den buit,
hij kreeg landen ik geld.
Andere voordeelen voor Oostenrijk dan de 2^ millioen kan
men echter in het verdrag niet ontdekken. Staat dit tegen
over Lauenburg, vraagt men, wat staat dan tegenover de
groote voordeelen aan Pruisen in Holstein toegekend En
daar men niets vindtspreekt men van geheime bepalingen
Pruisen zou zich namelijk verbonden hebben om aan de
Bondsvergadering voor te te stellen, aan Oostenrijk liet bezit
van al zijn landenook de niet Duitschete waarborgen
maar dan zou Pruisen ook Holstein krijgenalweer tegen
schadeloosstelling in geld aan Oostenrijk. Welk een heerlijke
aanwinst zou dit zijn voor de overige Duitsche staten de
eer te genieten Oostenrijks bezittingen buiten de Duitsche
grenzen in geval van nood te verdedigen! Doch dit zijn
geheime bepalingen en wij weten er alzoo nog niets van
Laat ons tot de openbare terugkeerenook daarin wordt,
voor de eer der Bondsvergadering en der middelstaten
gewaakt.
Behalve de voorstellen om Rendsburg tot een Bondsves-
ting en Kiel tot een Boudshaven le maken zullen Oosten
rijk en Pruisen aan de Bondsvergadering uog voorstellen om
over te gaan tot het bouwen van een Duitsche oorlogsvloot.
Ziedaar dan een nieuw dro.pmbe<;ld der Duitsche volksman
nen door de beide Duitsche groote mogendheden overgeno
men Reeds hebben zij het Duitsche land tot aan de Belt
den vreemdeling verlost,en nu willen zij de Duitsche
vloot, in het leven roepen. Het zal echter de vraag zijn, of
de Bondsvergadering zeer ingenomen zal zijn met het plan
na de behandeling die zij in den laatsten tijd van Pruisen
en Oostenrijk heeft ondervonden. Misschien zullen sommigen
in dit voorstel een poging willen zien om van geheel Duitsch-
land bijdragen te bekomen tot de uitrusting van een vloot,
waarvan Pruisen, en wellicht ook Oostenrijk, zich bijvoor-
komende gelegenheid zal kunnen bedienen of die bij verschil
van meening een even eervolle rol zal kunnen vervullen als
de Boudstroepeu iu Holstein.
Van het nieuwe Oostenrijksche ministerie verneemt men
tot nog toe niets anders dan beloften en programma's. Nog
schijnt het niet geheel zeker, in welke richting het zich be
wegen zal. Onlangs werden namen genoemd van bekende
mannen van den teruggang uit vroegere dagenaan wie op
nieuw aanzienlijke staatsambten zouden worden toevertrouwd;
doch daarvan is nog niets met zekerheid bekend. Intusscken
verklaart het ministerie, dat het de historische rechten der
verschillende kroonlanden zal eerbiedigen zonder te kort te
doen aan de eenheid en de macht der Oostenrijksche monar
chie dat het de zelfstandigheid van de verschillende deelen
des Keizerrijks in overeenstemming zal brengen met de ei
schen eener groote Europesche mogendheid. Dat is zeker
geen kwaad programma. Wie zou er zich niet meê willen
vereeuigen Het is echter niet de eerste maal dat het in
Oostenrijk is voorgedragen. Tot nog toe is evenwel niemand
er in geslaagd om liet uit te voeren. Zal liet. tegenwoordige
ministerie beter slagen Niemand zal daarop licht toestem
mend antwoorden; evenwel komt het ons voor dat dit mi
nisterie hierdoor iets boven het, vorige vooruit heeftdat het
er minder naar schijnt te streven om de zelfstandigheid der
deelen ondergeschikt te maken aan de eenheid des geheels,
AL men Venetië uitzondert, welks bezit een voortdurende
lastpost en milde bron van onrust, voor Oostenrijk is, schijnt,
er in de verschillende Kroonlanden weinig lust tot afschei
ding en veel gehechtheid aan het, regcereud huis gevonden
te worden. Hongarije gaf nog onlangs daarvan duidelijke
blijken. Wanneer nu maar niot alles op de Duitsche leest
geschoeid behoeft te worden en zich moet schikken naar de
inzichten der eenheidsmannen te Weenen dau zal bij vol
doende zelfstandigheid der Kroonlanden en tegemoetko
ming aan de wensehen van Hongaren, Croaten enz. nog-
tans de bond die ze bijéén houdt sterk geuoeg bevon
den wor ten om den Oostenrijkschen Keizerstaat voor ver
brokkeling te bewaren en hem een krachtige houding
naar buiten te geven. Maar dan zou Oostenrijk zich
minder als Duitsche mogendheid moeten gedragen, en niet
iu naam van het Duitsche vaderland ten behoeve van Prui
sen Noord-Duitsche Hertogdommen gaan veroveren, al ont
vangt het ook later als schadevergoeding 2| millioen Deen
sche rijksdaalders. Maar Oostenrijk heeft een roeping in
Duitschland te vervullenbeweert men. Wellicht zouden
de Hongaren en Croaten hierop kunnen antwoorden dat bet
den Keizer vrijstaat, zich allerlei roepingen te scheppen en
zich nu en dan een schoone taak op te leggen maar dat,
ze niet inzien dat zijHongaren en Croaten evenzeer daar
toe geroepen zijn en moeten medewerken. Ook zou men
mogen betwijfelen of de Duitsche staten zeer tevreden zijn
over de wijze waarop Oostenrijk zijn roeping vervalt. Wan
neer Oostenrijk niet nederzat in de raad der Duitsche vor
sten maar geheel zelfstandig als Europesche mogendheid
zich met Engeland en Erankrijk verklaarde tegen de roofzucht
van dezen of genen machtigen nabuur, dan zouden de vrij
heid en onafhankelijkheid der Duitsche staten ongetwijfeld
een even sterken waarborg bezitten als nu Oostenrijk voorzit
in de Bondsvergadering te Frankfort,
BELOIE.
De invoer van rundvee is aan de land- en zeegrenzen
verboden. De ziekte heeft zich reeds geopenbaard in eene
kleine vlaamsche gemeente.
De studenten van Breslau Weenen, Bologna en Lissabon
zullen zich doen vertegenwoordigen op het internationale
studenten-congres te Luik.
DENEMARKEN.
2200 Noord-sleeswijkers, waarvan 700 dames hebben een
bezoek aan Kopenhage gebracht. Den 4 te Korsoer ont
scheept en verwelkomd, begaven zij zieli met2 extra-treinen
naar de hoofdstad, waar zij met uitbundig gejuich ontvangen
en grootcndeels bij de inwoners gehuisvest werden, 's Avonds
werd een feest in de Alliambra gegeven. Den 5 deden de
gasten over den spoorweg een tochtje naar Roeskilde ter
bezichtiging van de domkerk en den koninglijken grafkelder.
Den 6 werd eene wandeling gedaan naar den Sleeswijkschen-
steen waar liederen gezongen en toespraken gehouden werden
en daarna een groot feest in de Diergaarde gegevenwaarbij
4000 dischgenooten in eene opgerichte feestzaal te zamen
waren en 't welk door een bal besloten werd. Den 7 werd
te t'huisreis weder aangenomen.
DlIITSEHLAN D.
De zoogenaamde oommissie van zes en dertig beeft den 3
te Leipzig besloten om tien 1 October te Frankfort een
congres te houden van duitsche parlementsleden.
E N Cf E li A N D.
hebben het, stedelijk bestuur en de ingeze-
Den 31 Aug.
tenen van Portsmouth een prachtig feest gegeven ter eere
der fransche vloot; den 2 Sept. heeft deze de reede verlaten.
De heerschende veeziekte beeft zich ook in het iersche
graafschap Donegal vertoond.
FRANKRIJK.
Abd-el- Kader is den
Vóór zijn vertrek heeft
vroegere bewaarplaats
plechtigheid ontvangen
3 van Parijs naar Lyon vertrokken,
hij het kasteel van Amboisezijne
bezocht en is hij daar met groote
door de vrijmetselaars uit Tours
Blois en omliggende steden.
De Koning van Portugal heeft thans deu Keizer verzocht
om doopvader over zijn zoon te willen zijn.
Graaf IKalewski is benoemd tot voorzitter van het Wet
gevend Lichaam.
De regeering heeft een besluit vernietigd van den raad
van het dept. Seine et Marne, strekkende tot het indienen van
een verzoek bij den Keizer, om zelf de wettigheid der ver
kiezingen te beoordeelen en zelf het bureau te benoemen.
De raad wordt geoordeeld hierdoor buiten zijne bevoegdheid
te zijn gegaan.
De in- en doorvoer van uit EngelandNederland en
Belgie afkomstige runderen en huiden is verboden.
ITALIË.
Het ontslag van den minister Lanza is aangenomen. Tot zijn
opvolger is benoemd de minister Natoli, die, bij de porte
feuille van binn. zakenook die van openbaar onderwijs
behoudt.
De bewegingspartij doet zich zeer gelden tegen de aan
staande verkiezingenhaar aanvoerder te Turijn is de heer
Ponza de San Martinogewezen gouverneur der uapelsche
provinciën. Do heer Tecchiovoorzitter der Kamer, heefter
zich bij aangesloten. De gematigde partij staat onder de
leiding van den lieer Massimo d'Azeglio.
Te Brescia hebben ernstige onlusten plaats gehadter zake
van de invordering der belastingenhet stadshuis werd aan
gevallen en bijna geheel ledig geplunderd. Wijl de nationale
garde te kort schoot, moesten de troepen de orde herstellen.
De Kamer is ontbondende nieuwewaartoe de verkie-
kiezingen den 22 October geschieden, moet den 15 Novem
ber bijeenkomen.
Te Napels is de verjaardag van Garibaldi's intocht luis
terrijk gevierd.
Men spreekt van een huwelijk tussehen prins Amadeus en
de oudste dochter der Koningin van Spanje.
KERKELIJKE STAAT.
Deu 3 is Josef Bonaparte, prins van Musignano, te Rome
overleden. Hij was de kleinzoon van Lucien en de zoon van
den prins v. Canino en in 1824 te Philadelphia geboren.
OOSTENRIJK.
De minster van justitie heeft de advocaten-generaal aan
geschreven om slechts zulke drukpersovertredingen te ver
volgen die bepaald misdadig zijnmoetende de regeering
zich niet lichtgeraakt betoonen maar haar voordeel doen met
eene grondige toetsing harer maatregeenl.
Prins Ladislaus Czartorgskide leider der aristocratische
partij onder de uitgeweken polenheeft zich deels uit ont
moediging, deels wegens het afsterven zijner moeder en ge
malin aan de publieke zaken onttrokken en gaat op zijne
goederen in Galieie leven.
De heer v. Stubenrauch, hoogleeraar in de rechten, lid van
den gemeenteraad advocaat en kassier eener spaarbank voor
de arbeidende klasse te Weenen, heeft zich en zijne vrouw
door middel van vergiftiging het, leven benomen. Hij had
zich een deel der fondsen van die spaarbank toegeëigend e»
was niet in staat, zulks te vergoeden