ALKMAARSCHE COURANT
iV. 47.
Z&venenzestigslc Jaargang.
Zondag
19 November.
VEEMARKT.
dDfficiëel ©ebeelte.
18 N... 1805. spIwIaSBt.
Lager Onderwijs.
Eischen van algemeen volksbelang of
van concurrentie?
©werzicht.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
EERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag'l uuringezonden berichten een dag
vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOU DERS van ALKMAAR
Gelet op art. 2 der wet van den 7 Augustus 11. (Staats
blad No. 104), tot goedkeuring van het verdrag van handel
en scheepvaart tussehen Nederland en Frankrijkwaarbij
is bepaalddat van 1°. Januarij 1866 geene plaatselijke
verbruiksbelastingen op den wijn meer geheven worden
Brengen ter kennis van belanghebbendendat m over
eenstemming met die bepaling, ook, te beginnen met 1°. Ja
nuarij 1866geene teruggave van plaatselijke belasting op
den wijn, kunst en vruchtenwijn, bij uitvoer daarvan zal
worden verleend.
Alkmaar,
den 10 Nov. 1865.
Buraemeester en Wethouders voornoemd
A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
SPANJAARDT.
Eet HOOFD van het PLAATSELIJK BESTUUR te
ALKMAAR brengt ter kennis van de ingezetenen
Dat de commies bij de plaatselijke middelen N. O. IIOOG
VORST door hem is gecommitteerd om, in den loop dezer
maandmet den deurwaarder der directe belastingendo
opneming der patenten aan de huizen der ingezetenen te
doen Hel Hoofd van het Gemeentebestuur voorn.
Alkmaar, 17 Aon. 1865. A. MACLAINE PONT.
De BURGEMEESTER, Hoofd der Gemeente Politie te
Alkmaar, brengt ter kennis van de belanghebbenden:
dat bij gelegenheid der KOEMARKT alhier, op Woens
dag den 22 November aanstaande, ter voldoening aan
de verordening tot wering der heerschende veeziekte alhier,
al het van elders aangevoerde vee moet voorzien zijn van eene
verklaring van gezondheid afgegeven door het Hoofd van
politie der gemeente van herkomstterwijl
bij uitvoer van vee de bewijzen van gezondheid zullen wor
den afgegeven
aan bet WAAGGEBOUW,
aan de KENNEMERPOORT,
aan de PRIESCHE POORT en
ter GEMEENTE SECRETARIE OP HET RAAD-
tttttq De Burgemeester voornoemd
Alkmaar, den 18 Nov. 1865. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis der veehoudersdat de Minister van
Binnenlandsche Zaken goedgevonden heeft te bepalen dat
vee, bestemd voor Engeland, de van regeringswege tn Zuid-
Holland getrokken lijnen van afsluiting op vaartuigen mag
overgaanmits voorzien van een bewijs van dispensatie, af-
tegeven door den burgemeester der plaats waar bet vee
wordt ingeladen en voorts dat de inlading geschiedt ouder
toezin-t van iemand door dien burgemeester daartoe aante-
wijzen, die op kosten van den belanghebbende aan boord
blijft "edurende de reis naar Rotterdam of aan de lijn ge
komen0, door een rijksbeambte wordt vervangen; dat biuneu
de lijn geen vee mag worden op- of afgeladendat te Rot
terdam liet vee onder toezigt der gemeentepolitie worde ont
scheept of onmiddellijk in de vaartuigen naar Engeland over
geladen, of inmiddels op zoodanige plaatsen afgezonderd als
van gemeentewege zuilen worden aangewezenterwijl de
kosten van de terugreis des geleiders mede voor rekeniDg
van de belanghebbenden komen.
Buraemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK
MAAR op Woensdagden 22 November 1865des na
middags ten 6 ure. Nameus den Voorzitter van den Raad
SPANJAARDT.
Wij zijn niet voornemens den heer Groen van Prinslerer
op den voet te volgen door de 130 bladzijden zijner Studiën
en Schetsen ter schoolwetherziening. Wij hebben reeds zoo
dikwijls dit onderwerp behandeld reeds zoo duidelijk onze
meenin" »ezegd en met zekere uitvoerigheid verdedigd dat
spaarzaamheid en beknoptheid plicht worden tegenover onze
lezers Ook komt het ons voor, dat met het aantal vlie
dende blaadjes, ja zelfs met het daaraan toevoegen van een
geheelen bundel het aantal bewijsgronden der schoolwetbe
strijders niet. in gelijken zin is toegenomen.
vLanr-en tijd schrijft de lieer Groen heb ik voorge
staan de facultatieve splitsing. Ik heb er geen berouw van.
Ik vroeg geen ongerijmdheid." Deze splitsing der openbare
school in" zoovele gezindtescholen als de gesteldheid en de
bijzondere omstandigheden van elke gemeente zouden verei-
schen waartegen de bezwaren aanstonds in liet oog sprin
gen èn die ons ondanks de ontkenning van den heer Groen
een ongerijmdheid blijft en bijna een onmogelijkheid in de
uitvoering, wordt niet langer door hem gevraagd. Wij
zullen er dan ook maar niet verder over spreken maar na
gaan wat de lieer Groen thans verlangt. Het is bekend.
Hij ziet duidelijk dat geen herziening der schoolwet van
1857 hem zou baten. Al werd ook die wet zoo gewijzigd
dat voor elk kind van niet geheel onvermogende ouders een
hooger schoolgeld werd gevorderd dan waarmee deze wet
genoegen neemt, en al werd het kosteloos onderwijs behalve
bij volstrekt onvermogen uitdrukkelijk verboden, de lieer
Groen zou waarschijnlijk zijn veel gebruikelijk antwoord ge-
ven dankbaar maar onvoldaan Het kwaad ligt dieperhet
ligt'in de grondwet: //Een wijziging van art. 194 is noodig.
Schoolmeesterschap van den Staatonderwijs van overheids
wege. als regel, is een ingrijpen op de regten en roeping
van de Kerk." //Hetgeen ik onverdragelijkhetgeen ik
volksbederf en gewetensdwang noem isniet dat de staats
school godsdienstloosmaar datdoor voorrang en begun
stiging de concurrentie tegen dergelijk eeu staatsschool, ten
behoeve van het meereudeel der bevolking, onmogelijk wordt.
Het verregaande van het onregt is niet zoozeer dat de
staatsschool neutraal is, maar dat men voor het gros der
Natiedoor officiële en finantiële krachteiken uitweg naar
een onderwijs van beter gehalte verspert. Niemand is. meer
dan ikvoorstander van het openbaar onderwijs geweest
Op voorwaarde dat het met de behoefte eener godsdienstige
bevolking in overeenstemming zou worden gebragt. Maar
nu-jhet tegendeel geschied is, nu de godsdienst van de
staatsschool geweerd wordt, nu moet begunstiging ophou
den. Nu brenge men openbaar en bijzonder onderwijs in
omgekeerde verhouding."
Öm onze meening voluit te zeggenhebben wij in beginsel
geen bijzondere voorliefde voor de staatsschool. Wanneer
in Nederland overal voldoend lager onderwijs te bekomen
was voor allen, ook voor den minvermogende en den onver
mogende zonder tusschenkomst van den staatwij zouden
me? dezen toestand volkomen vrede hebbenwij zouden de
staatsschool niet wenschen om de staatsschool. Maar niemand
zal bcweeren dat die begeerlijke toestand zonder tusschen
komst van den staat bereikbaar isen omdat nu voldoend
onderwijs voor allen niet alleen begeerlijkmaar inderdaad
een behoefte isis ook de staatsschool begeerlijk is ook de
staatsschool een behoefte. Nu vraagt men niet langer: kan
een bijzondere school met de staatsschool concurreeren
Evenmin als men zon vragenkan een bijzondere spoorweg
onderneming concurreeren met een staatsspoorweg? Het
onderwijs bestaat niet ten behoeve vau onderwijzers of par
ticuliere ondernemersliet is geen zaak van handel of industrie
meu vraagt alleenaan welk onderwijs bestaat behoefte l
Eu de staat voorziet in die behoefte, des noods kosteloos,
en vraagt niet of een ander met hem kan concurreeren
Maken nu velen van dit staatsonderwijs gebruikomdat
het uit den aard der zaak goedkoop is, en wordt dit door
andereu betreurd omdat zij positief-christelijk nationaal ou
derwijs beter achtendat kau de staat niet helpenmaar
het zou aanleiding kunnen geven tot het vermoedendat
ook zij die wel bijzonder onderwijs kunnen betalen met het
staatsonderwijs vrede hebben, en weinig of geen belang
•stellen in leerstellig godsdienstiz of positief christelijk onder
wijs in de school. Waarschijnlijk zijn zij van oordeel dat
dit onderwijs beter door hen zeivendoor de godsdienst
leeraren door de kerk kan gegeven worden. Van die on
derstelling gaat de wet ook uit.
Wij hebben het denkbeeld vroeger in 't breede ontwik
kelden kunnen nu niet anders doen dan het eenvoudig
herhalende staat kan de zorg voor het onderwijs op zich
nemen omdat alle burgers hot, daaromtrent eens zijn. Ka
tholieken, Protestanten, Joden, zelfs Mahomedanen en
Heidenen zoo men wil, achten liet wenschelijk dat de kin
dereu lezen schrijven rekenen enz. leereu. Met het ou
derwijs iu de godsdienst kan de slaat zich daarentegen niet
bemoeienomdat daaromtrent liet grootste verschil van
//evoelen heerscht en de staat zelf hier niet bevoegd is
te beslissen maar bij de kerkgenootschappen om raad zou
moeten gaan, of liever alles aan de kerkgenootschappen zou
moeten overlaten.
Voor, ieder kerkgenootschapof althans voor drie of vier
verschillende groepenafzonderlijk scholen op te richten -
blijkt bij eenig nadenken aanstonds onuitvoerlijk te zijn
Immers zelfs in de kleinste gemeente zou meu twee of drie
scholen moeten stichtenof komt het somswaar gelijk
recht voor allen bestaatop twee of drie kinderen vau an
dersdenkenden niet aaneu moeten die maar met den groo-
ten hoop mee Al verklaart de heer Groen deze splitsing met
meer te begeerenen al komt hij er niet meer op terug, hij
heeft in geen geval het recht zijn vroeger verlangen in 't
voorbijgaan te rechtvaardigen met eenvoudig te zeggen: //ik
vroeg geen ongerijmdheidgeen staatsschool voor zeventien
of meer gezindtenwantofschoon hij dit niet vroegzou
het bij eerlijke toepassing van het beginsel tot zulke uitersten
moeten komen, zoo men althans den minderheden geen geweld
wilde aandoen. Het aantal aanvragen verzoeken eischen
klachten, onaangenaamheden zoo niet te overzien zijn. Niemand
kan iu ernst beweeren dat de staat zulk een beginsel bad
kunnen aaunemen in dezen tijd, nu elke drie of vier personen
die er lust toe gevoelen een kerkgenootschap kunnen op
richten waaraan gelijke bescherming moet verleend worden
als aan eik ander. Èu als nu daarenboven het godsdienstig
onderwijs op deze inrichtingen eens het gewoon onderwijs ver
drong of op den achtergrond dreef, waarvoor toch weleemge
vrees zou bestaanen de staat kwam naar recht en plicht
tusschen beidezou er dan een einde aan klachten eu on
tevredenheid zijn
Elk verstandig mensch zal moeten toegeven, dat alzoo
aan het oprichten van gezindtescholen niet gedacht kon
worden. Er bleef dus mets anders over dan de gemengde
school. Van deze getuigt de heer Groen, dat de //staats-
regtelijke natie, enkel in de kieswet geworteld f'2®0
de Kamers en de Kiezers haar in 1857 //bartstogtelijk
lief had." Wij hopen dat die liefde duurzaam moge blijken
maar wat meer iswij meenen grond te hebben om te ver
klaren-, dat de groote meerderheid der natieDiet alleen de
staatsrechtelijke, haar innig lief heeft, schoon zonder ver
blindende hartstocht, omdat zij er een heerlijk middel in ziet
oin den volkomen ondergang der volkseenheid in kerkelijke
verdeeldheid te voorkomen. Maar het bijzonder onderwijs
moet met het openbare kunnen concurreeren 1 Als de bij
zondere school goed is en voor allen zonder onderscheid
van godsdienstige gezindheid open staatdan veroorlooft
de wet zelfs het ondersteunen der school door het verleenen
van subsidieanders nietom dezelfde reden waarom
er geen gezindtescholen door den staat worden opgericht.
En wat nu het concurreeren in het algemeen betreftde
tusschenkomst van den staat is alleen hierop gegronddat
het bijzonder onderwijs niet overal voldoenddus niet goed
genoeg, en niet voor allen toegankelijk, dus niet goedkoop
genoeg is. Het staatsonderwijs moet dus beter en goedkoo-
per zijnanders voldoet het niet aan zijn bestemming. Hoe
is nu concurrentie mogelijk Maar nu heeft de heer Groen
geen recht om te zeggen dat de staatsschool bevoorrecht en
begunstigd wordt. Er is hier geen begunstiging, geen be
voorrechting. De staat zorgt alleen voor goed onderwijs,
dat kosteloos of zeer goedkoop, en dus voor
allen verkrijgbaar is. Was het minder goed en goedkoop,
zoolat de bijzondere school overal concurreeren kon, dan
was het onnoodig.
Waarom kan Groen nu geen vrede hebben met de zooge
naamde godsdienstlooze schooldaar er toch voldoende ge
legenheid voor godsdienstig onderwijs overblijft? Waarom
zijn velen van zijn gevoelen? De school is erger dan
godsdienstloos, zegt de heer Groen, zij is vijandig
jegens het Christendom. Maar ofschoon hij er vele bladzijden
aan wijdtnergens is zijn bewijs zoo zwak als bij de verde
diging dezer stelling. Hij beroept zich op Gunning en Vinke
maar dat is geen bewijs. Het is niet voldoende krachtige
toesprakenwarme redevoeringen en opwekkende preeken
aan te halen zulk een zware beschuldiging overtreding van
schoolwet en grondwet beidemoet bewezen wordenett
men kan niet volstaan met uit te roepen//Dankbaar geden
ken wij steeds het avonduur te Amsterdam, toen in April
1861 Dr. Vinke in de Zuiderkerk optrad," of: //Evenmin
vergeet ik het oogenblik waarop ik (12 April 1863) in de
Willemskerk te 's Hage, onder eene talrijke schare, van
onzen geliefden voorganger Gunning het volgend beroep op
de christelijke consciëntie gehoord heb.
Sommigen evenwel gaan niet zoo ver als de heer Groen
de staatsschool is volgens hen onvoldoende. Toege
geven. Zorg dan voor godsdienstig onderwijs naast de
staatsschool. Onze leeraars, antwoordt men, //zijn met
velerlei bezigheden en vermoeijenissen beladen." Zij zijn de
//zaaijers," gij moogt hun niet tevens het //ontginnen" en
//omploegen" opdragen. Wederom toegegeven. Stel hun
anderen ter zijde. Maar dit kost geld, en gaat onze krach
ten te boven. En gij wilt bijzondere scholen voor alle vak
ken van onderwijs oprichten. Laat die vervallenen ge
bruik al uwe kracht voor het godsdienstig onderwijs. Uw
taak zal veel eenvoudiger zijn. Neen zegt men weer
de godsdienst moet niet naast het onderwijs staanzij 18
geen leervakmaar het //bezielend beginsel van alle
onderwijs." Een leervak is zij niet, een bezielend begin
sel ongetwijfeld maar niet van alle onderwijs. Gjj
stelt o°n d e r vv ij s in de plaats van opvoeding, en zoo
meent gij uwe zaak te winnen. Het leeren lezen schrij
venrekenen, het onderwijs in de aardrijkskundeinde
vormleer, in den zang of in de stuurmanskunst heeft niets
te maken met leerstellig-godsdienstig of positief-christelijk
onderwijshet kan er zelfs niet meê in verband gebracht
wordenhet kan alleen aanleiding geven tot opwekking tot
christelijke eu maatschappelijke deugdengelijk de wet zich
uitdrukt, en omtrent die deugden heerscht gelukkig nog
veen verschil van gevoelen zoodat dit althans zonder be
zwaar kan geschieden. Wij zouden den onderwijzer wel eens
willen zien die aan zijn leerlingen den regel van drieën
de aardrijkskunde van '.Noorwegen, het rechtlijnig teekenen,
de vervoeging der regelmatige werkwoorden of iets derge
lijks leerde, °en daarbij christelijke leerstelsels als b e z ie-
lend beginsel gebruikte. Zoo iets is onmogelijk. Wordt
er in de school godsdienstig onderwijs gegeven, dan ge
schiedt dit afzonderlijk, naast de overige vakken van on
derwijs en daarom kan het even goed buiten als binnen de
school gegeven worden.
Alleen als de bestrijders der gemengde school afstand doen
van groote woorden en holle klanken, van uitroepingen en
opwekkende toespraken en overgaan tot kalme redeneenng
en bewijzen, zullen wij den strijd hervatten. Tot zoo lang
kunnen wij rusten want onze wapens zouden elkander niet
kruisen.
Wij gelooven niet dat er tegenwoordig twee personen in
Europa gevonden worden omtrent wier voornemens en plannen
op het gebied der staatkunde men in grootere onrust ver
keert dan de Eransche Keizer en de Pruisische minister
president. De moderne Cesar heeft gebroken met de oude
overleveringen; te vergeefs zoekt men iu zijne politiek naar
een vast leidend beginselmen vindt slechts een politiek
van den dag te gelijk zich voegende naar, en gebruik
makende van de omstandigheden, zjjne plannen zoo lang
mogelijk verbergende tot het geschikte oogenblik voor de
uilvoering is aangebroken, en dan zoo overvleugelend snel in
het handelen dat het verrast Europa eensklaps machteloos
staat, tegenover een beslist feit. Men schrikt wakker, slaakt
een kreet van verwondering, zoo men wil van verontwaar
diging, maar 't geval ligt er toe. Men kan er nog veel
over pratenhet betreuren of toejuichenafkeuren of ver
dedigen, maar er niets aan veranderen. Luide huldigt hij
de vrijheid der volken en gebruikt die leer hier als een
machtig wapen ten aanval, daar als een brief van aanbeveling
of vrijgeleidet'huis echter weet hij er elke toepassing van
te verhinderen die hem zou kunnen krenken in zijn onbe
perkt gezag, door geestdrift te kweeken voor een roemrjjk
keizerschap. Maar altijd is men in het onzekere, waar h\j
zijn vaandel zal ontplooien, waar het als vijandelijke baulér
of als beschermende bondsvlag zal gelden.
In de laatste jaren is als minister-president in Pruisen een
man opgetredendie te Parijs schijnt geleerd te hebben hoe
men zich meester maakt van den toestand en zjjn plannen
doordrijft. Hier echter is geen huldiging van vrijzinnige en
democratische neigingen uoodigopwekking fan den ouden
militairen geestherinneringen uit bet helden-tydvak des
volks en vervulling van een lang gekoesterden volkswensch
zijn voldoende; von Bismarck zorgt voor een goed leger, en
verovert Sleeswijk-Holstein. Maar verovering is nog geen
tpeëigeningen'de toeëigening alleen waarborgt hem overwin-