ALKMAARSCHE COURANT
V. 50.
jZiwetveil z estigslc
Zondag
10 December.
K
v#.-
v.
(Dfficiccl (öcbccltc.
De
voorgestelde enquête.
S&Hcfcclijkschc ticrichtcu.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar/3,40. enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
HER M". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaterdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat het suppletoir kohier der directe belasting en dat der
honden, beide over de dienst van 18G5 den 28 November
j.l. door hen voorloopig zijn vastgesteld en gedurende 14
dagen na heden ter secretarie der gemeente voor een ieder
ter inznge zijn nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 2 Dec.. 1865. De Secretaris,
SPAN J AARDT.
TEEKENSC1100L.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbende ouders en voog
den alhier:
dat de aanvragen tot het verkrijgen van kosteloos onder
wijs op de teekenschool voor hunne kinderen en pupillen
die tot het aanleeren van hun beroep of bedrijf daaraan be
hoefte hebbendoch de kosten daarvan niet kunnen dragen, ter
secretarie dezer gemeente kunnen gedaan worden gedurende
den loop der volgende week van 's morgeus 92 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
9 December 1865. De. Secretaris.
SPANJ AARDT.
KENNISGEVING.
Het IIOOPD van het. Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, ten gevolge van art. 1 der wet. van 22 Mei 1845
{Staatsblad No. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen
der gemeente, dat het negenmaandsch suppletoir kohier voor
de belasting op het personeel No. 4, dienst ÏSJJ, op den
28 November 1865, door den lieer Commissaris des Konings
in de Provincie Noord-Holland executoir verklaard, op heden
aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zjjnen aanslag behoorlijk acht te geven
ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijen te voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn
4 Dec. 1865. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis
Dat volgens ontvangen beriglen de feestelijke opening van
den spoorweg, lijn Nieuwe. Diep Alkmaar, zal plaats
hebben op Maandag, den 18 December e k„ en noodigen mits
deze de ingezetenen uitom door het uitsteken van vlaggen
uit hunne woningenvan hunne belangstelling in dien dag
blijk te willen geven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
den 9 Dec. 1865. De Secretaris.
SPANJ AARDT.
opgewekte wantrouwen niet alléén bestaan maar wint in
kracht door het onderdrukken van onderzoek. Nu eenmaal
de verdenking zoo luide is uitgesproken en een voorstel tot
onderzoek is gedaan, is niets anders mogelijk dan tot het
onderzoek over te gaan. Het ministerie doodt zijn eigen
veuskrachtindien het onderzoek wordt nagelaten. Het.
was reeds niet zeer sterk in den heer Bete lijdt het daar
enboven een belangrijk verlies, de beschuldigingen ingebracht
tegen den man naar wien het genoemd wordt, versterkt, door
hetgeen ten aanzien van den heer Bets is gebleken en door
geen onderzoek gelogenstraftzullen het een nieuwen knak
gsven, het zal 'binnen korter of langer tijd een riroevigeu
teringdood sterven, het zal bezwijken door verval van krach
ten. Daarom mag de pijnlijke en lastige operatie der enquête
niet worden vermeden,'al zou het hier leven of dood gelden.
Het miuisterie mag zieh alzoo althans niet tegen dien maat
regel verzetten, de voorstanders van het ministerie in de
Kamers mogen den kanker der verdenking niet laten voort
woekeren maar zijn verplicht liet kwaad zoo mogelijk weg
te nemen. Dit kan alleen geschieden door onderzoek. Daar
enboven wankelt het vertrouwen der natiekan zij hare
vertegenwoordigers blijven vertrouwen, indien deze het voor
gestelde onderzoek verhinderen Kunnen zij de verdenking
ontgaan van alleen door partijschap gedreven te worden het
onderzoek te smoren uit vrees dat de uitkomst hun hoven
alles geliefd ministerie noodlottig mocht worden
Zoo spraken wij in den beginne met volle overtuiging,
en nog blijven wij in het algemeen wat de hoofdzaak be
treft"volharden bij ons gevoelen. Onderzoek is wenschelijk,
voor het ministerie begeerlijk begeerlijk ook voor de minis
teiiëele partij. Het voorloopig verslag van het onderzoek
in de sectiën der Tweede Kamer, waarin de groote meerder
heid het voorstel tot enquête verwerpt,, stelde ons daarom
te leur. Wij zien nog altijd niet in, waarom een minister
terstond zou moeien aftreden wanneer een voorstel als dat
van den heer van Zuylen werd aangenomen. De minister
heeft de bewering tegengesproken die aanleiding moet geven
tot het voorgestelde onderzoek. Door de aanneming van het,
voorstel wordt zijn waarheidsliefde betwijfeldzegt het ver
slag. Dit is zoo; maar door wie? door de geheele Kamer?
Immers neen. De waarheidsliefde des ministers wordt nu
reeds betwijfeld; daarvan is het voorstel het bewijs. Als
nu de meerderheid der Kamer dit voorslel aanneemt, behoeft
hare bedoeling geen andere te zijn dan een einde te ma.
keu aan dien twijfel. De meerderheid kan tot de minderheid
zegden; gij betwijfelt de waarheidsliefde van dezen minister
welnu, wij betwijfelen die niet, en juist daarom willen wij
onderzoek. Zulk een besluitmet overgroote meerderheid
van aldus gemotiveerde steninvn genomen, zou den minister
onmogelijk kunnen schaden.
Wij begrijpen zeer goed dat er geen te lichtvaardig ge
bruik moet gemaakt worden van liet recht van enquête, maar
er kunnen omstandigheden bestaan die om politieke redenen
een onderzoek wenschelijk maken. In de vergadering der
Provinciale Stalen van Limburg is beweerd, dat door brie
ven van ministers op de verkiezingen is gewerkt. Deze be-
POLITIE.
Ter terugbekoming is aau het Commissariaat van Politie
te Alkmaar voorhanden het navolgende gevondene als een
kraag van bont en een rijtuigkussen.
Hel was in de zitting der Tweede Kamer van 27 Novem
ber 1.1. dat de heer van Zuylen van Nyevelt (van Arnhem) een
voorstel heeft ingediend tot het houden van een onderzoek
omtrent, twee vraagpunten
I. Is door een of meer leden van het Kabinetmiddellijk
of onmiddellijk, op de verkiezingen voor de Staten-Generaal
in het Hertogdom Limburg, in het jaar 1864 of sedert dien
tijd een invloed uitgeoefend die met de vrije werking van
het 'kiesrecht in strijd te achten is?
II. Is door of van wege den Minister van Financiën last
gegeven om in Limburg overtredingen op het stuk der be
lastingen door de vingers te zien
De'Memorie van Toelichting, die volgens den voorsteller
reeds kort kon zijnzullen wij maar niet overnemen omdat
het voorstel inderdaad geen toelichting behoeft. Ieder weet
toch wat er aanleiding toe heeft gegeven.
Wij moeten erkennen dat onze meening omirent dit
voorstel sedert wij er het eerst kennis van namen langza
merhand is gewijzigdwij zijn bij kalme beschouwing en
rustig nadenkenin weinige dag°n tot een geheel ander
gevoelen gekomendan bij den eersten indruk van 1
voorstel bij ons was opgewekt. Toen wij het eerst van het
voorstel kennis kregen weifelden wij geen oogenblik onze
meening stond vast: de Kamer moet dit voorste! aannemen.
Wat toch is wenschelijker meenden wij dan dat in
deze zaak de waarheid aan het licht komt Laat men on
derzoeken om de waarheid alleen moet het te doen zijn
Laat het blijken of de ministers werkelijk invloed hebben
uitgeoefend op de verkiezingen, of dat er beticht en belas
terd is. Blijkt de minister schuldig, ons zal het leed doen
anderen zullen zich er over verheugen maar het is hier niet
om ons of anderer genoegen te doen hier zijn hoogere be
langen in 'tspel, hier mag niet gevraagd worden wien wel
licht bittere teleurstelling, wien onedel leedvermaak staat ti
wachten. Daarenboven meenden wij is het onderzoek
inderdaad onvermijdelijknu eenmaal het voorstel gedaan is
Wat zal men zeggen, indien het verworpen wordt? Daar
heeft men zelfs niet naar te gissen; de tegenstanders van de
pegeering roepen het nu reeds dagelijks den volke toe het
ministerie schuwt het lichtschroomt het onderzoeken
geeft ons daardoor het recht om te denken dat zijne daden
het daglicht nfet kunnen verdragen. Zoo blijft het eenmaal
niet op, 20 tot SO boetegeeft hij aan een tweede op
roeping geen gevolg, boete van 60 tot 150 en bevel van
medebrenging. Weigert een getuige den eed af te leggen of
de verlangde inlichtingen te geven, onverwijlde gijzeling op
laat van den president der rechtbank en latere onvermijdelijke
veroordeeliug door de rechtbank zelve tot een gijzeling van
zes maanden. Is het nu niet te begrijpen dat de Kamer
terugdeinst Zelfs al werd het onderzoek door amendement
of door een nieuw voorstel beperkt tot het eenigc feit dat
bepaaldelijk is genoemd, moet zij er voor terugdeinzen. Het
toch een onderzoek wezen naar den inhoud niet alleen
maar zelfs naar de bedoelingmisschien de geheime, de be
dekte bedoeling van vertrouwelijke brieven, die on
getwijfeld reeds niet meer bestaan, anders waren ze stellig
openbaar gemaakt.
En zoo komen wij tot de slotsomdatofschoon wij een
onderzoek op zich zelf wenschelijk zouden achten en in 't belang
van alle partijen, de beschuldigingen tegen den minister
Thorbecke aangevoerd zoo zwak zoo onbeduidend zijn de
uitdrukking "de regeering laat de wetsontwerpen los mid
den uit een overigens onbekenden brief genomenbeteekent
eigenlijk niets -• dat wij zeer goed kunnen begrijpeu dat
de Kamer op zulke losse gronden de vrije burgers van een
Nederlandsche provincie, al noemt men die provincie ook
het Hertogdom Limburg, niet wil overleveren aan een
hatelijke staatkundige inquisitie, en ook het voorstel van
den heer van Zuylen los laat.
De inzage van het antwoord van den heer van Zuylen op
het verslagdat ons nu onder de oogen komtversterkt
ons in onze meening omtrent het onvoldoende der gronden
en de te groote uitgebreidheid van het onderzoek.
BELGIË.
De minister Bara is te Doornik met 1572 van de 1726
uitgebrachte stemmen als Afgevaardigde herkozen. De cle-
rikalen hadden zich van de stemming onthouden.
De begrooting van dien minister is den 6 met 55 tegen
42 st. aangenomen. De geheele rechterzijde op één lid na
stemde tegen.
BITTSCHLIXD.
Het beiersche ministerie heeft de kamers van koophandel
uitgenoodigd om wenschen te uiten én voorstellen intedienen
aangaaude het sluiten van een handelsverdrag met Italië.
De erkenning van Italië door Beieren en Saksen, hoezeer
door handelsbelangen bevolen, wordt echter als eene mani
festatie beschouwd tegen Oostenrijk omdat deze mogend
heid in de kwestie der Elbe-hertogdommen meer Pruisen
dan de Midden Staten te wille is.
E E I. A X I».
Lord Stanley, de zoon van graaf Derby (het hoofd der op
positie), is uitgenoodigd om deel aan het bewind te nemen,
wering is bevestigd door de openbaarmaking van een brief he)zi- aj3 i100f,j van een departement van bestuur, hetzij als
I t M .11, dn mnnnii.n uan dnn IYI t tl I I 1 1 1 I TT:! 1f 1 n t nn. nlnntlfimrlinn
van den heer Betsdie volgens de meening van den minis
ter van Binneulandsche Zaken zeiven althans den schrijver
blootstellen aan vermoedens en betichtingen waaraan
eeu minister des Konings niet mag blootstaan. Wat men
ten bewijze van dezelfde'handeling tegen den heer Thorbecke
aanvoert, is uiterst zwak; altijd die vreemde op zich zeiven
staande volzin "de regeering laat de wetsontwerpen los
uit een brief die reeds in Maart of althans in het begin van
April geschreven zou ziju om te werken op de verkiezingen
in Juni. Daarbij de afgetreden minister van Financiën schijnt
het schrijven van den openbaar gemaakten brief niet te heb
ben kunnen ontkennen en de minister van Binuenlandsche
Zaken ontkent, uitdrukkelijk liet schrijven van dergelijke
brieven. Er is dus een groot onderscheid tusschen de stel
lino- der beide ministersmaar nu de heer Bete na het
openbaar maken van zijn brief heeft gemeend zich te moe
ten terugtrekken, heeft natuurlijk bij velen het vermoeden
eld gewonnen dat. de veiligheid van den heer Thorbecke
alleen'nog te danken is aan gebrek van bewijs', dat, bij on
derzoek wellicht even sterk zou wordeu als ten opzichte van
den heer Betz. Eu nu rijst de vraag; zouden de voorstan
ders van het ministerie in de Kamer geen blijk geven van
staatkuniige wijsheid, of zoo men wil van politieke behen
digheid indien zij bij den tegenwoordigen staud der zaken
het onderzoek niet tegengingen maar liet voorstel der
tegenpartij overnamen verbeterden en tot het hunne maak
ten Wij zouden meenendal er reden is om die vraag
bevestigend te beantwoorden.
Dat echter het voorstel zelf, zooals het door den heer
van Zuylen is ingediend, bij de meerderheid geen bijval vindt,
komt ons zeer verklaarbaar voor. Welk een eindeloos on
derzoek moest van de aanneming van dit voorstel het gevolg
zijn! Aan het hooren van getuigen zou geen eind zijn. In
het algemeen te onderzoeken of door een of meer mi
nisters m i d d e 11 ij k of o n m i d d e 11 ij k op de verkie
zingen voor de Stalen-Generaal in Lintburg, in het jaar
1864 of sedert dien tijd een invloed is uitgeoefend
die met de vrije werking van het kiesrecht in strijd is te
achten het zou de invoering zijn van een politieke in
quisitie in Limburg met onbeperkte volmacht. Er is slechts
sprake van één brief, en in elk geval diende het onderzoek zich
hiertoe te bepalen: wat is er van dien brief, dien eeu paar
personen beweren gezien te hebben? De Kamer kon
nimmer om dit ééne bepaaldelijk aangeduide feit de geheele
provincie Limburg voor eenige maanden overleveren aau eene
commissie van inquisitoren met bijna onbeperkte macht.
Men bedenke wel wat eeu enquête beteekent. Alle ingezete
nen en andere binnen het grondgebied des Rijks verblijf hou
dende personen zijn verplicht aan de oproepingen tot ver
hoor door de commissie van onderzoek uitgevaardigd te
voldoen. Alle openbare ambtenaren zijn gehouden om
t-evol" te geven aan de vorderingen die de commissie tot.
uitvoering van haren last noodig oordeelt. Komt de getuige
eerste lord der admiraliteit. Hij heeft, niet om staalkundige
maar om persoonlijke redenen daarvoor bedankt.
De gouverneur der gevangenis, waaruit Stephens is ont
snapt, is afgezet.
De heer I.ubyhoofdredacteur der Irish People te Dublin,
is door de jury tot 20jarigen dwangarbeid veroordeeld. John.
O'Leary is lot gelijke straf verwezen.
Aldaar is, ter zake van droukensehapin hechtenis ge
nomen een klerk van een ambtenaar van het openbaar mi*
nisterie met name A. Ayltcardaan wien daarbij een ge
schrift ontviel, houdende eene opgaaf van wapens, ter waarde
0 p. st. Op zijn kantoor werd een groot aantal pa
pieren betreffende den opstand der fenians gevonden.
Prins Christiaan v. Augustenburgde broeder van den be
kenden pretendent, is den 30 op het kasteel van Windsor
aangekomenen vervolgens verloofd met prinses Helena. Hjj
is 34, zij 19 jaren oud. Hij is majoor iu pruisische dienst,
maar heeft zijn ontslag gevraagd.
In de eerste week van November zijn 1765, in de tweede
2580, in de derde 2669 en in de Iaat3te 3610 runderen
door de veepest aangetast.
De gouverneur van Jamaica, wiens gedragingen, by het
dempen van den negeropstandhier te lande zooveel af
keuring ondervonden heeft van de beide Wetgevende Ka
mers op het eiiand eene dankbetuiging voor zijne bewezen#
diensten ontvangen. Het bewind heeft tot de instelling van
een scherp en naauwkeurig onderzoek naar het voorgeval
lene besloten. j
De bevelhebbêl der Galalhea eischt de uitlevering der
leden van het revolutionaire comité op Haiti, en dreigt an
ders met een bombardement.
FRANKRIJK.
Te Nantes is een commissie gevormd om een gedenkteeken
voor den genl. Lamoricière opterichten. President daarvan is
de genl. Changarnier en vice-presidenten zjju de heeren
Dufaure en graaf Benoist d' Azy. De insehrijvmgen zijn
reeds tot 100000 fr. gestegen. De Paus heeft eene bjjdraga
toegezegd hetzij in geld hetzij in marmerblokken.
Door den invoer van 2 gazellen uit Engelandzjjn ver
scheidene dieren in den acclimalatie-tuin te Parjjs door den
besmettelijken vec-typhus aangetast.
ITALIË.
At de gematigde fractiën der Kamer hebben zich met el
kander verstaan om den heer Ratazzi tot voorzitter te kiezen
hoewel het ministerie zich onzijdig houdtis de heer Tecchio
de meest gewensehte persoon.
De stad Florence heefi een bal gegeven ter eere van den
Koning en de Koningin van Portugal; de russische Grootvorstin
Maria was daarbij tegenwoordighare dochter danste her
haaldelijk met, prins Humbert.
De minister van oorlog heeft gelast om 4000 man der