ALKMAARSCHE COURANT
.V. 35.
Achtenzestigste
Zondag
2 September.
©fftctccl (Bebccltc.
I»ATEHTEM.
politiek 0ocrzicht.
SSLlcficlijfische fierichlcu.
O O
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven eu is verkrijg
baar op Zondag morgentusschen 8 en 9 ure. Prijs per
jaar 3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post, f 4,
Brieven franco aan de Uitgevers
HE HM». COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels0,75, voor
elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht
voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot
Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag
vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de gemeentebegrooting voor 18G7 op den 22 dezer
door hen aan den gemeenteraad is aangeboden en van af
heden gedurende 14 dagen ter lezing van de belanghebben
den ter secretarie is nedergelegd en in afschrift verkrijgbaar
gesteld.
p Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
den 25 Aug. I860. De Secretaris
SPANJAARDT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbende ingezetenen
I Dat de PATERT85JV, aangevraagd in de maanden
Mei, Junij en Jtulij 1866, tegen overgifte van het
bij de beschrijving ontvangen reju, ter secretarie dezer ge
meente verkrijgbaar zijn van af heden tot en niet
Zatiirdag den J5 September e.h 's mor
gens van 9 2 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
den 1 Sept. 1866. De Secretaris
SPANJAARDT.
MILITIE en SCHUTTERIJ.
De onderstaande personen worden verzocht zich zoo spoedig
mogelijk ter secretarie alhier aantemelden
KLAAS HEIJNES, DIRK PURMER, SIMON de
HAAN en JOHANNES PIETER STAM.
CHOLERA.
In den loop der week aangetast 1 overleden 1 persoon.
VERGADERING van den RAAD der Gemeente ALK
MAAR op Dingsdagden 4 Sept. 1866des namiddags
ten 1 uur. Namens den Voorzitter van den Raad,
SPANJAARDT.
Dat het eenmaal in Duitschland tnssehen Pruisen en Oos
tenrijk tot een beslissing zou komen was te verwachten.
Pruisen was langzamerhand sterker en Oostenrijk zwakker
geworden. De tijden van Metternich en van een alvermo
gend Oostenrijk waren sinds lang voorbij. Pruisen verkoos
niet langer de tweede Staat in Duitschland te zijn en zich
naar Oostenrijk te schikken. Het wilde een hoofd-mogend-
heid in Europa worden, vrij in zijn beweging, in ziju ont
wikkeling en zijn staatkunde, niet gekluisterd aau Oosten
rijk, niet belemmerd door het Duitsch Verbond. Het zag
de tijdsomstandigheden gunstig voor zijn verheffenvoor de
uitbreiding zijner grenzen en besloot die gelegenheid niet
te laten voorbijgaan. De Bondsvergadering gevoelde zich
niet krachtig genoeg om een belangrijk besluit te nemen te
gen den wil van ééne der beide groote mogendheden en
bezat dan ook niet de macht om zulk een besluit te doen
gelden. In de sleeswijk-holsteinsche kwestie toonden beide
Stateu gelijke minachting voor hare wenschen en besluiten.
Oostenrijk en Pruisen drongen het Duitsch Verbond op den
achtergrond wendden zijn invloed van de Elbe-Hertogdom-
men at, verklaarden zich tegen zijn bemoeiingen in deze
zaaken voerden voor eigeu rekening oorlog met Denemar
ken. Ieder begreep, dat Pruisen niei voor den Erfprins van
Augustenburg noch voor een ander later te vinden Vorst van
Sleeswijk-Holstein streed, maar met kwalijk verborgen begeer
lijkheid tot uitbreiding van eigen grenzen naar de schoone havens
en het aanstaande kanaal ter verbinding van Noord-en Oost
zee uitzag. Het was daarom gemakkelijk verklaarbaar, waar
om de regeering te Berlijn de handen vrij wenschte te heb
ben en alle inmenging van de Bondsvergadering trachtte te
vermijden. Maar waarom stiet ook Oostenrijk die vergade
ring voor het hoofd, en stelde het daardoor alle duitsehe
Stalen te leur die gaarne te Weeneu steun hadden gezocht
tegen de aanmatigingen van hel Hof ie Berlijn? Wij heb
ben daarvan nooit een andere verklaring kunnen vinden,
dan dat Oostenrijk begreep dat Pruisen in elk geval zou
doortasten ook in weerwil van het Duitsch Verbond, Oos
tenrijk zelf daaronder begrepen. Tegenwerking van Pruisen,
niet door woorden alleen maar door daden gelijk het toch
des vereischt den oostenrijkschen Keizerstaat zou betamen
moest alzoo tot een oorlog met Pruisen leidenen wellicht
oordeelde het Hof te Weenen, vooral als het tevens naar
het zuiden zag, dit middel te gevaarlijk om het anders dan
bij volstrekte onvermijdelijkheid te beproeven. Waarschijn
lijk vond het daarom beter, vooralsnog en zoo lang mogelijk
een bepaalde botsing met Pruisen te vermijden door zelf
mee te doenen de zaak alzoo voor gemeene rekening te
drijven zich rechten te waarborgen bij de beschikking over
de te behalen voordeelen, en daardoor Pruisen te beletten
geheel alleen en naar eigen goedvinden met de Elbe-Her-
tcdommen om te springen. Aanvankelijk bereikte Oosten
rijk zijn doel. De Koning van Denemarken stond Sleeswijk
en llolstein aan Oostenrijk en Pruisen af. De buit werd
echter niet verdeeld. Natuurlijk, Pruisen wilde den buit
geheel voor zich. Voorloopig werden Oostenrijk en Pruisen
mede-eigenaren der onverdeelde landen. Elk der beide Sla-
ten had dus slechts het halve gezag, maar dit ook over de
geheele uitgestrektheid der beide Hertogdommen.
Het was echter Pruisen's oogmerkdit gezag met nie
mand te deelen en alles voor zich en voor zich alleen te
verkrijgen. Zoolang de geduldige bondgenoot Pruisen liet
begaan en de oogen sloot voor zijn eigendunkelijke hande
lingen ging het goed en de toestand van het gemeen
schappelijk bezit duurde inderdaad vrij lang, wanneer men
in aanmerking neemt dat Oostenrijk de geboorte van een
nieuwen zelfstandigen Staat beoogdeen Pruisen niet anders
dan inlijving bedoelde. Dit tegenstrijdig streven inoe-t een
geheel verschillende houding tegenover de sieeswijk-holstei-
nerseen gaheel uiteenloopeud stelsel van bestuur ten ge
volge hebben waaruit noodzakelijk botsing moest ontstaan
zoodra ééne der partijen den tijd gekomen acht,te om zijn plan
door te zetten. Von Bismarck islde, man niet om op den
weg naar zijn doel halverwege te blijven staan omdat hij
er een beletsel aantreft. Hij overweegt, vóór hij zich in
beweging stelt welke beletselen, zien kunnen opdoen; en zoo
hij ze niet onoverkomelijk acht, gaat hij op weg en laat zich
door geen beletselen meer stuiten. Eindelijk trad li ij in de
Hertogdommen krachtig te voorschijn en deed de pruisische
richting met nadruk gelden tegenover Oostenrijk dit kon
niet geschieden zonder liet tegenstrijdig; streven van den
bondgenoot tegen te gaan en Pruisen aarzelde niet het te
doen. Zonder zieh om den mede-eigenaar Ie bekommeren
deed het zieh in de beide Hertogdommen als meester gelden
cu overstroomde ze met de noodige troepen om zijn besluiten
en bevelen kracht bytezetten. De oostenrijksehe troepen, ge
roepen om aan de verordeningen van den oostenrijkschen
regeeringscommissaris gevolg te doen geven moesten alzoo
onvermijdelijk, indien zij hieven, met de pruisische bezetling
in botsing komen; zij waren te zwak en te ver vau hun land
verwijderd, om den pruissen weerstand te bieden en weken
terug. Maar Oostenrijk kon zich niet straffeloos laten terug
dr'ijven het beslissend oogenblik was alzoo gekomeu het
moest oorlog voeren met Pruisenof Sleeswijk-Holstein geheel
ter zijner beschikking laten, wat nu. na zoo duidelijke en
voortdurende tegenwerkingniet anders dan als een blijk
van machteloosheid kon beschouwd worden en met de eer
van den Staat niet meer overeen te brengen was. Oostenrijk
wapende zich alzoo, en droeg, om nu ook geheel Duitsch
land iu den strijd te mengen en aan zijne zijde te scharen
zijne rechten op de Elbe Hertogdommen aan het Duitsch
Verbond over. Pruisen verklaarde door die overdracht te
recht de verdragen gesehondenen zich tevens ongezind
om zich aau de Bondsvergadering te onderwerpen. Toen nu
eindelijk dit lichaam besloot het Bondsleger mobiel te maken,
om de rechLen van den Bond tegen Pruisen te doen gelden,
was de oorlog onvermijdelijk. Hij brak uit en is reeds zeer
ten voordeeie van Pruisen beslist.
De reden tot den oorlog is dus geen andere geweest dan
deze: het Duitsch Verbond heeft uitgediend; dit begreep
ieder, en was er dankbaar voor; de pruisische regeering
begreep tevens dat er geen twee hoofdmachten in Duitsch
land nevens elkander konden bestaan dat Oostenrijk daarom
teruggedrongen zoo mogelijk buiten Duitschland gedrongen
moest worden en dat voor Pruisen zelf de gelegenheid be
stond om zich te vergrootcn zich te verheffen althans in
Noord-Duitschland racester ie worden en misschien lang
zamerhand de leiding van geheel Duitschland op zieh te nemen.
In de eerste plaats wenschte zij daartoe Sleeswijk-Holstein
met Pruisen te vereenigen. Oostenrijk heeft Pruisen's ver
heffing niet gewild en daarom niet bewilligd in de inlijving
van Sleeswijk-Holstein.
Uit liefde voor het Duitsch Verhond en de onafhankelijk
heid der verschillende duitsehe Staten Van zulk eene ge
zindheid heeft het nooit blijk gegeven het eerbiedigde de
besluiten van de Bondsvergadering, wanneer het die zelf had
doorgedreven of wanneer zij althans iu zijn geest waren
genomen. In de sleeswijk-holsteinsche kwestie zelve heeft
het de Bondsvergadering met minachting behandeld, zich
aan Duitschland niet gestoord en eigenmachtig in verband
met Pruisen met Denemarken oorlog gevoerd en weer vrede
gesloten. Toen het eindelijk met den bondgenoot in strijd
geraakte, keerde de verloren zoon tot de Bondsvergadering
terug, en droeg zijne rechten over om zieli hulp en bijstand
te verwerven. De eertijds versmade Bondsvergadering moest
nu allen dnitsehers heilig zijn.
Heeft Oostenrijk wellicht aan Pruisen weersland geboden
uit liefde voor de vrijheid en de onafhankelijkheid der
sleeswijk-holsleiners Zoo volledig is het Huis HabsLurg
uog niet van Metternich's staatkunde bekeerd om er zoo iels
van te mogen verwachten. De leer van het nationaliteits-
beginsel werd nog nooit door Oostenrijk verkondigden zou
ook slecht gepast hebben in den mond van den bezitter van
Venetië en den meester der hongaren. Wat deed Oostenrijk
dan optreden tegen Pruisen? Niets anders dan afgunst,
dan de zucht om Pruisen klein te houden en zelf de eerste
en de meest invloedrijke Staat te blijven in Duitschland. En
nu mocht Oostenrijk voor zich zelf goede redenen hebben
om Pruisen's verheffing tegen te gaan, nu moge men het tot,
zekere hoogte billijken, dat het zijn oude stelling in Duitsch
land trachtte te behouden en zijn mededinger wilde fnuiken,
dat alles dwong den onzijdigen toeschouwer nog niet tot
geestdrift voor de oostenrijksehe staatkundenoopte hem niet
zich aan de zijde van Oostenrijk te scharen en aan dien Staat
de zegepraal toe te wenschen in den strijd met Pruisen. Zoo
veel schoons heeft Oostenrijk's invloed in Duitschland niet te
weeg gebracht, dat men het verlies van dien invloed zou
moeten betreuren. Zoo'n heilzame instelling is liet. Duitsch
Verbond niet geblekendat men tranen zou behoeven te
storten bij zijn overlijden of ernstig behooren te blijven bij
de thans plaats hebbende inventarisatie en boedelscheiding.
Maar is het dan nu zooveel heter geworden vraagt men
met recht. Is de pruisische leiding zoo weldadigis de
pruisische tucht zoo zacht en heilzaam dat men zich be
hoort te verheugen over liet optreden van dien Staat aan
het hoofd van Duitschland Wij dweepen geenszins met
Pruisen vooral niet met de regeeringsbeginselen die daar
thans zegevieren en wel zegevieren door de macht waaro
ver de de regeering beschikken kan zelfs in spijt van het
volkhet al te trouwe leger van officieren en soldaten en
het maar al te volgzame leger van ambtenaren. Wij hadden
Duitschlands hervorming gaarne door andere middelen zien
bereikt dan door dc kracht van het zwaard door verovering
en vreesaanjagingmaar wij verwachten geen oogst waar
niet gezaaid is, wij willen geen druiven lezen van distelen,
en hebben daarom geen recht in de eeuw der naaldgeweren
en gegroefde kanonnen van een andere macht dan die van
't geweld een beslissing te hopen. Daarbij bezit liet tegen
woordig regeeringsstelse! in Pruisen geen waarborg voor een
eeuwig leven en worden daar zoowel als in de ingelijfde
Staten de vereischte bestanddeelen gevonden voor een ander
en beter stelsel*, waarvan wij de optreding van den tijd
durven hopen. Al zijn de ingelijfde Staten op ruwe en ge
weldige wijze aan Pruisen gehechttoch durven wij ver
wachten dat zij zeer spoedig met dien Staat zullen samen
groeien en er door stamverwantschap en eenheid vau taal
zeden, beschaving en belang iu Noord-Duitschland een hecht e
en duurzame Staat zal ontstaan, die omzijn grootte en in
nerlijke kracht allengs minder een militaire Staat zal behoe
ven te blijven. De stichting van een groote noord-duitsche
Staat is zeker vooreerst meer bereikbaar en biedt tevens meer
waarborgen van duurzaamheid aan dan de geheele verwezen
lijking der duitsehe eenheid. In welke betrekldng de zuid-
duitsche Staten tot het Noord-Duitsch Verbond zullen ko
men en welke toenadering hier misschien mogelijk is zal
de tijd leeren. Oostenr'ijk zelf is van Duitschland los, en
daar is dientengevolge de tijd van het onrechtmatige over
wicht der duitsehe landen op de andere deelen des Rijks
verstreken de bevrediging van Hongarije is daardoor moge
lijk geworden en het gelukkig verlies van Venetie schenkt
den afgetobden Staat rust en verademing.
BMERBV
Bij de Kamer zijn ingediend het vredesverdrag en wets
ontwerpen tot het sluiten cener leening van 30 miljoen fl.,
voor de aan Pruisen verschuldigde oorlogskosten en tot
uitgifte van 15 miljoen renteloos muntpapier. Het vredes
verdrag is reeds door de beide Kamers goedgekeurd.
Aan het wets-ontwerpbetreffende de leening, heeft de
Kamer een gevoegd waarin eene nauwere toenadering tot
Pruisen de eenige weg genoemd wordt orn met medewerking
van een vrijgekozen Parlement, eene zoodanige vereeniging
van Duitschland te verkrijgendat het in staat is de natio
nale belangen ongeschonden te handhaven en desgevorderd,
een aanval van buiten afleslaan.
De Bondsvergadering, laatstelijk te Augsburg gevestigd,
heeft den 24 besloten hare werkzaamheden te eindigen en
daarvan aau de mogendhedenwelker gezanten bij haar ge
accrediteerd waren kennis te geven.
K E I, fi E.
De pauselijke nuncius heeftuit naam van Z. II., 2000 fr.
geschonken voor de werklieden die door den hevigen brand
te Antwerpen schade hebben geleden.
Tusschen de liberale en clerikale biaden wordt veel ge
twist over liet verbieden van processiën tot afweering der
choleradoor den burgemeester te Luik, die dergelijke
ophoopingen van menschen schadelijk oordeelde.
«JAIV'BSIA.
De opstand is veroorzaakt door de drukkende belastingen
en de herhaalde afwijzing der klachten door den gouv.-genl.
op last uit Konstantinopel. Do opstandelingen hebben den
griekschen genl. Kalergis het bevel aangeboden en Koning
Oeorge heeft hem in weerwil van het protest van den turk-
schen gezantgemachtigd dat te aanvaarden. Z. M. heeft
aan de gezanten der beschermende mogendheden verklaard,
dat hij niet onverschillig kan blijven voor den toestand der
grieksche bevolking op Candia. Te Athene heeft zich een
hulp-comité gevormd.
Aan alle fransche stations in de Levant is last gegeven
een oorlogschip herwaarts te zenden.
K IV «J E 5. A X I».
Den 27 is Ie Birmingham eene groote bijeenkomst van
handwerkslieden gehouden, waarbij depulatiën uit verschil
lende steden en 200000 menschen tegenwoordig waren en
het woord o. a. gevoerd werd door den heer Bright. Een
parig werd besloten, dat het Huis der gemeenten, door de
verwerping van de door liet vorige kabinet ingediende kies
wet, zieh het verlronwen des volks onwaardig heeft gemaakt.
Blijkens de bevindingen der commissie van onderzoek be
treffende omkoopingen bij de laatste parlementsverkiezingen
hebben beide partijen op schroomelijke wijze van dit middel
gebruik gemaakt.
FRAK KRUK.
De mexoicaansche Keizeriu is den 23 uit Parijs naar Mi-
ramare vertrokken.
Te Korea zijn 2 fransche bisschoppen en 7 priesters vermoord.
De Keizer heeft een adres ontvangen van 200 voorname
ingezetenen van Venetie, die de afzonderlijke herstelling van
den Staat onder de regeering van een fransehen prins ver
zoekenen zulks omdat de italiaansolie regeering uitsluitend
piemontesche commissarissen gezonden heeft en de seculari
satie der geestelijke goederen niet ten bate van Venetie
alleen blijft.
Den 16 is te Boulogne sur Mer eeno internationale ten
toonstelling van vissehers-gereedschappen geopend. De stad
gaf een diner van 240 couverts. Nederland werd door 4
commissarissen vertegenwoordigd.
72 Jeugdige vrouwelijke gevangenen worden naar Cayenne
gezonden, ter uithuwelijking aau bannelingen, die zicli door
ijver en en goed gedrag onderscheiden. Aan elk echtpaar
zal een stuk grond ter bebouwing en het noodige voor da
uitoefening van het boerenbedrijt worden verstrekt.
ITALIË.
De bladen gaan voort met het mededeelen van wraakoe
feningen iu de weder door de oostenrijkers bezette landstreek:
vele woningen zouden verwoest of geplunderd ruim 80 per
sonen gevangen genomen vele bij het leger ingelijfd en de
dames te Borgo naar een bal der oostenrijksehe officieren
gesleept zijn.
De Keizerin van Mexico is den 25 te Turijn en den vol
genden dag te Milaan aangekomenen op beide plaatsen
plechtig begroet. Te Padua is zij door den Koning ontvangen.