ALKMAARSCHE COURANT
■\o |3, Achtenzestigste J aargang.
1866
Zonda i
April.
éfficiccl (Scbcdtc.
Politiek ©ocvsicht.
mckclï)kschc Berichten.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
EERM8. COSTER ZOON.
MP
De Advertentiën kosten van 15 regels/ 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroecer.
Bij deze Courant behoort een Bijbladbevat
tende raadsnoiulen.
PROVINCIALE WATERSTAAT
VAN NOORD-HOLLAND.
AAN BESTED IN G
Op Donderdag den 12to April 1S66 des namiddags ten
half drie ure, zal aan liet locaal van het provinciaal bestuur
vin Noord-Hollandte Haarlembij enkele inschrijvinB
xvorieo" Het onderhoud van den provincialen zeedijk
te Petten, met de daarvoor gelegen hooiden,
paalwerken, enz., gedurende het tijdvak van
1" Mei aanstaande tot 1°. Januarij 1869.
2° Het leveren van brik-, zet- en stortsteen en
het doen van bestortingen tot onderhoud
en verbetering der Heldersche zeewering
in twee pereeelen.
3". Het onderhoud van de bakens m het IJ en in
de Voorzaan van 1°. Mei 1866 tot 1°. Mei 1867.
De bestekken zijn tegen betaling van 10 cents per exem
plaar, te verkrijgen aan liet locaal van het provinciaal bestuur
voornoemd en aan het bureauvoor buiten andsche paspoorten
od den Dam te Amsterdam en wat het bestek van liet sub. I
"enoemde werk betreft, ook bij deu opziglervan den pro-
uncialen Waterstaat C. van der Sterr, te Helder.
De aanwijzing in loco van het sub. 3 vermelde werk za
worden gedaan door den provincialen opzigter van den Wa
terstaat J. Keijzer, op Zaturdag vóór de best ediugaan te-
vangen des mo"rgens ten 9 ure bij de Nieuwe Stads Herberq
te Amsterdam.
Inlichtingen zijn te bekomen wat het sub. 1 genoemd
werk betreft bij den Ingenieur/. F. IC. Conrad en bij den
oozkter F. J. Kriegerbeiden te Alkmaar; wat het sub. 2
genoemde werk betreft bij genoemden ingenieur en bij den
opzigter C. van der Sterr, te Helder, en wat het sub. i ge
noemde werk betreft bij den Ingenieur L. J. du Celltee Muller
en bij den opzigter J. Keijzer, beiden te Amsterdam.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS vau ALKMAAR
brengen bij deze Ier kennis van de belanghebbenden
Dat de VOO» J AAUSKKUWIS» aldaar den 4 April
aanstaande zal beginnen, terwijl op dien dag tevens de loting
voor plaatsen zal worden gehouden.
Burqemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Maart 1869. bc Secretaris
ii Maart iso SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis:
Dat op Maandag, den 9 April I860.-voormiddags 9 ure,
op het Raadhuis te Alkmaar, het onderzoek zal geschieden
van de plaatsvervangers en nummerverwisselaarsdie door
lotelingen uit deze gemeente mogten worden aangeboden.
Alkmaar. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
den 27 Maart 1866. A. MACLAINE PONT.
Be Secretaris,
SPANJAARDT.
BRANDWEER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de ingezetenen:
Dat het onderzoek der ligchaamsgebrekeu van voor de
brandweer dezer gemeente ingeschreven personen door hen
zal worden gehouden op Maandag, den 9 April e.k., des
namiddags 6 urein de Prinsenzaalten Raadhmze dezer
"emeente. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
E Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
art. 1 opgenoemde handelaren enz., ten kantore van den ge
meente ontvanger, op den 30 April 1866 uiterlijk voor ne
"en ure des avonds, behoorlijk aangifte doen van de hoe
veelheid gedistilleerd, herleid tot 50 pet., dien zij voorhan
den hebbenmet opgave van de ligging der pakhuizen waar
dat gedistilleerd zich bevindt.
Er zal in de, bergplaats waar zich de voorraad bevindt
geen nieuwen inslag tusschen den dag der aangifte en dien
van de opneming van de juistheid dei-zelve, waartoe twee
da"en gesteld worden toegelaten worden De tot die op
neming te commiteren stedelijke roeijer, doet aanteekeniug
van zijne bevinding in dorso der aangifle en geeft versiag
aan genoemden gemeente ontvanger.
Bij onjuiste aangiften van meer dan 5 pet. verschil met de
bevinding, wordt de aanspraak op restitutie verbeurd.
Art. 3.
De aangifte moet worden onderteekend en de verklaring
inhouden, dat zij naar waarheid is opgemaakt, en over geen
anderen voorraad looptdan die liet eigendom is van den
declarant. Art. 4.
Na 30 April 1866 wordt geen restitutie wegens uitvoer
verleend Burqemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 29 Maart 1866. De Secretaris
SPANJAARDT.
KIEZERSLIJSTEN.
De VOORZITTER van deu Gemeenteraad te Alkmaar;
Gezien art. 31 der wet van 4 Julij 1850 (Staatsblad n". 37);
I Brengt ter algemeene kennisdat de lijsten van kiezers
der leden van den Gemeenteraad, de Tweede Kamer der
Staten Generaal en de Provinciale Staten, op heden door
hem zijn geslolen, op nieuw aan liet raadhuis zijn aangeplakt
en gedurende 14 dagen ter secretarie dezer gemeente ter
lezing zullen liggen.
Alkmaar, De Voorzitter voornoemd
30 Af«<zr*1866. A. MACLAINE PONT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brem-en ter kennis van de belanghebbenden, de volgende
doodden Gemeenteraad, den 28 February 1866 vastgestelde
Verordeningregelende de teruggave van betaalde
plaatselijke belasting op het gedistilleerd, op het tijd
stip der afschaffing.
De Gemeenteraad van Alkmaar,
Overwegende dat krachtens de wet van 7 July 1865 (Staats
blad n° 79), ingaande den 1 Mei 1866geene plaatselijke
belastingen op voorwerpen van verbruik langer mogen worden
geheven0, dat derhalve op dat tijdstip vervalt de verordening
op het heffen eener plaatselijke belasting op liet binnen- en
buitenlandseh gedistilleerd van 22 November 1864 u». 22,
"oed"ekeurd bij Kon. besluit van 10 December 1864, n» 39
en dat vol-ens art. 13 der wet van 7 Julij 1865 (Staatsblad
„o 80) houdende nadere bepalingen nopens den accijns op
het gedistilleerd, in deze gemeente, waar de plaatselijke be
lastin" meer dan f 15 per vat a 50 bedraagt, geen bijbe
taling' is verschuldigd vau den Rijks-aecijns bij die wet op
vijftig gulden per vat bepaald van den voorraad dan voor-
^Gehoord de vaste Commissie van Financiën op het voorstel
van Burgemeester en Wethouders van 21 February 1866.
Besluit
Art. 1.
Aan handelaren en neringdoenden in gedistilleerd waar
door worden verstaan, grossiers, tappers, slijters, logement
houders en herbergierswordt voor hoeveelheden van 50 kan
i 50 pet en daarboven, die zij op 30 April 1866 in voorraad
hebben mits door geldige documenten de wettige herkomst
bewijzenderestitutie verleend, volgens het resultaat der pei-
lin" tegen gemeld tijdstip aan den stedelijken roeijer opge
dragen tot een bedrag van zes gulden per vat gedistilleerd
a 50 pet. sterkte; van eeuen voorraad van minder d*n 50
kan wordt geen restitutie verleend.
Art. 2.
Ter bepalin" van de hoeveelheid gedistilleerd waarvoor de
teruggave als voormeld verschuldigd za» zijnzullen de m
Hoewel de oorlogszuchtige berichten blijven aanhouden en
zelfs in de laatste dagen zijn toegenomen blijven wij nog
steeds aan onze vroegere meening vasthouden, dat het tot.
geen bloedige botsing komen zal. De dagen zijn gelukkig
voorbij dat de veete der dynastïën of de willekeur der ka-
binetten den krijg konden uitlokken. Het is i» onzen tijd
bijkans ondenkbaar, dat er onder den nationalen bijval een
oorlog gevoerd wordt, en onwaarschijnlijk dat dit geschiede
zonder dat, er groote nationale belangen in liet spel betrokken
zijn. Bij de beoordeeling van het geschil tusschen Pruisen
en Oostenrijk behoort men zich dus in dc eeist.c plaats al te
vragen, of de oorlog door een der beide partijen kan ge-
wenscht worden en wij schroomen niet die vraag voor heiden
ontkeunend te beantwoorden. In Pruisen is de verhoudiug
tusschen de regeering en de volksvertegenwoordiging zoo
gespannen, dat de minste aanleiding eene lievige uitbarsting
kan tengevolge hebben. IAij gelooven dat de democratische
partijen,°de zoogenaamde FortschriUsmdnner, niets liever kunnen
wenschen dan een oorlog met Oostenrijk die hen binnenslands
de handen vrij zoude laten, te meer daar die oorlog niet in
overeenstemming is met den wensch des volks kan zijn. Bij
Oostenrijk gelden dezelfde bezwaren. De Keizer moet niets
liever willen dan de oneenighederi met de verschillende
Kroonlanden in vredeiieveuden zin te zien opgelostdie op
zich zelve reeds bedenkelijk genoeg zijn zonder dat hij be-
geerig moet zijn de bestaande crisis door een i uiteulandsehen
oorlog te verhüogen. Daarenboven ontbreekt het beiden aan
ütiauciëele krachten. De Oostenrijksche schatkist is geli el
uitgeput en ook de Pruisische regeering ziet zich de handen
gebonden door het conflict met de Kamer. De Deensche
oorlog heeft von Bismarck kunnen voeren door eigenmachtig
over "een deel der staatsfondsen te beschikken en op onwettige'
wijze het aandeel van den Staat in de actiën der Keulen-
Mir.stener-spoorweg-maatschappij te vervreemden maar hoe
zal hij het geld voor een oorlog mei Oostenrijk weien te ver
schaffen die natuurlijk zooveel meer kosten zal als Oosten
rijk machtiger is dan Denemarken. De omstandigheden hebben
zich gelukkig zoo gewijzigd dat men voor eene herhaling
van den zevenjarigen oorlog niet behoeft bevreesd te zijn.
De Middenstaten die destijds geen noemenswaardigen in
vloed uitoefenden, bezitten thans eene niet, onaanzienlijke
krijgsmacht, die het noodzakelijk maakt met. hen te ïckenen
zoo'als von Bismarck dan ook reeds eene circulaiie heeft doen
roud"aan, om te weten, wie zijne vrienden of vijanden zijn zullen.
De materiëele belangen zijn thans tengevolge der verbeterde
middelen van vervoer voor geheel Duitschland solidair gewor
den waarvan de stichting van het Tolverbond bet noodzakelijk
uitvloeisel is geweest, zoodat althans die eenheid niet zoo
gemakkelijk is te verbreken. Daarenboven bestaat er thans
eene publieke opinie, die zich door middel van haar organen
krachtig kan laten gelden en bovenal zal de regeerende
Koning van Pruissen zich wel niet inbeelden een andere
Frederikde Groote te zijn. De groote keurvorst had den tact
zijn veroveringszucht ouder den schijn van den strijd voor
de nieuwe begrippen te verbergen maar ook deze redelijke
steun ontvalt aan de tegenwoordige regeering. Het is boven
dien waarschijnlijk, dal Pruisen in dezen oorlog alleen Italië
tot zijn natuurlijken bondgenoot, zoude hebben. Daarentegen
loopt het gevaar, dat Frankrijk vau de gelegenheid zal trach
ten gebruik te maken om zijn geliefkoosden droom van de
natuurlijke grenzen te vervullenterwijl Denemarken eene
po"mg 'zal aanwenden Sleeswijk te heroveren. Men herinnert
ziclidat de Koning van Denemarken aan de deputatie vau
Noord-Slees wij kersdie hem hare hulde kwam aanbiedente
kennen gaf, dat men voor het oogenblik voor de overmacht
bukken moest en de hoop op gunstiger tijd moest gevestigd
houden. Brengt men dit in verband met het antwoord van
den Deenschen minister van marine op een tot hem gerichte
interpellatie betrekkelijk de Japansche expeditie, dat de re-
"eerin"met het oog op den ernst der omstandighedengeen
schepen van groot charter uit Europa kan afzenden dan is
het mogelijk, dat die woorden eene bedreiging tegen Pruisen
inhoudenzoodat ook van die zijde gevaar dreigt.
Do houding van Denemarken zoude wel is waar mei
loyaal zijn want het herinnert aan den dief, die ons c
steelt, terwijl ons huis iu braud staat, maar die met s er
is moet slim zijn en in net woordenboek der politiek is nel
woord dankbaarheid niet bekend. Men moet overigens er
kennen dat de houding van Pruisen tegenover dien staat
ook niet van dien aard is geweestom op bijzondere wel
willendheid van dien kant te kunnen rekenen.
Het zoude anders niet onaardig zijnindien de strijd, o
Sleeswijk op een wijze eindigde, die aan het spreekwoord
der vechtende honden herinnert. Kan dus de oorlog l
„eeuen deele voor Pruisen wensclielijk zijnnog veel minde
Tdd met Oostenrijk het geval dat bij den srydalleen
verliezen en niets winnen kan. Oostenrijk ondervindt thans do
onaangename gevolgen zijner onberaden en onverstandie
handelingen. Het blijft ons altijd een raadsel hoe Oosten
rijk dat "zich thans op den Bond wil beroepen dat standpunt
ooit verlaten heeft en zich door Pruisen heeft laten mede-
iejen op den ouzal.geu weg, die in strijd was met zijn
belan-en Indien hek Pruisen had willen tegenwerken m
zijn veroveringsplannen had liet dit zeer goed met en naast
den Bond kunnen doen, zooals Holstem dan ook reeds doo
de Bondstrocpen bezet was. Waarschijnlijk had1 het dan de
•ympathie der Middenstaten verworven en behoudend e
thans indien zij hun belang begrijpen, een gewapende neu
tralite'it zullen in acht nemen. Wij hopen dat de regeringen
der kleinere Duitsche Staten genoeg staatsmanswijsheid zullen
bezitten om zich zoo lang mogelijk buiten de strijdende par-
tiiën te houden. Wie met de groote lui kersen eet loopt
gevaar met de pitten geworpen te worden die hem^ditmaal
in den vorm van kogels om de ooren zouden vliegen.
De "roote kunst voor Oostenrijk zal luerin bestaan om
z'ch een eervollen terugtocht te verzekeren, daa.r eeni ooriog
noodlottig en een geldelijke schadevergoeding in strijd met
Z,j HeTantf oord dat de Keizer van Frankrijk aan de deputatie
uit het Wetgevend Lichaam gegeven heeft was wederomas
gewoonlijk met groote woorden en onbestemde m drukk ng n
ongevuld. Indien men hem gelooven moest bezit Irankrijlc
alles wat het noodig heeft en behoeft het met meer te be
•eeren. Hij verklaart een voorstander te zijn van dc vrijhei
maar niet van die vrijheid welke tot bandeloosheid leid
Men zoude hier kunnen vragen met welk recht hij bewj"e'?
kan dat zon staatkundige tegenstanders een andere vrijheid
begeereu. Hij klaagt over den zwaren last en de groote ver
antwoordelijkheid, die hij gedurende vij '.'^jaren
heeft maar zoude hetdan geen tijd zijn die last met anderen
te doelen? Het staat slechts aan hem daartoe over te gaan,
en indien hij het verlangde zoude men we ligt gaarne de
bereidwilligheid hebben hem van den geheelen ast te ont
heffen. Daarvan wordt echter geen woord gerept, liet slot
zijner rede is te curieus om hier met te worden overge
schreven "Het grootsche levensdoel van liet frausche volk
zal worden bereikt. Na ons zullen onze zonen ons werk
voortzetten. De medewerking vau de groote Staatslichamen
de verknochtheid van het leger, de vaderlandsliefde van allo
qoede burgers, eindelijk wat nooit aan ons vaderland heeft
ontbrokende Goddelijke bescherming strekke mij daarvan
ten waarborg." In de eerste plaats doet zich hier de vraag
voor- wat. verstaat de Keizer onder "het grootsche levendoel
van iiet framche volk?" Bedoelt hij daarmede de vestiging
zijner dynastie en vindt dus deze zinsnede hare verklaring in de
volgende: /ma ons zullen onze zonen ons werkvoortzetten,
dan gelooven wij dat de Keizer zich werkelijk illusien maakt.
Hij schijnt zelf ook daarvan overtuigd te ziju waar //de ver
knochtheid van het leger" in één adem genoemd wordt met
//de Goddelijke bescherming," waarschijnlijk op dezelfde wijze
als zijne zouaven een heiige engelenwacht om den Pausrormen.
K X «2 E I, A. X* 2®
De 20 is l.e Manchester eene vergadering gehouden van
afvaardigden van 40 a 50 reform-vereemgingen en daarin
besloten om het 'oorstel der regeering zooveel mogelijk te
ondersteunen omdat het wel niet voldoet aan de rechtma-
tige eischen der liberale partijmaar een stap vooruit is op
den goeden weg.
Ook in elders gehouden bijeenkomsten is algemeen besloten
de reform-bill te ondersteunen in afwachting eeuer tweede
tot betere iudeeling der kiesdistricten.
In 1865 heeft de uitvoer eene waarde bedragen van
165.862,402, dat is 3* p.ct. meer dan in 1864Naar
Nederland werd uitgevoerd voor 8,111,022, tegen £6,884,937
ui het vorige jaar. De uitvoer naar Neerl. Indie is met onder
deze cijfers begrepen.
Tot 17 Maart zijn door de veepest aangetast 203.350 run
derenen daarvan gestorven 120.834, afgemaakt 3948/ en
hersteld 28656. Van 3 tot Maart, bedroeg het aantal aange
tasten 6518 van 10 tot 17 Maart, 6261.
Den 23 heeft de onder-secretaris van buitenl. zaken in
het Lagerhuis aangekondigddat dc invoer van vee uit
Nederland verboden is.
De Times meent, dat het vee uit Nederland met te missen
is en acht het wensclielijk het te blijven aanvoerenmaar
terstond te slachten. In 1864 toch werden van daar inge
voerd 77481 ossentegen 68908 uit andere landen en van
het gezamenlijk aantal ingevoerde runderen, 226,356waren
er niet milder dan 144,957 uit Nederland.
Deu 24 is op liet kasteel Ciaremont overleden Marie Amelie,
weduwe van Louis Philippe, Koning der Fransehen.
De lord-mayor en eenige leden van het gemeentebestuur
vau Dublin hebben zich tot deu Onderkoning van Ierland
gewendter verkrijging van noodzakelijke verbeteringen dier
stad. Zij beklaagden zichdat het gouvernement meer deed
voor Londen dan voor Dublin en verzekerden dat indien
Ierland een eigen Parlement had, zij den Onderkoning met