ALKMAARSCHE COURANT
N°. 6.
Achtenzestigste J aargang.
I860.
Zondag
11 Februari.
(Dffi ciccl (öcbceltc.
Thorbecke en van de Putte.
0£Tckc(ijfeschc iScrtchte».
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 8,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post f 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
UERM'. COSTEll ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
Bij deze Courant behoort ee?i Bijbladbevat
tende raadsnotulen.
De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD te ALK
MAAR.
Gezien art. 7, 2» lid van de wet van 4Julij 1850 (Staats
blad No. 37).
Roept bij deze op al degenendie elders in de Rijks be
lasting zijn aangeslagen en verlangen dat die aanslag worde
vermeld op de kiezerslijsten dezer gemeente voor den Ge
meenteraad, de Provinciale Staten en de Stalen-Generaal
zich daartoe aantemeiden ter secretarie dezer gemeente vóór
den 15 February e.k., voorzien van de aanslagbilletten van
de grondbelasting voor de dienst 1S66benevens van de
belasting op het personeel en liet patent over de dienst 18°®.
Alkmaar, De Foorzitter voornoemd,
27 Jan. 1866. A. M ACLAINE PONT.
LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter keuuisse van de belanghebbenden:
Dat de loting der in het vorige jaar in deze Gemeente
voor de Militie ingesclireveneu zal geschieden op Dings-
dagden 13 February aanstaandeten Raadhuize der
Gemeente Alkmaar.
Zij worden mitsdien opgeroepenom op dien dagdes
voormiddags ten 9's urezich aldaar te bevinden om te
loten en opgave te doen van de redenen van vrijstelling
die zij ter zake van de Militie vermeeneu te moeien in
brengen.
Indien zij vermeeneu vrijstelling te kannen erlangen wegens
broederdienst of op grond vau te zijn eenige wettige zoon en
geen halve broeders hebben, zullen zij bovendien op Maan
dag, den 5 Maart e. k, des namiddags ten 6 ure, in
het Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld vau twee
bij den Burgemeester bekende eu ter goeder naam en faam
staunde meerderjarige ingezetenen, die de vereischte getui
genis kunnen afleggen en het aldaar optemaken getuigschrift
ouderteekenen.
Voorts zullen door den Burgemeester bij den Kommau-
daut vau het Korps, waarbij hunne broeders dienen of ge-
dieud hebben worden aangevraagd de bewijzen van werke
lijke dienst of een uittreksel uit het stamboek, mits zij
zich binnen drie dagen na de loting ter Secretarie
vervoegen ten einde aldaar de voor die aanvrage
noodige opgaven te doen
Burgemeester en Wethoudi rs voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
tl en 20 Jan, 1866. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden.
Dat, bij gunstige beschikking van Z.Exc. den Minister van
Binnenlandsclie Zaken, van den 26 Januarij 1866 No. 236
6" afd., aanvangende met, Maandag, den 5 February eerst
komende, een doorloopende dagdienst bij den Rijks
Telegraaf alhier zal geopend worden, eu dien ten gevolge
eene onafgebroken gelegenheid tot de verzending van Telegra
fische berigten zai bestaanop alle dagen der week (des
ZONDAGS niet uitgezonderd), op de volgende wijze
van 1 Oct,, tot 31 Maart, van 's morg. 8 tot 's avonds 9 uur.
e 1 April 30 Sept., e 7 9
Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd,
den 2 Feb. 1866. A. MACLAINE] PONT.
De Secretaris
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengeu ter kennis van de belanghebbenden
Dat het suppletoir kohier der directe belasting over 1865,
den 7 dezer door Gedeputeerde Staten dezer provincie is
goedgekeurd en op heden aan den gemeenteontvanger ter
invordering is uitgereikt,.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 10 Feb. 1866. De Secretaris,
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter algemeene keunis
Dat het kantoor van den gemeenteontvanger van af Woens
dag den 14 dezer, zal gehouden worden op het Verdron-
kenoord, wijk C, No. 131.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
10 Feb. 1866. De Secretaris
SPANJAARDT.
Weer is een week voorbijgegaan, en nog duurt de miuis-
teriëele crisis, nog is het ministerie niet volledig, en
wat zeer onaangenaam wordt nog alt yd is de sluier, die
de breuk in het Kahinet, en den tegenwoordigen toestand
bedekt, niet opgeheven. Blijkbaar tasten verschillende bla
den die toch goed ingelicht konden zijnin het duister
rond, of achten het althans niet geraden het duister te ver
drijven. Eenige nemen een houding aan alsof zij er meer
van weten dan het algemeen doch wachten zich wel hun
«-geheim" te verraden. Het Handelsbladde (Oude) Rotter-
damsche en de Nieuwe Rotterdamsche Courant verklaren zich
niet voldoende ingelicht om reeds nu een oordeel te vellen.
Het Dagblad van Zuid-Holland e% 's Gravenhage spreekt
alsof het meer weet dan het wel zeggen wil. In de Mid-
delburgsche Courant wordt de begeerte van den heer v. d.
Putte om Gouverneur-Generaal van Oost-Indië te worden
als de oorzaak van de breuk voorgesteld, maar het Dagblad
acht dit onjuist. Zelfs een gerucht dat, de heer v. d. Pnlte
reeds voor eeuigeu tijd de guust des Konings had trachten
te verwerven door de belofte om voor Z. M. vijf ton op de
Indische begrooting te brengen, wordt, vermeld, ofschoon
dnu ook ongegrond verklaard, en de losgeknoopte das vau
den tot, 's avonds elf uren langs de straat dravenden,
schrijvenden telegrafeerenden en onderhandelenden Kappeyne
van de Cappellu wordt, bijzondere vermelding waardig ge
keurd. De Purmerender Courant heeft ook wel gehoord wat
er in den Haag wordt verteld, maar wil er zonder nader
bewijs niet aan gelooven. De Arnhemiche Courant schijnt
er alles van te weten, maar vertelt niet wat ze weet, of
schoon daartoe herhaaldelijk aangespoord.
Zulk een toestand is bij uitnemendheid geschikt om de
verwarring te vergrooten. Op deze wijze is de strijd der
dagbladen zoo tamelijk onvruchtbaar, en het publiek behoeft
vooralsnog niet dankbaar te wezen voor de voorlichting
der pers. Da houding der Arnhemsche Courant is hier het.
opmerkelijkst. Zij meent reeds nu voldoende reden te heb
ben voor een bepaald vijandige gezindheid jegens den heer
v. d. Putte en het door hem samen te stellen ministerie.
Reeds nu, beweert zij, is er genoeg gebleken om het. mi
nisterie v. d. Putte als een anti-Thorberklaansch ministerie
t.e kenmerken, en de Putteanen (alweer dat barbarisme!) als
vijandenals tegenstanders der Thorbeckianen te beschou
wen. Thorbecke en v. d. Putte zijn niet //even" liberaal
dit blijkt reeds uit hun geschildat niet bijgelegd kon wor
den men moet party kiezen tusschen het, oude, beproefde
en proefhoudende Thorbeckiaansche liberalismedat ons steeds
zoo goed is bekomen, en het, anti-Thorbeckiaansche, Putte-
aansr.he neo-liberalisme. Welk een podiliug-Nederduitseh
Wij voor ons achten ons nog niet in staat, om bepaald
partij te kiezen omdat wij het Putlèanisme of neo-liberalisme
nog niet kennen, nog niet kennen als illiberalisme, zelfs niet
als anti-Thorbeckiaansch liberalisme. Immers de redenen die
de Arnh. Ct. voor hare stelling aanvoert komen ons onvol
doende voor.
De heer v. d. Putte heeft zijn ambtgenoot Thorbecke uit-
gestooten uitgeworpen, zegt de Arnh. Ct. Als het waar is,
dat v.d. Putte de beslissing omtrent de invoering der Indische
strafwetgeving hij de wet, of hij Koninklijk besluit, niet heeft
wil en verdragen, zelfs niet tot, na de behandeling der cul
tuurwet eu ua de verkiezingen van dezen zomer, of wel
indien hij, toen zijne ambtgenooten Cremtrs en Blanken op
de onverwijlde invoering aandrongen, zich met, hen heeft
vereenigd en daardoor Thorbecke en Olivier heeft doen over
stemmen dan heeft hij aanleiding gegeven tot een crisis.
Dit was gewaagd, en de verantwoording groot die hij aldus
op zich laadde. Vooral op dit oogenhlik nu de behandeling
van de cultuurwet, van zijn eigen ontwerp, dat van zoo
overwegend belang voor Indie is, voor de deur staat, moest
hij zich driemalen bedenken eer hij aanleiding gaf tot, een
breuk in het ministerie en tot een zoo gevoelige verzwakking
als het door het verlies van Thorbecke ontegenzeggelijk lijden
moet. liet, lot van dit, ontwerp alleen moest hem met de
grootste omzichtigheid vervullen. Maar wij weten niet alles
en daarom kunnen wij geen oordeel vellen. Hel kan ook
zijn dat de minister van Binnenl. Zaken reeds herhaaldelijk
op uitstel en nog eens op uitstel eu alweer op uitstel had
aangedrongen en dat de minister van Koloniën van oordeel
was dat het belang der zaak geen uitstel meer gedoogde,
Was de minister van Binnenl. Zaken inderdaad verplicht
zedelijk verplicht zijn ontslag te verzoeken, toen dit
punt van koloniaal bestuur door de meerderheid der ministers
in den zin van den minister van Koloniën werd heslist
Ziedaar een vraagstuk op het duister gebied der homogeniteit,
dat voor verschillende opvatting vatbaar is. Het is mogelijk,
dat de minister van Binnenl. Zaken nu en dan wat veel op
volstrekte homogeniteit aandrongen van de zaken een kwestie
maakte van aanblijven of ontslag, waaraan zijn ambtgenooten
zich toch niet altijd konden onderwerpen. Meegaandheid was
zeker zijn zwak niet. Het is mogelijk, dat de Haagsche cor
respondent der Augsburger Allgemeine Zeitung wiens bericht
de Haarlemsche Ct. ons mededeelt, juist was ingelicht, en
dat de Koning tot op het laatste oogenhlik getracht heeft
Thorbecke te bewegen zijn verzoek om ontslag in te trekken
en dan stond het toch in de macht van Thorbecke zeiven om
aan te blijven en zich nieuwe ambtgenooten te kiezen, eu
was zijn afireding vrijwillig. Men kon toch niet eischen, dat
zelfs de meerderheid altijd aan de minderheid toegaf als de
minister van Binnenl. Zaken tot die minderheid behoorde.
Nog eens, van dat alles weten wij niets, wij hebben geen
gronden om tusschen de verschillende lezingen te heslissen,
maar dergelijke dingen zijn mogelijk, zijn zelfs niet. onwaar
schijnlijk en daarom kunnen wij nog geen partij kiezen.
Het is waar Thorbecke's richtingplan en doel zijne
inzichten en beginselen, zijn liberalisme, dat alles was bekend, en
het bekende dat goed bevalt moet men handhaven tesen
het onbekende maar niet tot eiken prijs. Thorbecke's
bekwaamheid, talent en zedelijk overwicht zijn bekend, en
moeten niet lichtvaardig opgeofferd worden. Scheuring moet
zooveel mogelijk voorkomen de eendracht onder de libera
len bewaard worden maar niet tot eiken prijs. Als die
eendracht eens niet anders te behouden ware dan door
voortdurende toegevendheid aan het erkende hoofddie in
ondergeschiktheid zou ontaarden, dan moet zij worden prijs
gegevendan mag bet, liberalisme niet langer door het voor-
sel Thorbeckiaansch nader worden omschreven, zonder
dat het daarom nog als Putleaansch mag worden geken
merkt. 't Heeft inderdaad geen nadere bepaling noodig, en
blijft het zuiverst zouder die bijvoegingen, 't Behoud van
Thorbecke in een liberaal ministerie is zeker van groote
waardemaar onmisbaar is hij nietmag hij niet zijn.
Is er reeds scheuringbestaat er reeds verdeeldheid onder
de liberale party Ja. zegt de Arnh. Ct. Neen, zeggen wij.
Maar er kan verdeeldheid, er kan scheuring ontstaan; laat
ons die niet bevorderen. Er kan persooulijke verwijdering
persoonlijke veete en twist tusschen vroegere vrienden be
staan maar dit behoeft nog geen scheuring iu de liberale
partij te brengen. Als Thorbecke en v. d. Putte niet langer in
hetzelfde ministerie konden blijven als de beslissing des
Konings onvermijdelijk werd enzooals toch ook beweerd
wordt, liet volharden bij liet gevraagde ontslag van den een
het aanblijven vin den ander ten gevolge had, dan blykt
er van verschil van gevoelen omtrent sommige, omtrent vele
punten misschien, maar dan is een ministerie v.d. Putte nog
niet anti-Thorbeckiaanschniet tegen Thorbecke omdat het
zonder Thorbecke meent, te kunnen bestaan, dan moet, het
nog niet noodzakelijk een andere richting volgen, een ander
plan hebbeneen ander doel beoogen dan Thorbecke. Als
dit zoo was, zouden allen anli-Thorbeckianen zijn, die zich niet
altijd, bij elke kwestie en op elk gebied van wetgeving of
bestuur, aan zijne meening onderwierpen.
Naar onze meening heeft de Arnh. Ct. hare stelling dat
v d. Putte met de richting en de politiek van Thorbecke
heeft, cebroken, en zijn ministerie voor opzettelijke uitsluiting
van Thorbecke als anti-Thorbeckiaansch heeft doen kennen,
niet bewezen, en mag daarom het nieuwe ministerie niet
reeds in zijn geboorte worden bestreden door de liberalen
zelfs niet door de liberalen die zich meer bepaald Thorbec
kianen noemen.
nUITSlfllLi VM».
Den 31 Jan. is te Coburg overleden de bekende dichter
Fr. Ruckerl, oud 77 jaren.
De hertog van Nassau heeft den Koning van Pruisen ver
zocht om voor hem liet handelsverdrag met Italië te teeke
nen het schijnt dat hij te afkeerig is vau de erkenning van
dat Rijk om daartoe persoonlijk zijn naam te zetten.
Dr. Aronheimadvocaat te Bruuswijk, heeft zich tot do
permanente commissie van het duitsche juristen-congres ge
wend, niet verzoek ten spoedigste eene algemeene vergade
ring te helecgen, om in tijds te kunnen protesteeren tegen
de uitspraak van het hoog gerechtshof te Beriijn, inzake de
heereu Twesten en Frenzel.
K E L A I».
In de laatste week van Januari zijn door de veepest aan
getast 11745 runderen, zijnrip sedert den aanvang der ziekte
120740, waarvan gestorven 73750, afgemaakt 16742 en her
steld 14162.
Het speciale hof te Dublin heeft den 2 Febr. zijne zittingen
gesloten van de 41 daarvoor terechtgestelden zijn 5 vrijge
sproken.
Een aantal aanzienlijke ingezetenen dier stad heeft den 1,
onder voorzitting van den markies v. Downshireeene verga
dering gehouden tot bespreking van den toestand des lands
en van de maatregelen tot verzekering der veiligheid; een
stemmig werd besloten om op afdoende maatrecelen tot foui-
king van het feuianisme aantedringen en om de regeering in
de uitvoering krachtig te ondersteunen.
Het gouvernement heeft eene commissie henoemd tot be
raming eener verbetering van de policie-macht in Ierland;
deze telt 19000, als militairen ingedeelde manschappen en is
zeer geschikt om de orde te hauddaven en woelingen te keer
te gaan maar minder tot het opsporen vau misdadigers.
Den 6 heeft, de Koningin deziltingvan het Parlerncntgeopeud;
H. M. verklaarde o a. dat de geestelijke Keizer van Japan de
gesloten verdragen heeft bekrachtigd. Als intedienen wets-
voordrachten noemde zij die tot beperking der doodstraf, tot
verbetering der wetgeving op de faillissementen, en tot wij
ziging van, den Pariemenlseed zoodat deze voor belijders van
verschillende eerediensteu geen aanstoot meer kan geven.
Aangaande de parlementaire hervorming verklaarde zij alleen,
dat het onderzoek daarover nog voortduurde.
Het lloogerhuis heeft den 6 reeds een adres van antwoord
zonder stemming goedgekeurd. Bij de beraadsla iug hebben
verschillende sprekers aan het bewind laakhare zorgeloosheid
ten opzichte der veepest torgeschreven. Door leden van het
kabinet werd geantwoord dat de regeering zulke maatrege
len genomen had als de wet eu de staatsregeling veroor
loofden en dat het nu aan het Parlement stond om strengere
verordeningen te maken.
Sir Charles Wood heeft zijn ontslag genomen als lid van
het kabinet voor de o. i. zaken. Hij wordt vervangen door
lord Grey, tot dusver minister vau oorlog, en deze door lord
Hartingtonondersecretaris bij dat departement.
FRANKRIJK.
Met 1°. Februari is de brusselsche Indépendance weder
in Frankrijk toegelaten.
De Gedeputeerden hebben met 158 tegen 58 st. besloten,
het wetsontwerp tot regeling van de amortisatie terugte-
zenden aan de begrootiugs-eommissie.
ITALIE.
De regeering heeft haren gezant te Madrid gelast ophel
deringen te vragen over de uitdrukkingen ten aanzien van
Italiëvoorkomende in de aan de Cortes medegedeelde be
scheiden.
OOSTENRIJK.
De Lauddag vau Croatie verklaard zich bereid tot het be
noemen eener deputatiedie met eene deputatie van den
hongaarschen Rijksdag onderhandelen zal over de grond-
slasen eener vereeniging van beide landen.
In eenige voorname steden zal de Rijks polieia vervangen
worden door eene gemeentelijke policie.
Aan den zweedschen consul-generaal te Triest ie vergun
ning verleend om, behalve de handelsbelangen der bewoners
van het voormalige Koningrijk Sardiniëook die van de
bewoners der overige deelen van het Koniugryk Italië waar-
tenemen.
De hongaren zijn nog opgetogen over de toespraak dpr
Keizerin by hare komst te Pesth uit het hoofd en in de
nationale taal gedaan.
De gemeenteraad van Venetie heeft met 33 tegen 2 st-