ALKMAARSCHE COURANT
Zevenenzestigste J aargang.
j\°. 39.
Patenten.
Zondag
24 September.
VEEZIEKTE.
(Officieel Ocbccltc.
IJoltticfi ©ucrzicht.
[fi.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post f 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
EER M». COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor
elke regel meer 15Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag'l uuringezonden berichten een dag
vroeger.
PROVINCIE NOORD-HOLLAND.
AAKBESIEOING.
Op Donderdag don 28 September 1865, des namiddags ten
half drie urezal aan hel lokaal van het provinciaal bestuur
van Noord-Holland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden
aanbesteed
Het onderhouden van de Heldersche zeewe
ring en van de gebouwen en toestellen in het
Landshok aan den Helder, van 1°. October
1865 tot 1°. Januarij 1869.
Het bestek is tegen betaling van 10 cent per exemplaar
te bekomen aan het locaal van het provinciaal bestuur voor
noemd, aan het bureau van buitenlandsche paspoorten te
Amsterdam en bij den provincialen opzigter van den water
staat C. van der Sterr te Helder.
Inlichtingen zijn te verkrijgen bij den Ingenieur J. F. W.
Conrad, te Allernaar en bij den Opzigter C. van der Sterr
te Helder.
2°
3»
4"
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR doen te weten
Dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van
den 14 September 1865 is vastgesteld de volgende
VERORDENING tot wering der heerschende veeziekte.
Art. 1. Het is verboden rundvee, vleesch en verdere van
vee afkomstige voorwerpen, in- of doortevoerenzonder
voorafgaande keuring en gezond- of oubesmetverklaring door
een of meer der van gemeentewege aangestelde keurmeesters
en ten bewijze daarvan door hen van een merk voorzien.
Ziek of verdacht rundvee of daarvan afkomstige voorwer
pen worden niet toegelaten.
Als verdacht worden beschouwd
1». het rundvee of de daarvan afkomstige voorwerpen ko
mende van eene plaats waar eene besmettelijke rundvee
ziekte heerscht of vermoed wordt te heerschen
het van elders aangevoerde rundvee of de daarvan af
komstige voorwerpen niet voorzien van een eertilicaat van
gezond°- of oubesmetverklaring, afgegeven door het Hoofd
der Policie van de plaats van herkomst
het rundvee en de daarvan afkomstige voorwerpen aan
gevoerd met stoombooten en spoortreinen
het rundvee en de daarvan afkomstige voorwerpen aan-
gevoerd met hetzelfde vervoermiddelwaarin ziek of ver
dacht vee of daarvan afkomstige voorwerpen bevonden zijn.
De invoer van fijn gehakt vleesch is verboden.
Art. 2. De verklaring in art. 1 bedoeld mag niet ouder
dan drie dagen zijn en wordt op de eerste aanvrage vertoond
aan de met het toezigt belaste personen.
Art. 3. De in- en doorvoer mag alleen plaats hebben
door de Kennemerpoort en de Schermer- en Eriesche bar
rières naar de aauwijzingen aangaande den te volgen weg,
door keurmeesters of andere met het toezigt belaste personen
te geven.
De invoer door de hekken van de Boompoort, de Gees
terpoort de Texelsche poort, het Nieuwlanderhek en over
de Vlotbrug liggende over het Groot Noord-Hollandsche
kanaal is verboden.
Geen invoer te water mag plaats hebben voor dat die
voorwerpen door een der keurmeesters zijn gezond of onbe
smet verklaard; hiervan zijn uitgezonderd de voorwerpen
voor de Maandagsche, Vrijdagsche en Zaturdagsche markten
bestemd, indien de vaartuigen zonder oponthoud naar de
markt doorvaren en aldaar vóór de lossing aan den keur
meester van vee ter keuring worden aangeboden.
Wanneer aldaar eeuig stuk besmet of verdacht vee wordt
gevonden, zal het vaartuig met zijne geheele lading dadelijk
van de markt verwijderd en zoo noodig onder geleide buiten
de gemeente gebragt worden alles behoudens het regt om
het "zieke of verdachte vee in beslag te nemen.
Art. 4. Terstond bij het ontdekken eener overtreding
worden de in art. 1 bedoelde voorwerpen in bewaring geno
men en onder toezigt der keurmeesters gesteld, totdat daar
omtrent nader zal worden beschikt.
Art. 5. Overtreding dezer verordening zal worden gestraft
met eene geldboete van tien tot vijf en twintig gulden en eene
gevangenis van een tot drie dagente zamen of afzonderlijk.
De "voorwerpen waarmede de overtreding is begaan zullen
door den regter worden verbeurd verklaard.
Deze verordening zal onmiddellijk na hare vaststelling
worden afgekondigd en in werking treden.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland in afschrift medegedeeld.
En is hiervan krachtens raadsbesluit van 14 September
1865dadelijke afkondiging geschied waar het behoorten
de verordening in het daartoe betrekkelijk register ingeschre
ven onder n®. 26. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
den 15 Sept. 1865. Be Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
verwittigen de belanghebbenden:
Dat de voljaars-pateuten in gereedheid zijn en vair de
secretarie der gemeente kunnen afgehaald worden van Maan
dag den 18 tot en met Zaturdagden 30 September
aanstaandevan 's morgens 9 tot 2 uretegen overgifte van
het bij de beschrijving ontvangen repu.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, L. de SONNAVILLE.
den 16 Sept. 1865. Be Secretaris
1 SPANJAARDT.
Burgemeester enWethouders van Alkmaar
brengen bij deze ter kennis van de veehouders en
verdere daarbij belanghebbenden:
de navolgende door Z. Exc. den Minister van
binnenlandsche zaken aan den heer Commissaris des
Konings in deze provincie en door dezen aan de
gemeentebesturen ter algemeene bekendmaking ge
dane msdedeelingen van hetgeen door veekundigen
en door de ervaring wordt aanbevolen, als dienstig
om de mededeeling der besmetting onder het rund
vee zoo veel mogelijk tegen te gaan.
Hiertoe behoort o. a. het volgende
Het is in de eerste plaats raadzaam dat men ziju vee en
degenen die er mede omgaan buiten elke aanraking boude
met alles waardoor de smetstof zou kunnen worden overge-
bragt. Ieder die met besmet of verdacht vee in aanraking
kwam, blijve op een afstand (men raadt aan van 50 Ned. ellen)
van gezond ve®. Koopheden in veeslagtersvilders en
dergeljjken late men niet bij gezond vee toe. Men wachte
zich voor het aanraken van onbekend vee.
De uiterste zorg voor reinheid wordt aanbevolen. In de
stallen worde de mest zoo dikwijls mogelijk weggeruimd en
de grond gereinigd. Den grond met run te bestrooijen
wordt als nuttig geroemd. Ruime toevoer van versche lucht
door openstaande ramen en deuren kan niet dan gunstig werken.
Yoor zuiverheid van het drinkwater zal met meer dan ge
wone zorg worden gewaakt. Van het wasschen van het vee
met water met azijn of metchloor (water waarbij zoogenaamd
bleekwater is gevoegd), of met kreosoothoudend water belo
ven sommigen zich goede gevolgen. Het zal in allen gevalle
niet schaden. Door inwendige dagelijksche wassching van
neusgaten en den mond der runderen met azijn meent een
veehouder in Duitschland in eene streek waar de veetyphus
sterk heerschte, zijne 400 runderen te hebben behouden.
In Eugelaud schijnt het drinken van waterwaarin roes
tend ijzer is gelegdgunstig te werken.
Water door zoutzuur of zwavelzuur (vitriool) zuur ge
maakt wordt ook aangeprezen.
Het aankoopen van vee wordt door deskundigen zeer af
geraden. Wanneer het geschiedt, bevelen zij aan, het nieuwe
vee drie of vier weker, afgezonderd te houden.
Eer in eenen stalwaar ziek vee heeft gestaan andere
runderen worden toegelaten, worde hij zeer zorgvuldig en
grondig gereinigd en gedesinfecteerd. Wassching met chloor-
water, leerwaler, kreosootwaterkalkwater, water met zwa
velzuur ijzer, met carbolzuur, wordt tot. vernietiging der
smetstof aangeraden. In den veestal van Lord Oranville,
nabij Londen, werdennadat al het vee gestorven en de stal
zorgvuldig gereinigd en met smetstof-vernietigende middelen
gezuiverd wasop nieuw koeren geplaatst en deze bleven
gezond.
Tevens wordt bekend gemaakt dat den ambte
naren van 's llijks belastingen door Z. E. den Mi
nister van Einautiën is opgedragen om bij bevin
ding van ziek vee onverschillig welke de ziekte
zij daarvan met den meesten spoed kennis te geven
aan het Hoofd van het plaatselijk bestuur.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 23 Sept. 1865. Be Secretaris,
SPANJAARDT.
POLITIE.
Ter terugbekoming is aan het commissariaat van polieie
te Alkmaar voorhanden een ijzeren bak-aker, en zijn aldaar
inlichtingen te bekomen omtrent 10 ellen gevonden broekenstof.
Terwijl de bepalingen van het verdrag te Gastein in toe
passing worden gebracht, blijft men over den indruk spre
ken dien deze overeenkomst bij de overige groote Europe-
sche mogendheden heeft gemaakt. Door lien die de Pruisi
sche en de Oostenrijksche regeering ten opzichte van bet
verdrag verdedigen wordt beweerd dat daartegen geenerlei
protest door cenige mogendheid is ingediend. Daarin schij
nen zij inderdaal gelijk te hebben. Geen Europesche mo
gendheid heeft het van belang geacht of zich zelve op den
voorgrond willen plaatsen, om zich te Berlijn of te Weenen
ernstig tegen de schikking der Sleeswijk-Holsteinsche zaken
te verklaren. Maar mociit ook geen enkele regeering zich
geroepen gevoelen om zich door een dergelijke handeling
eenigermate in de kwestie te mengener waren evenwel
voldoende huismiddeltjes bij de hand om te doen weten dat
het Gasteiner verdrag niet in den smaak viel. Van zulk
een huismiddeltje hebben Frankrijk en Engeland gebruik ge
maakt. Zoowel de Fransehe minister van Buitenlandsche
Zaken Brouyn de Lhuys als zijn Engelsehe ambtgenoot Rus
sell hebben aan hunne diplomatieke agenten bij de vreemde
boven circulaires gezonden waarin hunne meening omtrent
het bedoelde verdrag met onmiskenbare duidelijkheid wordt
te kennen gegeven. De Fransehe minister verklaart dat hij
daarin geen ander beginsel heeft kunnen ontdekken dan dat
van het zegevierende geweld of van het willekeurig onder
ling overleg der beide Duitsehe mogendheden dat Europa
sedert lang aan dergelijke staatkundige handelingen ontwend
was geworden en de voorbeelden daarvan alleen in de
noodlottigste tijdvakken der wereld-geschiedenis te vinden
zijn. De Engelsehe minister spreekt van verscheurde trac-
tateumiskende volksweuschen en in den wind geslagen
wenschen der Bondsvergadering, om tot de slotsom to ko
men dat alleen geweld en veroveringszucht Oostenrijk en
Pruisen tot het sluiten van dit verdrag genoopt kunnen
hebben.
Welke beteekenis moet er gehecht worden aan deze cir
culaires Ziedaar de vraag die aan tal van bladen nog
steeds stof tot schrijven geeften te recht. Immers er schijnt
hier aan onderling overleg tusschen Engeland en Frankrijk
gedacht te moeten worden. Beide staten geven op dezelfde
wijze een bijna gelijkluidende meening te kennenterwijl
geen van beide zich rechtstreeks tot de beschuldigde regie
ringen zeiven wendt. Velen zijn van meening en met
leze meening kunnen wij ons geheel vereenigen dat
Frankrijk en Engeland bier een waarschuwing willen geven.
De omstandigheid dat het verdrag door partijen zeiven een
voorloopige regeling wordt genoemd gaf hun daartoe een
schoone gelegenheid. Daardoor toch bestond er geen nood
zakelijkheid om zich rechtstreeks tot Pruisen en Oostenrijk
te wendener behoefde geen beslissende stap gedaan te
worden: men kon zich vastklemmen aan het voorloopig
karakter, dit aanmerken als de eenige versehooning vooreen
zoo afkeuringswaardig verdragen zijn volstrekt ongeloof te
kennen geven aan de mogelijkheid dat iets dergelijks een
blijvende toestand zou kunnen worden. Pruisen en Oosten
rijk zijn nu gewaarschuwd; zij hebben geen afkeuring, geen
berisping, protest of bedreiging ontvangenmaar alleen langs
een omweg bet oordeel van Frankrijk en Engeland omtrent
hunne daden vernomen. Daarop kunnen zij acht slaan wan
neer zij tot een blijvende regeling overgaan.
Zullen Pruisen en Oostenrijk zich den wenk ten nutte
maken? Zal de ontvangen waarschuwing hen stuiten op hun
weg van willekeur Deze vragen zullen door de toekomst
beantwoord worden; vooralsnog valt daarover niets met ze
kerheid te zeggen. Oostenrijks toegevendheid ten aanzien
van Pruisen is voorbeeldeloos en de Pruisische regeering
is niet gewoon zich veel te bekommeren omtrent de meening
van andere mogendheden. Het is niet terug getreden voor
de dreigende woorden van Engelanden zal ook nu niet
voor woorden terugtredenzoo het niet overtuigd is dat die
woorden door daden zullen gevolgd worden. Zoo echter de
beide westersclie mogendheden niet Engeland alleenzich
krachtig tegen een inlijving der Elbe- Hertogdommen bij
Pruisen en in het algemeeu tegen elke willekeurige handeling
in strijd met de wenschen der bevolking verklaren, zal zelfs
een Bismarck niet den moed hebben om er toe over te gaan.
Met betrekking tot deze zaak heeft men gewicht gehecht
aan de wijze waarop het Fransehe regeeringsblad de Monileur
du Soir zich heeft uitgelaten omtrent de wederzijdsche be
zoeken der Engelsehe en Fransehe vloten. Daarbij werd
namelijk gewaagd van de overeenstemming der beginselen
ten opzichte van het volkenrecht en liet gemeenschappelijk
optreden der beide mogendheden tot handhaving daar
van in Europa. Zoo hebben zij beide wordt daarin her
innerd wedijverende in onbaatzuchtigheid, de onafhanke
lijkheid van het Turksche Rijk verzekerd. Zoo heeft Frankrijk
voor de bevrijding van Italië gestreden en Engelandom
niet achter te blijven in edelmoedigheid, afstand gedaan van
de Jonische eilanden en toegestemd in hunne vereeniging
met Griekenland waartoe zij volgens hunne nationaliteit be
hoorden. Wij willen niet onderzoeken in hoever de lof
van onbaatzuchtigheid en edelmoedigheid waarop Frankrijk
en Engeland bij vermelde gelegenheden aanspraak zouden
verworven hebben inderdaad verdiend ismisschien zou er
nog al iets op af te dingen zijn. Nu is het alleen belangrijk
er op te wijzen, hoe de beide Westersohe mogendheden zich
geroepen gevoelen om de verdediging dier deugden op zich
te nemen, en die deugden zeiven, in vereeniging met het
nationaliteits-beginsel, als dè beweegkrachten voor testellen
van hunne staatkundige handelingen in Europa. De heer von
Bismarck moge hiervan nota nemen bij zijne verdere plannen.
In Oostenrijk openhaart zich de wijziging in de binnen
landsche staatkunde door daden. Het Keizerlijk patent van
February 1861de grondslag van den tot nog toe bestaanden
toestand, is achter gesteld bij het patent van October 1860,
waarbij de zelfstandigheid der verschillende Kroonlanden
krachtig op den voorgrond treedt. De verordeningen betref
fende den algemeenen Rijksraaddie bij gebreke van Afge
vaardigden uit de grootste helft der Oostenrijksche Monarchie
nog nooit een algemeene Rijksraad is geweest, zijn voorloopig
geschorstop dat de verschillende Landdagen in de Oostelijke
deelen des rijks in de gelegenheid gesteld kunnen worden
er hunne goedkeuring aan te schenken en er desverkiezen.de