ALKMAARSCHE COURANT N». 17. Achtenzestigste Jaargang. 186 Zondag 29 April. AtWiMrtlrt* sftwA&fe (Officieel (öcbccltc. Politiek cOocrziclit. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, lranco per post/ 4,—. Brieven franco aan de Uitgevers HE Rif». COST EB. ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag vroeger. Van wege BURGEMEESTER en WETHOUDERS wordt mits deze ter keimisse van de ingezetenen gebragt Dat de schilderijvoorstellende eene episode uit het beleg van Alkmaar in 1573 door J. IV. A. Hiloerdinckgedurende de maand April aanstaandedes MaandagsDonderdags en Vrijdags van elke week, van 11 ure des voormiddags tot l ure des namiddagsop het Raadhuis der gemeenteter bezigtiging toegankelijk is gesteld. Alkmaar, n'-r 31 Maart 1866. SPANJAARD!. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden, de volgende door den Gemeenteraad, den 28 February 1806 vastgestelde Verordeningregelende de teruggave van betaalde plaatselijke belasting op het gedistilleerd, op hel tijd stip der afschaffing. De Gemeenteraad van Alkmaar, Overwegende dat krachtens de wet van 7 Julij 1865 (Staats blad n°. 79), ingaande den 1 Mei 1866geene plaatselyke belastingen op voorwerpen van verbruik langer mogen worden geheven, dat derhalve op dat tijdstip vervalt de verordening op het heffen eener plaatselijke belasting op het binnen- en buitenlandsch gedistilleerd, van 22 November 1864, u°. II, "oedgekeurd bij Kon. besluit van 10 December 1864, n°..39, en dat volgens art. 13 der wet van 7 Julij 1865 (Staatsblad n°. 80), houdende nadere bepalingen nopens den accijns op het gedistilleerd, in deze gemeente, waar de plaatselyke be lasting meer dan f 15 per vat a 50 bedraagtgeen bijbe taling is verschuldigd van den Rijks-accijns bij die wet op vijftig gulden per vat bepaaldvan den voorraad dan voor handen. Gehoord de vaste Commissie van Financiën op het voorstel van Burgemeester eu Wethouders van 21 lebruarij 18G6 Besluit Art. 1. Aan handelaren en neringdoenden in gedistilleerd waar door worden verstaan, grossiers, tappers, slijters, logement houders en herbergiers wordt voor hoeveelheden van 50 kan a 50 pot. en daarboven, die zij op 30 April 1866 in voorraad hebben, mits door geldige documenten de wettige herkomst bewijzende restitutie verleend volgens het resultaat der pei- lin" tegen gemeld tijdstip aan den stedehjken roeyer opge dragen tot een bedrag van zes gulden per vat gedistilleerd a 50 pot. sterkte; van eeueu voorraad van minder dan 50 kan wordt geen restitutie verleend. Art. 2. Ter bepaling van de hoeveelheid gedistilleerd waarvoor de art. 1 opgenoemde handelaren enz., ten kantore van den ge meente ontvanger, op den 30 April 1866, uiterlijk voor ne gen ure des avondsbehoorlijk aangifte doen van de hoe veelheid gedistilleerd, herleid tot 50 pot., dien zij voorhan den hebbenmet opgave van de ligging der pakhuizen waar dat gedistilleerd zich bevindt. Er zal in de bergplaatswaar ziek de voorraad bevindt geen nieuwen inslag tusschen den dag der aangifte en dien van de opneming van de juistheid derzelvewaartoe twee da<*en gesteld worden toegelaten worden. De tot die op neming te commitereu stedelijke roeijer, doet aanteekening van zijne bevinding in dorso der aangifte en geeft verslag aan genoemden gemeente ontvanger. Bij onjuiste aangiften van meer dan 5 pet. verschil met de bevindingwordt de aanspraak op restitutie verbeurd. Art. 3. De aangifte moet worden onderteekend eu de verklaring iuho'tiden °dat zij naar waarheid is opgemaakt en over geen andëfen voorraad loopt, dan die het eigendom is van den declarant. Aft. 4. Na 30 April 1866 wordt geen restitutie wegens uitvoer verleend Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. JAGT en VISSCHERIJ. De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter ken nis van de belanghebbenden Dat de aanvragenter bekoming van jagt- en vischakten voor het jaar 18 ter secretarie dezer gemeente verkryg- De Burqemcester voornoemd, 20 ^n/ lSG6. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat de patenten, aangevraagd in November, December en January 1.1., ter secretarie dezer gemeente verkrijgbaar zijn van Maandag 30 April tot en met Zaturdag den 12 Mei aanstaande's morgens van 9—2 ure. Burqemeestcr en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. Of, Ar ril 1866. De Secretaris den 26 April SPANJAARDT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Ontvancen hebbende eene dispositie van den Heer Com missaris des Konings in de Provincie Noord-Holland van den 19 April 1866 3 afdeeling A n°. TWr (verzameling cir culaires n° 28), houdende bepaling omtrent den tyd der uit gifte van de verklaringen van aangifte voor de Personele Belastingen het liegt van Patent over de dienst van 1866 67. Gezien art. 30 2 der wet van 29 Maart 1833 (Staats- b'Maken^aan de Ingezetenen dezer Gemeente bekend: Dat de Ontvanger der Directe Belastingen binnen deze ge meente aan hunne woningente beginnen met Vrijdag den Ia™ Mei aanstaande en vervolgens zal doen bezorgen een Beschrijvings-billethetwelk inhoudt eene korte schets van de grondslagen der voornoemde Belastingzijnde 1°. De Huurwaarde. i 4°. liet Mobilair. 2°. u Deuren ru Vensiers. 5". De Dienst- cn li erkooden. 3°. Haardsteden. 6°. Paarden. bij welk billet, waarin de verpligting jegens 's Rijks Schatkist, met betrekking tot de belastiug, za! worden opgegeven, aan ieder ingezeten de noodige vragen dienaangaande ter beant woording zullen zijn voorgesteld, teneinde het met de meeste naauwkeurigheid in te vullen. Dat binnen acht dagen na de uitreiking van voormelde billetten dezelve ingevuld vau de woningen der ingezetenen' door of van wege den Ontvanger zullen worden afgehaald. Dat zijwelke bij het bezorgen der billetten of ook bij terughalen daarvan mogt.en zijn overgeslagen zich in geen geval kunnen beroepen op zoodanig verzuim maar iutegen- deel gehoudeu zijn om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaring, vóór of uiterlijk op den 16di,n Mei eerstkomende, in te dienen ten kantore des Ontvangers, alwaar de billet ten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. Dat een ieder gehouden is. de te doene aangifte metzyne handteekening te bekrachtigen of ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven, deze invulling in zijnen naam door den Ontvanger of diens gemagtigde te doen bewerkstelligen, met Vermelding der redenen waarom hetwelk zal moeten geschieden in tegenwoordigheid van een derden persoon welke de aangifte, na voorafgaande voorlezing met den Ont vanger of deszelfs gemagtigde, zal teekenen. Burgemeester en Wethouders verwittigen voorts, naar aan leiding van het laatste gedeelte van 2 van art. 30 der voorz. wet"de belanghebbendendat als tegenschatters ingevolge dat artikel zijn benoemd; Cornells Koeman, Jan Dekker, Johan Daniël Masee en Dirk Julsing, en dat de bevolking dezer gemeente voor zooveel dezelve tot maatstaf van de belasting van sommige grondslagen die nen moetbedraaagt een getal van 11556 zielen. Burgemeester en Wethouders vermanen de ingezetenenom met de meeste naauwkeurigheid en binnen den bepaalden termijn de invulling hunner bcschrijvings-billetten te beweik- stelligen ten einde de orde en den geregelden afloop der beschrijving te bevorderen, en zich tevens te beveilligen tegen het nadeef, hetwelk een gevolg zou zijn van de toepassing der boeten en poena!iteitenwelke tegen valschheid en on- naauwkeurigheid der invulling zijn vastgesteld. En opdat niemand hieromtrent onwetenheid voorwende zal deze aangeplakt en in de Stads Courant geplaatst worden, terwijl afschrift zal worden medegedeeld aan den Ontvanger der Directe Belastingen, tot deszelfs informatie. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. den 26 April 1866. De Secretaris, SPANJAARDT. VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK MAAR, op Woensdag, den 2 Mei 1S66, des namiddags ieu l ure Namens den Voorzitter van deu Raad SPANJAARDT. De voor de dienst aangewezen lotelidgen voor de militie dezer gemeente van 169, ligling 1866, worden verzocht de orders van overgang in werkelijke dienst van de gemeente secretarie aftehalen. KLAAS HEIJNIS, het laatst gewoond hebbende te Haarltmmerliede en Spaarnwoudewordt verzocht zich aan- temelden ter secretarie dezer gemeente. De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN le ALKMAAR maakt bekend dat van Maandag 30 April tot, Zaturdag 5 Mei e.k., van 's voormiddags 10 tot 's namiddags 2 ureu in haar gewoon lokaal op het Stadhuister lezing zullen liggen 1. Statistiek van hel Koningrijk der Nederlanden behelzende de staten van de in- uit- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende de maand February 1866. 2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot- Brittanje en Ierland gedurende de maand December en de t overige maanden van 1865. 3. Verslag van don toestand van handelscheepvaart nijverheid te Amsterdam in 18") 5. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voorn., Alkmaar F- M. van de VELDE, Voorz- 28 April 1866. J- P. KRAAKMAN, Secret. POLITIE. Ter terugbekoming is aan het commissariaat van politie te Alkmaar voorhanden een in den nacht van 16 1/ dezer op de Oude vest gevonden paardentuig. Nauwlijks is de lucht in het noorden eenigzins opgeklaard of wederom pakken zich in het zuiden donkere wolken te zamen Wij bedoelen de ongunstige berichten die in den laatsten tijd uit Italië tot ons zijn gekomen. Die berich ten vermelden dat, in de nabijheid van Bologna een leger wordt bijeengetrokken en dat dientengevolge Oostenrijk zijn troepen in het Venetiaansche heeft mobiel verklaard, terwijl aartshertog Albrecht te Verona wordt verwacht om het op perbevelhebberschap te aanvaarden. Er liep een gerucht dat Ga ribaldi Caprera verlaten had en dat een corps italiaanscbe vrijwilligers met oostenrijksche troepen was slaags geweest, boewei °dit laatste wederom is tegengesproken. Door den italiaanschen minister van oorlog is bovendien een rapport over den staat van het leger bekend gemaakt, waarvan de verschijning op dit oogenblik de aandacht verdient, omdat kort voor het uitbreken van den oorlog in 1859 msgelijk een dergelijk st.uk verschenen is. Het is een parade op het papier, die ditmaal met bijwijze van vogelverschrikker wordt opgesteld om de roofvogels te weren maar integendeel als banier wordt opgeheven om den vijand te tartenzoo als de athleet u zijn spierbundels laat zien eer hij zijn kunstverrichtingen begint. De ondervinding zal moeten leeren wat de bedoeling dezer oorlogzuchtige manifestatie van Italië is. Vreest Italië, dat bij de aanstaande vereffening van het Duitsch geschil de gunstige gelegenheid tot verovering van Veuetie voor langen tijd zal verloren zijn en wil het daarom ter elfder ure daartoe nog een poging beproeven, of handelt het in afspraak met Pruisendat door Oostenryks hou ding en de algemeene opinie in Duitschland zijns ondanks tot het voeren van den oorlog wordt tegengehouden? Het is alleen de tijd, die ons het antwoord op deze vragen geven kan. De blikken zijn thans op Erankfort gevestigdwaar het voorstel van Pruisen tot hervorming van den Bond een on derwerp van beraadslaging uitmaakt. Gelijk te verwachten was hebben de Middenstaten zich onderling verstaan over de houding die zij tegen Pruisen zullen aannemen omdat z'y terecht hebben ingezien dat zij allen gezamenlijk iets tegen deze mogendheid vermogen. Het verheugt ons ook Beieren daarbij te ontmoetenzoodat deze staat den strik sclnjut te hebben ontgaandien het door Pruisen gespannen was. Beieren zul dan ook langzamerhand tot de overtuiging moeten komen, datzijn gelief koosd droombeeld van een Duit- sche staatkundige drieëenheid, alsof wij aan de godsdienstige nog niet genoeg haddenalleen in staat zoude zijn de be staande verwarring te vergrooten. In de minister-conferentie te Augsburg waaraan door negen Staten werd deelgenomen is besloten Pruisens voorstel onder de navolgende voorwaar den te ondersteunen 1°. ontwapening der twee groote mo gendheden 2°. geheele afscheiding der hervormingskwestie van die der hertogdommen3°. indiening van het hervormings plan vóór liet uitschrijven der verkiezingen voor het üuit- sche Parlement. Het is natuurlijk dat de kleinere staten zich niet openlijk tegen het voorstel verklaren kunnen om zich Pruisen niet tot vijand te maken hoewel het duidelijk is dat die mogendheid deze voorwaarden nooit zal kunnen aannemen. Men beweert zelfs, dat het in de bedoeling van Pruisen ligt de bijeenroeping van het Duitsch parlement te doen plaats hebben vóór het indienen der hervormingsvoor stellen. Het schijnt zelfs dat dit voornemen bij de liberale Pruisische organen ondersteuning ondervindtzoo als de kiezers van het derde distriet te Berlijn zich dan ook reeds in een meeting in dien zin hebben uitgesprokendat men het goede moest aannemenonverschillig van wien het kwam. Het zal echter zeer te bezien staan of de tegen woordige Pruisische regeering in dat parlement dezelfde sympathie zal ontmoeten als in dat van 1848, zoodat von Bismarck wel eens door dezelfde kracht konde yer- uieligd worden die hij lichtvaardig iu het leven riep. Wij zijn benieuwd of in dat geval de Koning van Pruisen als de stem des volks zich tegen hem zal verklaard hebben, onder inroeping van de plaats uit de Schriftede Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen." zijn kroon gewillig zal nederleggendan wel die met de wapens in de hand zal trachten le behouden. Hij moge welligt door //Gods genade" zijn eigen kroon behoudenwij betwijfelen zeer of hij alleen door die genade de Duitsche Keizerskroon zal deelachtig worden als hij den //God der heirscharen" daarbij niet te hulp roept. In dit opzicht kan hij met zijnen voorganger in het bewind niet vergeleken wordendie de hem aaugeboden Keizerskroon afwees op grond, dat de reorganisatie van Duitsch land iu overleg met alle Duitsche vorsten moest geschieden waartoe hij zich bij den Landdag verbonden had. Dit laatste zal ook voor den tegenwoordigen "Vorst geen bezwaar zijn daar zijn verhouding lot de vertegenwoordiging des volks van eeii dergelijk woordhouden niet het minste spoor ver toont. De Koning zal veeleer de begrippen van Frederikden Groolen volgen die zijn rijk met het zwaard uitbreidde. De Duitsche eenheid, gesteld zij ware ooit te vervullenzal dan ook alleen door geweld en nooit langs diplomatieken weg tot stand komen. Het dualisme van Pruisen en Oostenryk is het grootste bezwaar tegen die eenheid eu het is natuurlijk dat de Middenstatendie op hun zelfbehoud bedacht zyn zich aan de zijde van Oostenrijk scharenvan wien het niets te vreezen heeftterwijl de veroveringszucht van Pruisen uit alles blijkt. Het kan niet ontkend worden dat de uit breiding van grondgebied het programma der tegenwoordige Pruisische regeering uitmaakt. Met dit denkbeeld is von Bismarck en daarmede zal hij ook vallen. Het voorstel tot Bondshervorming is eene poging om dit denkbeeld langs minnelijken weg te verwezenlijkenzoo nietdan door den oorlog. Pruisen verlangt de hegemonie in Noord-Duitschland, het wenscht met de leiding der militaire zaken belast te worden even als met de vertegenwoordiging buitenlands, in één woord de kleine staten kunnen blijven bestaan, mits zij •eheel de vasallen vau Pruisen worden. Dit is de ware bedoeling der hervormingsvoorstellen en mochten die ver worpen worden dan kan men zich daarop voorbereid houden dat Pruisen uit deu Bond zal treden en eigenmachtig tot stand zal tmcht.en te brengen wai langs diplomatieken weg is afgestuit. Het laatste antwoord van Pruisen op de jongste Oostenrijksche nota bevestigt dit vermoeden. Pruisen wil wel ontwapenen mits Oostenrijk het voorbeeld geve, en de kleingeestigheid wordt zoover gedreven, dat indien Oosten rijk op een bepaalden datum ontwapent, Pruisen dit één da<» later zal doen en dan in dezelfde verhouding als Oos tenrijk, dus geen enkelen soldaat minder. Het is immers niet de' vraag wie het eerst de oorlogstoebereidselen gemaakt heeftmaar wie aanleiding tot de twist gegeven heeft en niemand zal oulkenuen dat de schuld bij Pruisen ligt. Wij vertrouwen dan ook, dat Oostenryk de wijze partij zal kiezen en op loyale wijze tot een ontwapening zal overgaan om ieder voorwendsel aan Pruisen te ontnemen. Iu Amerika blijft de verhouding tusschen den President en het Congres nog altijd even gespannen. De wet tot re geling der burgerschapsrechten is niettegenstaande het veto van den President door de beide takken der wetgevende macht aangenomen. Bij dit geschil staan wij aan de zijde van den Presidentdie met kalmen moed den weg der ver zoenende staatkunde niettegenstaande velerlei tegenwerking

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1866 | | pagina 1