ALKMAARSCHE COURANT
JN°. 38.
Achtenzestigste J aar gang.
I860.
Zondag
15 Juli.
ro w
©fftctëcl (BebeeUc.
Cholera.
politiek (Bucrzicht.
CSHeketijkschc ücricfttcu.
V Ktk'\js
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post4,
Brieven franco aan de Uitgevers
HERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van l5 regels j 0,75, voor
elke regel meer 15Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter ken
nis der ingezetenendat hij zich op uitnoodiging van den
Heer Commissaris des Konings in dit gewest, bereid ver
klaart tot het in ontvang nemen der giften welke de in
gezetenen mogten willen afzonderen voor de personen in de
gemeente Haaften, die bij den brand van den 9 Junij 1866
van have en goed zijn beroofd, bij welken brand niet minder
dan 65 huizen in de ascli zgu gelegd en 70 huisgezinnen
ongelukkig zijn geworden, welke giften door hem alsdan zul
len worden overgemaakt aan de hoofd-commissie te Haaften.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
5 Julij 1866. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennisse van belanghebbendendatten gevol
ge van het heerschen der cholerade uit Nederland in de
maanden Julij, Augustus en September ter bedevaart naar
Kevelaer trekkende processiënaan de pruissisohe grenzen
zullen worden afgewezen terwijl evenmin zal worden toe
gelaten dat Nederlandsche bedevaartgangers zich aan pruissi-
sche processiën daarheen aansluiten.
Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd
den 13 Julij 1866. A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
SPANJAARDT.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
Vernomen hebbende dat verschillende personen in den
waan verkeerenwanneer zij door diarrhee of braking wor
den aangetasthet voldoende is den drank van^ Doctor
P. Sleeker in te nemen en dat zij verder geen geneeskundige
hulp behoeven in te roepen.
Brengen ter kenuis der ingezetenendat de drank van
Dr. P. Bleeker, niets anders is dan een voorbehoedmiddel in
het eerste tijdperk der ziektezoodat bij het ontstaan van
diarrhee of brakinghet dringend noodig is dadelijk naar
bed te gaanonmiddelijk geneeskundige hulp in te roepen en
in afwachting van de komst van een geneesheer, de genoem
de drank van Dr. P. Bleeker moet worden gebruikt, die als
eerste geneesmiddel eenen gunstigen invloed op het herstel
van den lijder kan uitoefenenindien daarna naauwkeurig
wordt voldaan aan de voorschriften door den geneesheer
gegeven.
Burgemeester en Wethouders doordrongen van het hooge
gewicht der zaaknoodigen de ingezetenen ernstig uitaau
deze kennisgeving te voldoen, doch waarschuwen tevens
tegen overdreven angst voor deze ziekteaangezien daardoor
hét zenuwgestel wordt geschokt en voedsel wordt gegeven
aan de verspreiding der ziekte, waartegen geen beter middel
tbt bestrijding bestaat, dan een geregelde levenswijze, op
geruimdheid van inborstmatigheid in het gebruik van spijzen
en dranken natelaten het gebruik van onrijpe en verkoelende
dranken waaronder vooral kruisbeziënen eindelijk zoowel
binnen als buiten huis zindelijkheid en reinheid te bevorderen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 14 Julij 1866, De Secretaris
SPANJAARDT.
Ter secretarie dezer gemeente is algemeen ver
krijgbaar
tegen f 1.40 het jaarlijksch verslag betreffende
den toestand der gemeente over 1865.
tegen f 0.10 het rapport der vaste commissie van
financiënomtrent eene nieuwe ver
ordening op de heffing eener directe
belastingbenevens die op de invor
dering.
De personen van NF.ELTJE HOUTKOOPERSIMON
RASTER1. w. BuikslootPIETER KLOKMAN1. w.
Zaandam; HENDRIKA JOHANNA van der BEEK, wor
den in hun belanguitgenoodigd zich ter secretarie aantc-
melden.
Aangetast 17overleden 9hersteld 5 personen.
Zoowel onder de overledenen als herstelden bevinden zich
reeds in de vorige week aangetaste personen.
VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, den 18 Julij 1866, des namiddags
ten 1 ure. Nameus den Voorzitter van den Raad
SPANJAARDT.
De pogingen van Frankrijk ter verkrijging van een wapen
stilstand tussehen de oorlogvoerende mogendheden schijnen
tot heden met geen gelukkig gevolg bekroond te zijn. Al
thans van Pruisen is een officiëel bericht ontvangendat
het dien niet kan aannemen, terwijl uit de houding van
Italië hetzelfde schijnt te moeten worden opgemaakt.
In Bohemen rukken de pruisisehe legers steeds verder in
de rigting van Olmütz waar men vermoedt dat Benedek zijn
legermacht zal trachten te verzamelen om nog eenmaal slag
te leveren. Aartshertog Albrechtdie de eer der oostenrijk-
sche wapenen in Italië heeft opgehouden', is tot opperbevel
hebber benoemd, terwijl met de ontruiming van het veneti-
aansehe reeds een begin is gemaakt. De ondervinding zal
moeten leeren of Oostenrijk hierdoor werkelijk zal gebaat
worden nu het italiaansche leger wederom offensief is opge
treden. Men beweert dat Victor Emmanuel zich met de plannen
van generaal Cialdinidie als het beste legerhoofd der italia-
nen beschouwd wordt, vereenigd h,eeft. Deze nu ismeteen
talrijk corps over de Po getrokken en het venetiaansche bin
nengerukt waar de oostenrijkers voor hem terugtrekken en
de fortificatiën in de lucht laten springen en de bruggen
afbreken. Oostenrijk beschouwt Venetie niet meer als zijn
eigendom en schijnt zich dienovereenkomstig te willen ge,
dragen. Inmiddels is het duidelijk dat de waardigheid van
Italië zich er tegen verzet om Venetie als eene gift van Frank
rijk aantenemendaar het zich sterk genoeg gevoelt dit zonder
vreemde hulp te kunnen verkrijgen. Het eerste echéc was
op zich zelf niet voldoende Italie's onmacht te bewijzen.
Bovendien komt alles aan de voorwaarden waarop Venetie
zal worden afgestaan en is het nog zeer de vraag of het zal
worden afgestaan en of Frankrijk niet zal beproeven de oude
Venetiaansche republiek te herstellen. Alle dagbladen waren
dan ook eenstemmig in hun oordeel dat de wapenstilstand onaan
nemelijk isdat het onwaardig spel van het uitwisselen eener
provincie van de eene hand in de andere door Italië niet
mag medegespeeld wordenen dat er nu voor goed aan de
politieke knoeierijen een einde moet gemaakt worden. Italië
en Pruisen hebbengelijk te verwachten wasom Frankrijk
niet tegen het hoofd te stootenden wapenstilstand »in be
ginsel" aangenomen maar daarmede heeft men zich natuurlijk
nog tot niets verbonden omdat alles op de voorwaarden aan
komt. Men heeft van beide zijden uitvluchten gezocht om
de onderhandelingen op de lange baan te schuiven en in
middels tijd te winnen. Victor Emmanuel moet hebben te
kennen gegeven dat hij met de volkstemming moest te rade
gaan en zijn ministerie moest raadplegen, dat dan ook ge-
ruimen tijd van beraad schijnt genomen te hebbenwant
van eene ofliciëele afwijzing van Italië is tot heden niets be
kend geworden. De bedoeling is duidelijk. Men wil inmid
dels Venetie gewapenderhand bezetten en dus Frankrijk
voorkomen. Het wapengeluk der pruissen heeft ook de
italianen hun eischen hooger doen stemmen wat het schijnt
dat Italië zich nu niet alleen met Venetie zal tevreden stellen,
maar ook italiaansch Tyrol begeerthetgeen /'de poort van
Italië" genoemd wordt, zoodat het bezit daarvan uit een strate
gisch oogpunt voor Italië zeer gewenscht zoude zijn. Hier zien
wij du3 Italië dezelfde .tactiek volgen, die destijds door Frank-
rijkmet betrekkingtotSavoyeenNizzagebezigdis. Menziethet,
de leerling heeft het voorbeeld des meesters uitmuntend in toe
passing weten te brengen. En wie weet of de blikken ook nog
niet tot Triëst reiken, dat ook reeds heeft gevraagd met het ge
meenschappelijk vaderland vereenigd te worden. Het zal nu
van de verdere houding van Frankrijk afhangen. Zal het
nu tot een gewapende bezetting van Venetië overgaan en
dus een werkdadig aandeel in den strijd nemen Men
verneemt wel van schepen die worden uitgerust en van de
benoeming van een franschen commissaris voor Venetië,
maar het schijnt tot heden bij die geruchten te blijven.
Met moet uit Berlijn Napoleon hebben te kennen gegeven
dat die bezetting Frankrijk den rol van bemiddelaar zoude
doen opgevenzoodat het wel op de gevolgen behoorde be
dacht te wezen. Men beweert dat de heer von Bismarck er in ge
slaagd isde kabinetten van Engeland en Rusland in zijn
meening te doen deelen. De vroegere rol door Frankrijk
bij soortgelijke gelegenheden gespeeld heeft tegen die mo
gendheid het wantrouwen doen ontstaan, waarmede het nu
wordt aangezien. Het is klaarblijkelijk dat Frankrijk zijn
makelaars courtage zal berekenen en dit is wel in staat Italië
omzichtig te doen zijn. Het eenige wat die staat op dit oogenblik
van Frankrijk kan bevrijden is een gelukkig wapenfeit. Er
is reeds bij Lodrone een gelukkig gevecht onder aanvoering
van Garibaldi geleverddie uit een rijtuig den aanval be
stuurde omdat hij bij een vroegere schermutseling in de
dij ligt was gekwetst. Bij die gelegenheid vielen de Gari
baldisten de Oostenrijkers, die met een sterke artilleriemacht
een verkenning hadden gedaanmet de bajonet aan en dre
ven hen met een groot verlies uiteen. Maar dit feit is nog
niet voldoende de geleden nederlaag te herstellenwaartoe
meer vereischt wordt. Wij hopen in een volgend overzicht
te kunnen vermelden dat het Italiaansche leger zich roem.
rijk gewroken heeftwant wij gelooven werkelijk dat dit
voor Italië op dit oogenblik bij na noodzakelijk geworden is.
Overigens zal Napoleon in den heer Ricasolidie in Italië
de yfiere baron" genoemd wordt, een onhandelbaar persoon
vinden waar het de handhaving der nationale waardigheid
geldt, en een geheel andere persoonlijkheid dan den advocaat
Ratazzidie zich ter wille van Frankrijk in allerlei bochten
wist te wringen. De heer Ricasoli heeft gedreigd zijn ont
slag te nemenindien het tractaat met Pruisen niet werd
nageleefd waarbij aan de solidariteit van belangen tusschen
die beide staten wordt vastgehouden, en zijn zienswijze heeft
gezegevierdalthans wordt ons bericht dat hij aan het be
wind zal blijven. De Koning schijnt met zijn minister ho
mogeen te zijn en heeft de daad reeds bij het woord gevoegd
en is aan het hoofd van twee divisiën Tyrol binnengerukt.
De herinnering van Pruisen dat Italië aan het tractaat
gebonden was is dus overbodig geworden. Italië en Prui
sen beroepen zich over en weder tegen Frankrijk, dat zij jegens
elkander niet vrij zijn en het is niet onmogelijk dat zij op
die wijze beiden hun spel winnen zullen. Op hoogst behen
dige wijze heeft r. Bismarck de strikdie hem door Oosten
rijk gespannen wasweten te ontgaan zoo als niemand dan
ook hem een groote mate van gevatheid zal kunnen ontzeggen,
terwijl hij dit met groote staatslieden gemeen heeft, dat hij een be
paald doel overwogen heeft naar welks verwezenlijking hij streeft.
Hij verklaart zich bereid tot een wapenstilstandmits vooraf
de vredes-voorwaarden geregeld worden, omdat zonder dat de
wapenstilstand geen practisch nut zoude hebben. Door dezen
meesterlijken zet op het schaakbord werd Frankrijk in ver
legenheid gebracht, omdat het nu verplicht was zich met
de andere mogenheden te verstaan, waarmede natuurlijk veel
tijd verloren gaatzoodat von Bismarck voor dit oogenblik
zijn doel bereikt had. De vraag blijft nu over, zal Frankrijk
thans een werkdadig aandeel in den oorlog nemen en tegen
Pruisen optreden Wij gelooven niet dat Napoleon daartoe
lichtvaardig zal overgaan. De oorlog is in Frankrijk impo
pulair en bovendien zoude een beweging van Frankrijk naar
de Rijnprovincie een duitschen nalionalen oorlog kunnen
doen ontstaan waarbg Frankrijk wellicht geheel Duitschland
tegen zich zoude krijgen. In zeker opzicht zoude die oorlog
de bedoelingen van von Bismarck krachtig in de hand kunnen
werken, ia zooverre het gemeenschappelijk gevaar juist die
éénheid tot stand bracht, welke Frankrijk thans tracht te
verhinderen. Met volle wangen wordt dan ook door von
Bismarck op de bazuin van 1813 geblazen, wel wetend dat
dit de noodige uitwerking niet zal missen. In het manifest
des Koningswaarmede hij den oorlog opendewerd reeds
op dien geest van 1813 gezinspeeld en in de mededeeling
van den pruisischen Staats-Anzeiger werd dit herhaald, het
geen natuurlijk als een bedreiging tegen Frankrijk moet
beschouwd worden.
De zaken zijn inderdaad reeds zoover gekomen, dat Pruisen
feitelijk de leiding der militaire zaken in Noord-Duitschland
bezitwaartoe zijn stoutmoedig optreden en zijn wapengeluk
in Bohemen het hunne hebben bijgedragen, terwjjl men nu
toch reeds verneemt dat de contingenten van Oldenburg en
Mecklenburg da pruissen te hulp komen.
De bemiddeling van Frankrijk heeft Oostenrijk in Duitsch
land zeer impopulair gemaaktwant verschillende dagbladen
van Zuid-Duitschland laten zich reeds in dien zin uitdat
men niet langer voor een Oostenrijksch belang behoort te
strijden. En zoo is het inderdaad. Het behoud der oosten-
rijksche monarchie staat thans op het spel meer dan het lot
van Duitschland, dat daarmede slechts zijdelings zamenhangt.
Oostenrijk kan zeer goed zonder Duitschland bestaan, even
zeer als het omgekeerde het geval is. Wij gelooven dat de
Keizer van Oostenrijk een zeer verstandige daad zoude doen,
indien hij de blikken van Italië en Duitschland afwendde
om die op zijn eigen uitgebreide Staten te richten wier rijke
hulpbronnen hij moet trachten te ontwikkelen en waar nog
zooveel te doen overblijft. Laat hem trachten door een wijs
en rechtvaardig bestuur de verschillende volkeren die aau
zijn scepter onderworpen zijn te ontwikkelen en met elkander
te verbroederen en daardoor een bond van dankbaarheid te
stichten die hechter is dan het beste leger, zooals hij nu
dezer dagen ondervonden heeft. Indien de nederlaag eeu
krachtig middel werd tot hervorming van den Oostenrijkschen
staatzoude dit de grootste weldaad zijndie de Pruissen
hem konden schenkenwant het is meer vertoond dat de
schok daartoe door inwerkingen van buiten ontstaan is. W\j
misgunnen aan Pruisen de schoone toekomst nietdie het
in Duitschland hebben kanmaar dan behoort het ook van
de overwinningen met beleid gebruik te maken en met open
zin een vrijzinnigen regeeringsvorm te huldigen. De verdere
houding van dien staat zal nu moeten bewijzen of het wer
kelijk in staat is de hooge zending in Duitschland te ver
vullen waartoe het zegt geroepen te zijn.
HUrrSCHE OORLOG.
Bohemen. De betwijfelde aanmelding van een pruisisich
parlementair bij Nachod is thans opgenelderdhet diende
om eene wederkeerige verpleging voor de gewonde militairen
voortestellenaangezien Oostenrijk niet tot de bekende con
ventie van Genève tot dat doel toegetreden was.
Den 28 Juni werd op het slagveld bij Skalitz door de
pruissen het lijk gevonden van den oostenrijkschen genl.
Fragner en daarbij eene proclamatie van Benedek aan de si-
leziërs, opgesteld in het vertrouwen van het afzonderlijk
verslaan der nog niet vereenigde pruisisehe legers en van
het binnenrukken van Silezië achter den vluchtenden vijand.
Het verlies der pruissen op 3 Juli heeft 8000 dooden en
gekwetsten bedragen. Het aantal der toen en ten gevolge
van den slag veroverde kanonnen is tot 180 gestegen, het-