ALKMAARSCHE COURANT yl chtenzesligsle N®. 37. Zondag 1(> September. (Officieel (öcbccltc. Politiek (JDucrsicht. ëOcficüjkschc üjcrichtcu. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijg baar op Zondag morgentusschen S en 9 ure. Prijs per jaar/3,40, enkele Nos. 7 Cents, franco per post 4, Brieven franco aan de Uitgevers EER M". COSTER ZOON. iw "li De Advert,entiën kosten van 15 regelsj 0,75, voor elke regel meer 15 Cents, behalve 35 Cents zegelrecht voor elke plaatsing. Zij worden uiterlijk aangenomen tot Zaturdag namiddag 1 uuringezonden berichten een dag vroeger. Door overlijden van kaasdragers alhier, bestaan er bij dat korps vacatures als jMM804HI8.it*. Sollicitantenboven de 20 jaar en kunnende lezen en schrijven, worden opgeroepen, daartoe aanvrage te doen ter gemeente-secretarie, 's morgens van 92 i.re. Burgemeester en Wethouders voornoemd, AlkmaarA. MACLAINE PONT. den 14 Sept. I860. De Secretaris SPANJAARDT. Midden in onze beschouwingen omtrent den veranderden toestand in Duitschland zijn wij tot de orde geroepen. Een lezer wiens belangstelling wij op prijs stellen, heeft in het vorige nummer dezer courant inlichtingen gevraagd omtrent enkele uitdrukkingen die hij niet zonder bevreemding had gelezen. //Zoo'n heilzame instelling is het Duitsch Ver bond niet gebleken, aldus schreven wij in het nummer van 2 September dat men tranen zou behoeven te stor ten bij zijn overlijden, of ernstig behooren te blijven bij de thans plaats hebbende inventarisatie en boedelscheiding." Het zijn deze woorden die aanstoot hebben gegeven. Men geeft toe, dat tranen-storten niet noodig is; maar dat wij zelfs niet ernstig zouden behooren te blijven bij iets zoo indrukwekkends als de doodzij 't ook de dood aan het Duitsch Verbonidat zou te ver gaan en wij worden ge waarschuwd //tegen alle opwekking tot vrolijkheid over den moord jegens den Duitschen Bond gepleegd." Als Neder landers past ons dat nietals Nederlanders hadden wij be lang bij den Bond, in 't bijzonder bij zijn ondoelmatigheid en gebreken. In de eerste plaats merken wij op, dat onze belangstel lende lezer niet volmaakt nauwkeurig heeft gelezen; dat ons namelijk de ernst, wel degelijk is bijgebleven bij de beschou wing van het overlijden van het Duitsch Verbond wij ontkenden slechts de verplichting tot tranen-storten maar dat de ernst, ons verliet, om voor een luchtiger gemoeds stemming plaats te makentoen wij bij herhaling in de dagbladen lazen van de inventarisatie en boedelscheiding die dit overlijden ten gevolge had. Eensklaps trad een deftig notaris voor onze verbeelding, met klerken en schatters in zijn gevolgwij zagen de rechthebbenden deelenroerende en onroerende goederen verkoopenen de ernst had ons een oogeublik verlaten. Maar mag er dan ook in dezen boozen tijd geen lachje af? Of schrikken wij gevaar en onheil af door een strak gelaat Wij zullen nu echter ernstig zijn en hopen het zelfs Ie biijven al moge ook soms onze verbeeldins ons weer iets kluchtigs voor oogen brengenof een invallende gedachte door dwaze verwantschap of gedrochtelijke tegenstelling an dermaal een glimlach te voorschijn roepen; want aan zulke gevaren staan wij voortdurend bloot. En ja, alsof het spel spreekt, daar valt ons een voorbeeld in dat onze bedoe ling inderdaad duidelijk kan maken. Gij hebt Klaasje Zeven ster gelezen Wij ook en met genoegen voegen wij er bij, al weten we ook dat door die bekentenis onze goede smaak in verdenking komt. Wij hopen dat ge evenzeer Huet's schrijven naar aanleiding van dezen roman hebt ge lezen want dan zult gij bekend zijn met karaktertrekken denkwijzen en bedoelingen van den schrijver, die gij onmo gelijk op een andere wijze allerminst uit den roman zeiven hadt kunnen raden. //Ernst of kortswijl is de titel van dit geschrift. Ernst of kortswijl vraagt Huet en van hen nep is hem niet ernslig genoeg. Hij herinnert aan het ge sprek van dokter van Zevenaar met mijnheer en mevrouw Bleek over den armen Galjart. //Ik kan mij voor Galjart toch niet uitkleeden," zei Bleek. //Wel neen," zei mevrouw, //wij kunnen ons niet uitkleeden." Van Zevenaar schrijft van hennep keek haar eens even aan mat haar van 't. hoofd tot de voeten, en dacht bij zich zeiven dat hij vol strekt niet gesteld zou wezen op het spektakel, 't welk zij hem in zoodanig geval zou aanbieden." Uit teekent, dunkt mijroept Huet uitdit bewijst gebrek aan ernstdit toont noodlottige overheersehing van het snaaksche. Welnu zulke onbewaakte oogenblikken hebben wij ook. Toen wij van inventarisatie en boedelscheiding lazen, zagen wij den notaris reeds zijn rouwbeklag doen en de schatters de meu belen betasten. Ook ons vraagt een strenge Huet af: Ernst of korstwijl Wij verklaarden ons reeds voor den ernst, doch behou den ons het recht voor van miu ernstige intermezzo's. //Doen wij Nederlanders verstandig" vraagt onze lezer //Wat kan de dood van den Duitschen Bond voor ons ten gevolge hebben?" //Ware ik Duitscher, of liever ware ik Pruis, ik zou enzmaar nu ik gelukkig Nederlander ben, wordt de zaak geheel anders. //Wat moet er van ons worden?" Dit teekent, dunkt mij, zou Huet zeggen. Deze uitdrukkingen toonen van welk stand punt onze lezer de zaak heeft beschouwd. Het is het standpunt dat, de Engelsche bladen tegenwoordig aanprijzen als het eenig heilzame voor de Britsche natie het standpunt van het eigen belang. Wij bedoelen dit woord hier in zijn goede beteekenis, en wij keuren het in 't geheel niet af, de zaken vanhetstand- pnnt van het eigenbelang te beschouwen, dikwijls is het zelfs plichtmatig, maar onze lezer zal het met ons eens zijn, dat het niet het eenige standpunt is waarop men zich kan en behoort te plaatsen bij de beschouwing van groote gebeur tenissen. Wij ontwaren zelfs, dat hij met ons de handelwijze der Engelsche bladen afkeurt, die beweren dat Engeland de feiten van het vaste land alleen van het Engelsche standpunt moet beschouwen dat isuitsluitend moet vragen welken invloed heeft dit of dat op onze belangen? Welk voordeel of nadeel zal het ons brengen Immers als hij spreekt van //Engeland dat veel schrijft en wrijft, doch, als 't er op aan komtzich niet wil inlaten met 't geen op het vas teland gebeurt," klinkt in die woorden onmiskenbaar een afkeuring van deze zelfzuchtige staatkunde, van deze deelne ming iiT het lot van anderen alleen voor zoover eigen be langen er bij betrokken worden. Beschuldigen wij nu on- zen° lezer, zeiven dien door hem afgekeurden maatstaf der zelfzucht te gebruiken? Geenszins. Alleen het uitslui tend gebruik daarvan is afkeurenswaard; en wij doen slechts uitkomen dat hij zich in zijn schrijven in het vorig nummer alleen heeft afgevraagd welken invloed heeft het gebeurde op ons vaderland? terwijl wij integendeel tot nog toe de zaak meer in het algemeen en in betrekkin.: tot, de eerste belanghebbenden de Duitschers zeiven, hebben beschouwd. En nu blijven wij er bjjdat de dood van den Duitschen Bond niets indrukwekkends voor ons heeftevenmin als zijn leven dit voor ons had. Er zijn instellingen die zoo slecht, aan haar doel beantwoorden, en op andere zaken zoo be lemmerend en verlammend werken dat hare opheffiugof haar dood zoo men wil, een zegen te achten is. Reeds bij de oprichting van den Duitschen Bond was men vrij een stemmig in zijn veroordeeling. Bijna niemand was voor het tegenwoordige tevreden of verwachtte er iels goeds van voor de toekomst. Alleen Metternich had zijn doel bereikt, de -Bond was voor Oostenrijk het middel om Duitschland te besturen tc beheerschen of machteloos te maken en van Duitschland partij te trekken Ier bevordering zijner niet- Duitsehe belangen. Slechts moest het verhoeden dat Pruisen te veel invloed bekwam en tegelijk elke bepaalde breuk met Pruisen trachten te voorkomen. Langen tijd is het in de vervulling van die taak geslaagd in de eerste jaren toen Oostenrijk de lieveling, en Metternich de vraagbaak van Europa scheenmet veel gemak en goed geluk later met moeite en slechts gebrekkigtotdat het nu eindelijk voor goed uit Duitschland teruggedrongen, en door Pruisen vervangen, ja meer dan vervangen is. Er waren er sinds 1815 ten allen tijdedie aan deze roeping van Pruisen geloofden en dezen staat een schoone en verhevene plaats in Duitschland voorspelden. Gervinus ziet reeds in de samenstelling van Pruisen door het Wee- ner Congres, in^zijn gebrek aan samenhang, waardoor het zich in twee deelen zonder verband van het westen tot het oosten van Duitschland, van Frankrijk tot Rusland uitstrek te, in zijn vertakking en verbrokkeling door geheel Duitsch land en in zijn zuivering van het grootste deel der vreemde bestanddeelen namelijk der Poolsche lauden de voorwaarde zijner toekomstige verheffing in Duitschland, omdat het een geheel Duitsche en door geheel Duitschland verspreide staat was geworden terwijl Oostenrijk daarentegen reeds toen zijn natuurlijk zwaartepunt buiten Duitschland had, en sinds meer en meer van Duitschland vervreemdde. Pruisen deelde ge heel in de lotgevallen der Duitsche ontwikkelingen bescha ving, Oostenrijk bleef er buiten. In Pruisen zag men den voormuur tegen Frankrijk en reeds in 1815 zagen, volgens Gervinusde echte Duitsche vaderlanders Pruisen optreden aan het hoofd van Duitschland met dezelfde blijde verwach tingen die in 1848 op nieuw zoo krachtig werden uitgespro ken, en zelfs de Duitsche Keizerskroon aan den Pruisischen Koning deden aanbieden. Pruisen heeft aan die goede verwachtingen slecht beant woord, en beantwoordt er ook nu nog slecht aan maar zoo sterk en algemeen is de overtuiging dat door aansluiting bij Pruisen de Duitsche eenheid althans aanvankelijk tot stand gebracht moet worden dat zelfs in de staten die zich het meest ovor Pruisen hebben te beklagen een belangrijke partij op die aansluiting blijft aandringen. Zeker is het te betreuren dat een zoo bloedige strijd moest voorafgaan maar een botsing tusschen Oostenrijk en Pruiseneen strijd ter beslissing van de vraag welke van beide staten voor den anderen in Duitschland zou moeten wijken was bijna onvermijdelijk, en daarbij moesten de overige Duitsche sta ten, zij 't soms huns ondanks, partij kiezen. Onrecht en geweld zijn gepleegdmaar onrecht en geweld zijn de na tuurlijke vruchten van den oorlog. Er zijn staten eigen machtig bij Pruisen ingelijfd, maar waarschijnlijk is dit niet in strijd met den wensch van de meerderheid der be volking. Wat Nassau en Keur-Ilessen betreft, is dit ten minste niet twijfelachtig. Van Hanuover behoorde Oost-Fries land vroeger tot Pruisen en alleen de naijver van andere staten heeft het op het Weener Congres aan Pruisen ont trokken, en dien staat daardoor van de Noordzee verwijderd. Wat wonder, dat de beroofde van 1815 nu van de gelegen heid gebruik maakt om zijn schade met woeker weer in te halen! Maar voor ons Nederlanders is de veranderde toestand in Duitschland nadeelig, zegt onze lezer. De machtelooze Duitsche Bond was, voor zoover hij de verbrokkeling van Duitschland vertegenwoordigdevoor ons een uitmuntende waarborg voor onze onafhankelijkheid en voor ons zelfstan dig bestaan in elk geval een minder gevaarlijke buur dan het machtige en overmoedige Pruisen. Heeft men nu niet te vreezen da! Noord-Duitschland of Pruisen 't welk ons land slechts als een aanslibbing van den Duitschen Rijn beschouwt en zoo spoedig mogelijk een groote zeemogend heid wenscht te worden, ook ons zal inslikken? Wij willen dit gevaar geenszins ontkennen, 't Zal ons zelfs genoegen doen als men het zich levendig voor oogen stelt, en ernstig tracht naar de middelen om het te voorkomen. Maar dit is het gevolg van onzen geringen omvang. Het lot van een kleinen staat,, door groote en machtige naburen omringd en ingesloten, is niet benijdbaar; wij erkennen het gaarne, en toch is het ons niet mogelijk van dit, standpunt, van het standpunt van eigen veiligheid, de groote gebeurte nissen in Europa te beoordeelen. Wel is het overigens een weinig bemoedigend schouwspel, te zien hoe een machtige staat alleen op grond van het oorlogsrecht veroverde landen eigenmachtig van hunne zelfstandigheid berooft en bij zich inlijft; doch dit moet ons troosten al zij 't ook waarlijk een kranke troost dat niet alleen Pruisen zoo handelt. Onze lezer geeft toe, dal toch te eeniger tijd de vurig ver langde Duitsche eenheid wel geheel of gedeeltelijk tot stand zou komen. En als dit nu eens geschied was door zuivere volksbeweging, door vrijwillige aansluiting en vereeniging ajj de in 1848 mislukte poging nu eens geslaagd was en er te Frankfort een Duitsch parlement zetelde met voldoende macht omkleed zou dan onze toestand zooveel beter zijn Reeds in 1814 vroeg men te Weenen, wat toch Holland, wat toch Zwitserland was, en hoe toch de dwaling ze er toe gebracht had zelfstandige Europesche Staten te willen zijn. In 1848 voorspelde Arndtdat Holland, dat nu zoo gerust op eigen wieken dreef, zich ook wel eens weer, zijn oorsprong gedachtig, aan het algemeene Duitsche vaderland zou aansluiten. En hiervan kon men zeker zijn, dat de Duitsche patriotten dien gewaanden lust zouden zien aan wakkeren, al merkte ook niemand er iets van, en het hunne zouden doeu om er voldoening aan te schenken. Om te be ginnen besloot de Nationale Vergadering te Frankfort, dat Limburg een Duitsch land was, in Duitschland opgenomen, en van Nederland gescheiden moest worden. Thans zijn wij gelukkig zoo ver, dat, Limburg van den band niet Duitsch land is verlost, en wij ons, zoo we slechts de noodige voor zichtigheid in acht nemen, van alle verwikkelingen met Duitschland kunnen onthouden. Dit zou een Duitsch Par lement nooit, gedoogd hebben. ff- 11 i i i ii i' i vm De Koning heeft aan v. Bismarck de orde van S. Hubert, de voornaamste des lands, vereerd. Den 12 heeft de regeering met het huis Erlanger ecne leening gesloten van 28 miljoen th„ tegen 4 p.ct., met 1 p.ct. premie. Den 8 heeft de hertog van Nassau, te Günzburg, te midden der diepste treurigheidafscheid van zijne troepen genomen. E N fi; K A A 8». In de week eindigende 1 Sept. zijn door de veepest aan getast 99 runderentegen 148 in de vorige week. In 't, geheel zijn tot dien datum aangetast 253,324, gestorven 124,287, afgemaakt 81,716 en hersteld 33,327 runderen. Het aan den ingenieur Tyler opgedragen onderzoek naar den kortsten weg voor de overland-mail heeft geleerd dat de reis door Italië 35 uren korter is dan die over Marseille, welk verschil in 1867, als de spoorweg over den Mont-Cé- nis gereed is tot 39 en als die berg doorboord is tot 42 uren zal klimmen. De wedergevouden transatlantische telegraafkabel is, aan boord van de Great Eastern aan een nieuw gedeelte gehecht en dit den 7 met New-found!and verhouden. De oude ka bel blijkt voor het gebruik even goed te zijn ais de nieuwe, zoodat er nu eene dubbele verbinding met America bestaat. FUAiVhKIJK. Ten gevolge van den gunstigen uitslag der in het kamp van Chalons genomene proeven, heeft de Keizer de invoering van het. naaldgeweer, stelsel-CA«s«ej)o?, gelast. Aan den uit vinder heeft Z. M. het Legioen van Eer geschonken. Als gevolg der gesloten munt-overeenkomst zijn alle kan toren tot het ministerie van financiën behoorende gelast, de zwitsersche, belgische en italiaansche francs tegen de waarde der fransehe aantenemen. De Keizer heeft den maire van S. Cloud kennis gegeven dat hijte beginnen 1 Maart 1867, hem 10 maanden lang 27516 fr. zal doen toekomen, niet willende dat die stad, waar hij een deel des jaars verblijf houdt, ter zake van den bouw barer kerk en van andere werken van openbaar nut met. eene schuldenlast bezwaard is. Het is den parijsehen policie-commissaris Melun gelukt om zekeren Sureau-Lamirandckassier van de afdeeling der fran sehe Bank te Poitiers, die zich 7 maanden geleden, met achterlating van een tekort van bijna 8000Ö0 fr., uit de voelen gemaakt had, te Nieuw-York en toen de voortvluch tige van daar ontsnapte in Canada te achterhalen en met 120000 fr. te Parijs terug te brengen. De Moniteur deelt de overeenkomst mede op 30 Juli met Mexico geslotenwelke op 1 Nov. in werking treedt en waarbij de helft der opbrengst van de maritieme douanen aan Frankrijk wordt afgestaan ter vergoeding der verschul digde gelden, geraamd op 250 miljoen fr. Nog bericht liet officiëele blad dat de zich in Mexico bevindende genl. O'monl en de militaire intendant Friant geen verlof hebben kunnen bekomen om de hun door Keizer Maximiliaan aangeboden portefeuilles van oorlog en van financiën te aanvaardenaangezien hunne betrekking tot het leger te velde met die nieuwe funcliën onbestaanbaar moet geacht worden. GRIEKENLAND. Op de door Turkije gedane vertoógen heeft de regeering geantwoord, dat, de slaatregeling haar belet, om het oprichten van hulp-comité'5 voor de opgestane candioten of het ijveren der dagbladpers tegentegaan. I T A I- I E. Bij Kon. decreet zijn 58000 man van de lichtingen van 1842 en 43 huiswaarts gezonden en de vrijwilligers bij de geregelde corpsen ontslagen. De regeering heeft aan eene fransehe maal schappij de uitvoering van belangrijke werken opgedragen, waaronder de verbetering der haven van Briudisi welke na de openstel ling van het kanaal van Snëz eene voorname stapelplaats van indische en oostersche koopwaren zal worden. I* 84 US S K N. Het Heerenhuis heeft de woekerwet met eene geringe meerderheid aangenomenna haar eerst in conservatieven zin gewijzigd te hebben. Den 8 werd de indemniteitswet goedgekeurd nadat, de lieer v. Kleist ziju leedwezen had be tuigd over de wijze waarop liet conflict met liet andere Huis was bijgelegd. Het Huis der Afgevaardigden heeft zijn voorzitter en onder voorzitters herkozen. De commissie voor de leeningswet heeft geweigerd liet ontwerp goedtekeureu maar een amendement aangenomen tot machtiging der regeering om voor 30 miljoen til. aan schatkistbiljetten uittegeven. De minister v.d.Heijdt verklaarde geen groot gewicht te hechten aan dat, besluit en van de Kamer betere verwachting te koesteren. In de com missie voor de voordracht tot dekking der oorlogskosten heeft de lieer Virchow voorgesteld om het gevraagd bedrag van 108 miljoen th. met 14 miljoen te verminderenwijl het dan nog 'voldoende isop de aanmerking van den re- geerings-commissarisdat men dan buiten staat zou zijn om 3 reeds in het, vorige jaar bestelde pantserschepen aante- schaffentrok de voorsteller zijn amendement weder in. Den 7 keurde liet Huis de wet t.ot inlijving van Hannover

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1866 | | pagina 1