ALKMAARSCHE COURANT
-Achtenzestigste J aar gang.
i\». 23.
Zondag
10 Juni.
©fficiëel ©cbeeJte.
Een gevaarlijke vijand.
öerichteti.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4,—.
Brieven franco aan de Uitgevers
EER M*. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
PROVINCIALE WATERSTAAT
VAN NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 14 Junij 1866des-namiddags ten
half drie urezal aan het lokaal vau het provinciaal bestuur
te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aantiesteed:
Het verbroeden van het noordelijk gedeelte
van den zanddijk voor het dorp Callantsoog.
De bestekken met bijbehoorende teekening zijntegen
betaling van 25 cent per exemplaar, te verkrijgen aan het
lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd aan het bu
reau van buitenlandsche paspoorten te Amsterdam en bij den
opzister van den provincialen waterstaat C. van der STÈRR
te Helder.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Ingenieur van
den waterstaat J. F. W. CONRAD ie Alkmaar en bij den
opzigter C. van dhr STERR te Helder.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter keunis van de belanghebbenden
Dataantevangen met 4 Junij aanstaandemet vergun
ning van Heeren kerkmeesteren alle Maandagen, des avonds
van 7 tot 8 urenhet orgel in de groote kerk zal worden
bespeeld, terwijl ouders en voogden worden verzocht hunne
kinderen te vermanen geen geraas in de kerk te maken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PON T.
den 2 Junij I860. De Secretaris,
SPANJ AARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
Ontvangen hebbende eene missive van den Heer Arron-
dissements-lJker alhier, houdende «Kennisgeving van de da
gen tot den Herijk der Maten en Geicigten binnen deze ge
meente, voor de dienst van 1866 vastgesteld, en tevens
verzoek om daarvan de vereisehte kennisgeving aan de be
langhebbenden te willen doen."
Gezien art. 13 van het Reglement op den Herijk vervat
in de dispositie van Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland van den 31"™ January 1822, n°. 42 (Prov. blad n°. 8).
Gelet op de wettelijke bepalingen ten aanzien van den
Herijk bestaande.
Brengen mits deze ter kennis van de belanghebbenden
zoo in als onder de Jurisdictie dezer gemeente wonende
Dat tot den Herijk zal worden gevaceerd in het gewone
IJk-Kantoor onder het Stadhuis en wel
VOOR DE GEWONE MATEN EN GEWIGTEN,
te beginnen met Maandag den 4 Junij en zoo voortgaande
gedurende de geheele maand Junij, alle vier eerste werkdagen
van elke weekvan 's morgens 9 tot 's namiddags 3 ure
en voor het
MEDICINAAL EN HET GOUD-EN ZILVER GEWIGT.
gedurende diezelfde 4 weken, alle Vrijdagen, des namid
dags van 3 tot 6 ure.
Burgemeester en Wethouders herinneren bij deze gelegen
heid ieder belanghebbende datten gevolge der bestaande
wettelijke verordeningen
1». De Herijk jaarlijks moet geschieden.
2°. Hij verpligteud is voor alle in de winkels magazijnen
verkoop- of werkplaatsen in gebruik of voorhanden zijnde
Nederlandsche maten en gewigten zoowel voor natte als
drooge waren.
3°. Hij, voor zooveel de lengtematen betreft, zich niet enkel
bepaalt tot de elle geschikt tot het meten van stojfen, maar
ook tot alle duimstokkenkettingen en maatstaven bij
de handwerkslieden of administratiën in gebruik.
4". Van de drooge waren welke met den strijker worden
afgestreken, ook de strijkers aan den ijk zijn onderworpen.
5°. De ijk van het goud- en zilvergewigt zieh uitstrekt tot
de i korrel en van het medieiuaal gewigt tot de 4 grein
ingesloten.
6». Geene maten en gewigten, anders dan behoorlijk schoon
gemaakt en van alle vuil ontdaanten herijk kunnen
worden aangeboden.
Burgemeester en Wethouders zijn tevens door den Heer
Arrondissements-IJker verzocht, de belanghebbenden te ver
wittigen dat dadelijk na den afloop van den door H. H.
Gedeputeerde Staten voor den herijk gestelden termijn tot
het bij de wet voorschreven onderzoek zal worden overgegaan,
hen tevens uitnoodigende om niet tot de laatste dagen der
zitting te wachten, maar zich van den beginne af, tot het
doen herijken hunner maten gewigten aan te meldenter
wijl tot bevordering van hun gemakeiken morgen ten half
negen ure zal worden gevaceerd tot de afgifte van volgnum
mers voor dien of zoo de aanvrage te groot mogt zijn voor
eene» volgenden dagin het vertrouwen dat op deze wijze
een ieder gaarne zai willen medewerken tot eenen geregelden
en voor zich zeiven gemakkelijken afloop van zaken.
Men zij opmerkzaam dat ieder aftegeveu billet slechts
voor een persoon geldig is en de betaling direct bij de
terugontvangst der stukken behoort te geschieden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 2 Junij 1866. De Secretaris,
SPANJAARD!.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, ten gevolge van art. 1 der wet van 22 Mei 1845
{Staatsblad No. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen
der gemeentedat het driemaandsch suppletoir kohier der
belasting op het Personeeln°. 7, dienst 18§J op den
31 Mei 1866 door den Heer Commissaris des Konings in
de Provincie Noord-Holland executoir verklaardop heden
aan den Deer Ontvanger der directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering zijn overgegeven.
Ieder ingezetendie daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven
ten einde alle geregtelijke vervolgingenwelke uit nalatigheid
zouden voortvloeijen te voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 8 Ja»i;1866. A: MACLAINE TONT.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengtten gevolge van art. 1 der wet van 22 Mei 1845
{Staatsblad No. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen
der gemeente, dat het kohier van het patentregt over het
4e kwartaal der dienst 18£|, op den 4 Junij 1866, door den
Heer Commissaris des Kouings in de Provincie Noord-Holland
executoir verklaardop heden aan den Heer Ontvanger der
directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is
overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingenwelke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 8 Junij 1866. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter algemeene kennis:
Dat de verordening tot wering der heerschende veeziekte,
bij besluit van den Gemeenteraad van den 30 Mei II., is in
getrokken met den dag der afkondiging van dat besluit
welke afkondiging op heden heeft plaats gehad zoodat het
vee weder door alle poorten en barrières kan worden inge
voerd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 9 Junij 1866. De Secretaris,
SPANJAARDT.
De onderstaande personen worden verzocht zich zoo spoe
dig mogelijk ter secretarie dezer gemeente aantemelden
WILHELMUS WINTERS, laatste woonplaats Grave;
MARIA van ZEE, I. w. Broek op LangedijkANTONIA
Git AND A DAM1. w. HensbroekJAN STOLTE, 1. w.
Sloten; NEELTJE GROOTENBOER, 1. w. Amsterdam;
GERRIT TIJM, 1. w. Egmond binnenJAN WILLEM
KNUPEEL, 1. w. HarderwijkJANSJE van der YEL
LEN, 1. w. Rijp; DIEUVVERTJE HARTLAND 1. w.
Koedijk; JOHANNES van ZIJL, 1. w. Haarlem; MOZES
de JONG 1. w. Amsterdam.
Houden de ernstige gebeurtenissen in het buitenland de
aandacht in hoogen mate gespannen en vraagt men zich met
bekommering af, welke nadeelige gevolgen daaruit voor Ne
derland kunnen voortvloeien zij mogen onze aandacht niet
afleiden van een meer dadelijk gevaar, van een vreemden
indringer, die het leven en het geluk van duizenden bedreigt
en reeds tot benoorden Haarlem tot in onze nabijheid is
doorgedrongen. Wij bedoelen de choleradie in Zuid-Holland
groote verwoestingen aanricht en geholpen door de zomer
warmte ook onze streken waarschijnlijk niet versehoonen zal.
Hoe zullen wij dien vijand ontvangen Zijn wij daartoe
volkomen voorbereid en hebben wij, toen het nog tijd was,
met bedaarde voorzichtigheid alle maatregelen genomenom
ons en onze medemenschen voor zijnen aanval zooveel mo
gelijk te beveiligen
Ieder moge voor zich deze vraag beantwoorden en moge
zich zelf bewaren voor het verwijt, het ongeluk van de zijnen
en van anderen te hebben bevorderd.
De gemeentebesturen kunnen zeker veel doen in het belang
der inwoners, maar deze kunnen zelf nog meer doen. Zucht
tot zelfbehoud en menschenliefde moeten daartoe krachtig
aansporen.
Reinheid en matigheid zijn ook in dit geval de eerste
vereischten tot bewaring van leven en gezondheid. Zindelijk
heidvan lichaam, kleeding, woningea slaapplaatsen, matig
heid in spijs en drank en vermaken.
De matigheid in het zich veroorlooven van uitspanningen
laat vooral hier ter stede bij een groot deel der bevolking
veel te wenschen over. Velen gaan zich dagelijksmeer
deren nog eiken Zon- en feestdag op ergerlijke wijze te
buiten aan sterkeu drank verhitten zieh door den dans en
stellen zich dan aan de koele nachtlucht bloot. Er zijn er
wier gestel door zoodanige uitspattingen meer en meer ver
zwakt en die niettemin in hunne roekelooze en zondige
levenswijze volharden, 't Kan niemand verwonderen als de
cholera onder dezulken zijne eerste slachtoffers zoekt, wijl
zij minder dan anderen in staat zijn de hevigheid der ziekte
te weerstaan.
Het gebeurde te Katwijk moet ieder de oogen openen
voor de schromelijke gevolgen van overdadig eten en drin
ken. Zelfs in het gebruik van het anders zoo heilzame wa
ter zij vooral den arbeidersdie den ganschen dag aan de
felle zonnehitte zijn blootgesteldde grootste matigheid
aanbevolen. Het ontstaan der ziekte onder de spoorwegwer
kers onder Velsen moge hun tot waarschuwing strekken.
Eene kleine teug waters zal evenzeer verkwikken en den
dorst le5schen dan eene groote hoeveelheiddie de inge
wanden plotseling te veel verkoelt en lichtelijk kramp en
buikloop veroorzaakt.
Zindelijkheid noemden wij een tweede behoedmiddel. Wit
kalk water, zeep en versoh ligstroo zijn alle goedkoope
middelen waardoor zelf de schamelste woning kan bewaard
blijven. Bovenal is reinheid ten zeerste noodig ten opzichte
van dierlijke uitwerpselen. In gisting geraakt ontwikkelen
deze volgens het oordeel der meest bevoegde personen de
smetstof waardoor de gevreesde ziekte zieh voortplant. Men
boude dus geen gevulde potten in de vertrekken noch le
dige die op de bij de woningen geplaatste mesthoopen of in
nabijzijnde slooten, gelijk maar al te veel geschiedt, maar
brenge den inhoud zoover mogelijk en waar dit ondoenlijk
is in luchtdicht afgesloten bewaarplaatsenterwijl men het
onstaan van stank verhindert door bestrooiïng met chloor
kalk of met eene oplossiug van koperrood.
Waar de cholera ontstaat, huuae men deze besmetting-
weerende stoffen steeds gereedde chloorkalk (bleekpoeder)
tot het wasschen van de kleederen en het bedlinnen der
lijders, de koperrood-oplossing tot het reukeloos maken der
drekstoffen waartoe men haar vooraf in de kamerpot doe.
Verwijdering van kinderen en overtollige personen, vooral
uit beperkte woningen waar zieken en gezonden vaak in
één vertrek moeten vertoevenis ten zeerste aanteraden
maar men late zich niet door dwaze vrees terughouden om
de lijders de hulp te verleenen die zij behoeven. Frankrijks
Keizerin schroomde niet om ongevergd de cholera-hospitaien
in de armste wijken van Parijs te bezoeken en de zieken
vertroostend toe te spreken en zij bleef ongedeerd. De
cholera wordt dan ook niet als besmettelijk besehonwdin
dien slechtszooals in hospitalen beter dan elders kan ge
schieden de noodige voorzorgen worden in acht genomen.
Het is daarom ook nuttig om lijders uit kleine woningen
naar de hospitalen overtebrenganwaar het mogelijke tot
hun herstel veel geschikter kan beproefd wordenzonder dat
hunne betrekkingen gevaar loopendoor hunne uitwerpselen
besmet te werden.
In het gasthuis te dezer stede zijn daartoe ook localen
gereed gemaakt, maar tot behoud der noodige ruimte heeft
men moeten besluiten geen zieken uit de omliggende ge
meenten meer op te nemen. De besturen dier gemeenten
kunnen evenwel zonder groot bezwaar in dit ongerief voor
zien waar een raadhuis of ander openbaar gebouw iskan
gemakkelijk een vertrek tijdelijk ontruimd en van 2 a 3
bedden voorzien wordenmet benoeming van 1 a 2 perso
nen ter verzorging der eventuëele lijders en aanschaffing van
de noodige desinfectatie-middelen en van zulke geneesmid
delen als vóór de komst van den geneesheer reeds toege
diend kunnen worden. Zoodanige voorzorg kan geen groote
som eischen welke dubbel vergoed wordt door het behou
den zij het ook van één menschenleven en volkomen ge
rechtvaardigd is, ai blijkt het bij de uitkomst dat de voorzorg
overbodig is geweest. Beter is liet te veeldan te weinig
gedaan.
Wenschelijk is bet ook dat de behoeftigen zich, ingeval
van choleraniet tot den gawonen geneesheer of apotheker
die met de armendienst belast zijn behoeven te wenden
maar zich op kosten der gemeenten tot de meest nabijzijnden
kunnen vervoegen.
De cholera openbaart zich niet onverwachtmaar kondigt
zieh bij de lijders vooraf aan door kramp en meer dan ge
wone ontlasting. Men lette dus nauwkeurig op deze voor
teekenen en raadplege ten spoedigste een geneesheer; in
elk geval houde men eenig pepermuntwater en eau des car-
mes gereedom bij nacht en ontijde de eerste verschynse-
len te kunnen bestrijden. Het snel verloop der ziekte maakt
haar gevaarlijkwaarom zij in de geboorte moet gestuit
worden.
Waar men den vijand goed onder de oogen ziet en niets
tot tegenweer verzuimd heeftkan men hem met kalme
moed verbeiden.
DVITSC1ILMD,
Den 1 beeft de Bondsvergadering de uitnoodiging voor de
conferentie aangenomen, onder voorwaarde, dat het duitsche
karakter der holsteinsche kwestie en van de kwestie der
Bondshervorming zou worden geëerbiedigd tevens heeft zij
den heer v. d. Pfordten als haren vertegenwoordiger aange
wezen. De gemachtigde van Oostenrijk verklaardedat
zijne regeering de ontwapening zou gelastenzoodra het
oorlogsgevaar geweken was dat zij te vergeefs getracht had
zich met Pruisen over de hertogdommen te verstaan en de
zaak nu aan de Bondsvergadering overliet; dat zij haren
stadhouder in Holstein had gemachtigdom de Stenden van
dat gewest bijeenteroepen. De gezant van Pruisen merkte
hierop aandat zijne regeering op die voorwaarde ook tot
ontwapening geneigd wasmaar aangezien de Bondsvergade
ring niet in staat was Oostenrijk en Saksen tot ontwapening
te nopen moest Pruisen meenendat zij niet op de hoogte
barer taak was. Hij voegde er bydat Pruisen de kwestie
der hertogdommen nooit door wapengeweld tot oplossing had
willen brengen. Beieren stelde voor, om de Bondsvestingen
neutraal te verklaren en de oostenrijksche en pruisische troepen
uit RastadtMainz en Frankfort te verwijderenter voor
koming van onderlinge botsingen.
Den 6 werd het voorstel van Beieren met alg. st. aange
nomen. Oldenburg protesteerde tegen de bevoegdheid der
holsteinsche Stendenom in de kwestie der rechthebbenden
op de kroon van dat Hertogdom te beslissen.
Bij Kon. besluit van den 2 zijn in Beieren 18610 man ran
de lichtingen van 1843 en 44 onder de wapenen geroepen.
De saksisohe Kamer heeft eeustemmig het crediet van 4J
millioeu voor de militaire aangelegenheden toegestaan.
De wurtembergsche Kamer heeft met 58 tegen 31 st. hare
toestemming gegeven tot het oproepen van de 1« en 2C lich
ting der landweer.
E1VGELAKD.
Van 19 tot 20 Mei zijn door de veepest aangetast 1207
runderentegen 1932 in de vorige weeksedert het ont
staan der ziekte zijn aangetast 24'4,455, gestorven 124,073,
afgemaakt 76,832 en hersteld 32,283 runderen.
In het Lagerhuis is den 30 door een lid een wetsontwerp
ingediend om het kiesrecht afhankelijk te stellen van een
zekere mate van wetenschappelijke opleiding. Het werd door
den kanselier der schatkist, den heer Bright en andere