ALKMAARSCHE COURANT
IN°. 3*7. Achtenzestigste J aar gang. 1
Zondag
8 Juli.
©fficiccl (Bebeclte.
politiek ©oersictit
De ScliOAlwefagitatfc.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 urë. Prijs per
jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post/4,
Brieven franco aan de Uitgevers
EERM-. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten vai) 15 regels 0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter ken
nis der ingezetenendat hij zichop uitnoodigiug van den
Heer Commissaris des Konings in dit gewestbereid ver
klaart tot het in ontvang nemen der giftenwelke de in
gezetenen mogten willen afzonderen voor de personen in de
gemeente Haaftendie bij den brand van den 9 Junij 1866
van have en goed zijn beroofd, bij welken brand niet minder
dan 65 huizen in de asch zijn gelegd en 70 huisgezinnen
ongelukkig zijn geworden, welke giften door hem alsdan zul
len worden overgemaakt aau de hoofd-commissie te Haaften
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
5 Julij 1866. A. MACLAINE PONT.
Ter secretarie dezer gemeente is algemeen ver
krijgbaar
tegen f 1.40 het jaarlijksch verslag betreffende
den toestand der gemeente over 1865.
tegen f 0.10 het rapport der vaste commissie van
financiënomtrent eene nieuwe ver
ordening op de heffing eener directe
belastingbenevens die op de invor
dering.
De personen vanMAGDALENA DUBBELD enNEEL-
TJE HOUTKOOPER, beide dienstboden, worden, iu hun
belang, uitgenoodigd zich ter seoretarie aantemelden.
De personen die verlangen op de lijst voor de MARI
TIEME SOLDIJEN geplaatst te wordenbehooren zieh
vóór 15 Julij e. k. daartoe ter gemeente-secretarie aante
melden.
CHOLERA.
In den loop der week aangetast 22, overleden 15 personen
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te
ALKMAAR maakt bekenddat van Maandag 9 tot Zatur
dag 14 Julij e.k., van 's voormiddags 10 tot 's namiddags
2 urenin haar gewoon lokaal op het Stadhuister lezin
zullen liggen
1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden behelzende
de staten van de in- uit- en doorgevoerde voornaamste
handelsartikelen gedurende de maaud April 1866.
2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot
Brittanje en Ierland gedurende de maanden Januarij en
February 1866.
3. Verslag van den toestand der provincie Noord-Holland
over het jaar 1865gedaan aau de Provinciale Staten.
4. Verzameling van konsulaire berigten en verslagen over
nijverheid handel en scheepvaartI" deel3e ail.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voorn.,
Alkmaar, F. M. van de VELDE, Voorz.
7 Julij 1866. J. P. KRAAKMAN, Secret.
De politieke toestand wordt op dit oogenblik beheerscht
door het hoogst gewichtige berichtdat de fransche Moni-
teur van 5 Juli, onder de navolgende bewoordingen, ter
kennis van het publiek heeft gebracht: //Wij hebben een be
langrijke tijding te vermelden. Na de eer zijner wapenen in
Italië te hebben gehandhaafdheeft de Keizer van Oosten
rijk zich aangesloten by de denkbeelden door den Keizer
(van Frankrijk) ontwikkeld in den brief van 11 Juni j.l.aan
zijn minister van buitenlandsehe zaken. De Kei/er van
Oostenrijk staat Venetie af aan den Keizer
vanFrankrijk en neemt diens bemiddeling
aan tot herstelvan den vrede tusschen de
oorlogvoerenden. Keizer Napoleon heeft zieh gehaast
dit voorstel aan te nemen en heeft zich oumiddelijk gewend
tot de Koningen van Pruisen en van Italië, ten einde een
wapenstilstand te verkrijgen." Het is niet te ontkennen
dat door deze verrassende gebeurtenis de zaken een gansch
ander aanzien zullen verkrijgen. Het was de eenige en
laatste uitwegdie Oostenrijkteu einde raad eu na den
tegenspoeddie het in Bohemen ondervindtoverbleef.
Het heeft zich gehaast van de eerste gunstige gelegenheid
die zich door de overwinning van Custozza voordeed gebruik
te makenom zijn houding tegenover Italië te redden. Men
kan veilig aannemen, dat het verlies van den grooten veld
slag bij Horzitz op 3 Juli Oostenrijk tot dit wanhopig be
sluit gevoerd heeft, waardoor Pruisen in ongelegefibeid
wordt gebracht. Pruisen kan zich natuurlijk Frankrijk niet
tot vijand maken en ziet zich tevens zijn maehtigsten bondge
noot ontnomen. De gevolgen van dezen beslissenden stap
zijn voor het oogenblik nog niet te berekenen. Oosten
rijk heeft gevoeld, dat het zieh op den duur in Venetië niet
kon handhaven niet alleen uit een militair maar ook uit
een zedelijk oogpuntomdat het daarbij de publieke mee
ning van Europa tegen zich had. De pruisische regeering
heeft, hiervan behendig gebruik gemaakt door de italiaansehe
met de pruisische belangen samen te koppelendat in de
bekende alliantie zijn bevestiging gevonden heeft. Oosten
rijk heeft thans zich in de armen van Frankrijk geworpen
en zich met, de staatkunde van Napoleon vereenigd. Het is
wel een bewijs dat de nood ten top was gestegen om dien
stap te kunnen doen en de uitkomst zal moeten leeren of
Oostenrijk door deze daad zijn sympathie in Duitschland
behouden zal.
In plaats van ons daaromtrent in gissingen te verdiepen
willen wij liever bij den veel besproken brief van Napoleon
stilstaandie nu tot uitgangspunt der onderhandelingen
dienen zal. Wij zullen ons tot de voornaamste punten be
palen en brengen dus het volgende nog eens aan onze lezers
in herinnering. Napoleon schrijft den oorlog aan drie oor
zaken toe de slechte geographische ligging van Pruisenhet
verlangen der Duitsche bevolking ter hervorming van den
Duitschen Bond en de wensch naar de onafhankelijkheid
van Italië. Verder had de Keizer gewenseht voor Pruisen
meer gelijkvormigheid en macht in het Noordenvoor
de Middelstaten een krachtiger organisatie, met behoud
voor Oostenryk van zijn verheven positie in Duitschland.
De volzin betrekkelijk Pruisen schijnt een toenadering tot
de pruisische voorstellen tot bondshervorming in zich te
sluiten, maar hoe deze verschillende belangen, die schijnbaar
met elkander in tegenstrijdigheid zijntot overeenstemming
kunnen gebracht en tot onderling genoegen der partijen zul
len opgelost worden is een vraag waarmede wij ons thans
niet vermoeien zullen. De algemeene doctor, die te Parijs
zetelt, zal wellicht voor dit alles wel een panacee weten te
vinden. Napoleon had bovendien gaarne gewenseht, dat Oos
tenrijk Venelie tegen een billijke schadeloosstelling aan
Italië had afgestaan. Aan dezen laatsten wensch schijnt
nu te zijn gevolg gegeven terwijl de schadeloosstelling
een onderwerp van nadere beraadslagingen zal uitmaken.
Men herinnert zich dat wij op de bijkans onoverkomelijke
zwarigheid destijds gewezen hebben, die de bijeenkomst van
het congres verhinderd heeft en die nu nog in haar volle
kracht blijft bestaan. Dat Oostenrijk Venetië aan Frankrijk
en niet aan Italië afstond is zeer goed te verklaren uit het
feitdat Oosteurijk overwinnaar is gebleven en bovendien
het Koninkrijk Italië niet erkend heeft. Vandaar dat de
overdracht aan een neutrale mogendheid is geschied. Het
zelfde gebeurde bij den vrede van Villafranca na den veldtocht
van 1859, toen Oostenrijk Lombardijë eveneens aan Frank
rijk afstond, omdat het blijkbaar niets met Italië wilde te
doen hebbeuhoewel het in de gevolgen voor dien Staat
toch hetzelfde was, omdat het toch door Frankrijk in het
bezit dier provincie gesteld is. Wij zullen dus nu vermoe
delijk een herhaling dierzelfde comedie beleven. Alleen is
het de vraag of Frankrijk ditmaal zijn ambt van scheids
rechter gratis zal vervullen, of even als vroeger voor zijn
moeite zal moeten beloond worden. Dit eerste is van Na
poleon bezwaarlijk te verwachten en daarom was het mis
schien voor de Italianenzooals de zaken nu staan wen-
schelijker geweestVenetië te veroveren dan door de spits
roeden van Frankrijk te moeten loopen. Wat zal nu het enjeu
zijn Het eiland Sardinië misschienwaarvan reeds vroeger
herhaaldelijk werd melding gemaakt, zoodat het zelfs meermalen
ook in het engelsche Parlement werd besproken, of zal de fran
sche Keizer misschien van deze gelegenheid gebruik maken, om
de September-couventie te wijzigen of de uitvoering daarvan te
verdagen? In dat opzicht zoude het bezit van Venetië voor
Italië slechts een halve overwinning zijn. Oostenrijk heeft
zich door deze handeling thans de sympathie en steun van
Frankrijk verworven terwijl het nu tevens de gelegenheid
heeft, zijn strijdkrachten in het noorden te concentreeren
om met des te meer nadruk zich tegen de Pruissen te kunnen
doen geldendie op dit oogenblik zegevieren. Nadat de
drie pruisische corpsen onder bevel van den generaal üerwarth,
Prins Frederik Karei en den Kroonprins van drie zijden Bo
hemen waren binnengerukt, heeft er een reeks van bloedige
gevechten plaats gehaddie de vereeniging der pruisische
legers tot uitkomst heeft gehad, zoodat men moet erkennen,
dat het hoofddoel der strategische bewegingen gelukt is.
Eene poging om die vereeniging te verhinderenwaarbij het
corps van generaal von Gablenz bijna geheel werd opgeofferd,
is mislukt, zoo als Oostenrijk in dezen geheelen oorlog, met
uitzondering van in Italië, zeer ongelukkig is geweest. Het
heeft van den Boud die bijkans geheel aau Oostenrijks zijde
stondniet den minsten bijstand gehad waartoe vooral het
talmen van Beieren veel heeft bijgedragen, zoodat men in
Weenen reeds van verraad mompelt. Beieren had door zijn
liggiug tusschen Pruissen en Oostenrijk veel kuunendoen, indien
het naar het noorden was gesneld, om het hannoversch leger
tijdig te ontzetteu, of naar het oosten zich had gewend om
door een demonstratie tegen Saksen de werking vau den prui-
sischen linkervleugel te verlammen of naar het westen, om
de bondsarmee zoodanig te versterken dat deze offensief koude
optreden. In plaats daarvan melden de berichten dat eeu
beiersch legercorps eene wandeling naar Italië heeft gemaakt
en in Tyrol is aangekomen op een oogenblik dat Venetië
was afgestaanzoodat het weder naar huis kau gaan. Moet
die werkeloosheid aan de uitwerking van het beiersch bier
worden toegeschrevendat een zekere loomheid in het leven
roeptzoo als algemeen bekend is, of is er werkelijk verraad
iu het spel geweest en heeft men geluisterd naar het gefluit
van den vogelaar te Berlijn. Hoe het zij, Oosteurijk is de
dupe geworden, want bij Horzitz, in de nabijheid der oosten
rijksche vestinc Königgratz is het tot een grooten veldslag ge
komen, waarbij de Oostenrijkers totaal verslagen zijn en de Pruis
sen eene volledige overwinning behaaldeD. De Pruissen hebben
duizenden gevangen gemaaktmen spreekt van 15000 a 20000
man en hebben meer dan honderd stukken geschut veroverd.
Drie oostenrijksche aartshertogen werden gewond en ouder
de gevangenen moeten zich ook de vorsten Lichtenstein en
Windiscligrdtz bevinden. Men beweert dat de nabijheid der
vestingen Königgratz eu Jozefstadt, die aan de vluchtenden
tot schuilplaats verstrekten, het oostenrijksche legervoor totalen
ondergang heeft behoed. Het feit der nederlaag werd ook nog
bewezen door de afzending van generaal von Gablenz, die destijds
aan pruisens zijde in Sleeswijk-Holstein gestreden heeft en bij de
Pruissen zeer gezien was, om als parlementair over deu vrede te
ouderhandelen. Het is echter te verwachten, dat de Pruissen
trachten zullen van de behaalde overwinning de meest mo
gelijke partij te trekkenopdat Oostenrijk geen gelegenheid
hebbe tusschentijds zijn leger uit het Zuiden naar het Noorden
over te brengen. Dit is zeker, dat Pruisen op dit oogenblik
meester van de positie is gebleven en als overwinnaar geen
andere voorwaarden zal aannemen, dan die het met zijn be
lang noodig oordeelt. Het is thans de vraag of die mogendheid
nu nog genoegen zal nemen met zijn vroegere eischen tot
bondshervorming, te weten, vereeniging der noord-duitsche
militaire en maritieme krachten onder Pruisen's leiding. Het
gebeurde met de Hertogdommen kan ons daaromtrent tot
een voorbeeld strekken. Men moet zich dus daarop voor
bereiden dat Pruisengelijk wij reeds zeiden de behaalde
voordeelen niet zoo gemakkelijk zal afstaan. Het is in dit
oogenblik feitelijk in het bezit van Noord-Duitschland want
de weêrbarstigen heeft het bedwongen en de kleineren zijn
gedwongen geworden den Bond te verlaten zoo als dit door
OldenburgMecklenburg en meerderen reeds geschied is.
Dat Pruisen bij eene andere regeering de geheele sympathie
van Noord-Duitschland zou bezitten lijdt geen twijfel. De
heer von Bismarck meent wel de staatkunde van graaf Cavour
natevolgen maar het kenmerkend verschil zal den deskundige
terstond in het oog springen. Cavour heeft Sardinië in
Italië doen opgaandus het kleinere is het grootere. Bij
von Bismarck heeft juist het tegenovergestelde plaats, die
Duitschland in Pruisen wil doen oplossen hetgeen een ver
bazend groot onderscheid is. Van daar de tegenstand dien
hij ondervindt bij de partij van vooruitgangdie niet de
machtsvergrooting van Pruisen, maar de eenheid van Duitsch
land bedoelt. In zooverre echter het plan van von Bismarck
eeu belangrijke stap is om het groote doel te verwezenlijken,
kan die partij tot zekere hoogte met hem medewerken.
Het denkbeeld dat door von Bismarck thans wordt voor
gestaan namelijk de vestiging van een Noord-Duitsch rijk,
is een denkbeeld dat reeds destijds door een der meest po
pulaire staatslieden van Pruisennamelijk door von Stein in
1813, werd aangewezen als een der meest practische middelen
om tot oplossing der duitsche quaestie te komen. Er bestaan
tusschen Noord-en Zuid-Duitschland, behalve de godsdienst,
nog zooveel puuten van verschil, dat aan een totale eenheid
der Duitsche natie vooreerst niet te denken valt.
Het is echter duidelijk dat Frankrijk deze machtsverhoo-
ging van Pruisen nimmer dulden zaltenzij het ook ver
grooting van grondgebied verkrijgtwaarop dan ook niet
onduidelijk door den Keizer in zijn bekenden brief is ge
zinspeeld. Aan de andere zijde is het niet te verwachten
dat Pruisen gemakkelijk van de behaalde voordeelen zal
afstand doen en in dat geval zal voor Frankrijk niets an
ders dan België overblijven dat dan misschien de gebroken
potten zal moeten betalen. Het heeft zeer de aandacht ge
trokken dat de Constilutionnel en andere invloedrijke fransche
bladendie onder toezicht'der regeering geschreven worden
een vijandigen toon tegenover België hebben aangeslagen
als het gekrijsch der meeuwen voor den storm. Zij hadden
hunne aanvallen voornamelijk gericht tegen een paar kleine
spotbladendie caricaturen op Napoleon geleverd hadden.
Om aan de fransche regeering ieder voorwendsel te ontne
men heeft het belgisch gouvernementgedachtig aan den
fabel van den wolf en het lamwaarbij de zwakke natuur
lijk ongelijk heeft, besloten die blaadjes te vervolgen,
waarmede dit incident verder geen gevolg heeft gehad. Het
is waar, de Keizer heeft verklaard alleen uitbreiding van grond
gebied te verlangenwanneer de kaart van Europa uitslui
tend ten behoeve van ééu staat gewijzigd werd en hierbij is
de toespeling op Pruisen duidelijk maar wat zal geschie
denindien twee groole mogendheden vergroot worden,
want niemand zal ontkennen dat door de aanhechting van
Venetië Italië ook een groote mogendheid geworden is. Die
vergrooting zal ook plaats hebben wanneer naburige pro
vinciën den wensch te kennen geven om bij Frankrijk te wor
den ingelijfd. Of hierbij op de Rijnprovincie of op Belgie
dan wel op beiden te gelijk gedoeld wordt is onzeker, en
wanneer het zoover gekomen is dat de Keizer van Frankrijk
volgens zijn gevoelen vliet europeesch evenwichtdat hij
heeft helpen verbrekenwederom herstellen moet, dan zal hij
wel zorg dragen dat het overwicht naar de zijde van Frank
rijk is. Napoleon als scheidsrechter herinnert ons den aap,
die gekozen om tusschen twee partijen, die over het recht
matig bezit van een mossel twist gekregen hadden, uitspraak
te doenaan ieder der twistzoekers met beleefde buiging
een schelp aanbood, terwijl hij uit zuivere belangeloosheid
zich met den eetbaren kern tevreden stelde.
Nu de Leidsche kiezers den heer Groen het mandaat van
volksvertegenwoordiger weêr hebben opgedragen zullen wij
de stem van den onvermoeiden strijder weldra in 't parle
ment hooreu de schoolwetquaestie zal haar intree houden
maar hoe? ach niet met vliegende vaandels en slaande trom,
niet met bazuingeschal onder 't luide juichen van 't volk,
maar stillekens en nederigwant slechts een paar trouwe
ridders volgen hare banier, en hij die 't vaandel houdt is
diep bedroefd. Niet zonder reden. Graaf van Zuylen zit in
't kabinet, maar hij heeft zich gehaast zijne aangenomene
dochter te negeeren en 't volk beeft geen hart voor haar.
De kiezers ten minste niet, en v't volk achter de kiezers?"
Dat zullen wij er buiten laten daar het zijne meening, on
danks alle duidelijke wenken nog door geen enkele petitie
heeft te kennen gegevende lieer Groen zal ons dit ligt
vergeven voor hem als bewondraar van Slahl is dit terrem
toch wel wat gevaarijkop volkssoevereiniteit loopt het uit;
met bogten en slingers maar het loopt er toch op uit.
De stembus heeft't ditmaal overtuigd aangewezen, de heer
Groen zal het woord nationale uit de qualificatie zijner
partij moeten schrappen. Litterarisch gesproken is het ver
lies niet groot. Christelijk-orthodox-antirevolutionair c'est
assez joli pour le moment!
Niemand zou over de schoolquaestie sprekenware het
niet dat de heer Groen zich langzamerhand ter goeder trouw
is gaan inbeelden, dat zijne zaak eene volkszaak is, en die
overtuiging aan enkelen heeft weten in te boezemen.
Zoo heeft deze quaestie, die alle harten koud laat, enkele
hoofden warm gemaakt.
Voor een constitutioueelen staat is onderwijs, verlichting,
opvoeding van de burgers een levensbeginsel. Van daar het
regt en tevens de verpligting van den Staat tot het geven
van onderwijs. Even als hij de jongelingen zendt naar het
leger, zoo mag hij de knapen zenden naar school. Beide
uit hetzelfde begiuselzelfbehoud. De eersten in strijd te
gen den materieelen vijandde anderen tegen den moree-
len kanker, de onwetendheid.
Onze wet gaat niet zoo ver, zij geeft scholen zij dwingt
niet er gebruik van te maken. Staatsscholen nu zijn voor
alle burgers, dus volkomen kleurloos, zonder eenige poli
tieke of godsdienstige rigting. Wat de politiek betreft, niets
is gemakkelijkerde heer Groen ontkent dat het voor de
godsdienst mogelijk is.
Hinc illae lacrymae, hier begint de moeijelijkheid endaar-
mede eene Babylonische spraakverwarring. Eene godsdienst-
looze school is eene ongodsdienstige school, zegt de heer G.,
en de tegenstanders trachten nu te bewijzen, dat het onder
wijs neutraal, godsdienstloos kan zijn zonder ongodsdienstig
te worden. Een bewijs, dat helaas niet te leveren is, omdat
de geheele strijd loopt over de beteekenis van woorden.
De partij der ^parlementaire studiën en schetsen" houdt
ongeveer dit betoog:
Godsdienst is geen wetenschapgeen theologie deze kan